Italiaanse Amerikanen
praten niet over de maffia
Bob Dylan fantaseerde over een rijtjeshuis
Melania
Mazzucco
23
Eindelijk is er een nieuwe
Laura Pausini opgestaan
Laura
Pausini
Chronicles
woensdag 13 oktober 2004
Melania Mazzucco
foto Harmen de Jong/GPD
e verhalen over
haar grootvader
vormden voor de
Italiaanse schrijfster Melania
Mazzucco de leidraad voor
het schrijven van haar roman
Vita. Centraal in het boek
staan jonge Italiaanse immi
granten die aan het begin van
de twintigste eeuw in New
York een bestaan proberen
op te bouwen. Het resultaat
is een aangrijpend verhaal
over verraad, trouw, afscheid
en het verlies van kinderdro-
Het eerste deel van Vita
speelt zich af in het New
York van 1903, nadat bij Ellis
Island twee kinderen van boord
zijn gegaan. Ze zijn afkomstig
uit een Italiaans gehucht en kun
nen volgens hun ouders al op ei
gen benen staan. In het pension
van een oom maken de kinderen
kennis met dood, taal, verleidin
gen, verraad en trouw. Ze blij
ven hopen op een gouden toe
komst, die in het land van de on
begrensde mogelijkheden im
mers voor iedereen voor het op
rapen ligt. Of toch niet?
Vita leest als een rijke en fanta
sievolle roman, maar schijn be
driegt: de kinderen hebben wer
kelijk bestaan, evenals het pen
sion en de vele personages. Mela
nia Mazzucco ging op basis van
familieverhalen op zoek naar do
cumenten en aanknopingspun
ten in kranten uit die periode.
Ze bestudeerde zowel persoonlij
ke correspondenties als politie
archieven en passagierslijsten
van de stoomboten die de emi
granten naar New York-brach-
ten.
„Mijn andere romans zijn puur
fictioneel", vertelt Mazzucco.
„Voor Vita moest ik op een ande
re manier te werk gaan, omdat
ik de werkelijkheid geen geweld
wilde aandoen. Om die .reden
heb ik bijvoorbeeld de eigen na
men van mijn personages ge
bruikt."
In eerste instantie probeerde ze
de mensen te spreken te krijgen
die haar grootvader hebben ge
kend. „Dat was vrijwel onmoge
lijk, bijna iedereen was overle
den. Aan verhalen van een oom
van mij had ik gelukkig vrij
veel. Hij had nog een flinke hoe
veelheid herinneringen, maar
moest diep in zijn geheugen gra
ven. Voor het overige heb ik
mensen gesproken met verhalen
die ze weer van anderen hadden
gehoord. En ook kreeg ik soms
brieven uit die tijd te lezen."
Na haar onderzoek in de Itali
aanse en Amerikaanse archie
ven, kon ze de verhalen in een
breder verband plaatsen. „Op
die manier wist ik persoonlijke
en officiële geschiedenis aan el
kaar te koppelen."
Slechte mannen
Welke ideeën en beelden had
Mazzucco over deze periode,
voordat ze aan haar roman be
gon te werken? „Ik dacht vaak
aan films, met slechte mannen
in de hoofdrol die onschuldige
mensen willen vermoorden",
moet ze toegeven. „Stereotypes
uit de maffiawereld, gezien door
de ogen van een Amerikaanse
filmregisseur. Het was dus niet
eenvoudig om vervolgens de rea
liteit onder ogen te zien. De
meeste Italianen moesten ge
woon hard werken voor weinig
geld. Net als alle anderen."
Verhalen over de Mano Nera, de
groepering van waaruit de Itali
aanse maffia is ontstaan, kende
ze al. „Als mijn oom daarover
vertelde, gebeurde dat vaak met
trillende stem. En ik wist dat hij
op zijn beurt die verhalen van
mijn grootvader had gehoord.
De stem van mijn grootvader
klonk als het ware in die verha
len door."
Ook Mazzucco kon de geweldda
dige aard van de Italiaanse ge
meenschap dus niet over het
hoofd zien. „Mensen werden
soms op straat neergestoken, op
klaarlichte dag. Die herinnerin
gen zijn voor Italianen vaak
pijnlijk. Tegen een Amerikaan
van Italiaanse afkomst kun je
vaak niet praten over de maffia.
Velen schamen zich daarvoor,
voelen dat ze door hun achter
grond voor het leven zijn gete
kend. Sommige Italianen heb
ben om die reden hun naam ver
anderd, in bijvoorbeeld Van
Zandt. Ik ontmoette een oude
vrouw in New York. Ze was af
komstig van Sicilië en had zich
zelf Patrick genoemd."
De grote lijnen van het verhaal
over haar grootvader kende ze
al van jongs af aan. „Hij was
een soort legende die zo nu en
dan opdook, Mijn grootvader
overleed vijftien jaar voordat ik
werd geboren. Hij kwam altijd
op mij over als een personage
uit een film, niet als iemand van
vlees en bloed."
Haar vader vertelde vaak het
verhaal waarmee Vita begint.
„Hoe een kleine jongen in de
Verenigde Staten aankomt met
alleen maar een biljet van tien
dollar bij zich, in een zakje dat
aan zijn onderbroek is genaaid.
En hoe hij daarna al snel wordt
beroofd, zodat hij uiteindelijk
vrijwel naakt voor een commis
sie verschijnt."
Mazzucco beseft nu dat het ver
haal zich weer afspeelt. „Niet
met Italianen, maar met mensen
uit allerlei delen van de wereld
die naar Europa komen. Ze be
landen maar al te vaak naakt op
de Italiaanse stranden, nadat ze
van een zinkend schip zijn ge
sprongen. Het is alsof de geschie
denis zich herhaalt, maar dan in
een ander deel van de wereld.
Deze mensen hebben niets meer
te verliezen en willen hun leven
geven om de Europese kust te
bereiken. Bijna iedere dag berei
ken deze beelden mij via de Itali
aanse televisie."
De gebeurtenissen, die nu al
tien jaar gaande zijn, hebben
haar er ook toe aangezet haar
roman te schrijven. Mazzucco:
„Ik vind dat Italianen deze men
sen niet moeten veroordelen, om
dat ze volgens mij niet het recht
hebben te vergeten hoe een
eeuw geleden Italianen op vrij
wel dezelfde manier in de Vere
nigde Staten aankwamen." In
haar studententijd deed ze een
klein onderzoek naar de leefom
standigheden van immigranten
in Rome. „Ik zag toen al de over
eenkomsten met het leven van
mijn grootvader. Ook hij leefde
in een pension, tussen talloze an
dere immigranten. En in zo'n
kleine gemeenschap is altijd ie
mand die de lakens uitdeelt. Het
is alsof iedere immigrant te ma
ken krijgt met terugkerende om
standigheden en gebeurtenis-
Tijdens het onderzoek voor haar
roman ontdekte Mazzucco dat
veel Italiaanse immigranten aan
het begin van de twintigste
eeuw de intentie hadden om
ooit terug te keren naar hun
land. „Ze wilden in een paar
jaar veel geld verdienen, om
daarna in Italië een stuk grond
en een huis te kunnen kopen.
Dat is een belangrijk verschil
met de immigranten van nu.
Veel mensen uit Afrika denken
er niet aan om terug te keren.
Zij willen hun leven voortzetten
in Europa, of sterven."
In Italië is Melania Mazzucco al
lange tijd geen onbekende meer.
Met Vita schreef ze haar vierde
roman, die in haar eigen land
een groot succes betekende. Ze
kreeg er de Premio Strega voor,
de meest prestigieuze Italiaanse
literatuurprijs. Met als resultaat
veel publiciteit, ook in de Vere
nigde Staten. Vita betekent nu
meer dan alleen een roman,
denkt ze: „Ik heb ontzettend
veel brieven gekregen van Itali
aanse Amerikanen. Sommige
reacties zijn zeer ontroerend.
Het zijn voornamelijk brieven
van mensen die nieuwsgierig
zijn naar hun grootouders en
overgrootouders." Opvallend is
ook dat Vita niet alleen reacties
oproept bij Italiaanse immigran
ten. „In Rome ken ik een aantal
kinderen van Afrikaanse immi
granten. Ook zij zijn zeer aange
daan door het verhaal, omdat ze
door het boek na zijn gaan den
ken over de geschiedenis van
hun eigen ouders. Mijn roman
werkt kennelijk als een spiegel,
over de grenzen van tijd en ruim
te."
Jacob Moerman
Melania Mazzucco: Vita - Vertaald
door Manon Smits. Uitgeverij Mou-
ria Amsterdam, 22,50.
Met haar nieuwe album Res-
ta in Ascolto is er een nieu
we Laura Pausini opgestaan.
Niet langer dat verlegen meisje,
maar een dame die weet wat ze
wil en niet meer zomaar doet
wat een ander zegt. „De teksten
heb ik geschreven om weer hele
maal tot mezelf te kunnen ko
men."
Laura Pausini, die rond haar
twintigste internationale be
kendheid kreeg, kwam altijd
over als dat schuchtere, kwets
bare zangeresje uit Italië. Dat
met haar enorme stembereik
zachte, melancholische liedjes
zong. Iemand tegen wie je aar
dig moet zijn, omdat je bang
bent dat ze anders in tranen uit
barst.
Hoe anders is de Laura Pausini
van nu, dertig inmiddels. Ze
spreekt vloeiend Engels, in Itali
aans tempo, en is getransfor
meerd tot een dame die heel
goed weet wat ze wil. „Er is ook
een hoop in mijn leven veran
derd", vertelt ze in haar opna
mestudio in haar geboortedorp
Solarolo, vlakbij Rimini en Bo
logna, waar ze de laatste hand
legt aan haar album Resta in As
colto.
Er zijn verschillende dingen ge
beurd waardoor ze zo is veran
derd, vertelt ze. De belangrijk
ste reden was de beëindiging
van haar relatie, twee jaar gele
den, met haar vriend en mana
ger Alfredo Cerruti. Sinds haar
achttiende was ze altijd met Cer
ruti, haar eerste grote liefde, sa
men geweest. Het definitieve be
sluit om uit elkaar te gaan
kwam van haar en dat was ze
ker niet makkelijk. „Ik ben van
uit mijn ouderlijk huis meteen
met hem gaan samenwonen.
Ook nog eens in een grote stad,
in Milaan, terwijl ik zelf uit een
klein dorp kwam. Het was heel
vreemd om na tien jaar ineens
op mezelf te moeten staan."
Sinds twee jaar heeft ze een ei
gen appartement in Milaan. „Ja,
ik ben er wel blijven wonen, dat
is voor mijn werk toch handi
ger. Het op mezelf wonen bevalt
me prima. Ik ben er inmiddels
wel achter gekomen dat het lek
ker is om in je eentje te zijn. Ik
heb ook gemerkt dat ik altijd
veel te veel aan Alfredo heb ge
hangen. Ik deed nooit iets al
leen. Als ik op reis moest, ging
hij mee. Zijn invloed op mij
blijkt achteraf gezien enorm te
zijn geweest."
Dance-hitlijst
Pausini voelt zich bevrijd. Ze
voelt zich gelukkig en staat
naar eigen zeggen een stuk stevi
ger in het leven. Het verlegen
meisje is veranderd in een
vrouw die niet meer zomaar
doet wat een ander zegt. Dat be
wees ze ook begin 2003, toen ze
probeerde in Amerika door te
breken. De beste producers, ge
renommeerde liedjesschrijvers
als John Shanks (Michelle
Branch), Guy Roche (Cher, Celi
ne Dion) en Carl Sturken (Chris
tina Aquilera) werden ingezet.
Maar de single 'Surrender', van
haar eerste Engelstalige album
From the inside, werd geheel te
gen haar zin uitgebracht in een
dance-versie. Ze stond acht we
ken lang nummer één in de Ame
rikaanse dance-hitlijst. „Nee,
dat vond ik helemaal niet leuk.
Ik ben naar mijn platenmaat
schappij in New York gestapt
en heb gezegd dat ik dit niet wil
de hebben. Dat als ze er niks
aan zouden doen, ik zou stop
pen met het promoten van mijn
album. Maar de tweede single
gaven ze gewoon ook in een dan-
ceversie uit. Ik heb mijn spullen
gepakt en ben terug naar Mil
aan gegaan."
De gebeurtenissen waarover ze
vertelt hebben haar ook iets po
sitiefs opgeleverd: haar nieuwe
album Resta in Ascolto. „De ti
tel betekent zoiets als blijf luis
teren, blijf er met je hoofd bij.
Ik bedoel natuurlijk dat je als
luisteraar moet blijven luisteren
naar mijn album", zegt ze,
„maar ik bedoel ook dat je moet
blijven luisteren naar jezelf. Dat
je niet bang moet zijn. Dat als
het even tegenzit, je gewoon
weer opnieuw moet beginnen.
Dat je altijd in je eigen toe
komst moet blijven geloven."
Muzikaal gezien blijft Laura
Pausini dezelfde. Ze beschikt
nog steeds over datzelfde krach
tige - maar volwassener gewor
den - stemgeluid. Verschil is wel
dat ze zich nu helemaal niet aan
het Engels vergrijpt. Nee, de Ita
liaanse taal en het vrij rustige,
soms lyrische genre past toch
nog steeds het beste bij haar,
ook bij de nieuwe Laura Pausi
ni, zegt ze. Wel brengt ze het al
bum nog in het Spaans uit, ze is
populair in Zuid-Amerika.
Opvallend aan Resta in Ascolto
is dat ze meer dan op haar vori
ge albums de gevoelens met
haar stem weet over te brengen,
zelfs voor degenen die geen
woord Italiaans verstaan, is de
emotie voelbaar.
Sandra Put
Resta in Ascolto van Laura Pausini
verschijnt op 22 oktober bij Warner
Music.
Laura Pausini
|nlangs zei Bob Dylan tegen
Newsweek: „Een song kun je vol-
,'pen met symbolen en metaforen.
boek als dit moet je de waar-
fl voteUen." Toch blijft Dylan
het lezen van het eerste deel
21Jn autobiografie Chronicles,
n'an au de Nederlandse verta-
uerschijnt, voor een groot deel in
gehuld. De singer-songwri-
sehreef een raar, maar fascine-
Mboek,
ifptale revolutie is volledig aan
voorbij gegaan. Aan Dylan de
jjrjjfnt' maar °ok aan Dylan de
teerste deel van zijn au-
f 'e schreef de Amerikaanse
^•songwriter niet op een laptop
maar op een ouderwetse
actune. Drie jaar lang werkte
«den*1,het is een raar boek ge-
1 b Ze^er voor een autobiogra
af l r'maar Urinerend
eef Bob Dylan aan het toch
vrij gangbare gebruik dat een auto
biografie chronologisch van opzet is.
Het eerste deel van zijn autobiografie
gaat niet, zoals je zou verwachten,
over zijn vroege jaren. De ruim drie
honderd pagina's zijn opgedeeld in
vijf hoofdstukken, en de indruk dat
de onderwerpen ervan volkomen wil
lekeurig zijn gekozen, wordt beves
tigd in een recent vraaggesprek in
het Amerikaanse Newsweek.
In het blad, het enige dat hij een
vraaggesprek toestond over Chroni
cles, trok hij de vergelijking met het
trekken van kaarten uit een kaart
spel. Chronicles is een heel fragmen
tarisch boek. Van de opnames van
het in 1989 verschenen Oh mercy
wordt heel gedetailleerd verslag ge
daan. Maar over de totstandkoming
van over het algemeen veel hoger aan
geslagen Dylan-ablums als Blonde
on blonde, Blood on the tracks of het
relatief nieuwe Time out of mind,
wordt met geen woord gerept. Geen
woord ook over zijn geruchtmakende
bekering tot het christendom (dan
wel over het weer loslaten daarvan).
Denk ook niet iets te lezen over de
verontwaardiging die Dylan veroor
zaakte toen hij van pure folk over-
stapte op elektrische versterkte rock
muziek. En zijn fameuze motoronge
luk? Hij doet het af in een enkele zin:
'Ik was gewond geraakt bij een mo
torongeluk, maar ik kwam er weer
bovenop.' Bob Dylan is na het eerste
deel van Chronicles in veel opzichten
nog even ongrijpbaar als daarvoor.
En dat de aangekondigde, maar vol
gens betrokkenen hoogst onzekere
volgende twee delen daar iets aan zul
len veranderen, lijkt sterk. Wat voor
al duidelijk wordt uit het eerste deel,
is hoezeer Bob Dylan, als mens en als
kunstenaar, heeft geleden onder de
rollen die zijn fans hem opdrongen.
Beroemd zijn is al zwaar, maar Bob
Dylan werd gezien als - zijn eigen
woorden - 'Profeet, Messias, Verlos
ser'. Spaans benauwd krijg je het als
lezer van zijn verslagen hoe zijn fans
in werkelijk alles wat hij zei, deed,
zong, dacht of deed een diepere bete
kenis zochten. Aan zijn platen had
den ze niet genoeg; zelfs zijn vuilnis
zakken werden doorzocht. Een ver
huizing van New York naar het lande
lijke Woodstock mocht niet baten:
'Volgens mij waren er in alle vijftig
deelstaten onder drop-outs en drugs
verslaafden routekaarten naar onze
boerderij uitgedeeld.' Geen goed
woord heeft Dylan over voor al die
mensen die in hem een grote ziener
zagen. Griezels noemt hij ze, vogel
verschrikkers, dwaalgasten... 'Ik kon
die lui wel in de fik steken.' Zelfs in
zijn naaste omgeving werd hoog te
gen hem opgekeken. Tijdens een auto
ritje vroeg Robbie Robertson, gitarist
van zijn begeleidingsgroep The
Band: „Waar ga je het naartoe bren
gen denk je?" Dylan begreep hem
niet: „Wat?" Robertson: „Nou, de he
le muziekscene, weet je wel."
Beklemmend
Dylan kreeg het zo benauwd dat hij
het autoraam helemaal opendraaide.
'Ik weet niet waar iedereen over aan
het fantaseren was, maar mijn fanta
sie was een negen-tot-vijf bestaan,
een rijtjeshuis met een wit hek in een
straat met bomen en roze rozen in de
achtertuin.' In Chronicles is een ge
kweld mens aan het woord. Zo fasci
nerend als het boek is, zo beklem
mend is het vaak ook. Niet alleen
door de inhoud maar ook door de
stijl, die zwaar en donker is. Lichter
van toon, en meestal ook helderder
geschreven, zijn Dylans bespiegelin
gen over muziek van anderen. Zijn
liefde voor muziek blijkt niet op te
houden bij zijn eigen generatie. In
het hoofdstuk over de opnamen van
Oh mercy schrijft hij dat hij Mick Jo
nes, de 'elementaire gitarist' van
punkgroep The Clash, voor zijn band
had willen vragen. Het zal ook voor
Jones zelf een openbaring zijn.
De rappers die het voor het zeggen
hadden toen Dylan werkte aan Oh
mercy konden hem eveneens beko
ren. Ice-T, Public Enemy, N.W.A. en
Run DMC; het waren volgens Dylan
de nieuwe dichters: 'Ze roerden de
trom, scheurden de boel aan flarden,
kieperden paarden over kliffen.' Ver
rassend is Dylans Coming out als Si-
natra-fan. Vooral van diens Ebb tide
was hij als jongen onder de indruk:
'Als Frank dat lied zong, kon ik alles
in zijn stem horen: dood. God, het
universum, alles.' Dat zijn al grote
woorden, maar echt lyrisch wordt
Dylan pas als hij komt te spreken
over countryzanger Hank Williams,
die hij beschouwt als zijn grote leer
meester als het gaat om het schrijven
van songs: 'Als ik Hank hoor zingen,
stopt elke beweging. Het minste ge
fluister is bijna heiligschennis.' Gaat
toch een beetje de kant op van het
soort verering dat hij zo verafschuwt
als het om hemzelf gaat.
Peter van Brummelen
Bob Dylan: Kronieken - Uitgeverij Nijgh
Van Ditmar, 19.90. De Amerikaanse edi
tie kost 24,95.