Verknocht aan Nieuwlands Rust Paulinaschor redt het ook tussen de industrie ONDERWEG dinsdag 26 oktober 2004 Het Zeeuws Biologisch Mu seum in Oostkapelle en Staatsbosbeheer hebben voor morgen een herfstvvandeling met brunch georganiseerd. Een boswachter leidt deelnemers rond op de landgoederen West- hove en Berkenbosch. De brunch is van 12.00-13.30 uur. Wandelen kan van 10.30-12.00 of van 14.00-15.30 uur. Kosten wandeling €2,- voor volwassenen, €1,- voor kinderen van 4 t/m 12 jaar. De brunch kost €14,50 volwassenen) en €7,50 (kinderen). Aanmelden via 0118-582620. In de Meeuwenduinen bij Wes- terschouwen wordt morgen een excursie gehouden. Vertrek om 13.30 uur bij de uitkijktoren aan het eind van de A. v.d. Weij- deweg. Kosten €2,-. Aanmelden via VW: 0900-2020233. Stichting Het Zeeuwse Land schap (HZL) houdt morgen een excursie op Neeltje Jans. Ver trek om 14.00 uur op de parkeer plaats (betaald parkeren) bij Wa terland. Kosten €2,-, kinderen t/m 12 jaar €1,-, begunstigers en leden van Natuurmonumenten en HZL gratis. Het Zeeuwse Landschap houdt morgen een excursie door de in lagen van Noord-Beveland. Ver trek op 14.00 uur bij het infor matiebord aan de Keihoogte- weg, net buiten Wissenkerke. Kosten €1,-, donateurs HZL gra tis. In de boswachterij Westenschou- wen is er morgen en overmorgen de excursie reeën speuren. Ver trek om 17.30 uur bij de excur- sieschuur van Staatsbosbeheer te Westenschouwen. Kosten €2,- Aanmelden via VW: 0900-2020233. Donderdag vertrekt om 13.30 uur een excursie door natuurge bied Dijkwater, tussen Sirjans- land en Dreischor. Vertrekpunt is de Knotwilgendreef, aan het eind van de Weg door Dijkwa ter. Kosten €2,-. Aanmelden via: 0900-2020233. In Middelburg wordt zaterdag weer een bomenexcursie gehou den. Vertrek om 11.00 uur in De Drukkerij aan de Markt. Kosten €1,20 (volwassenen), €0,50 voor kinderen t/m 12 jaar. In de boswachterij Westenschou wen wordt zaterdag een padde stoelenexcursie gehouden. Ver trek om 13.30 uur bij de excur- sieschuur van Staatsbosbeheer aan de Kraaijensteinweg 140 Kosten €2,-. Aanmelden via: 0900-2020233. Een IVN-gids leidt zondag een wandeling door het Poelbos bij Goes. Vertrek om 14.00 uur op de parkeerplaats aan de Theu- niswegeling in Goes. Kosten: volwassenen €2,-, kinde ren €1,-. Lenie Polderdijk-van Liere en haar man Lein op hun boerderij bij Nieuw-en Sint Joosland. foto Dirk-Jan Gjeltema der die naast boer ook al burge meester was geweest van Sin- outskerke en 's-Heer Abtskerke, ging de gemeentepolitiek in. Hij werd al snel wethouder van Oostkapelle en later, na de oor logsjaren, burgemeester van Vrouwenpolder, 's Morgens van 6 tot 8 werkte hij op de boerde rij, waste en verkleedde zich, en ging dan op een oude motorfiets naar het gemeentehuis. 's Avonds ging het in omgekeer de volgorde. Zijn vrouw, drie zo nen en dochter Lenie, zorgden ondertussen voor de boerderij. Toen zijn oudste zoon echter vol wassen werd en zelfstandig boer wilde worden, moest er een an dere oplossing komen. Overduin was te klein voor zoveel men sen, dus moest er iemand ver trekken. Pa Van Liere nam toen een ongebruikelijk besluit. Hij ging zelf weg. Het provinciaal bestuur vond hem een goede bur gemeester. Hij vroeg promotie en werd benoemd tot burgemees ter van Baarland en Oudelande in de Zak van Zuid-Beveland. Het was een mooie benoeming maar heel moeilijk voor het ge zin zelf. Moeder Van Liere was ook een geboren boerin die niet weg wilde van de hoeve. Maar er moest besloten worden: bij de nieuwe baan hoorde verhuizen en een ambtswoning in de nieu we gemeente. Het laatste gebeur de. De ouders verhuisden, de oudste zoon werd pachter, de broers hielpen, en het jonge meisje Lenie werd boerin. Ieder weekeinde kwamen de ouders van Baarland naar Oost kapelle en werden ze weer even boer en boerin. Lenie's moeder huilde vaak als ze weer terug moest naar Baarland. Lenie, nauwelijks 16 jaar, was vol maakt gelukkig als boerin. Ze molk de zeven koeien, ze bestier de het huishouden, ze kookte en naaide, ze verzorgde de tuin, de kippen en de kalveren. Zij en haar broers vonden het leven uit stekend. Mettertijd vertrok de oudste broer Wim als bedrijfslei der van een grote boerderij naar Schouwen en broer Piet, inmid dels volwassen, werd pachter op de boerderij. Na zijn trouwen bleef Lenie samen met haar nieuwe schoonzus boerin op Overduin. Toen Lenie Lein Polderdijk leer de kennen, veranderde er niet zo veel. Ze was en bleef boerin, eerst nog op Overduin, later op Nieuwlands Rust tussen Arne- muiden en Nieuw- en Sint Joos land in. Het oude boerenhuis op Nieuwlands Rust was groot ge noeg om twee gezinnen te huis vesten. Pa en ma Polderdijk voorin, en Lein en Lenie achter in. Zo ging het daar al genera ties lang. De Nieuwlandse boer derij was wel veel groter en het erf was zeker groter, en heel an ders. De hoeve lag in volle glo rie, met oude kastanjes en lin den, een grote aparte boeren- tuin en zeer oude hoogstamfruit- bomen, onder aan de Oude Dijk. Er was veel werk maar er waren ook veel mensen en toen nog veel personeel. Gróös Pa Polderdijk was 'gröös' op z'n bezit en onderhield erf en tuin met grote zorg. In Lenie vond hij een maatje. Die was al snel verknocht aan de boerderij, de tuinen, de heggen, de bomen, de dieren. Ze hielp mee met alles en ook in de oude tuin mocht ze al gauw meehelpen. Voor zover er tijd voor was, want de eerste baby kondigde zich snel aan. Ook het land had Lenie's belang stelling. Ze was betrokken bij alles op de boerderij en stond echtgenoot Lein zoveel mogelijk bij. Zo kon het gebeuren dat moeder Lenie meehielp met 'pee ën verdinnen' of 'terwe stuken'. De kinderwagen met baby stond dan ergens op het 'veurööd' (de wendakker). En zo verstreek geleidelijk de tijd ook op Nieuwlands Rust. Leins ouders stierven. Vader werd vanaf de boerderij begra ven, zoals hij altijd had gewild. Het personeel verdween de één na de ander zoals overal in Zee land, naarmate de mechanisatie oprukte. Lein kreeg het steeds drukker op het grote bedrijf dat hij tenslotte alleen runde - bijge staan door Lenie. Het kindertal groeide tot het halve dozijn vol was. De boerderij en het erf werden liefdevol, nauwgezet en op tradi tionele wijze onderhouden, al kostte het zeeën aan tijd en ener gie. Zowel voor de inundatie van Walcheren, de oorlog en de ramp werd de boerderij ge spaard, en zo werd Nieuwlands Rust temidden van oprukkende mechanisatie, damwandloodsen en boerenbungalows een steeds opvallender hoeve. Bewoond Hoe hou je een prachti ge historische boerde rij met erf in Zeeland in stand? De beste manier is om daar een vrouw neer te zetten als Lenie Polder dijk-van Liere. Toen Lein Polderdijk zo'n kleine vijf tig jaar geleden op vrijers voeten naar hoeve Overduin op Oostkapelle trok, heeft hij daar, denk ik, niet aan gedacht. Hij was verliefd, wilde trouwen en zijn bruid meenemen naar de boerde rij op Nieuw- en Sint Joos land. Maar los van alle amoureuze aspecten was de keuze voor Lenie - toen nog Leunt je - optimaal voor het oude erf, de bomen, de prachtige tuin, de gebou wen en ook nog voor de be drijfsvoering op het grote akkerbouwbedrijf. Lenie was geboren als boerin; de liefde tot planten en dieren van hoeve en tuin zat bij haar van jongs af aan heel diep in de genen. Lenie van Liere groeide op, samen met haar drie broers, op de boerderij die bij het landgoed Overduin op Oost kapelle hoorde. Het was haar va der Willem van Liere, afkomstig van het Zuid-Bevelandse Si- noutskerke, gelukt om daar pachter te worden. Een mooie hoeve in een idyllische omge ving. Maar het was hard werken voor de ouders Van Liere, sappe len zelfs. Het waren de crisisja ren en de inkomsten waren mini maal. De heren van Overduin waren vriendelijk maar kei hard. De pacht moest er ieder najaar komen en geen dag te laat, want anders kon je stante pede vertrekken. Dat is één keer bijna gebeurd. Vader Van Liere had geen geld en vroeg om uit stel. Hij kreeg het niet en moest binnen twee dagen betalen, zo niet, dan moest hij wegwezen met zijn gezin. Een weekeinde lang heeft hij toen de hele fami lie afgereisd en met hangen en wurgen de laatste guldens bij el kaar gekregen via allerlei oude ooms en tantes. Moeilijke tijden dus, en ook weinig rechten in die tijd voor de boeren. Lenie heeft zich vanaf haar al lervroegste jeugd gelukkig ge voeld tussen de mensen, dieren en planten op de boerderij. Ze wilde en kon zich geen leven voorstellen los van de boerderij. Dat zat zo diep, dat toen haar ouders verhuisden toen zij 16 jaar was, zij niet meewilde en op Overduin bleef wonen. De verhuizing van haar ouders had een praktische oorzaak. Er hoor de niet genoeg land bij Over duin om volledig van te kunnen leven. Pa Van Liere, een gebo ren bestuurder net als zijn va door mensen met liefde voor cul tuur, planten en bomen, kon Nieuwlands Rust tot vandaag toe in stand blijven als één van de mooiste hoeves en erven in Zeeland. Met een traditionele boerentuin die tot de allermooi ste van Nederland behoort. Dat is te danken aan de tomeloze werklust, inzet en zorg van voor al Lenie Polderdijk, daarbij al tijd gesteund door echtgenoot Lein. Hoe druk het ook was op erf en land, er was altijd ook tijd om mensen aandacht te ge ven. De kinderen natuurlijk, maar ook een hele schare aan stagiaires logeerde en werkte op het erf en in het huishouden. Het huis was groot en ook de 'vrienden van de fiets' konden er blijven logeren. Maar ook vrienden van de kinderen, aan hang en zelfs ex-aanhang was en is er altijd welkom. Bij Lein en Lenie is het een zoete inval, zegt iedereen. Daar kan altijd alles en iedereen is welkom. 45 jaar lang heeft dit echtpaar de boerderij en alles eromheen met veel moeite en ten koste van veel geld en werk in stand ge houden. Daarbij bewezen ze en passant dat ook een modern geleid he dendaags boerenbedrijf kan sa mengaan met het in stand hou den van voorvaderlijk erfgoed. Zonder één cent subsidie van welke instantie dan ook. Eén keer kregen ze vijfhonderd gul den van de gemeente Middel burg, als culturele prijs. Morele steun en het predikaat 'Mooiste boerderij van Zeeland' werd toe gekend door de Boerderijen stichting Zeeland. Helaas zijn er geen opvolgers voor het bedrijf. De liefde voor de hoeve, het erf en de tuin heb ben ze wel kunnen doorgeven aan de kinderen. Twee van hen, de oudste dochter Jolanda en zoon Kees met hun aanhang blij ven de boerderij bewonen. Vijf hectare blijft er als land om de hoeve heen, de rest is verkocht. Maar dat stuk grond is genoeg om de zognoemde Landgoedre geling van toepassing te verkla ren. Er komt (nog) meer natuur, er wordt een wandelpad op en langs het erf aangelegd, zodat iedere voorbijganger kan wande len en genieten op en rond de boerderij. Dankzij de zorg en het werk van Lein en vooral Lenie blijft de unieke hoeve met al haar schoons in stand voor Zeeland en de Zeeuwen. Lenie en Lein gaan rentenieren in Arnemui- den. Het vertrek van de boerde rij valt Lenie erg zwaar, maar de afstand tussen het nieuwe huis en de hoeve is gelukkig klein. Ze zullen de weg naar Nieuwlands Rust wel weten te vinden; ik denk haast iedere dag. Want zonder tuin, zonder erf, zonder werk kan deze gebo ren boerin niet leven, evenmin als haar man Lein. Gerard Smallegange LANGS DE BOORDEN VAN DE SCHELDE Derde etappe Thomaespolder tot De Griete Gent A Paulinaschor met op de achtergrond Dow Chemical. foto Peter Nicolai Wie denkt dat de natuur het tussen de Thomaes polder en De Griete laat afwe ten, vergist zich deerlijk. Voor en achter de zeedijk zijn ver schillende groene pareltjes te vinden: Piaskreek, Pauli naschor, Braakman, Margaret- hapolder en zelfs de Otheense- kreek doet mee. Het is telkens weer een aangename verrassing te ontdekken dat natuurgebie den omringd door menselijke activiteiten, toch overeind blij ven. Soms tegen de verdrukking in - zie de Otheensekreek. Prima voorbeeld is het Pauli naschor, aanwas in de Wester- schelde en restant van de om vangrijke schorren in het mon- dingsgebied van de voormalige zeearm de Braakman. Het ligt voor de dijk van de Thomaespol der en Paulinapolder, beide in 1845 bedijkt. Aan de overkant van het water bepaalt de indus trie in het Sloe het beeld, in het oosten doemen de fabrieken van Dow Benelux op. In de vaar geul glijden (container)schepen af en aan. Weerman Jos Broeke maakt mel ding van een harde zuidwesten wind, kracht zeven. Die doet daar op de dijk met gemak een tandje bij. Zo hoort het ook op een schor: wind en water heer sen. Het is laag water en voor het opgeslibde land liggen uitge strekte slikken. Er kleumt een groepje wilde eenden, een eenza me grutto port in het slik en een koppel rappende scholeksters hiphopt rond. De opbouw van de Pauli- naschorren oogt volgens het boekje. Daarin staat dat schor ren met zoutplanten begroeide terreinen zijn, die onder invloed van zeewater staan. Ze ont staan op plaatsen waar het wa ter tot stilstand komt en het slib kan bezinken. Dat gebeurt voor al op grote zandplaten (opwas) en in de luwte van dijken (aan was). De opslibbing gaat met on geveer één centimeter per jaar. Naarmate het schor hoger wordt, vermindert de overspoe ling bij vloed. In het schor wor den kreekjes en geulen ge vormd. Dichter tegen de zeedijk liggen de Paulinaschorren al vrij hoog, meer richting water leiden gro te horsten van Engels slijkgras de vorming van nieuwe schor ren in. Het grove gras kan tegen zout water, houdt aanspoelend slib vast en remt de stroming af. Het proces van schorvorming versnelt er door. Er is weinig fantasie voor nodig te bedenken dat in het verleden mensen met glimoogjes van genoegen op de dijk naar het schor keken. Niet om te genieten van de natuur, maar om handenwrijvend vast te stellen dat de aanwas bijna inpolderingsrijp was. Een schor volgens het boekje: dat wil zeggen van belang voor de vogels. Vooral steltlopers als scholekster, rosse grutto, zilver plevier doen in het slik eten op. Verschillende soorten broeden er en het schor is tankstation voor trekkende vogels. De plan tengroei is klassiek. Engels slijk gras, zeekraal, zeeaster (lamsoor). Op de oeverwallen strandkweek, zeealsem en schor- rekruid. Lage dammetjes herin neren aan de schapenhouderij van weleer, Op de scheiding van schor en slik is te zien dat het water de rand flink afkalft. Het Paulinaschor is een beetje het gebied van Eric Marteijn (46). Hij komt er sinds zijn tien de jaar en heeft er vele, vele da gen doorgebracht. Vooral om te kijken naar de vogels: welke soorten zijn er, hoeveel en voor al ook: hoe gedragen ze zich. Voor zijn werk bij Rijkswater staat verbleef Marteijn jaren lang buiten de provincie, zodat hij het schor minder vaak kon bezoeken. Teruggekeerd in Bier vliet ligt het natuurgebied weer binnen handbereik. Marteijn koestert 'diepe gevoe lens' voor het Paulinaschor. „Als ik er nu sta, zie ik allerlei dingen. De regenwulpen, de velduilen, de IJslandse grutto's, de blauwe kiekendieven. Het is een gigantisch dagboek, waar ik honderden leuke herinnerin gen aan heb. Het voelt nog steeds als 'mijn' schor. Ik heb er vijftien jaar geen vogels geteld. Ik ging er met mijn vrouw over de middentrap weer naar toe, kijken of de velduilen er nog za ten. Er gingen er vijf achter el kaar omhoog. Dat was echt m'n terugkeer." Het schor is volgens hem al die jaren niet veel veranderd. „Je ziet wel dat de hoogwa- ter-vluchtplaats op de steile schorrand afgekalfd is en er is op de slikken ervoor meer En gels slijkgras gekomen. Voor de goede kijker naar de vogels zijn er wel veranderingen." Mar teijn signaleert dat het aantal regenwulpen sterk is afgeno men. „Ik heb er wel 1400 geteld, ik kom nu nog op zo'n 200. Ze zijn er maar kort in het voor jaar. Foerageren op de weilan den rond Assenede en slapen op het Paulinaschor. Het gaat er slecht mee. ik denk dat er land schappelijk een hoop veranderd is in Vlaanderen." Ook de bonte kraai laat zich nauwelijks meer zien. Die blijft gewoon in Scandinavië, omdat daar de leefomstandigheden uit stekend zijn. Het fratertje is ook sterk teruggevallen, weet Marteijn. „Aantallen van 400 tot 500 waren normaal. Ze za ten veel op de zeeaster. Als je er nu 10-30 ziet, is het al mooi. Daar gaat het niet goed mee door de verslechterde omstan digheden in de broedgebieden in het Noorden." Marteijn ontdekte ooit dat het Paulinaschor door de IJslandse grutto gebruikt wordt als over- winteringsgebied. Hij zag ze 's winters rondscharrelen, ter wijl de grutto's dan geacht wor den in Afrika te verblijven. Aan zijn waarnemingen werd ern stig getwijfeld: het moesten vast en zeker rosse grutto's zijn. Nader onderzoek wees uit dat het wel degelijk gasten uit IJs land zijn op het Zeeuwse schor. Kleurringen vormden het be wijs. Rinus Antonisse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 22