PZC Ik had al vroeg door datje de baas bent in je eigen verhaal mobiel bellen zaterdag 13 november 2004 Schrijfster Renate Dorrestein (50) heeft 'de staat van koeien- vlaai' achter zich gelaten. Volgende week verschijnt haar nieuwe roman Zolang Er Leven Is. „Nog steeds heb ik het gevoel dat mijn werk een plek is waar het vloerkleed niet onder mijn voeten vandaan kan worden getrokken. Als ze kinderen ziet tobben met die school, waar je in zo'n onhandige perio de van je leven naar toe moet, als ze ze 's ochtends als dappere soldaten op de fiets ziet uitrukken terwijl ze helemaal geen zin hebben, denkt ze: 'Wat is het toch heerlijk om een groot mens te zijn.' „Dan gaat mijn hart zó naar ze uit." Elf jaar lang leed Renate Dorrestein aan de chronische vermoeidheidsziekte ME. Ze is er beter door gaan schrijven, vindt ze. Had ze voorheen de blik gericht op kracht, de ziekte breidde haar repertoire uit. Als mens en als auteur. „Het kwetsbare en het zwak ke, dat werd voor mij interessant. Ik begon in die periode pas echt over kinderen te schrijven. Dat is zo fijn van mijn beroep: Wat je ook overkomt, je kunt er altijd weer wat mee." Ze is ervan overtuigd dat haar verhalen er al zijn voordat zij ze heeft opgeschreven, dat ze ergens in de kosmos hangen. Dat ze op de een of andere manier haar uitkiezen als verteller omdat ze bij haar geschiedenis horen en bij haar obsessies. „Zo'n verhaal dient zich vrij compleet aan. Er komt dan ineens zo'n heel setje persona ges mijn huis binnenmarcheren en ik hoef eigenlijk niks anders te doen dan als een cir cusdirecteur in de piste te gaan staan en het allemaal om me heen te laten voltrekken." Ze herinnert zich nog heel goed dat ze leer de lezen. Het was alsof ze lid werd van een soort geheime club. An En Moe, dat was de methode die de nonnen gebruikten. Er stond een zin in, die in haar zesjarige ogen echt kostelijk was: Moe is moe. Dat een woord twee betekenissen kon hebben, dat was iets magisch. „Ik was meteen in de ban. Ik zou natuurlijk pas veel later beseffen hoe ontzettend adequaat het is van de Neder landse taal dat de afkortingen voor moeder en vermoeidheid hetzelfde zijn." Las ze Pitty Op Kostschool, dan schreef ze zelf hele kostschoolromans. Eén en al pla giaat. „Ik had al heel vroeg door dat je de baas bent in je eigen verhaal. Daar gaat het toe zoals jij en je personages dat samen wil len. Dat is heel wat anders dan hoe het in de werkelijkheid geschiedt. Veiligheid, dat vond ik er. Nog steeds heb ik het gevoel dat mijn werk een plek is waar het vloerkleed niet onder mijn voeten vandaan kan worden getrokken." Feminisme Ze komt uit een heel gewoon gezin in die tijd. „Een vader die advocaat was en een moeder die onderwijzeres was geweest maar vier kinderen kreeg en daarna nooit meer heeft gewerkt, en die daarover in eni ge opstand verkeerde maar ook te lui en te onmachtig was om er verandering in te bren gen. Ik denk dat het een hele sneue genera tie is, de moeders van de vrouwen van mijn lichting. Zij maakten mee dat er dingen gin gen veranderen voor vrouwen, terwijl er voor henzelf weinig escape meer was." Dat ze zelf geen kinderen zou krijgen, was klip en klaar. De trein van het feminisme was langsgekomen en zij had precies op het juiste perron gestaan. „Ik hoefde alleen maar in te stappen. Ik hoefde me niet te be- Renate Dorrestein vrijden uit knellende liefdesbanden, ik kon gewoon zo mee." Ze belandde als vanzelf in de voorste linies. Ze had een grote mond en ze kon het alle maal goed opschrijven. „Ik dacht: nu gaan we dat varkentje even wassen, dat trekken we allemaal even recht. In grenzeloos opti misme." Op haar 23ste liet ze zich steriliseren. Ze kan jaren twijfelen over nieuwe gordijnen, maar als iets zo duidelijk is, zegt ze, waar om dan niet meteen de knoop doorgehakt? „Een leven met kinderen, merk ik nu ik ouder word, heeft meer seizoenen. Ik moet oppassen dat het bij mij niet altijd meer van hetzelfde is. Dat er iets drastisch verandert in mijn leven, wordt mij niet geboden door de aanwezigheid van kinderen. Ik ben erg blij dat ik mezelf heel veel getob heb be spaard, en het gedoe met voorbehoedmidde len." Ze ziet kinderen altijd zo vreselijk hun best doen. „Er is iets heel tragisch aan de onvoor waardelijke loyaliteit die kinderen hebben ten opzichte van hun opvoeders. Zelfs kinde ren die worden mishandeld, gaan zich al leen nog maar meer zich uitsloven om in het gevlij te komen. Kinderen zijn natuurlijk ook etters en drijven hun ouders tot absolu te waanzin. Dat laten we ook niet onver meld, maar dat ze in essentie hulpeloos en machteloos zijn, is voor mij de kern van de zaak." Falend ouderschap, zegt ze, hoort er ge Renate Dorrestein: „Zo'n roman komt gewoon tot stand door hem een beetje te laten sudde ren." foto Harmen de Jong/GPD woon bij. Het is blijkbaar onderdeel van de menselijke conditie dat je het als ouders niet goed kunt doen, en dat je de eerste twin tig jaar van je leven doorbrengt temidden van mensen die het beste met je voorheb ben, maar het niet goed doen. „Dat hoeft niet iets dramatisch te zijn, het zijn de klei ne kwetsuren van het leven. Daarnaast is fa lend ouderschap een geweldig onderwerp om over te schrijven. Je hebt conflict en dra ma nodig, dat is de grondstof voor litera tuur. Zie de mens in al zijn strevingen, hè." Ze is altijd een beetje bibberig als ze een boek af heeft, dan is het ineens een hele kale boel. Het liefst begint ze meteen aan iets nieuws, om het hoofd vol te houden met per sonages. „Het wonderlijke van schrijven is: het gaat onder alle omstandigheden." Ook toen haar moeder vorig jaar ernstig ziek werd en de regie over haar leven verloor. „Ik was dag in dag uit met haar aan het rondsjouwen, maar thuis kon ik die andere wereld binnenstappen. Weg uit de realiteit van een moeder die in de poep lag." Zo was het ook tijdens haar eigen ziekte. „Al heeft het feit dat ik door bleef werken ME een slecht imago gegeven." Blijkbaar, zegt ze, kunnen mensen zich niet voorstel len wat het vereist om een boek te schrijven. „Het vereist namelijk helemaal niks. Je hebt er helemaal geen fysieke kracht voor nodig, en ook geen helder brein zelfs. An ders zouden de meeste schrijvers niet zulke zuipschuiten zijn. Zo'n roman komt gewoon tot stand door hem maar een beetje in je ach terhoofd te laten sudderen." Ze had dus eigenlijk de ideale omstandighe den voor iemand met ME, maar naar buiten toe werkte dat heel anders. Honderden, honderden, honderden brieven kreeg ze van wanhopige ME-patiënten die schreven: 'Omdat jij door blijft werken denkt mijn keuringsarts dat ik dat ook wel kan.' „Mensen werden met mij om hun oren gesla gen. Keuringsartsen zeiden het letterlijk: 'Kijk maar naar die van Dorrestein.' Door dat ik mijn ziekte beschreef in mijn boek He den Ik werd ik een soort boegbeeld." Ter wijl ze van meet af aan helemaal niet het prototype ME-patiënt was. „De meeste men sen raken alles kwijt. Hun baan, hun inko men, hun vermogen tot zingeving. Bij mij bleef dat allemaal behouden. Door mijn werk. Ik heb het echt heel bitter en zeer kwalijk gevonden dat anderen daar de dupe van werden gemaakt. Doordat ik kon blij ven schrijven was het bewezen dat ME aan stellerij was. Ik heb vaak heel erge spijt ge had dat ik dat boek heb geschreven. Wat ik onbedoeld allemaal heb aangericht. Je kunt toch niet verzinnen dat de wereld zo slecht is?" Medisch wonder Ze valt in de categorie medische wonderen. Op een ochtend stond ze voor het raam te kijken naar een eekhoorn, in haar tuin en merkte ze ineens dat ze zich doodgewoon voelde. „Dat was zo'n onthutsende sensatie. Ik voelde me niet ziek. Het duurde maar heel even, een minuut, maar het was net als of mijn lichaam zich, zomaar out of the blue, herinnerde hoe het moest. Vanaf dat moment had ik een zeker vertrouwen dat ik kon genezen. Geleidelijk namen de goede momenten het over van de staat van koeien- vlaai. Negen maanden later was ik fulltime kiplekker." Als iemand haar van tevoren had gezegd 'Dit gaat elf jaar duren', dan was het vee' minder erg geweest dan jaar in jaar uit e?. weten of het ooit zou ophouden. „Wantik is het eindig, en dan weet je waar jeaantó bent." Wat wij als mensen het meest vreze, heeft ze zich ooit door een psychiater lata vertellen, is onzekerheid. Het ongewisse, waardoor ook de personages in haar men® roman Zolang Er Leven Is worden overval len als een baby verdwijnt en niets ooit meer hetzelfde zal zijn. Het boek diende zich aan met een berichtji in de krant. Baby gestolen uit couveuse Z< dacht: Als dat kan gebeuren, kan dus echt alles gebeuren. „De mensen die zo'n tand stelen zijn natuurlijk verwarde zielepieK Veel interessanter is: Wat gebeurt erinzor gezin als een kind zomaar verdwijnt? Schuldgevoel Ook nu weer zijn haar personages in de greep van het soort schuldgevoel dat voor haar zo typerend is. Haar boeken, zei ze ooit, zouden allemaal evengoed SchuldEc Boete kunnen heten. Het een illusoire schuld, terug te voeren op de zelfmoord® haar zus in 1981. „Bij een zelfmoord blijf je altijd denken, zelfs na decennia nog: 'Had ik hier iets aan kunnen doen? Had ik iets moeten doend juist nalaten om haar voor het leven te be houden?' „Dat denk je niet als iemand^ een berg doodvalt of aan kanker overlijdt Ze heeft, zegt ze, de afgelopen jaren een schrikbarend aantal mensen verloren.!® leeftijdgenoten, veel gevallen van een on® wachte dood. Wellicht ook daarom zoem het verhaal van Zolang Er Leven Is haan- De gestorven vriendin in het boek is ha^' gen hartsvriendin Liesbeth, die bijna ze*® jaar geleden overleed „Ja, ze gaan allemaal maar dood zeg. Da heeft voor iedereen consequenties. Ineen aantal gevallen zitten we met de kmo0®. opgescheept. Een lieve last, natuurlijkU' de overblijvende partner die steun en tm® nodig heeft, je hebt je eigen gemis. Er ver schuiven allerlei dingen Toch zijn onze doden om ons heen,alti] daarvan is ze overtuigd. „Gewoon, om het merk. Er is een heel cohort schimm®- die toch nog zo erg onderdeel uitmaken *- mijn dagelijkse realiteit." Als ze ergens mee zit, denkt ze heel vaaN aan een van haar dierbare overledenen. 'Jammer dat Liesbeth er niet meer is,® zou nou bij uitstek degene zijn die mi]" vies zou kunnen geven.' „Dan iszeer brengt ze me op een idee. Zolang wj0 kunnen we ons met ze verstaan. Datis heel troostrijk besef." Marjolijn^

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 24