Schaker in een
haaien vijver
Al 25 jaar wa-wa-wa-waanzinnig gedroomd
Mr. Hans Wind,
curator
25
zaterdag 13 november 2004
Van de flierefluiter die
hij als tiener was, is
niets meer over. Discipli
ne en dossierkennis ken
merken advocaat en cura
tor Hans Wind. Gelijk een
schaker observeert hij de
situatie die hij aantreft,
bestudeert de feiten en de
alternatieven en blijft zich
voortdurend afvragen of
het zin heeft wat hij doet.
„Je moet mij niet iets op
de mouw spelden."
Zeeuws Assurantie Bedrijf.
Gieterij Middelburg. Bunga
lowpark Kustlicht II. New
World Products. Spraakmaken
de Zeeuwse faillissementen van
de afgelopen jaren. De recht
bank stelde in alle gevallen de
zelfde curator aan: mr. Hans
Wind. Aan hem de taak om puin
te ruimen en ervoor te zorgen
dat de schuldeisers ten minste
iets van hun geld terugkrijgen.
Op de genoemde zaken zal hij
niet diep ingaan, waarschuwt
Wind op voorhand. En dat geldt
ook voor de meeste andere fail
lissementen waarbij hij betrok
ken was en is. Hij moet voorzich
tig zijn, altijd. Emoties lopen
soms hoog op. „Het is ook nogal
wat dat daar plots een heer
schap binnenkomt dat zegt:
'Vanaf nu zit ik aan de knop
pen,' Ik hou er rekening mee dat
mijn aanwezigheid een enorme
impact heeft. Maar ik zet wel
door."
„Je bent als curator een ver
keersagent. Je hebt te maken
met voortdurend conflicterende
belangen. Tegenover de failliete
ondernemer staan de schuld
eisers die roepen: 'Dit is van mij,
dat is van mij.' Jij moet daarin
de juiste keuze maken: wat
komt aan wie toe? Bij elk faillis
sement zwemmen bovendien
haaien in de vijver. Mensen die
voor een prik allerlei dingen wil
len kopen."
Wind bepaalt in eerste instantie
wie op welk plaatsje in de rij
komt te zitten. Wie als eerste
krijgt uitbetaald, wie als laatste
en ook wie helemaal niets krijgt.
„Gaat het over tonnen of miljoe
nen, tja, dan zijn de belangen na
tuurlijk erg groot. Schuldeisers
proberen altijd bij de eersten in
de rij te horen."
Een natuurlijke drang waar
Wind geen moeite mee heeft,
zegt hij. Tenzij het om fraude
gaat. Als de samenleving wordt
benadeeld, zal hij aangifte doen
bij justitie. Al is het animo om
die stap te zetten wel gedaald.
Justitie, klaagt hij, doet te wei
nig met fraudezaken.
Achterdocht
Hans Wind heeft geleerd een ge
zonde achterdocht te hebben.
Maar of er boefjes onder de ge-
failleerden zitten, weet hij pas
als hij bewijzen heeft. Immers:
iedereen is onschuldig tot het te
gendeel is bewezen.
„Een mooi voorbeeld is een fail
lissement dat speelde toen ik
nog in Groningen werkte. Een
oudere heer, van oorsprong een
Zeeuw trouwens, bedotte de
boel. Maar hoe, daar kon ik geen
vinger achter krijgen. Als ik er
gens over begon, glimlachte hij
alleen maar vriendelijk. Wat
bleek? Hij probeerde een erfenis
buiten het faillissement te hou
den. Hij liet de post daarover
aan zijn buurman sturen. Dat
Naam:
Johan (Hans) Wind
Geboren:
1954, Groningen
Woonplaats:
Middelburg
Opleiding:
leao, meao, heao, Rijksuniver
siteit Groningen (Rechten)
Burgerlijke staat:
gehuwd
Kantoor:
Windsir Advocaten
Middelburg
ging een keer mis en ik kreeg
een brief in handen waaruit het
recht op die erfenis bleek. Vanaf
toen heeft hij open kaart ge
speeld."
In de anekdote komen zijn he
den en verleden samen. Wind
legde de omgekeerde weg af van
zijn toenmalige cliënt. Hij ver
trok op latere leeftijd naar Zee
land, werd geboren in Gronin
gen („Ik ben een Stadjer, geen
Ommelander") in een zakenge-
zin. Vader was een binnenhuisar
chitect met een paar meubelza-
ken en een keukenzaak.-Vader
was ook een selfmade man, die
zich met hard werken had opge
werkt tot de zeer gegoede klas-
Zelfstandig denken en doen; wie
a zegt, moet b doen en daarvan
de consequenties dragen, zowel
de voordelen als de nadelen -
het zijn zo van die levenslessen
die de kleine Johan meekreeg en
die hem tot de zelfverzekerde ad
vocaat maakten die hij nu is.
Dat klinkt overigens vanzelf
sprekender dan het in werkelijk
heid is gegaan.
„Ik ben een laatbloeier", bekent
Wind. „School interesseerde me
niet. Ik heb de hele trits voltooid
van leao, meao en heao. Ik was
de eerste jaren een flierefluiter,
liever lui dan moe. Dat kon ik
me ook veroorloven, want ik
hoefde aanvankelijk niet veel
moeite te doen om toch voldoen
des te halen. Dat veranderde
pas op de heao. Daar leerde ik
voor het eerst dingen waarover
ik moest nadenken en die me
daadwerkelijk interesseerden.
Toen werd het een kwestie van
i voor mijn examen, ot
gaan werken. Want mijn ouders
waren ook daarin heel helder:
één keer oriënteren op welke je
studie je gaat doen, kiezen en af
maken, niet steeds wisselen, dan
ga je maar werken voor je geld."
Op de heao ontdekte hij hoe de
theorie in praktijk gebracht kon
worden. Vanaf dat moment is
Wind niet meer opgehouden met
studeren. Het lanterfanten afge
leerd, legt hij tot op de dag van
vandaag een ijzeren discipline
aan de dag. „Ook op de rechten
faculteit werd het erin geramd:
zorg dat je je dossier van voor
tot achter kent. Dat ben ik nooit
meer kwijtgeraakt.
Hij kan zich er bijzonder aan sto
ren als mensen de feiten niet
kennen. Hij is in staat om vrij
nauwkeurig te zeggen waar iets
staat in een boek of dossier: tus
sen de pagina's zoveel en zoveel.
Het is een tik waar hij redelijk
mee kan leven. Al heeft hij er
wel de neiging aan overgehou
den om bij elke zaak niet slechts
alle feiten te verzamelen, doch
ook alle alternatieven te bestude
ren. Hij kijkt, zegt hij, als een
schaker vooruit en vraagt zich
voortdurend af of het zin heeft
wat hij doet.
De vergelijking met de schaker
kan vervangen worden door die
met de piloot. Ook die dient
exact te weten waarmee hij be
zig is, wat de omstandigheden
zijn, wat hem te wachten staat
en hoe hij daarop moet reage
ren. Ook de piloot dient over vol
ledige controle te beschikken.
En inderdaad, vliegen is zijn gro
te passie. Of nee, werken is zijn
passie, vliegen zijn hobby.
„Het was al een jongensdroom.
Als passagier verlangde ik er
naar de piloot te zijn. Ik heb er
nooit serieus werk van gemaakt.
Tot mijn vrouw me een proefles
gaf voor mijn verjaardag. Zij
dacht: of hij krijgt er een kick
van en haalt zijn brevet, of hij
raakt voorgoed genezen. Nou, ik
kreeg de kick. Je doet iets wat
tegennatuurlijk is. Ik begrijp de
theorie wel, maar ik vind het
nog steeds een wonder dat het
kan. Het vliegen geeft me een
enorme ontspanning; tegelijker
tijd mag ik niet verslappen. Ik
kan niet de boel de boel laten.
Dat is zeker een parallel met
mijnwerk."
Die Zeeuwse Groninger die hem
in het duister liet tasten, behield
desondanks het respect van de
curator. Wind begrijpt de ver
wondering. maar zo edelmoedig
is het niet. Hij verklaart eenvou
dig: „Ik hoef ze niet te straffen,
ik hoef alleen maar geld binnen
te harken. Ik sta pal voor de cre
diteuren. Zij moeten krijgen
waar ze recht op hebben. Op het
lijstje met belangen staan zij
dus bovenaan. Dan volgt een he
le, hele lange tijd niets en uitein
delijk komen de andere belang
hebbenden aan bod. De gefail
leerde, de werknemers."
Oei, dat klinkt wel hard, reali
seert hij zich. Natuurlijk tellen
voor hem ook de 'belangen in de
marge'. „Ik kan en mag niet zeg
gen: de schuldeisers moeten
maar met wat minder genoegen
nemen zodat er meer mensen
aan het werk kunnen blijven.
Dat wil niet zeggen dat ik werk
nemers als een blok aan mijn
been beschouw. Ik zie ze niet als
een liability, maar als een asset.
Machines zijn geld waard. Die
kun je verkopen. Als je er vakbe
kwame mensen bij kunt leveren,
hoeft de nieuwe eigenaar geen
personeel op te leiden. Zo maak
ik machines meer waard én help
ik zowel de schuldeisers als de
werknemers."
Barkrukken
Of het voortkomt uit zijn jeugd
in een middenstandsgezin weet
hij niet, maar over een handels
geest beschikt hij zeker. „Mijn
allereerste faillissement was een
kroeg in Groningen. Die kroeg
baas had net nieuwe barkruk
ken gekocht voor 124 gulden per
stuk. Toen hij failliet was, zou-
den ze nog maximaal vijf gulden
per kruk opbrengen. Vijf gul
den! Dan begint mijn handels
geest te werken. Dan wil ik daar
meer uit zien te halen."
Puinruimen, daar komt het op
neer bij faillissementen. Ergens
is ooit een stommiteit begaan.
Het ene gaatje wordt gevuld met
het andere. Onherroepelijk
staan de schuldeisers een keer
op de stoep. En dan komen de
smoezen, weet Wind. 'Ach, het
geld is net overgemaakt.' En als
dat niet op tijd binnen is: 'Ja sor
ry, ik was vergeten mijn handte
kening op de overschrijving te
zetten.' Uiteindelijk is alle ver
foto Mechteld Jansen
trouwen weg en dan is het einde
zoek en een faillissement vaak
onvermijdelijk.
Een half jaar is bijzonder kort
voor het afronden van een faillis
sement. De langstlopende zaak
die hij behandelde, nam dertien
jaar in beslag. RMI, de opvolger
van de Gieterij Middelburg die
ook failliet ging, en Kustlicht II
zijn nog steeds niet afgerond.
„Ik hou zaken net zo lang open
als ik er perspectief in zie dat de
pot met geld voor de schuld
eisers eraan komt of zelfs nog
groter kan worden."
Maurits Sep
Kinderen voor Kinderen brengt van
avond haar vijfentwintigste tv-uitzen-
^•Het op en top Nederlandse kinder-
^gspektakel was in de beginjaren stan
dard goed voor Gouden Platen en muziek
prijzen. Tegenwoordig branden de fans het
0_ Kinderen voor Kinderen
kan gebeuren dat volwassen mensen
®]sheen spontaan een medley van kinder
tjes inzetten. 'Op een onbewoond ei-ei-
en'Ik heb zo wa -wa -waanzinnig ge
jamd/Enigszins gekscherend worden
°'se kinderstemmetjes nagebootst, voor
in van een overdreven 'r'.
avijfentwintig jaarlijkse platen en bijbe
lle ^-uitzendingen zijn maar weinig
:'B ders uiet bekend met het feno-
Söwfen» voor Kinderen. Inmiddels
«en de overwegend Gooise koorzanger-
i v^nbeetje de hele kinderlijke bele-
v$wereld bezongen. Van pesten, huisdie-
en huiswerk tot pamfletten tegen bont-
J sendragers, autorijden en rokende
ouders.
teller staat inmiddels op 348 liedjes.
Li, ,maal waren ze even succesvol. „De
v av*pien jaren was een plaat al Goud
VfiBij es°Ptv werden uitgezonden",
dt Hans Wilbrink, directeur van de Va-
i^ehj-Voor ^985 werd de Edison
voor 'beste kinderrepertoire' bijna
toesek^ aan ^n^eren voor hinderen
En gingen er jaarlijks meer dan
bank buizend elpees over de toon-
dan 9i nn iaren zÜn dat niet meer
Zo lijkt het of de kindermeezingers de hui
dige jeugd toch minder beroeren dan hun
oudere familieleden, Voor bedenkster Flory
Anstadt staat in ieder geval vast dat er bij
Kinderen voor Kinderen sprake is van ver
gane glorie. Met trots blikt ze terug op die
eerste zeven jaren, waarin ze zo'n honderd
liedjes liet componeren en zeven televisie
shows regisseerde. Ze ontving daarvoor een
Gouden Harp en de Platenpublieksprijs.
„Ik had dan ook wel de crème de la crème
van Nederlandse liedjesschrijvers en com
ponisten tot mijn beschikking", vertelt An
stadt.
Ex-koorlid Laura Vlasblom weet nog hoe
ze in 1981 als twaalfjarig Hilversums meis
je bij Kinderen voor Kinderen terecht
kwam. „Ik wilde graag zingen, en mijn moe
der zag een advertentie in de krant, waarin
opgeroepen werd auditie te doen voor een
kinderkoor", aldus Vlasblom. „Ik had geen
idee wat Kinderen voor Kinderen inhield.
Tijdens de auditie moest ik voor de camera
een nummer van de vorige plaat zingen.
Pas nadat ik werd gekozen uit zo'n 250 kin
deren, kwam ik erachter dat het koor in een
jaarlijkse tv-show figureerde." De uitverko
ren tien- tot twaalfjarigen moesten het hele
jaar door twee keer per week oefenen. „Op
woensdag en op zaterdag", weet Vlasblom
nog. „Dat was dikke pret. We kregen altijd
Marsjes en broodjes."
De liedjes werden een mengelmoes van dui
zenden kinderbrieven. „Via een oproep op
televisie vroeg ik kinderen onderwerpen
aan te dragen", vertelt Anstadt. Het eerste
jaar vielen een kleine vijfhonderd brieven
Kinderen voor Kinderen
bij haar door de brievenbus. Het tweede
jaar zesduizend. De regisseuse las ze stuk
voor stuk. „Daarbij maakte ik stapeltjes
van onderwerpen. Afwassen, dierenleed,
pesten, sport."
Liedjesschrijver Ivo de Wijs mocht zo nu en
dan de kinderpost omzetten tot een liedje.
foto Leendert Jansen/GPD
„Als ik dan bij Flory Anstadt kwam, had ze
soms wel een postzak vol voor me. Alle
maal vol brieven en kaarten van kinderen
die een liedje tegen bont wilden. Op de 'Af-
was-potpourri' ben ik het meest trots", ver
telt De Wijs. Het liedje speelt in op de kin-
derhaat tegen afwassen. Anstadt vertelt
dat ze vier jaar wachtte voor ze het onder
werp 'afwassen' aanwilde. „Veel kinderen
klaagden in hun brieven over het feit dat ze
iedere avond de afwas moesten doen", ver
telt de ex-regisseuse. „Daarbij dacht ik:
zeur niet, je moeder maakt ook je kamer
schoon. Afwassen met je donder." Maar de
stapel 'afwas-brieven' groeide maar. „Ik
kon er niet onderuit." Het resultaat, 'Af-
was-potpourri', voldeed precies: „Afwassen
is leuk, zolang je er maar bij zingt."
Vooroordee I verwij derd
„Elke plaats moest van mij in ieder geval
twee 'vooroordeelverwijderende' liedjes be
vatten." Zo liet ze in 1986 Robert Long het
opnemen voor getreiterde LOM-kinderen.
Een jongen op ballet is een ander taboe-on
derwerp dat Anstadt aandurfde. „Die werd
uitgemaakt voor homo. Ja, daar kreeg ik
echt brieven over."
„Ik heb mijn hart en ziel gegeven aan Kin
deren voor Kinderen", zegt de geestelijk
moeder. Maar toen ze na zeven jaar ruim
honderd kinderonderwerpen voorbij had
zien komen, was het voor haar tijd om te
stoppen.
In de begintijd ging het geld dat het gezang
opleverde nog in de vorm van speelgoed
naar Nederlandse tehuizen en de Derde we
reld. „Dat stopte noodgedwongen eind ja
ren tachtig", vertelt Hans Wilbrink. „Toen
veranderde de wetgeving. Opbrengsten van
tv-programma's mochten niet langer aan
een goed doel geschonken worden, en lou
ter gebruikt worden voor het tv-program-
ma zelf."
Wilbrink: „De aanhoudende daling in ver
koop begon al in de jaren tachtig, bij het po
pulairder worden van de video- en cassette
recorder. Ouders gingen de tv-uitzendingen
opnemen en bandjes kopiëren." Natuurlijk
nam ook het aanbod in kindermuziek ge
staag toe. Toch is Kinderen voor Kinderen
vandaag de dag echt nog ongekend popu
lair, weet Wilbrink. „Bij de audities komen
negen van de tien kinderen aan met een ge
brande cd."
Majel Lustenhouwer, al 25 jaar als dirigent
en later ook componist betrokken bij het
koor, beaamt dat. „Natuurlijk, de hype van
vroeger bestaat niet meer.
Maar uit andere dingen blijkt dat ook re
centere liedjes in menig huishouden luid
keels meegebruld worden. Lustenhouwer
ziet het bij de landelijke meezingfestivals.
„Ook het Jubileumfeest op 11 december
was binnen no time uitverkocht." „De on
derwerpen zijn meegegroeid met de tijd."
Volgens de dirigent is dat de enige werkelij
ke inhoudelijke verschuiving in een kwart
eeuw. Nog altijd helpen jeugdigen via brie
ven en e-mails liedjesschrijvers, in heden
daags jeugdjargon, onder woorden te bren
gen wat het Nederlandse kind zoal bezig
houdt. Anno 2004 is deze vooral 'Druk,
druk, druk', zo blijkt. Al dansend beklagen
de koorleden zich in de show van vanavond
over hun tekort aan tijd en gestresste moe
ders. Waar ze zo druk mee zijn: met huis
werk, maar ook 'chatten, gamen en klieren'
en 'lekker lang chillen op de bank'.
Kim Hartman