zc Laat mij dan de hofnar zijn Cor de Jonge ie bijlagen: 0113-315680 jzc.nl :redactie@pzc.nl us 314460 AA Goes [tentie-exploitatie: j- en Midden-Zeeland: 0113-315520; vs-Vlaanderen: 0114-372770; naai: 020-4562500. irdag 30 oktober 2004 22 Bang voor het beeldscherm 23 Wie lust er nog Hiltermannetjes? 25 Oorlogsheld terug in Westkapelle Het is nooit goed. Als de tekenaar Cor de Jonge zich op de vrijdag middag meldt om ter redactie van de ze krant zijn strip voor de zaterdag krant af te leveren, groeperen zich rond hem altijd wat medewerkers met gevoel voor humor, een aantal dat niet moet worden overschat. De vellen pa pier worden dan uitgespreid over een bureau en de maker neemt de schichti ge houding aan van iemand die zo maar een valse trap in de edele delen kan vernachten. Het vervolg van de scène wisselt van week tot week. Soms volgt bij de om standers alleen een glimlach. De strip tekenaar probeert dan niet lichtge raakt te kijken en zegt iets van 'ik dacht al dat er niet veel aan was'. Het komt ook voor dat er wordt gegrin nikt. Zulks heeft nauwelijks een op monterende uitwerking op de vervaar diger van de strip. Hij signaleert dat de gulle lach uitblijft en constateert: 'het is dus niet zo'n beste van de week'. Ook komt het voor dat een schaterlach opklatert. Dan zie je de ogen van Cor de Jonge even oplichten, maar al heel vlug zakt hij terug in de bittere werkelijkheid van het bestaan. Na de korte opleving, versombert hij. Aan insiders heeft hij wel eens laten weten hoe dat komt. „Ik denk dan: zó leuk, dat lukt me de volgende week niet nog een keer. Die gedachte is na tuurlijk niet zo prettig." Het is nooit goed en dat gegeven moge tot troost dienen van de mensen die wel eens een slechte dag hebben nadat ze door Cor de Jonge zijn neergezet als een oen, een opgeblazen ijdeltuit, een kapsoneslijder, een betweter, een blaaskaak of enig ander niet geheel goed afgebakken exemplaar van de menselijke soort. Hoe beroerd je dag ook mag zijn nadat je zo bent wegge zet, je moet maar denken dat de teke naar zelf er tijdens de ontvangenis en de baring aanzienlijk rotter aan toe geweest is. En niet hij alleen. In huize De Jonge gaan alle gezinsleden op vrij dag door een diep dal. Dat komt door zijn onzekerheid waar van de herkomst heel makkelijk te ver klaren valt. De Jonge (Vlissingen, 1958) heeft zich in kleine kring wel eens iets laten ontvallen over zijn jeugd. Toen hij van de kleuterschool naar de lagere school ging, was Cor zó'n miniem opneukertje dat zijn stoel tje moest meeverhuizen. Als dat niet zou zijn gebeurd, had hij een hele tijd met de beentjes boven de grond moe ten bungelen en dan was er misschien helemaal niks van hem terechtgeko men. Vloer Alle andere kinderen boven je uittore nend op een grote stoel en jij dan hele maal alleen daar vlakbij de vloer, zo'n ervaring gaat je natuurlijk niet in de koude kleren zitten. Het mag een won der heten dat Cor de Jonge, wiens hart en ziel zo diep doorwond werden, geen volslagen neurotische rotzak of erger is geworden. Intimi vreesden dat portrettering van de tekenaar voor de krant, als gevolg van doorgeslagen gepsychologiseer, het beeld zou kunnen opleveren van een kille ploert die niets ontziend de medemens per strip in een kwaad dag licht stelt. Zij kwamen dezer dagen met bezweringen. „Kan er misschien in dat stuk in de krant komen te staan dat Cor ook nog een heel aardige man is?", vroeg een heer van ter Goes, te vens een goede kennis van de teke naar. „Ik heb bij hem in de klas geze ten en ik kan je wel zeggen dat hij een heel erg lieve man is", zei een oud-leerlinge. „Och, hij draagt zijn haar een beetje hoog op de krul en dat zou best kunnen komen doordat hij zo'n klein ventje was, maar hij is ver der heel geschikt," gaf een bekende boekhandelaar en uitgever uit de hoofdstad van Zeeland als zijn visie. Waaraan hij, om te voorkomen dat een karikaturaal beeld van de man zou ontstaan, de raad verbond eens met de artiest zelf te praten. Nou, die wilde wel. Beetje publiciteit is nooit weg, zal hij geredeneerd heb ben. „Het gaat er niet om hóe ze over je schrijven, als ze maar over je schrij ven," zag je hem denken. Zo belandden wij op een mooie Zeeuw se middag - vliegt de steltvoet, blauwe zee - in het goede café bij het haventje van Hoedekenskerke. Cor de Jonge, tot een aantal jaren geleden leraar te kenen in het speciaal voortgezet on derwijs en nu consulent popmuziek bij Scoop, het provinciaal orgaan voor sociale en culturele ontwikkelingen, geneert zich niet. „Ik was inderdaad de kleinste van de klas en dan moet je je wapenen. Ik deed dat door grappen te maken, want fysiek overwicht, daar moest ik het niet van hebben. Ik heb dat, voor zo lang ik me kan herinne ren, altijd gehad, de behoefte gehad om mensen aan het lachen te maken. Als kind was ik verzot op clowns. Die deed ik na, met schmink, een pruik en een te grote broek. Om mijn vader en moeder te laten lachen. Een voorstel ling maken, dat is wel wat. Ik doe dat ook als saxofonist, bij de band Boaz Black the Soul Patrol. Ik hoef niet het middelpunt te zijn, ik houd me meer bezig met de samenstelling van een programma zoals een kok die de juiste ingrediënten kiest bij de berei ding van een maaltijd. Die rol vind ik leuk, ik wil dienstbaar zijn. Ook in mijn werk als consulent voor de pop muziek in Zeeland. Ik probeer omstan digheden te creëren waarbinnen jonge mensen zo goed mogelijk met hun mu ziek tot hun recht kunnen komen. Het gaat mij er dus niet om me te manifes teren." Tekenles Hij heeft jarenlang in het speciaal voortgezet onderwijs met veel vreug de tekenles gegeven aan jongeren die daar in het geheel niet naar hunker den. Het belang? „Tekenen leert je op een andere manier naar je omgeving kijken. Het leert je wat beelden met je kunnen doen, hoe je erdoor beïnvloed wordt, Een auto kun je zo tekenen dat die op je afkomt en dus bedreigend is. Je kunt ook een invalshoek kiezen waardoor die auto verleidelijk wordt. Als je dat zelf kunt, word je je beter bewust hoe je gemanipuleerd kunt worden door beelden. Dat maakt je weerbaarder. Tekenen is bovendien het uiten van gevoel; belangrijk." In zijn strips gebruikt hij zijn talent en vaardigheden om situaties zo te to nen dat de beschouwer er om kan la chen. Dikwijls laat hij via zijn bolle of holle spiegel mensen zien, die hun au toriteit ontlenen aan de functie die ze bekleden. „Autoriteit moet je verdie nen. Het hoort niet automatisch bij een baan of positie. Vermeende autori teiten nemen zichzelf meestal heel se rieus en daardoor zijn het vaak verve lende, nare mensen. Extreem gesteld: iemand als Bin Laden zal, denk ik, geen grappen over zichzelf maken. Waar ik ook een hekel aan heb, dat zijn van die mensen die altijd bezig zijn hun netwerk te verbeteren zoals ze dat zelf noemen. Je kent ze wel, van die gewichtig doende mannen die op een receptie met iemand staan te pra ten en intussen over de schouder van hun gesprekspartner speuren om te zien of er nog iemand rondloopt aan wie ze net iets meer zouden kunnen hebben. Ellebogen, ellebogen maar. Die houding van weet-je-wel-wie-of-wat-ik-ben daar ben ik beducht voor. Echt grote men sen hebben dat opdringerige niet. Dit najaar presenteerde ik tijdens het Na zomerfestival wat programma's op het Abdijplein in Middelburg en Toots Thielemans trad daar op. Gezel lig mee zitten praten en na afloop be dankte hij dat hij daar had mogen spe len. Geweldig, dat een man die een le gende is helemaal niets van dat opge- blazene heeft." Het zou jammer zijn als de wereld der gewichtigdoeners en blaaskaken de ogen zou worden geopend en als ze tot inkeer zouden raken door strips als die van De Jonge. Die heeft namelijk hun domheid en botheid nodig. Natuurlijk neemt hij aan de tekenta fel zichzelf mee. Koen en Harm vor men de beide zijden van zijn eigen per soonlijkheid. Hij is een man die het kleurige colbert vol zwier en met over tuiging draagt en een hang heeft naar vlot gesneden pantalons. Maar in een van de broekzakken zit gegarandeerd de Albert Heijn-bonuskaart. Een toffe bon-vivant is hij, maar eentje die op de kleintjes let. Een blijde muzikant die intussen wel in zijn levensonder houd voorziet door bij een orgaan te werken. Die twee kanten leveren op zich al aardig wat op. Niettemin, hij leeft als tekenaar vooral bij de gratie van het feit dat er voldoende ij dele, megalomane lieden met zotte plannen voorhanden zijn. Mensen die zeer van zichzelf vervuld zijn en weinig midde len schuwen om iets te vertellen te krijgen. „Het is fascinerend te zien wat mensen beweegt om macht te ver werven en het is geweldig leuk dat te laten zien in een strip. Nee, zelf word ik daar niet machtiger van. En zen dingsdrang heb ik ook niet. Als Zee land een klein koninkrijk is, laat mij dan maar de hofnar zijn; meer is het niet." Naijver Er wordt door sommigen met enige ja loezie gekeken naar Cor de Jonge, die wekelijks via een strip of cartoon zijn mening mag geven in de krant en die daarvoor nog betaald wordt ook. De naijver berust op een grondig misver stand. De buitenwacht beseft niet het maken van een tekening uren vol kwel ling oplevert. Iedere vrijdag opnieuw. De Jonge staat vroeg op en bladert de kranten door. Levensgezellin en kinde ren moeten zich tijdens het ontbijt maar gedeisd houden, hij is niet te ge nieten. De kinderen gaan van pure el lende nogal eens te vroeg naar school. In de uren die volgen, wordt het er niet beter op. Hij zet trefwoorden op papier over de mogelijke onderwer pen en hij zoekt naar combinaties van onderwerpen. Kijkt hoe mensen en trends met elkaar in verband ge bracht kunnen worden. Of nieuwsfei ten en hoofdrolspelers in de provincie. Daarna zet hij contouren op papier en tenslotte voltooit hij de tekening met de tekst. „Op vrijdag ben ik geen man met wie je graag samen bent", weet hij zelf ook wel. „Chagrijnig tot en met." Als de tekening voltooid is, is de tor tuur nog niet ten einde. Hij gaat met zijn werkstuk naar de krant om daar de reacties te vernemen en, al zou men daar van de draaistoelen rollen van plezier, het geeft Cor de Jonge geen sa tisfactie. Want hoe moet het dan de volgende week. Waarom stopt hij er dan niet mee? Om dat hij nu eenmaal mensen en hun strevingen in de zeik wil zetten of uit eindelijk toch omdat hij een maso chist is, die zijn frustraties op de rest van de wereld botviert? Intimi bewe ren dat daar geen sprake van is. Hij is een uiterst beminnelijk mens, zeggen ze en De Jonge spreekt ze, voor één keertje, niet tegen. Het gaat hierom: Eens in de zoveel tijd krijgt hij de tekening als bij een ingeving. Dan zijn er niet die uren van verbijten en verslijten, maar vloeit de tekening op papier. Een moment van genade. Zoals de musicus en de luisteraar tij dens een concert overweldigd kunnen worden door een zeldzaam gevoel van gelukzaligheid. Ook al duurt de opper ste vreugde maar een oogwenk, het is het diepe lijden waard. Daarom zal hij voortgaan. A.J. Snel 'Zeeland bestaat niet, vijftien jaar Koen Harm' van Cor de Jonge is dit jaar het Geschenk van de Week van het Zeeuwse Boek. He is een verzame ling strips die de afgelopen vijftien jaar in de Provinciale Zeeuw se Courant verschenen. De selectie werd gemaakt door PZC-redacteuren Ernst Jan Rozen- daal en Jan van Damme en uiteraard door de tekenaar zelf. Van 3 tot en met 13 november krijgen kopers van tenminste 15 euro aan boeken Zeeuws of niet) het geschenk cadeau. Het is los te koop voor 10 euro. Woendag 3 november verschijnt Het Geschenk van de Week van het Zeeuwse Boek; in het kader van de week met dezelfde naam. Een stripboek is het dit maal: Zeeland bestaat niet, vijftien jaar Koen Harm van de hand van Cor de Jonge. Het is een verzameling tekeningen die sinds april 1989 's zaterdags in deze krant zijn geplaatst ter relativering van de ernst van ac tuele gebeurtenissen en om te laten zien hoe autoritei ten zich dikwijls hullen in de kleren van de keizer.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 21