Ook de Afrikaners
zijn in 1994 bevrijd
Het is nooit vanzelfsprekend om een Duitser te zijn
F.W. de
Klerk
23
zaterdag 9 oktober 2004
Zuid-Afrika's laatste blanke
president F.W. de Klerk,
kreeg samen met Nelson Mande-
la de Nobelprijs voor de vrede
omdat ze zonder bloedvergieten
een nieuw Zuid-Afrika hadden
weten te creëren. Hoe heeft de
man zelf de overstap naar dat
nieuwe land ervaren? Wat is er
over van deze oer-Afrikaner, die
leefde voor partij, kerk, volk en
vaderland?
Zijn gloednieuwe kantoor staat
aan de Hendrik Verwoerddrive,
genoemd naar de architect van het
apartheidssysteem. Bij helder weer,
zo zegt oud-president F.W. de Klerk
enthousiast, kan hij vanaf het balkon
Robbeneiland zien, de plek waar
Nelson Mandela in 1963 naar toe
werd gestuurd en de meeste van diens
27 jaren gevangenschap zou doorbren
gen.
Hij tuurt met priemende grijsblauwe
ogen richting de door een dik wolken
dek niet zichtbare zee, steekt de eerste
van een lange reeks John Rolfe sigaret
ten op, en bekent dat bij de jonge ad
vocaat De Klerk de opsluiting destijds
van Mandela een gevoel van grote op
luchting teweegbracht. „Ik hoopte dat
zonder de radicale elementen een dia
loog met de gematigde zwarte leiders
mogelijk zou zijn, maar die lukte het
nooit de massa achter zich te krijgen."
De Klerk zegt Mandela een enorm
groot mens te vinden, maar over diens
veroordeling is hij ook nu nog duide
lijk: „Let wel, hij riep op tot gewapen
de strijd teneinde de regering omver
te werpen. Dat zou ook in geen enkel
Europees land getolereerd zijn."
De redenatie is typerend voor de nu
68-jarige Frederik Willem de Klerk.
Hij erkent ruiterlijk dat Afrikaners
„vreselijke, immorele dingen hebben
gedaan en miljoenen mensen leed is
berokkend", maar niet alles was
slecht en duivels. „Je moet ook de lef
hebben om gebeurtenissen in hun his
torische context te plaatsen." De start
van die context is de drang tot emanci
patie en zelfbeschikking van de Afri
kaners, de afstammelingen van vooral
Nederlandse, Duitse en Franse kolo
nisten, wier aantal vandaag rond de
drie miljoen schommelt. „Ik ben opge
groeid in een oer-Afrikaner milieu. Ik
schaam me daar niet voor en ook van
daag wil ik niet mijn afkomst verloo
chenen opdat ik beter geaccepteerd
zou worden in het nieuwe Zuid-Afri-
ka."
„We moeten ons inzetten voor het col
lectief, van deze nieuwe natie een suc
ces maken. Dat kan alleen wanneer
minderheden en de verschillen die er
zijn tussen alle bevolkingsgroepen
worden gerespecteerd. Precies zoals is
vastgelegd in onze prachtige grond
wet."
Context
Respect en samenwerking zijn nou
niet de kenmerken geweest van de
Zuid-Afrikaanse geschiedenis voor
1994, maar ook hier is volgens De
Klerk die historische context nodig.
„Je moet niet onderschatten hoe sterk
de drang naar een eigen republiek
was onder de Afrikaners. Het ging
over leven en overleven van een kleine
groep in een steeds vijandiger wereld,
over behoud van taal en cultuur."
„Aan tafel werd bij ons gesproken
over de bijbel en de heroïeke strijd die
Afrikaners moesten leveren tegen de
Engelsen en zwarte volkeren. Identifi
catie was niet moeilijk, want leden
van mijn familie zijn terug te vinden
in alle gebeurtenissen die vanaf de ze
ventiende eeuw cruciaal waren voor
de Afrikaners. De Grote Trek vanuit
de Kaap, de vestiging van de twee Boe
renrepublieken, de Boe
renoorlogen, de oprichting van de Na
tional Party en van de Gereformeerde
Kerk, overal kom je De Klerks en Du
Toits tegen." „Bloed en bodem waren
belangrijk. De 26.000 Afrikaners -
meest vrouwen en kinderen - die be
gin twintigste eeuw in Britse concen
tratiekampen omkwamen was een mis
daad tegen de menselijkheid maar be
paalde ook ons historisch besef. Het
waren martelaren van een volk. Ze
stierven voor een vrijheidsideaal."
De recente geschiedenis ging voor De
Klerk over de praktische vraag hoe de
Afrikaners te conserveren naast de
zwarte volkeren, en daarop kwam het
antwoord in de vorm van apartheid.
„Het idee was in origine goed. Als jon
ge parlementariër was ik enthousiast
over de vorming van onafhankelijke
thuislanden voor elke groep, inclusief
de Afrikaners, die vervolgens in een
federatie zouden kunnen samenwer
ken."
„Er lag in 1954 een serieuze studie
klaar van vierduizend pagina's. De
routekaart Voor Israël en Palestina is
gebaseerd op exact dezelfde princi
pes. De in Nederland geboren presi
dent Verwoerd negeerde echter de aan
bevelingen en koos voor een versimpel
de, harde versie. Alles mislukte omdat
er niet genoeg land beschikbaar werd
gesteld en onderwijs niet serieus ter
hand werd genomen."
„Door allerlei opgelegde beperkingen
konden de economieën van de thuis
landen zich niet ontwikkelen. Er lag
paternalisme, egoïsme, racisme en
machtswellust aan ten grondslag. Dat
vond je in die tijd in meer delen van
de geciviliseerde wereld."
Wortels
De Klerk was vergroeid met het Afri
kaner nationalisme, maar de Neder
landse wortels waren daarbij niet be
langrijk. „Er werd bij ons nooit over
gesproken. Pas in 1988, vanwege de
300-jarige herdenking van de komst
van de Hugenoten, is onze stamboom
uitgezocht en bleek dat mijn verre
voorvader Abraham de Clercq, die in
1688 naar de Kaap zeilde, afkomstig
was uit Zeeland."
„Ik heb zijn geboorteplaats, Seroos-
kerke op Walcheren, samen met mijn
vrouw Marike in 1995 bezocht, maar
het had geen grote waarde. We waren
geen Europeanen die in Afrika leef
den, zo heb ik dat ook altijd beleefd.
We waren Afrikaners, we horen hier."
De tegenwerping dat het een buiten
staander juist zo opvalt hoe weinig de
Afrikaners van Afrika hebben overge
nomen en hoeveel duidelijke, vooral
Nederlandse dingen ze nog in zich heb
ben, verrast De Klerk. Een Nederlan
der die Afrikaners bezoekt, voelt zich
vaak teruggeworpen in de tijd en her
kent van alles.
De cultuur van gezelligheid, de kneu
terigheid, de koffie, maar ook de prak
tische ingestelde boerengeest, die ge
wend is een plan te maken als er een
probleem rijst. Zo moeten ze ook bij
de oplossing Apartheid zijn uitgeko
men. Alles uiteraard begeleid met de
opgeheven vinger en de wetenschap
door God in de rug te worden gedekt.
De Klerk moet grinniken, knijpt de
ogen bijna dicht en steekt er nog een
op. „Dat van God, klopt zeker en de
band met Nederland was in dat op
zicht erg sterk. We waren thuis zeer
religieus, iedereen was dat - religie
werd de pilaster van het Afrikaner na
tionalisme. Mijn overgrootvader heeft
met Nederlandse hulp de Gereformeer
de Kerk hier opgericht, die religieus
gezien - niet politiek - conservatiever
was dan de Nederduits gereformeerde
kerk."
Graad
„Mijn opa behaalde een graad aan de
Vrije Universiteit van Amsterdam,
was dominee en medeoprichter van de
streng christelijke universiteit van
Potchefstroom, waar ik ook gestu
deerd heb. Het zicht op Nederland
werd ontnomen doordat jullie voorop
liepen in de anti-apartheidsbeweging
en Zuid-Afrika uiteindelijk werd ge
boycot. Het was vooral een strop voor
onze academici en theologen, die niet
meer naar Amsterdam konden." De
kerk bepaalde wat goed en slecht was
en slecht was dansen. „Ja, iedereen
maakte grappen over dat de 'doppers',
de studenten in Potchefstroom, niet
mochten dansen, maar daarentegen
dronken we des te meer!
De Klerk lacht smakelijk, vertelt hoe
hij verliefd werd op zijn latere vrouw
Marike, die niet veel op had met de po
litiek maar des te religieuzer was.
Hij was daarentegen voorbe
stemd de politiek in te gaan. „Mijn va
der was minister, mijn oom Hans
Strydom, premier, het werd er met de
paplepel ingegoten. Aan de keukenta
fel werd veel gedebatteerd en de kin
deren mochten zeker hun zegje doen.
Er werd niet geïndoctrineerd, maar
basis van ons doen en denken waren
vastliggende christelijke waarden."
Hoewel De Klerk vaak voor een 'ver
krampte' - een conservatief - werd uit
gemaakt, ziet hij zichzelf als vertegen
woordiger van het centrum. „Mijn le
vensmotto is altijd een balans te zoe
ken, oplossingen aandragen. Ik heb al
tijd geloofd in een open gesprek met
die swartmense. Tegen de wil in van
de universiteit heb ik toenmalig
ANC-leider Albert Luthuli eens uitge
nodigd. Het gesprek was goed en leer
zaam, maar zijn eis van één man één
stem was toen onbespreekbaar omdat
de Afrikaners zich verzwolgen zagen
worden door de zwarte massa."
Repressie
Voor hij president werd in 1989 was
De Klerk minister van posterijen,
sport, mijnbouw, binnenlandse zaken
en onderwijs. Terwijl onrust regeerde
en repressie en geweld toenamen,
claimt De Klerk dat hij al begin jaren
Ex-president F.W. de Klerk van Zuid-Afrika eerder dit jaar in Pretoria.
tachtig inzag dat het oude systeem
zijn langste tijd had gehad en hij kon
beginnen met bijschaven en hervor
men.
Dit proces, dat aanzienlijk werd gehol
pen door de crisis in de communisti
sche wereld, culmineerde in de onder
handelingen met Mandela en diens
vrijlating. Later volgden 's lands eer
ste vrije verkiezingen in 1994 en de
vorming van de regering van nationa
le eenheid onder Mandela met De
Klerk als vice-president. Een nieuw
tijdperk, een nieuwe wereld, die voor
de Afrikaners op alle vlak enorme uit
dagingen in hielden. Een regelrechte
cultuurschok? „Het was het moment
dat altijd was gevreesd. De Afrika
ners moesten zichzelf opnieuw uitvin
den, leren leven met angsten, weer een
Grote Trek maken, maar nu in het
hoofd. In zekere zin waren ook wij be
vrijd, een last was van onze schouders
gevallen, we konden de wereld weer
recht in de ogen kijken."
Afrikaner psychologen onderstrepen
dat het wegvallen van de door kerk en
partij bijeengehouden kap die over de
Afrikaners lag, heeft geleid tot een ver
late emancipatiegolf en seksuele revo
lutie, waarbij nogal wat huwelijken
sneuvelen. De Klerk zelf scheidde in
1998 van zijn vrouw Marike, die enke
le jaren geleden bovendien werd ver
kracht en vermoord. Hij trouwde met
de Griekse Elita Georgiadis, die hij in
1989 voor het eerst, als getrouwde
vrouw, ontmoette en die een verliefd
heid veroorzaakte waartegen hij lang
vocht. Na lang zwijgen: „Laat ik eerst
zeggen dat scheiding een extreem ern
stige zonde is. Ik heb alles gedaan om
het te voorkomen, maar het hart was
sterker. Het heeft mij in een enorme
crisis gebracht, waar ik wel goed uit
ben gekomen. Hoewel ik erken dat het
goed is dat de Afrikaners emancipe
ren en niet meer in dat strakke keurs
lijf zitten, blijf ik erbij dat we het
raamwerk van de bijbel moeten res
pecteren en zedelijke normen nage
streefd moeten blijven worden. Niet
alles wat verboden was, is nu goed. Ik
ben ook plots geen libertijn gewor
den."
De Klerk straalt vandaag geluk uit en
foto EPA
dat komt duidelijk niet in het minst
door Elita, die hij trots voorstelt. „Ik
ben 'baie' gelukkig, reis veel en geniet
van mijn boerderij bij Paarl. Daar ma
ken we een prachtige Shiraz-wijn, die
volgend jaar op de markt komt."
De actieve politiek heeft De Klerk al
lang verlaten. Hij heeft de electorale
ineenstorting van de Nationale Partij
van de zijlijn gevolgd, was een voor
stander van de vernieuwde NP om
met het ANC samen te werken, maar
kan zich niet verenigen met de laatste
en ultieme stap: het opgaan van de
partij in het ANC.
„Ik word geen lid van het ANC, er
moet een mogelijkheid blijven je eigen
stem te laten horen. Er is in Zuid-Afri
ka behoefte aan een nieuwe partij
voor gematigde personen van alle
kleuren, maar ik ga die niet meer op
richten. Ik blijf praten met de Afrika
ners om ze betrokken te houden bij
ons nieuwe land, waar ik volop in ge
loof. Ik probeer niet hun leider te zijn.
Die tijd hebben we gehad."
Eelco van der Linden
)recies vijftien jaar na de val van de
Muur zeggen veel Oost-Duitsers zich
oerverbonden te voelen met de socialis-
™e DDR, dan met het moderne Duits-
™van Gerhard Schroder. Wie door
"^land reist en met de mensen praat, be-
s deze gespletenheid. Je kunt je op
ri ^^''ekende en onproblematische wij-
- ^Nederlander voelen, het is eenvoudig
te zijn of Italiaan. Maar Duitser?
én van de wonderlijkste uitdrukkingen
®de Germaanse ziel is wel het Walhalla,
^tempel op de heuvels aan de Donau,
f 'i^gensburg. De Beierse koning
tak® 'le^ Duitse Parthenon rond
s wen H°°r zijn architect Von Klen-
^>alspleister op de wonde van de Pruisi-
'i Wn erlaaêin de oorlog tegen Napo-
bW-slaan in het Walhalla, wat let-
Dodenhal' betekent, de bustes uitge-
iÜ luit Tv '^rote Persoordijkheden uit de
J ^abge geschiedenis en cultuur'. Hon-
"l e^ntwintig mannen en vrouwen van
ïlj Zun§e' vertenwoordigen hier de
Jtduitse eenheidsgedachte.
-etfJerSen Veldheren, schrijvers, dichters,
i J|0niSten' wetenschappers, allen vereeu-
,,i Jn!nma,rmer: van Arminius (Hermann
J LX^er) via Karei de Grote en Fre-
r Wk ™arossa tot Bismarck, Handel en
it okttn!la^UUr^''k> Adenauer, Einstein en
lerria rVan 0ranie- Erasmus van Rot
sen ,n?n,Hug0 Groot. Daarnaast han-
j, f Walhalla nog eens 64 gedenkpla-
Be m rn de Germaanse mytholo-
£Sfte/enamenalsTeutelinde.
Ltd°dwig en Odoaker, van wie het
««nietbekend is.
Geen stand of geslacht wilde Ludwig van
zijn eregalerij uitsluiten, want - zoals hij
zei - de dood heft elke aards onderscheid
op. Het Walhalla moest de bezoeker de in
druk geven tot een gemeenschappelijk va
derland te behoren. „Althans in cultuur-po
litiek opzicht", zoals de informatiebrochu
re het noemt.
In 1842 werd het Walhalla voor het publiek
opengesteld. Koning Ludwig zal niet heb
ben vermoed dat het gemeenschappelijke
vaderland, dat hier wordt geëerd, een eeuw
later rampspoed over de wereld zou bren
gen. Uit naam bovendien van die vermeen
de superieure Germaanse deugden.
In de recente film 'Der Untergang', over de
laatste dagen van Adolf Hitler in de beleger
de Führer-bunker in Berlijn, zien we Hitier
vertwijfeld en op de rand van waanzin, zit
tend onder een portret van zijn helden-voor
beeld, de Pruisische koning Frederik de
Grote.
Het is alsof de regisseur met dat beeld wil
zeggen dat met Hitier en diens Duizendjari
ge Rijk de Duitse geschiedenis ten onder
ging. Zeker is dat Duitsland zich sinds
1945, na al die gruwelen in naam van het
Duitse, opnieuw heeft moeten definiëren.
Er moest als het ware een nieuw vaderland
worden gevonden.
Zoektocht
Hoe moeizaam deze zoektocht tot op de dag
van vandaag verloopt, blijkt uit de recente
irritaties tussen West- en Oost-Duitsers. In
woners van de voormalige DDR voelen zich
in de Bondsrepubliek buitengesloten.
West-Duitsers op hun beurt vinden die
Ossi's maar ondankbaar.
Honderden miljarden euro's aan belasting-
Buste van Sophie Scholl, Duits verzetsstrijd
ster die in 1943 werd geëxecuteerd.
geld werden sinds de hereniging in het Oos
ten gepompt. Nog lopen die Oostduitsers te
klagen, vinden ze in Keulen en Hannover.
Precies vijftien jaar na de val van de Muur
zeggen veel Oost-Duitsers zich meer verbon
den te voelen met hun oude vaderland, de
socialistische DDR, dan met het moderne
Duitsland van de sociaal-democraat Ger
hard Schroder. Wie door Duitsland reist en
met de mensen praat, bespeurt deze gesple
tenheid. Je kunt je op vanzelfsprekende en
onproblematische wijze Nederlander voelen
- bijvoorbeeld wanneer André Hazes sterft
of wanneer Oranje voetbalt - het is eenvou
dig Fransman te zijn of Italiaan. Maar Duit
ser? Als de doelman van het Duitse voetbal
elftal, Oliver Kahn, voor de rest van de we
reld de verpersoonlijking van de 'oer-Ger-
maan', zich weer eens misdraagt en zijn te
genstander, zoals afgelopen week, een vin
ger in de neus steekt of een grove belediging
toeschreeuwt, schaamt de halve natie zich
te pletter. Kahn brengt schande over Duits
land, heet het dan.
Buste
Of neem het geval van Sophie Scholl. Deze
studente en verzetsstrijdster, mede oprich
ter van de studentenverzetsgroep Die Weis-
se Rose, werd eind jaren '90 voorgedragen
voor opname in het Walhalla. Een hele eer:
Sophie Scholl, die in 1943 met haar kompa
nen werd geëxecuteerd, zou de vijfde vrouw
worden in dit Pantheon van groten, naast
Catharina de Grote van Rusland onder ande
ren en keizerin Maria Theresa. Bovendien
zou zij de eerste verzetsstrijdster worden in
het Walhalla.
De opname, die door de ministerraad van de
deelstaat Beieren moet worden goedge
keurd, had nog heel wat voeten in de aarde.
Pas toen een aantal prominente Duitsers
zich met de kwestie bemoeide en de publici
teit zocht, kreeg Sophie Scholl een buste. In
2003, zestig jaar nadat zij in München werd
onthoofd. Het was een feestelijke ceremo
nie. Maar uitgerekend Sophies zuster, Elisa
beth Hartnagel, kon het niet laten die ty
pisch Duitse gespletenheid over de eigen
identiteit tot uitdrukking te brengen. „Sop
hie had het waarschijnlijk maar niets gevon
den als enige van de groep op zo'n voetstuk
te worden geplaatst", dacht zij.
Hartnagel werd in haar twijfels geholpen
door linkse Duitse media die zich afvroegen
of het wel gepast is een verzetsstrijdster te
gen het nationaal-socialisme te eren „in een
oord dat niet alleen nogal antiek is, maar
ook een beetje té nationalistisch, té ger-
maans, té wagneriaans en dat bovendien be
kend staat als een van de cult-plekken van
veel neo-nazi's", zo schreef (het dagblad)
taz.
Voorstanders wezen erop dat de Duitse ge
schiedenis niet alleen door veldheren, kun
stenaars en politici is bepaald, maar ook
door persoonlijkheden als Sophie Scholl die
zich verzetten tégen de autoriteit van de
staat. Alleen om die reden al past haar bus
te in het Walhalla.
Zo ontstaat in Duitsland altijd een debat als
het gaat over de vraag: wie zijn wij eigen
lijk? Vanzelfsprekend is het antwoord nooit.
Lang konden de burgers van de naoorlogse
Bondsrepubliek teren op de gedachte dat
hun nieuwe democratie een voorbeeldig
land was: pacifistisch, welvarend, gul. De
naoorlogse generaties deden als het ware
plaatsvervangend boete voor de misdaden
van hun ouders en schiepen zo de Nieuwe
Duitser.
Pacifistisch
Dit vreedzame beeld werd graag aan de bui
tenwereld getoond. Tegenwoordig is ook de
Bundeswehr actief buiten Duitsland, en
vooral na de hereniging kwamen heel ande
re sentimenten aan het oppervlak, zoals on
langs bij deelstaatverkiezingen in Saksen
en Brandenburg weer eens bleek.
Extreem-rechts is in deze verarmde regio's
een politieke factor. De jongerencultuur
wordt hier gedomineerd door kaalkoppen
met kistjes en in bomberjacks. De voormali
ge DDR, in de propaganda de anti-fascisti
sche modelstaat, blijkt kleine monsters te
hebben gebaard.
Voor veel Duitse intellectuelen, politici en
commentatoren is het moeilijk te accepte
ren dat sommige, meest kansarme groepen
geen houvast meer vinden in de deugden
van de oude Bondsrepubliek en heil zoeken
in extreem-rechtse ideologieën. Voor ande
ren is dit juist een signaal dat Duitsland ein
delijk een normaal land wordt, dat zich niet
langer verkrampt rekenschap hoeft te geven
van het verleden. De Duitsers zouden, in die
optiek, niet langer hoeven te worstelen met
hun identiteitscrisis en eindelijk hun helden
uit het Walhalla nuchter kunnen benade
ren.
Misschien is juist dit debat, dat permanent
en altijd op het scherp van de snede wordt
gevoerd, wel wat de Duitsers werkelijk sa
menbrengt en verenigd. Slechts een enkele
maal wordt die discussie onderbroken, en
valt iedereen stil, zoals tijdens de dramati
sche overstromingen van de oostelijke gebie
den in 2002.
Toen, bij die Jahrhundertflut, werkte het he
le land samen, hulp kwam van heinde en
ver. De grote zanger Herbert Grönemeyer
leverde met zijn cd 'Mensch' de soundtrack
bij dit indrukwekkende vertoon van huma
niteit. Soms is er een ramp voor nodig om
een volk te verenigen.
Wierd Duk