Het gaat buurvrouw worden, hé
Het wordt stil op het autostrand van Oostvoorne
Pascalle Knoth,
transseksueel
zaterdag 25 september 2004
seksualiteit - maar toen drong het
goed tot hem door: dat is er dus met
mij aan de hand. „We waren toen al
zo'n zes jaar getrouwd. Voor mij was
het geen echte schok meer. En voor
Sandra eigenlijk ook niet. Zij had ook
wel gemerkt dat ik anders was dan an
dere mannen. Later hebben ze haar
wel eens gevraagd: 'Maar hoe was het
dan op het seksuele vlak?' Toen heeft
zij gezegd: 'Ik ben wat dat betreft
nooit iets tekort gekomen'."
Het was Sandra ('Fantastische meid'),
die hem het beslissende duwtje gaf in
de richting van het VU-ziekenhuis in
Amsterdam, een van de ziekenhuizen
in Nederland die gespecialiseerd zijn
in transseksualiteit. Trillend van de
zenuwen reisde hij naar Amsterdam.
„Maar ik dacht ook: 'Ik ga nu begin
nen aan het corrigeren van een fout
je'."
Er volgden gesprekken met psycholo
gen, hij slikte pillen met hormonen.
Elke avond bekeek hij zijn lijf in de
spiegel. „Al vrij snel ga je veranderin
gen merken - je wordt emotioneler, je
baardgroei neemt af, je borsten gaan
groeien, je huid wordt zachter."
„De grootste slag die ik heb moeten
incasseren is dat ik Sandra uiteinde
lijk ben kwijtgeraakt. We hebben hele
maal geen contact meer. Ze heeft op
een gegeven moment gezegd: 'Ik wil
mijn eigen leven leiden.' Terecht na
tuurlijk. Alleen jammer dat ik daar
geen deel meer van uitmaak."
„Van vrouwen krijg je meer begrip
dan van mannen. Veel mannen den
ken: 'Die is gek'. Je gaat in hun ogen
over van het sterke geslacht naar het
zwakke. Vrouwen hebben meer inle
vingsvermogen, tonen meer sympa
thie." „Ik stond alleen met mijn moe
der in de keuken. Die merkte meteen:
hij wil me iets vertellen. Maar ik
kreeg het niet uit mijn strot, uit angst
dat ze me in de steek zouden laten.
Dat soort dingen spookt de hele tijd
door je hoofd. Je denkt: misschien is
dit wel de laatste keer dat ik ze
spreek. Je bent bang iedereen te verlie
zen. Ze heeft het echt uit me moeten
trekken. En toen: janken, janken, jan
ken. We zijn daarna de huiskamer in
gegaan en hebben het toen mijn vader
verteld; woordje voor woordje heb ik
het er uitgegooid. Weer janken, jan
ken, janken. Tranen met tuiten. Maar
ik heb geen moment enige afwijzing
gevoeld." En in de gevangenis? Ze ver
telt over de route die ze samen met
een humanistische raadsvrouw uitstip
pelde; hoe breng ik de boodschap op
mijn werk? De - toenmalige - direc
teur toonde een en al begrip en
schreef op de juiste toon een brief
waarin hij het gevangenispersoneel in
formeerde over de voorgenomen ge
slachtsverandering van collega Paul
Knoth. Die verspreidde zelf ook een
brief ('Ik ben wel twintig keer op
nieuw begonnen') onder zijn collega's,
waarin hij zijn situatie schetste. „De
dag daarop ben ik met beton in mijn
voeten naar mijn werk gegaan. Het lie
ve was: de eerste de beste collega die
ik tegenkwam zei: 'Haal dat lood
maar uit je schoenen.' Ik ben gewoon
aan het werk gegaan, heel stoicijns:
oogkleppen op en spulletjes pakken.
Mijn idee was: als er tegenstand komt,
dan ben ik hier weg. Ik was niet van
plan het gevecht aan te gaan. Maar al
mijn collega's hebben me onvoorwaar
delijk gesteund."
Het volkje achter de gevangenisdeu
ren reageerde iets minder begripvol.
Maar dat deert haar nauwelijks.
„Tachtig procent van onze populatie
bestaat uit allochtonen. Die hebben
het altijd over respect en die klagen
over discriminatie. Nou, ik zou ze een
grote spiegel kunnen voorhouden."
Op woensdag 24 april 2002 verander
de Paul defintief in Pascalle. „Mijn
moeder had een babyboekje gekocht
Pascalle Knoth
foto Mechteld Jansen
en daaruit heeft ze de naam Pascalle
gekozen. Want, zei ze: 'Ik heb je des
tijds op de wereld gezet en een naam
gegeven, nu je opnieuw geboren bent,
wil ik je weer een naam geven.' Is dat
niet fantastisch?"
Ze heeft geen vaste relatie, valt nog
altijd ('Ik heb er een stempeltje bij: les
bisch') op vrouwen en woont nog
steeds in Geersdijk. Nee, zegt ze, ze
heeft nooit overwogen om in de stad
de beschutting van de anonimiteit te
zoeken. „Ik denk dat ik in een stad
zou wegkwijnen. En ik heb het idee
dat ze me hier in het dorp accepteren
zoals ik ben. Mijn buurvrouwtje is 93.
Twee jaar geleden kwam ik terug van
mijn werk. Stond ze buiten de plant
jes te doen. We raakten aan de praat
en toen zei ze tegen me: 'Het gaat
buurvrouw worden, hé?' Dat soort
reacties zijn de krenten in de pap. Bij
het benzinepompstation waar ik vaak
tank, daar zit zo'n heel grote, nors kij
kende vent achter de kassa. Ik heb al
die tijd het idee gehad: die mag me
niet. Tot een paar weken geleden. Ik
stap er in mijn uniform naar binnen,
gaat hij voor me staan en zegt-ie: 'Ik
wil jou 's effe wat vertellen, ik heb zó
veel bewondering voor je'."
Willem van Dam
Op een woensdag was het. Woensdag 24 april 2002. „Die dag
werd ik opnieuw geboren."
Om even over half twaalf werd Paul Knoth in het VU-ziekenhuis in
Amsterdam door de klapdeuren naar de operatiekamer gereden. On
geveer zeven uur later ontwaakte Pascalle Knoth uit de narcose; ze
was van een meneer een mevrouw geworden.
„Eén grote jankboel. Ik was verschrikkelijk blij. Toen ik mezelf een
dag na de operatie helemaal in de spiegel kon bekijken - fantas
tisch!"
Flink postuur, grijze broek, donke
re trui, het lange, donkerblonde
haar in een staart gebonden. Ze pakt
een foto, de enige die zij uit 'haar vo
rig leven' heeft bewaard. De foto werd
destijds in Curacao gemaakt, toen Pas
calle nog Paul was en bij de mariniers
diende; een grote vent in een kraakwit
uniform, pet onder de arm. Die foto
laat ze soms zien, wanneer mensen
haar vragen: 'Maar hoe zag je er dan
uit toen je nog een man was?'
Als Pascalle Knoth (35 jaar, Geers
dijk) terugkijkt op haar jeugdjaren
ziet ze een schuchter joch, dat uren al
leen op zijn kamer kon zitten tekenen.
Een jaar of zes, zeven was Paul, toen
hij samen met zijn ouders, zijn jonge
re broertje en zijn oudere zus vanuit
Rotterdam-noord, naar Noord-Beve
land verhuisde, waar zijn vader een
baan kreeg als ober-kelner bij De Ban-
jaard. De kleine Paul speelde niet zo
heel veel buiten. En als hij dat al
deed, was het meestal met meisjes.
Het besef dat hij anders dan andere
jongens was, brak door toen hij naar -
wat toen nog heette - de ambachts
school in Goes ging.
„De interesses van de jongens sloten
totaal niet aan bij de mijne. Brom
mers, voetbal, meiden versieren, daar
hield ik me écht niet mee bezig. Maar
met de meiden optrekken kon ik ook
niet. Heel verwarrend allemaal. Ik
raakte steeds meer in mezelf gekeerd.
Ik was een heel vlakke, bijna onzicht
bare jongen, een blinde vlek, ik was
geen item."
Nee, de leerkrachten vroegen Paul
Knoth nooit: 'Goh joh, wat ben je stil
letjes, is er iets aan de hand?' Want:
„Op de lessen draaide ik gewoon mee
en na schooltijd had ik geen contact
met die leraren."
Thuis hadden ze evenmin iets in de ga
ten. „Ik denk dat mijn ouders al blij
waren dat ze tenminste één rustig
kind hadden. Ze hadden hun handen
vol aan mijn broertje. Dat klinkt mis
schien alsof ze niet geïnteresseerd in
mij waren, maar zo was het niet. Mijn
ouders zijn altijd respectvol met ons
omgegaan. We mochten doen wat we
wilden, binnen bepaalde grenzen na
tuurlijk. Mijn broertje was de wilde
bras, die kwam ongeveer om de twee
weken met een nieuwe vriendin thuis.
Ik was 180 graden de andere kant op.
Mijn vader heeft wel eens geprobeerd
mij op voetbal te krijgen, maar toen ik
zag hoe ze daar op mekaar liepen te
schelden was ik dat gauw zat. Ik ben
toen gaan hardlopen. Heb ik veel ge
daan; kilometers hardlopen, in mijn
eentje."
Hij was een jaar of achttien toen hij
('Meegesleurd door mijn zuster') voor
het eerst uitging. „Ik vond er niks
aan. Want het lullige was: wat die mei
den leuk vonden, dansen en zo, vond
ik ook leuk. Wat die jongens deden -
een beetje stoer aan de bar hangen,
dat sprak mij helemaal niet aan. Waar
om was ik niet als de rest? Waarom
paste ik niet in het plaatje? Daar zat
ik steeds meer mee. Ik kreeg rare
5
Naam:
Pascalle Knoth
Geboren:
30 augustus 1968 in Rotterdam als
Paul Knoth
Woonplaats:
Geersdijk
Opleiding:
LBO- Goes
Werk:
1988-1995 marinier
1996-1997 exploitant lunchroom
in Vlissingen
Sinds 1997 werkzaam bij
Justitie; bewaker in
Torentij d Middelburg.
ideeën, heb een paar keer met het idee
gespeeld om zelfmoord te plegen."
Het was in de tijd dat Nederland nog
de dienstplicht kende. Paul Knoth ('Ik
had dankzij dat hardlopen een moord-
conditie') koos voor de mariniers. „Je
hoorde wel eens van mensen die bij de
landmacht of de marine hadden geze
ten, dat ze zich daar het schompes ver
veelden. Dat wilde ik niet. Bij de mari
niers word je dermate lichamelijk af
gemat - ik ging niet meer piekerend
naar bed. Dat heeft me wel rust ge
bracht. En dat machowereldje daar,
ach, dat valt best mee.
Bij de mariniers word je afgerekend
op je prestaties. Je hebt barmariniers
en mariniers die presteren in het veld.
Ik behoorde tot de laatste categorie.
En dat ik niet meeging op kroegen
tocht en niet achter de meiden aan
liep, dat werd gewoon geaccepteerd,
want ze wisten wat ze in het veld aan
mij hadden."
In die periode ook liep hij tegen San
dra op. „Op een avond dacht ik: 'Ieder
een kan me wat, ik ga lekker stappen.'
Ik trok de stoute schoenen aan en ont
moette Sandra."
Het waren haar ogen die het deden,
haar hele uitstraling. Paul werd ver
liefd. Tot over zijn oren. Drie jaar la
ter trouwden ze en begonnen samen
een lunchroom in Vlissingen. Die liep
niet zoals ze zich gewenst hadden en
na een jaar moesten ze alweer naar
een andere broodwinning uitkijken.
Paul Knoth kwam (nadat hij op ad
vies van een vriendin een open dag
van de gevangenis in Breda had be
zocht) bij justitie terecht en werd in
'97 cipier in het Middelburgse huis
van bewaring Torentijd.
Geen echte schok
Pascalle weet het niet meer precies;
het was óf na een televisie-uitzending
óf na lezing van een artikel over trans-
Het laatste autostrand van Nederland,
in Oostvoorne, moet nu ook dicht.
Daarmee is het hele Nederlandse strand
langer toegankelijk voor - veelal - vier-
wielaangedreven wagens. Het Zuid-Hol
lands Landschap, eigenaar van dit stuk
strand, maakt er geen vrienden mee. Maar:
.,In een vogelbeschermingsgebied hoort
•geen gemotoriseerd verkeer.
Natuurlijk is het ook uit frustratie, die ja
renlange strijd van ir. A. van der Kinaap uit
Oostvoorne tegen de voorgenomen sluiting
van het Autostrand. Van der Knaap (79)
herinnert zich hoe hij als jochie van tien in
z'n uppie door de duinen trok om in zee te
zwemmen. „Het strand was veilig. Liep
langzaam af. Nog steeds. Daarom vinden
die kite-surfers het zo mooi. Je kunt hier
'lekker oefenen."
Van der Knaap richtte in 1992 de Stichting
Behoud Autostrand Oostvoorne op en voer
de het afgelopen decennium talloze rechts
zaken om sluiting te voorkomen. En nu?
Wordt de stichting komende maand opgehe
ven? Van der Knaap: „Het is niet afgelopen.
Ik verwacht eerlijk gezegd dat er burgerlij
ke ongehoorzaamheid zal zijn, dat er toch
over het strand gereden zal worden. Met ste-
vierwielaangedreven wagens kom je
een eind, hoor."
v"Het Autostrand op een mooie zondag. Tien
lallen auto's staan in rijtjes op het zand ge
parkeerd. Honderden recreanten waaieren
in alle windrichtingen uiteen. Door vliegers
voortgetrokken buggy's scheuren over de
vlakte, tientallen vliegeraars zijn uren met
hun hobby in de weer, wandelaars laten
honden uit. Groepen kite-surfers scheren in
de verte over het water.
Een Alfa Romeo oldtimerclub, type Giulia,
heeft het strand als doel in een tochtje over
het eiland opgenomen. „We hebben dit
uitje bewust naar het Autostrand gepland,"
zegt organisator John Tolbroek, „een laat
ste keer, nu het nog kan. We betreuren de
sluiting, het is toch een unieke plek in Euro
pa."
Willy van Diggele is met een groep klanten
op het strand neergestreken. Ze ïunt in
Schiedam de Paddestoel, een speciaalzaak
voor vliegers. Stilletjes heeft ze nog de
hoop dat de storm ook dit jaar zal over
waaien. „Ik hoor al jaren dat het strand
wordt afgesloten", vertelt ze. „Als het nu
definitief is, zou dat heel jammer zijn. Het
mooie is dat hier geen zonaanbidders zijn,
die we met het vliegeren hinderen."
Gerard van den Berg, directeur van het
Zuid-Hollands Landschap, blijft er rustig
onder. Het strand wordt alleen afgesloten
voor gemotoriseerd verkeer, geeft hij aan.
Het strand van het eiland Voorne-Putten
blijft wel degelijk toegankelijk voor wande
laars, herhaalt hij nog maar eens.
Recreatie blijft mogelijk. Bovendien wordt
een uitzondering gemaakt voor het jaarlijk
se vliegerfeest. Die ene dag in het jaar mo
l&la
Het autostrand bij Oostvoorne
gen er toch auto's het strand op. Zolang de
natuur het toelaat. „We zullen de toegang
niet vrijhouden, wind en water krijgen vrij
spel."
Fourageergebied
Daar gaat het vooral om, blijkt uit zijn ver
haal. Hij zet de belangrijkste argumenten
op een rijtje: „Hoe je het ook wendt of
foto Wil van Balen/GPD
keert, het is een vogelbeschermingsgebied
waar de rust ernstig wordt gestoord door
allerlei activiteiten. Tellingen geven aan
dat het aantal broedende vogels op de slik
ken afneemt. Het terrein is een belangrijk
fourageergebied voor trekvogels. Neder
land dient zich te houden aan internationa
le afspraken en is verplicht dit gebied veilig
te stellen. Dat is het allerbelangrijkste. Ver
der verwachten we dat er na de afsluiting
interessante morfologische veranderingen
zullen plaatsvinden, er zullen nieuwe stuk
ken duin ontstaan, misschien een natte
duinvallei. Ook is het gebied biologisch ge
zien aantrekkelijk omdat er zowel schoon,
zoet water uit de duinen is in combinatie
met zout zeewater. Het is een bijzonder,
brak milieu."
Van den Berg heeft nooit onder stoelen of
banken gestoken dat hij het strand al tien
jaar eerder had willen afsluiten. Lange en
lastige procedures, onderzoeken, politieke
tegenstand van de Westvoornse gemeente
raad, onderhandelingen over compenseren
de maatregelen en slepende rechtszaken
hebben de sluitingsdatum jaar in jaar uit
opgeschoven.
Dat uitstel beschouwt Oostvoornaar Van
der Knaap als het grootste succes van de ju
ridische steekspelletjes. „We hebben de
zaak jarenlang vertraagd, dat hebben we
bereikt. En dan: niets doen is beroerder dan
je verzetten en uiteindelijk niet je zin krij
gen", aldus Van der Knaap.
Meerdere keren heeft de Stichting tot Be
houd van het Autostrand, gesteund door
duizenden sympathisanten, bij de Raad van
State gehamerd op het voornaamste argu
ment: het gewoonterecht. Mensen komen al
eeuwen op het strand en sinds er auto's
zijn, zijn er auto's geweest op het Oost-
voornse strand.
„De rechters hebben de zaak echter nooit
inhoudelijk getoetst. Het is nooit een eerlij
ke procesgang geweest. De Raad van State
is er om politieke besluiten af te dekken."
Voor Van der Knaap is het duidelijk dat de
sluiting wisselgeld is voor de aanleg van de
Maasvlakte, waaraan Oostvoorne volgens
hem toch al niet veel plezier beleeft. „Er
moest ter compensatie een kustmoeras ko
men."
Met de afsluiting in zicht houdt Van der
Knaap op zijn beurt een pleidooi voor
nieuw vrij toegankelijk recreatiegebied ter
compensatie van het gebied dat straks 'ver
dwijnt'. „Het gaat om 40 hectare strand,
vergeet dat niet", benadrukt de gepensio
neerde actievoerder.
ZHL-zegsman Van den Berg: „De noord
oever van het Oostvoomse Meer is toegan
kelijk, ook voor bijvoorbeeld gehandicap
ten die met hun auto tot aan de waterlijn
willen rijden. Er zijn daar recreatieve voor
zieningen getroffen. Verder is er door de na
tuur een nieuw vrijliggend fietspad aange
legd, waar duizenden mensen plezier aan
gaan beleven."
Vanaf De Brielse Gatdam kunnen recrean
ten lopend het strand op, ook de kitesur-
fers, een sport die in de ogen van Van den
Berg 'niet positief is voor de natuurwaar
den.' „Het is absoluut een concessie van ons
dat we het met de kitesurfers willen aankij
ken. Ze mogen hun sport beoefenen, mits
het niet te verstorend werkt."
Ad Hoogerweri