Ik wil werkelijk alles weten et lot van Flint IC 25 Jeltje van Nieuwenhoven AMERIKAANSE zaterdag 23 oktober 2004 PvdA-politica Jeltje van Nieuwenhoven verlaat dinsdag de Tweede Kamer. Ze wordt gedeputeerde van Zuid- Holland. Een monoloog over haar eenzaamheid, de liefde en het kannibalisme in de PvdA-kamerfractie. Jeltje van Nieuwenhoven: „De lief de staat op een laag pitje. Ik woon op mezelf, in een klein appartement. Sinds mijn man Bob in 1989 overleed, heb ik geen relatie meer gehad. Ja, soms van korte duur. In de werksfeer. Nooit serieus. Bob en ik pasten heel goed samen. Wat wij hadden, was voor eeuwig bedoeld. Als je het samen zo goed hebt gehad als hij en ik, is het heel moeilijk om dat opnieuw te van gen. Het lijkt wel alsof er niet genoeg ruimte meer is om dat met een ander te ervaren. Maar goed, in de politiek moet je nooit nooit zeggen. Dat geldt volgens mij ook voor de liefde. Je weet het niet. Ik mag dan intussen 61 zijn, maar ik speel natuurlijk ook nog wel eens buiten. Ik denk niet steeds: O wat erg, ik ben alleen. Een enkele keer voel ik me wat eenzaam, maar ik ben zeker niet zielig. Ik heb vrienden en kennissen. In financieel opzicht hoef ik me geen zorgen te maken. Het is waar: leven met een partner is anders. Knus, vaak. Glaasje wijn, stukje kaas, praatje. Daar staat tegenover dat ik nu om elf uur 's avonds thuis kan komen om nog rustig tot drie uur aan een speech of advies te werken. Want ik zit niemand in de weg. Kinderen heb ik niet. Op een bepaald moment was ik te oud. Spijt? Nee. Ik ben aards. Ik neem het leven zoals het zich aan mij presen teert." „Ik heb me indertijd stellig voorgeno men die eretitel van volksvertegen woordiger letterlijk te nemen. Ik heb me nooit te groot gevoeld naar uithoe ken van het land te reizen, om daar le zingen te geven en met mensen te pra ten. Ik ben met de auto door dikke pakken sneeuw gereden. Tot in de klei ne, donkere uurtjes. Dat was soms best een beetje eng. Ik ben nu bijna een kwart eeuw Ka merlid. Ik heb uiteenlopende functies en portefeuilles gehad: Antilliaanse zaken, sociale wetgeving, mediabe leid, cultuur, belastingpolitiek, noem maar op. In de afgelopen tijd heb ik in de partij en in de fractie talloze discus sies meegemaakt over de vraag hoe lang een PvdA'er Kamerlid zou kun nen zijn, maximaal. De discussies gin gen eigenlijk nooit over mij. Er was nooit iemand die opstond en zei: Jel tje, het wordt tijd dat jij eens opkrast. Ik was veel in de Kamer, maar ook heel veel op straat om naar de mensen te luisteren. Maakt niet uit wie: straat vegers, winkelend publiek, onderne mers, enzovoorts. Een goed Kamerlid zijn is meer dan alleen de snelst groeiende verontwaardiging van men sen oppakken en daar in het parle ment proberen recht aan doen. Je moet alle voors en tegens eerlijk af wegen. Dat heb ik naar eer en gewe Jeltje van Nieuwenhoven: „Er was nooit iemand die opstond en zei: Jeltje, het wordt tijd dat jij eens opkrast." foto Phil Nijhuis/GPD ten gedaan. Tijdens debatten moesten mensen zich in mij herkennen. Ik heb een gruwelijke hekel aan kamerleden die ambtelijke-taal spreken. Dat is niet natuurlijk. Je behoort begrijpe lijk te debatteren. Dat kan mijns in ziens nog zo verschrikkelijk veel be ter. Ik wilde het verschil maken, en voor kiezers duidelijk zichtbaar maken wat er met hun problemen en grieven gebeurt in de Kamer. Goed nadenken en bovenal zorgen dat je kamermeer derheden voor je ideeën verwerft. Dat is me doorgaans goed afgegaan. Ik heb een flinke slinger kunnen ge ven aan de opbouw van kinderop vang. Voor die inspanningen heb ik van een Rotterdamse organisatie ooit nog een hele mooie onderscheiding ge kregen: De Zilveren Luier, geheten. Mooi, hè! Die heeft een prominente plek in mijn werkkamer gekregen. Er bestaat niet één handleiding voor een geslaagd Kamerlidmaatschap. De ene politicus zal zich bij de voorberei ding op een debat senang voelen tus sen juridische boeken, terwijl de ande re een paar dagen het land in moet om kennis op te zuigen. Ikzelf zit er tus senin. Daarnaast heb ik me altijd afge vraagd wat mijn familie en kennissen ervan zouden vinden. Die optelsom van werkwijzen heeft mij in elk geval geen windeieren gelegd." „Toen bekend werd dat ik binnenkort gedeputeerde word, schreef iemand mij: 'Een schande dat u de PvdA in de Kamer in de steek laat.' Voor de rest heb ik ruim honderd positieve re acties gekregen. Dan moet ik toch iets goeds hebben gedaan? Bovendien kreeg ik tijdens de laatste kamer verkiezingen vele duizenden voor keurstemmen. Die krijg je toch niet in je schoot geworpen, lijkt me. Dat mijn politieke toekomst bij de PvdA lag, was voorbestemd. Ik kom uit een Fries, sociaal-democratisch gezin. Va der was meubelmaker. Opkomen voor mensen die het nodig hebben, is me met de paplepel ingegeven. Als ik iets doe, doe ik het goed. Vandaar mijn ge drevenheid. Belangstelling voor mensen zit er bij mij ook ingebakken. Onze buurvrouw in Friesland had een bochel en kon moeilijk tillen. Als het buiten kouder begon te worden, zetten wij als kind altijd een volle kit met kolen voor haar klaar. Die vrouw was bovendien vreselijk bang voor onweer. Als dat dreigde, stond ze met twee overjassen aan en een koffer met kleding voor on ze voordeur, omdat ze niet alleen durf de te zijn. Dan vingen mijn vader en moeder haar op. Dat was de normaal ste zaak van de wereld. Ik ben gevoelig voor sfeer. Ook voor een goede werksfeer. Wat dat laatste betreft was het soms behelpen. Eerde re PvdA-fracties zijn wel eens vergele ken met een slangenkuil, waarin men elkaar een kopje kleiner probeerde te maken in plaats van de opponent. Soms vlogen collega's elkaar in de ha ren over de woordvoering. Daar heb ik me vreselijk aan geërgerd. Veel sociaal-democraten dragen een zekere zwaarmoedigheid met zich mee. Zijn zo met het verbeteren van de wereld bezig, dat ze geen acht slaan op hun naaste omgeving. De toenmalige PvdA-fractievoorzitter Wim Meijer had me van tevoren gewaarschuwd. Vrienden moet je hier niet zoeken, zei hij. Zo erg was het nu ook weer niet. Eveline Herfkens en Elske ter Veld zijn goede vriendinnen geworden. Ook buiten de PvdA heb ik die. WD'er Frits Korthals Altes en zijn vrouw, bijvoorbeeld. Sinds de verkiezingen van 1994, met de intrede van de lichting-Rottenberg, is de sfeer in de PvdA-fractie er sterk op vooruitgegaan. En met de komst van Wouter Bos als partijleider en fractievoorzitter heeft een zekere licht heid haar intrede gedaan. Die past in zekere zin bij mij. Ook al ben ik een ouderwetse sociaal-democraat ten aanzien van eerlijk delen en emancipa tie. Aan die basisprincipes doe ik niets af. Als het werk erop zit, dan trek ik de deur echt achter me dicht. Ik draag niet voortdurend het wereldleed op mijn schouders, zoals andere PvdA' ers wel doen. Ik lach graag en vaak. Je moet dingen met een zekere luchtig heid en van afstand bekijken om ze goed te kunnen beoordelen. De jonge generatie PvdA-kamerleden heeft dat beter in de smiezen dan de vorige. Werkweken van tachtig uur zijn zeer ongezond en kwamen bij mij zelden voor. Ik ben geen workaholic. Ga bij voorbeeld graag naar de bioscoop en voel me absoluut niet schuldig als ik naar een romantische film zit te kij ken, terwijl ik ook had kunnen wer ken. Ik hou daarnaast erg van toneel. Ga graag mee naar een muziekvoorstel- ling of concert. Klassiek mag. Dat heb ik gaandeweg leren waarderen. Als jonge griet viel ik op de Rolling Sto nes. Dat rauwe imago van die mannen en hun provocerende teksten, spraken mij ontzettend aan. Nu is Hotel California van de Eagles mijn topsong. Daar heb ik vele versies van. Als Eric Clapton of Randy New man een nieuwe cd heeft, dan snel ik naar de muziekwinkel. Nee, downloa den op de computer is bij mij helaas niet tot volle wasdom gekomen. Dat heeft met mijn leeftijd te maken, denk ik. Trouwens: bij mijn uitvaart moe ten ze Paradise by the dashboard light draaien. Die duurt ruim zeven minu ten. Lang, hoor. Hahaha. Ik weet ze ker dat geen van de aanwezigen uitein delijk de voeten kan stil houden. Ge weldig zou dat zijn, als ik dat wonder lijke schouwspel met eigen ogen kon zien." „Ik ben niet de meest geduldige mens op aarde. Die eigenschap is lastig voor een Kamerlid, want in het parlement komen besluiten doorgaans niet super snel tot stand. Als Kamervoorzitter moet je soms extra geduldig zijn. Re gelmatig tot tien tellen. Als een soort hogepriester moet je ervoor zorgen dat wetsvoorstellen op tijd worden aangenomen en debatten niet te lang duren door nodeloos gezwam. Mijn ongeduld - heel raar, misschien - verdween veelal naar de achtergrond. Eerlijk gezegd was het Kamervoorzit terschap een zekere gok toen ik eraan begon, maar ik heb er volop van geno ten. De sceptici van het eerste uur wa ren na een poosje zelfs erg enthousiast over mij. De meesten hebben dat rui terlijk toegeven. Schattig. Volgens Bartjes had ik eigenlijk nog staatssecretaris of minister moeten worden. Ik zou er geen nee tegen heb ben gezegd als zo'n baan voorbij was gekomen. Maar as is verbrande turf. De plek van gedeputeerde kwam daar entegen wel voorbij. Waar ik steeds enthousiaster over werd. Ik moet bekennen dat er na een kwart eeuw Haagse politiek toch enige moed nodig is om onder de kaasstolp van daan te kruipen. Het Binnenhof is een hele veilige omgeving geworden. Van ons kent ons. Net zoals die kleine dorpsgemeenschap op het Friese plat teland. Ik ben ook een heel nieuwsgierig type. Als kind al. Mijn broer, die dertien jaar ouder is, werd soms horendol van al mijn vragen. Hij gaf mij de bijnaam het wie-wat-waar-wanneer-waarom- metje. Ik wil werkelijk alles weten. Dat heb ik hoofdzakelijk van mijn va der en moeder. Als er een paar huizen verderop veel auto's voor de deur ston den, wist mijn moeder precies wie er jarig was en wie er op visite waren. Mijn vader las de krant van linksbo ven tot rechtsonder. Doe ik ook. Ik lees alles. Ja, ook de minder vleiende stukken die over mij gaan. Meestal haal ik mijn schouders er over op. Rod delbladen? Heb ik niet thuis. Kom ik - net als iedereen - tegen bij mijn kap per en in de spreekkamer van de tand arts. Als ik ze te pakken krijg, lees ik ze van a tot z. Heer-lijk! Sportbijla gen? Die sla ik ook open. Dan moet ik zo eerlijk zijn om te zeggen dat ik die eerder uit de krant tevoorschijn haal dan de wetenschapsbijlagen. Schan de, hè? Ap van den Berg 'meerderheid van de Amerikanen ^dt dat het de verkeerde kant op gaat «land. Een reportage in de voetspo- üMrenheit 9/11 over de wortels van Mde: Irak en de economie. Het is le- Merleven in Flint. fossfield (48) loopt met een spuitbus ftrfrisser dcor zijn kleine zitkamer. Mging laat te wensen over in zijn in het nette appartement in "hekken beveiligd wijkje. Dat is niet «tste zorg. Zijn werkloosheidsuit- 'fi gestopt en hij heeft geen idee hoe vöder moet. Maar ook dat is niet Witste zorg. Cary Brassfield is slechts ö<üng bezig: hoe komt hij de eerste ^gvan zijn zoon door. Artimus field stierf op 24 oktober 2003 in Irak Mortieraanval. Hij werd 22 jaar oud. ■ödwoont in Flint, een stad in de kchigan op een uur rijden van au- 'Detroit. Flint is de geboorteplaats Mmaker Michael Moore en van het 7>Buick. General Motors (GM) zette s"grote stempel op de stad, dat de JPagin de Amerikaanse automobielin- *10 de jaren tachtig tot vandaag die- achterlaat, hiaten ogende centrum van Flint .^dependance van de Universiteit Mgan voor de belangrijkste bedrij- 7 wis geen bioscoop, geen Star- T* huis, geen uitgaansgelegenheid. «Moore maakte er in 1989 de docu- Me over zijn pogingen Roger Smith te spreken over de fa- j™töngen die 33.000 mensen in Flint kostten. Voor de film Fahrenheit T^ht hij zijn geboorteplaats op- u wilde hij laten zien welke sporen '°gin hak heeft getrokken en gunde JKffs en passant een blik op de hape- ,0sneninachine in de VS. gaf zijn leven. Het zijn de militai- 7 k die moeten offeren. De president .omvragen, maar ik zie hém niets verancier is van naar Irak uitgezonden be roepssoldaten en reservisten. De strijdkrach ten zorgen voor werk en een opleiding in de economisch zwakke gebieden van de VS. „Het is een zware strijd om het bestaan. Ba nen zijn er niet. Het leger is een uitweg en een manier van leven", zegt Brassfield. Hij was zelf zes jaar militair, zijn beide zoons traden in zijn voetsporen. Brassfield loopt naar zijn computer en haalt een gedicht te voorschijn, geschreven door een neef. 'Gevallen soldaat, 21 saluutscho ten voor je leven, het vervangt niets', zo be gint het. 'Soldaten bloedend voor hun land, levenloze lichamen dankzij het geschil van een natie. Aangezien we niet weten waar- voor we vechten, moet het wel iets kleins zijn. Het is moeilijk te geloven dat jij je le ven gaf voor die vent.' „We zijn bedrogen", zegt Brassfield. „De realiteit is dat we niet veiliger zijn. Ik denk dat ik het nu helderder zie. Ondanks mijn pijn, zie ik wat de president doet. Hij bena drukt de angst, zodat hij ons kan bescher men." Brassfield is sinds eind januari werkloos. Hij had een tijdelijke baan als administra tief medewerker, maar was te veel ziek en ging gebukt onder de dood van zijn zoon. Zijn recht op een uitkering is deze week af gelopen. Hij hoopt dat zijn gezondheidspro blemen hem alsnog recht geven op een vete- ranenuitkering. „Er is nergens werk. Hoe moet ik leven? Ik wil niet de straat op." Het zoeken van werk is een hopeloze zaak. zegt hij. De werkloosheid in Flint bedraagt 15,5 procent, en dat cijfer is nog geflatteerd omdat sommige werklozen niet worden mee geteld voor de statistieken. Flint is een voorbeeld van de structurele eco nomische problemen waarmee de VS kam pen, meent Albert Price, hoogleraar politie Cary Brassfield bij een schilderij van zijn in Irak omgekomen zoon Artimis. ke wetenschappen van de Universiteit van Michigan in Flint. De armoede is toegeno men, het inkomen is lager en dat geldt ook voor het niveau van het werk, zegt hij. De problemen zijn niet ontstaan in de afge lopen jaren. De uittocht van industriële ba nen begon al heel wat eerder, maar de werk loosheid is onder Bush toegenomen. De re cessie van 2001 en het gebrek aan banen groei erna hebben een zwaardere tol geëist van zwarte en latino gezinnen, zo blijkt uit onderzoek van het Pew Hispanic Center. De helft van de inwoners van Flint is Afri kaans-Amerikaans en een handvol is latio- no. Autofabrikant GM is niet helemaal uit Flint vertrokken, en onderhandelt nu met het stadsbestuur over belastingkorting voor in vesteringen in twee bestaande vestigingen. Dat is goed nieuws, meent Greg Nicholas van de Growth Alliance in Genesee County. „Dat is de manier waarop het spel gespeeld wordt. Speel gemeenschap A uit tegen B. Ie dereen speelt het en je kunt je niet veroorlo ven niet mee te doen." De club van Nicholas zegt sinds 1999 zo'n foto Ans Bouwmans/GPD 1800 banen naar Flint en het omliggende district te hebben gehaald. „We liggen ach ter, maar het gaat de goede kant op." Nicholas is geen fan van Michael Moore, die Flint in zijn film neerzette als een econo misch achterstandsgebied en beelden liet zien van dichtgespijkerde woningen in de slechte buurten van de stad. Nicholas en an dere promotors van de stad hebben Moore er van beschuldigd het imago van Flint te hebben geruïneerd. Dat is onzin, zegt hoogleraar Price. Flint kampt met problemen; allerlei dure projec ten om Flint op te stoten in de vaart der vol keren zijn mislukt. De universiteit is een soort 'huisbaas als laatste toevlucht' gewor den. Michael Petriken (53) en zijn vrouw werken beiden bij een leverancier van GM en wo nen in een groene buitenwijk. Ze behoren tot de fortuinlijken, zegt Petriken. Ze heb ben een goede fabrieksbaan, goede arbeids voorwaarden en kunnen over een paar jaar met pensioen. Fabrieksbanen „Toen ik opgroeide waren er altijd fabrieks banen. Nu volg je hoger onderwijs, en dan ga je weg. Dat is het lot van Flint. De oude ren blijven achter. De jongeren vertrek ken." Petriken's zoon Brett had naar de uni versiteit gekund, maar de voetbalfanaat koos bewust voor het leger. Hij kwam om in Irak op 26 mei 2003, dertig jaar oud. „Ik heb hem alleen gezegd voorzichtig te zijn. Je kunt geen land binnentrekken en dan een warm welkom verwachten", zegt Michael. Brett is een van de meer dan 1100 Ameri kaanse militairen die in Irak zijn gedood, maar 'mensen in dit land nemen de oorlog helemaal niet zo serieus. Ze hebben er geen persoonlijke band mee.' De invasie in Irak was dom, zegt Petriken. „Dat dacht ik al voor mijn zoon er werd ge dood." Een invitatie om in de film van Mi chael Moore te figureren, sloeg Petriken af. „Ik wilde de dood van mijn zoon niet poli tiek maken." Hij is ook niet bitter dat zijn zoon stierf voor een doel waar hij zelf niet achter stond. „Brett deed zijn plicht. Het had ook in Afghanistan kunnen gebeuren." Petriken zal niet op Bush stemmen. „Ik wil graag een andere president. Bush gespte zijn zes pisto len om en trok ten strijde. Hij wachtte niet tot er een andere keuze was. Ik ben hele maal vóór de oorlog tegen het terrorisme, maar die vendetta tegen Irak was belache lijk." Brett Petriken ligt begraven op de nationale begraafplaats voor militairen in Arlington, bij Washington, in de slagschaduw van het Pentagon. In zijn tuin heeft Michael een klein gedenkteken voor zijn zoon. Cary Brassfield gaat elke zondag naar het graf van zijn zoon Artimus. „Mijn zoon is dood als gevolg van slecht leiderschap. Ik hoop dat het niet ook voor niks was. Daar probeer ik niet aan te denken." Ans Bouwmans

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 25