PZC
Aan de mest
zie je of een
dier gezond is
Langs
de boorden van de Westerschelde
Op pad met de veearts
weerwoord
Namen
Redactie bijlagen: 0113-315680
Ki|:rZedactieap!c.nl
postbus 31, 4460 AA Goes
kdvertentie-exploitatie:
Moord- en Midden-Zeeland: 0113-315520;
leeuws-Vlaanderen 0114-372770;
Konaal: 020-4562500.
dinsdag 5 oktober 2004
Oktober met
groene blaan,
duidt een
strenge
winter aan
Een paar goudvissen,
dat zijn de enige die
ren die hij bezit. Want tijd
voor bijvoorbeeld een
hond heeft hij niet. Maar
de dieren van anderen,
daar heeft veearts Frank
van de Vijver alle aan
dacht voor. Scheurend in
een open jeep gaat hij op
bezoek bij de boeren en
burgers van West-
Zeeuws-Vlaanderen
Het is nog vroeg, acht uur 's
ochtends om precies te
zijn. Frank (36) stapt in zijn
open jeep en gaat op weg naai
de eerste patiënt. Ook al is het
al herfst, hij zit gewoon in zijn
T-shirt. Het lijkt wel of hij de
wind niet eens voelt. „Zolang
het droog blijft, doe ik mijn zeil
er nog niet op. Ik vind het lek
ker om zo te rijden. In een open
auto hou ik meer voeling met
wat er buiten gebeurt. Je ruikt
de lekkere geuren. Zoals in de
oogsttijd, als de tarwe of de uien
van het land worden gehaald.
En je ruikt het ook als er gemest
wordt. Goed, dat ruikt wat
minder. Maar het hoort er ook
bij."
Frank runt samen met drie ande
re dierenartsen de dierenkliniek
in IJzendijke. Met Jelle Klooster
man, zijn broer Mark en zijn
ij oom Karei heeft hij een drukke
praktijk. De dierenartspraktijk
I is in 1933 in Biervliet begonnen
door Franks opa, Pol van de Vij
ver. Diens zoon (ook Pol ge
naamd) zette de zaak samen met
zijn broer Karei voort in IJzen
dijke. Inmiddels hebben Frank
en Mark de plaats van hun va
der ingenomen. Het is dus duide
lijk van wie Frank het dieren
arts-gen geërfd heeft.
De eerste patiënt deze ochtend
is Diablo, het paard van de fami
lie Boeye, bij Oostburg. Achter
uit de auto pakt Frank de inen
ting die Diablo nodig heeft. In
de jeep is een speciaal kastje
met laatjes ingebouwd, waar hij
de medicijnen en andere beno
digdheden bewaart. Diablo is
vrij rustig. Toch vermoedt het
paard dat er iets gaat gebeuren.
Zijn oren bewegen onrustig van
voor naar achter. Maar voordat
het paard het in de gaten heeft,
is de inenting al gegeven.
Ook de hond Roxy moet eraan
geloven. Hij krijgt zijn jaarlijk
se cocktailvaccinatie. Rezy
Boeye, zijn bazin, maakt zich
Giliam
Aan een pleintje in Middelburg
heeft zich onlangs een nieuwe
tandarts gevestigd. Giliam heet
hij. Het is een naam die in deze
vorm in Zeeland niet voorkomt,
als je via het elektronisch tele
foonboek tenminste gegevens
zoekt. Wel zijn er verwante va
rianten. Zo treffen we wel een
enkele keer Giliams aan. Meest
al echter is het Giljaam of Guil-
jam en nog vaker Gilijaamse in
allerlei vormen, maar altijd met
het achtervoegsel se.
Ook P.J. Meertens kent in zijn
boek Zeeuwse Familienamen
uit 1947 niet de naam van de
nieuwe tandarts in Middelburg.
Toch zullen de wortels van Gi
liam wel via via bij Giljam(se)
liggen. Meertens merkt trou
wens op dat Giljams zonder de
-e vooral op Tholen en Duive-
land voorkomt. Hij baseerde
zich voor zijn boek behalve op
allerlei archiefbronnen ook op
adresboeken en gegevens uit
volkstellingen.
De oorsprong van Giljaamse, Gi
liams en dergelijke ligt in het
Frans. Het is Guillaume, de
Franse Willem, dat aan de basis
ligt van de familienaam. Het
zijn daarom eigenlijk allemaal
Willems, Willemse en Willemsen
die Giljamsen in soorten. Afge
leid van een voornaam - een van
de meest voorkomende manie
ren waarop mensen hun achter
naam kregen: van Willem of Wil
lemszoon. Meestal werd het Wil
lems, zoals de 'fiets van vader'
ook de vorm 'vaders fiets' kan
krijgen.
Het was een echte Zeeuwse ei
genaardigheid dat die vormen
op -s verlengd werden tot -se.
Het stikt er van. Dat is bij Gi
liam allemaal niet gebeurd.
Daar werd de Franse voornaam
Guillaume rechttoe rechtaan de
familienaam. Min of meer al
thans. Nu ook in Zeeland.
Lo van Driel
Buitengebied is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen,
suggesties en weerwoorden
zijn welkom bij de redactie
Buitengebied van de PZC:
postbus 31,
4460 AA, Goes,
fax 0113-315669,
e-mail redactie@pzc.nl
Leen Roelse houdt de pony Nety vast, terwijl dierenartsen Mark (1) en Frank (r) van de Vijver haar behandelen. foto's Peter Nicoiai
een beetje zorgen over het feit
dat Roxy steeds wegloopt. „Hij
zit achter de vrouwtjes aan. Een
echte casanova-hond", lacht ze.
„Zo te voelen is zijn prostaat
flink gezwollen", constateert
Frank. „Hij heeft gewoon last
van zijn hormonen." De foxter
riër moet daarom binnenkort ge
castreerd worden. Voordat er
kleine Roxy's komen.
De inentingen die beide dieren
krijgen, zijn preventief. „Dat is
onze belangrijkste zorg: voorko
men dat dieren ziek worden",
legt Frank uit. „Veel mensen
denken dat een dierenarts al
leen maar met zieke dieren te
maken heeft. Dat is absoluut
niet zo. In de praktijk gebeuren
ook heel leuke dingen. Veel die
ren die wat hebben, kunnen we
helpen. En als dieren geboren
worden, is dat natuurlijk ontzet
tend leuk. Maar er gebeuren ook
verdrietige dingen. Als ik weet
dat een beest ongeneeslijk ziek
is, of veel pijn lijdt, maak ik een
zorgvuldige afweging of ik het
laat inslapen of niet. Het is een
moeilijke beslissing, maar die
verantwoordelijkheid moet ik
nemen. Het welzijn van het dier
staat boven alles."
Verdoving
Dat een dierenarts erg blij kan
worden als een ingreep goed
lukt, blijkt even later. Bij Nety,
een pony van de Antoniushoeve
bij Hoofdplaat, moet een doom
uit het oog verwijderd worden.
Frank kan dit niet alleen en
daarom komt Mark hem helpen.
De doom is bijna niet te zien.
Tenzij je goed kijkt, dan zie je
een klein zwart stipje, een halve
centimeter naast de pupil. Nety
krijgt een kleine verdoving.
Leen Roelse, die de dieren op de
boerderij verzorgt, houdt haar
stevig vast. Terwijl Mark het
ooglid openhoudt, haalt Frank
met één wipje van de curette,
een soort lepeltje, het doorntje
emit. Als blijkt dat het zo mak
kelijk gaat, zijn ze allebei opge
lucht. „We hadden verwacht,
dat we haar helemaal plat moes
ten leggen. Want het leek alsof
de doorn dieper in het hoorn
vlies zat", zegt Mark enigszins
verrast. „Gelukkig dat het zo
makkelijk ging."
Nadat de honden Tom en Tim
op de Antoniushoeve een inen
ting hebben gehad, gaat Frank
weer verder naar de volgende
patiënten. De vijf schapen van
de familie Brakman uit Groede
hebben een infectie opgedaan
en moeten een antibiotica-kuur
tje volgen. Mevrouw Brakman is
blij dat er iets gedaan kan wor
den, want ze maakte zich toch
wat zorgen om haar kuddetje.
De schapen staan vlak achter
het huis in een wei, daardoor
heeft ze een speciale band met
de dieren. „Het zijn zulke brave
beestjes, dan vind ik het niet
leuk als ze wat hebben. Als we
thuiskomen staan ze vaak al
naar ons te roepen. Ze zijn heel
aanhankelijk."
De liefde voor dieren geeft een
binding met de mensen waar hij
komt, vindt Frank. „We hebben
dezelfde passie." Frank pro
beert voor alle patiënten de tijd
te nemen. „Ik wil voor iedereen
openstaan en goed luisteren
naar de problemen die er zijn.
Elke keer weer gebruik ik al
mijn zintuigen om te bepalen
wat er mis is met een dier. Ik
luister, kijk, voel en ruik. Zo pro
beer ik vast te stellen wat er
moet gebeuren. Ik kan absoluut
niet routinematig bezig zijn."
Dat is te merken als hij een be
zoek brengt aan het melkveebe
drijf van familie Nooren, bij
Zuidzande. Frank loopt eerst
een uitgebreide ronde door de
stal, om te zien hoe het met de
koeien gaat. Vooral de mest is
belangrijk. Hij stampt erin met
zijn laarzen, voelt eraan en
ruikt eraan. „Aan de mest kun
je zien of een dier gezond is. Het
mag niet te dik en niet te wate
rig zijn."
Hoorntjes
De ronde gaat verder naar de
stal waar de kalfjes staan. Ze
krijgen een spuitje, zodat ze
gaan slapen. Vandaag worden
de hoorntjes 'verwijderd'. De
kalfjes rennen alle kanten op
door de ruime stal en maken er
een spelletje van om niet gevan
gen te worden. Maar het mag
niet baten. Al na een paar minu
ten gaat het eerste kalfje onder
uit. Ze wankelt even en zakt
dan langzaam in het stro, met
haar kop op de voorpoten. De
andere kalfjes rennen nog vro
lijk rond, maar de bewegingen
gaan steeds langzamer, alsof ze
in een slow-motion film zitten.
Tien minuten later slapen ze al
lemaal, sommige snurken er
zelfs stevig op los. Frank geeft
elk kalfje nog eens twee spuit
jes. Dit keer aan allebei de kan
ten van de kop, precies in de
spier die naar de hoorns leidt.
Op die manier wordt de groei
van het hoorntje geblokkeerd.
Het allerjongste kalfje, nummer
37, is pas een week oud en nog
te jong om de spuitjes te krijgen.
Ze staat wat verbaasd te kijken
naar haar vriendjes, die in diepe
rust verzonken zijn. Over een
tijdje, als Frank weer langs
komt, is zij aan de beurt.
Lieneke Fieret
De Westerschelde staat vol
op in de belangstelling.
Aanleg van een containertermi-
nal, een nieuwe verruiming van
de vaargeul, meer ruimte geven
aan de rivier door ontpolderen -
aan plannen geen gebrek, aan
beroering evenmin. Hoog tijd
voor een portret van de rivier.
Een simpele stenen bak, waar
uit een vriendelijk slootje loopt.
Zo begint in de buurt van het
Noord-Franse Saint-Quentin
de Schelde. Na een tocht van
355 kilometer door Wallonië,
Vlaanderen en Zeeland bereikt
de rivier, inmiddels van vijf tot
vijfduizend meter verbreed, de
Noordzee.
Het langste stuk is de Schelde
een regenrivier, vanaf Gent is
de invloed van eb en vloed aan
wezig. Dat 160 kilometer lange
deel is het Schelde-estuarium.
In Vlaanderen heet het de Zee-
schelde, in Zeeland de Wester
schelde. Een echte Zeeuw heeft
het over de Honte, wat zoveel
betekent als 'de jagende, voorts
nellende'.
Boordevol dynamiek dus. Dat
klopt, dankzij de immer aanwe
zige invloed van eb en vloed,
heel aardig. Het getijverschil
loopt van vier meter in Vlissin-
gen tot zes meter in Antwerpen
(verder stroomopwaarts wordt
het verschil steeds kleiner, tot
twee meter in Gent). Dat zorgt
voor hoge stroomsnelheden en
dus voor sterke stroming. De bo
dem van de rivier is voortdu
rend in beweging.
Voor opkomend en afgaand wa
ter zijn er afzonderlijke vloed
en ebgeulen. Tussen deze hoofd
geulen liggen zandplaten, die
doorsneden worden door een
wirwar van kleinere geulen,
met de neiging zich regelmatig
te verplaatsen. De ebgeul, in
middels flink verdiept en ver
ruimd, is de vaargeul naar en
van de haven van Antwerpen.
Stroomopwaarts van Antwer
pen verdwijnt het meergeulen-
stelsel en is sprake van één
geul.
De bodemhoogte kent pieken en
dalen. Hierdoor zijn er gebie
den die altijd onder water
staan; gebieden die dagelijks
tweemaal overspoeld worden,
zoals zandplaten, slikken en la
ge schorren; gebieden die af en
De Westerschelde: boordevol dynamiek.
toe (met springtij) overspoeld
worden, zoals hoge zandplaten
en schorren en gebieden die
nooit overspoelen, zoals duin-
tjes en de dijkhellingen.
In het Scheldebekken gaat zoet
rivierwater geleidelijk over in
zout zeewater. Van Gent tot
Temse zoet, een zwak-brakke
tot brakke zone van Temse tot
Hansweert, een zoute zone
stroomafwaarts tot Vlissingen
en tenslotte het zoute mondings-
gebied de Vlakte van de Raan,
op de overgang naar de Noord
zee. De Westerschelde is nog
het enige Deltawater met een
natuurlijke zoet-zout overgang.
Het zijn al deze ingrediënten
die het Schelde-estuarium zo
bijzonder maken. Natuur en
landschap ondergaan er een ge
daanteverwisseling. Voor een
deel is dat zichtbaar, maar ook
onder water en in de bodem vol
trekt zich een ingewikkeld pro
ces. Ondanks de vele menselijke
activiteiten die van oudsher in
de Delta plaatsvinden, is het
Scheldebekken één van de be
langrijkste natuurgebieden in
N oordwest-Europa
Duizenden vogels, vooral wad
en waterlopers, verblijven er
korte of langere tijd. Ze eten bo-
demdieren, schorplanten en vis
sen. Voor trekvogels is het estua
rium een belangrijke tussenstop
op hun lange routes. Voor vis
sen als schol, tong en haring is
de Westerschelde paai- en op-
groeigebied. Algen vormen sa
men met de schorplanten de ba
sis van de voedselketen. De al
gen worden gegeten door wa
ter- en bodemdieren, die op hun
beurt weer voedselbron zijn
voor vogels en vissen.
De Westerschelde is allang niet
meer de Honte van vroeger. De
natuurlijke processen in de
zeearm zitten knel. „Bij vloed
bulkt een partij water naar bin
nen, die achterin niet meer weg
kan. Schorren, slikken en zand
platen kalven af", zegt Bert
Denneman van Vogelbescher
ming Nederland. „En niks wijst
op serieuze actie om de rivier
echt meer ruimte te geven, zo
dat er meer evenwicht kan ont
staan. Het moet geen tuinieren
voor gevorderden zijn, met een
kribje hier en een strekdamme
tje daar. Het systeem moet zich
zelf weer kunnen bedruipen."
Hij pleit voor flinke ontpol-
deringen, van uiteindelijk wel
3.000 hectare. „We zijn daar
open en eerlijk in, al blijft ont
polderen een gevoelige zaak.
Maar in feite hebben onze voor
ouders een stuk natuur van de
Westerschelde gekaapt. Dat
moeten we deels terug geven."
Denneman wijst erop dat er op
grond van de Europese Vogel
en Habitatrichtlijnen in feite
een plicht ligt om de aangetaste
natuurlijkheid van het Schelde
bekken te herstellen, zowel in
de Wester- als Zeeschelde.
Daarom heeft de natuurcoalitie
De Schelde Natuurlijk! voorstel
len gedaan om grootscheepse
ontpolderingen uit te voeren.
Dan kunnen er natuurgebieden
ontstaan die wat voorstellen en
ook daadwerkelijk bijdragen
een verbetering van het aange
taste systeem. Denneman stelt
dat ook de veiligheid ermee ge
diend is, er ontstaan zeewerin
gen met een breed voor- en ach
terland, die tegen een stootje
kunnen. Bovendien zijn er moge
lijkheden voor recreatie en mo
gelijk zoute landbouw. De Wes
terschelde weer als Honte
Rinus Antonisse
Komende tijd trekt de PZC-re-
dactie langs de boorden van het
Scheldebekken. Vanaf volgende
week zal hiervan in Buitenge
bied wekelijks verslag worden
gedaan. Op deze plaats ver
schijnt dan weer een aflevering
van Naar buiten.