PZC tussendoortje Ik laat me niet muilkorven voor geld RUDEN RIEMENS Frits Bom zaterdag 25 september 2004 O G Voor het eerst in zijn leven heeft hij de tijd om maan den in zijn caravan aan de Cos ta Blanca te bivakkeren. Ver weg van het rumoer rond zijn tv-reclame als Leningman ge niet Frits Bom (60) van het le ven. De zoon van een kaste lein, die vanaf zijn dertiende zijn eigen weg ging, voelt zich nog lang niet afgedankt. „Dat maak ik zelf wel uit." Frits Bom: „De mensen die vinden dat ik geen reclame voor een be drijf mag maken, lijken op die van vroeger die vonden dat ik eenzijdig en demagogisch was over bedrijven. Moet ik die kritiek serieus nemen? Al die drukte, twee mensen hebben ge klaagd bij de Reclame Code Commis sie. Twee! Meer niet. Dus het is meer een media-actie dan een consumen tenreactie. Ik heb eigenlijk altijd reclame ge maakt, want in mijn programma's zei ik wat je wel en niet moest kopen, met wie je wel en niet op reis moest gaan. Als ik ooit weer iets zou doen in de vorm van een consumentenman en het bedrijf waarvoor ik nu recla me maak blijkt structureel mensen te misleiden, dan komen ze bij mij bovenaan het lijstje te staan. Mijn programma's werden gespon sord, er zaten commercials in, maar ook onze eigen reclamemakers kre gen er van langs als ze dingen deden die niet deugden. Ik laat me niet muil korven voor geld. Iedereen mag van mij geld verdienen, veel geld desnoods. Dat tv-presenta- toren net zoveel verdienen als een top-voetballer, ik vind het overdre ven, maar oké, ik gun iedereen het beste. Geld verdienen met reclame mag van mij ook, heb ik niets op te gen. Doe het dan wel met overgave en anders dan Jan Mulder. Geestig spotje, absoluut, maar het heeft de toon van: Ik doe het wel, maar ik doe het toch eigenlijk ook niet. Ik vind als je dan tóch reclame maakt, doe het dan niet terughoudend, niet laf, maar stort je er volledig in, met alle gewicht. Dat heb ik dus gedaan. Ik ben een ondernemer, ik heb een éénmans bedrijf. Ik wil niet groot zijn, ik wil geen personeel meer, maar ik maak wel jaarlijks een soort begroting: wat is mijn gewenste inko men? Ik heb niet zoveel noten op mijn zang, ik zit nu een paar maan den lekker met mijn vrouw aan de Costa Blanca. Ik heb niet te klagen, maar ik ben echt niet rijk geworden van mijn tv-werk. Als er dan zo'n aanbieding voor een tv-spotje komt, ga je na denken. Ik heb het met mijn vrouw Annemiek besproken en met een paar goede vrienden. Die vrienden vonden het geen probleem, want die hebben altijd al gezegd: 'Frits, jij bent heel dom, jij had al lang en breed een vermogend producent kun nen zijn'." „Moet je nou kijken, zitten we hier lekker aan het strand te eten en te drinken en geen Spanjaard die op je let. Het leven is hier zoveel ontspan- nener. Zie je dat uitgestrekte strand... zo'n dertig kilometer verder op ligt Benidorm. Daar heb ik heel wat voetstappen liggen, als Vakantie man. Vroeg ik aan vakantiegangers of ze op een landkaart wilden aanwij zen waar Nederland lag en dan we zen ze Oostenrijk aan. Welnee, niet om ze voor schut te zetten, het was hoofdzakelijk lol. Ik heb een onge schreven afspraak met mijn publiek, dat weet dat ik het hart op de goede plaats heb zitten. Ik vind het wel jammer dat zulke pro gramma's er niet meer zijn, want er is momenteel absoluut ruimte voor een consumentenprogramma in de sfeer zoals ik ze maakte. En voor een vakantieprogramma. Er zijn tegen woordig alleen maar reisprogram ma's, geen vakantieprogramma's. Er is helaas geen inzicht in de waar de, de marktwaarde van de program ma's waar ik het over heb. Niets ten nadele van een programma als Ra dar, ik vind het de beste consumen tenrubriek van dit moment. Omdat er verder nog zo weinig is, worden ze gedwongen te zware thema's aan te pakken om structurele veranderin gen af te dwingen, terwijl een consu mentenprogramma voor incidenten moet kiezen. Geen incidentenjoumalistiek, dat is weer wat anders. Het tonen van reek sen incidenten legt structuren bloot. Als je een kapotte videorecorder laat zien, dan moet je weten dat er nog dertig zijn, anders word je uitgela chen, maar die laat je niet allemaal zien. Verder, wat je wilt vertellen, breng je met behulp van amusement. Infotainment dus. Ik wil niet zeggen dat ik dat heb uitgevonden, dat is pe dant, maar ik was wel een van de eer sten die het deed." „Wat ik wil, wat ik zie. hoort op tele visie, want tv is macht. Dan bedoel ik niet dat ik macht wil, maar het is meer, eh, kracht. Daar doe je iets mee, kun je iets mee bereiken. Die macht krijg je van de kijkers. Die kan tegen een winkelier zeggen: je doet dit of dat, want anders schrijf ik de Ombudsman. Tot die winkelier zegt: 'Die Ombudsman kan me wat. Dan is het over.' Joh, het is een waan zinnig leuk spel. Mensen worden nog steeds bedrogen, zijn nog steeds niet kritisch met hun aankopen. Terwijl er inmiddels veel ten gunste voor de consument is ver anderd door het nieuwe burgerlijk wetboek. De consument heeft tegen woordig een geweldige voorsprong op de verkoper of leverancier. Hij weet het alleen nog niet. Zo'n programma moet nu wel in een hoger tempo, meer aangepast aan de tijd, maar veel zaken zijn ten onrech te weggegooid: het spelelement, de hilariteit, dat kan allemaal zo van stal worden gehaald. Reken maar dat het scoort. Ik heb wel eens voorge steld om mijn salaris te koppelen aan de kijkcijfers. Wilden ze niet. Ik zeg dat niet, omdat ik zo nodig wil pre senteren, ik ben niet het middelpunt van de wereld. Mensen denken mis schien dat ik zo in elkaar zit, omdat ik veel in het middelpunt van de aan Frits Bom aan de Spaanse Costa Blanca dacht sta. Dat is hun beleving, niet de mijne. Het gaat niet om Frits Bom, het gaat mij niet om de bühne, het gaat mij om het gebruik ervan. Mijn hele leven ben ik programma's kwijt geraakt, ik ben gewend geen programma meer te hebben. Het mooiste programma dat ik ooit ge maakt heb heette: Elke Nederlander wordt geacht de wet te kennen. In eens was het weg. Terwijl het zeer hoog scoorde. Dat waren klappen, maar niet in de zin dat ik het gevoel had dat mijn carrière werd afgebro ken. Dat maak ik zelf wel uit. Ik heb een eigen toko, een eigen studio, ik maak programma's, ik maak muziek, het liefst voor mezelf, ik componeer, ik werk aan boeken. Ik doe wat ik leuk vind." „Mijn vader was kastelein, ik ben bo ven een kroeg opgegroeid. Mijn ouders hebben zoveel mogelijk gepro beerd mij uit die sfeer te houden, ik hoefde ook niet te helpen, maar ik heb toch behoorlijk wat drankmis bruik gezien. Daardoor heb ik mijn hele leven geen druppel jenever ge dronken. Wel andere versnaperingen. Dat moet ik er bij zeggen, anders gaan mensen die mij kennen roepen: 'Wat zit die Bom nou te bazelen?!' In die tijd werd er alleen jenever gedron ken, dat was de enige sterke drank die mensen konden betalen. foto Harmen de Jong/GPD Ik heb een ongelooflijk leuke jeugd gehad, mijn vader gunde mij alles, maar ik heb niet veel deelgenomen aan het gezinsleven. Vanaf mijn der tiende was ik eigenlijk altijd weg. Ik zat op de MULO, maar ik hoorde dat je op de Havenvakschool drie gulden vijftig zakgeld per week kreeg. Ik heb alles uit de kast gehaald om mijn ouders te overtuigen dat ik daar naar toe moest. Het was een heerlijke tijd, de jaren vijftig in Rotterdam, alles kon en ik pakte alles aan. Ik zat bij een toneel groep, in verschillende orkesten, maar de mensen met wie ik toneel deed, wisten niet dat ik trombone speelde, en andersom. Het waren veel levens naast elkaar. Ik hield ze alle maal strikt gescheiden, omdat ik bang was dat rijke leven te verliezen. Tot het moment dat ik onder de ba len moest lopen. Want daar werd je uiteindelijk voor klaargestoomd: wer ken in de haven, schepen laden en los sen. Toen groeide snel de behoefte om iets anders te gaan zoeken. Niet omdat ik er op neer keek, nóóit, maar omdat ik echt iets anders wilde. Daar ben ik ook bij geholpen, want ik kon in een personeelsblad gaan schrijven en zo ben ik weer als mede werker bij de Havenloodshet Vrije Volk en het Rotterdams NieuwsbM terecht gekomen. En uiteindelijk als verslaggever bij het NOS-jourrml Ik heb nooit een carrière gepland, ik wist alleen heel goed wat ik niet wi de. Toch is het niet zo dat het mets aan komen waaien, ik heb hard moe ten studeren, maar ik werd wel altijd gevraagd, ik heb eigenlijk nooit hoe ven solliciteren. Ik vond het allemas. prachtig, het werk was de kick en Gat is nooit veranderd. Werk en privé lopen bij mij door ei kaar, ook omdat mijn vrouw en ik veel samen doen. Daarom is het voor mij ook nooit over, ik ben ook niet van plan om met pensioen te gc barst van de energie, maar dat kan alleen doordat ik mezelf discipline opleg. In leefstijl, maar ook door vee! te blijven lezen, zelfs over de dinger, waar je weinig aan hebt zoals poli tiek. Ik wil vat houden op de dingen, vat houden op mijn leven. Zo zit ik in ei kaar. Gelukkig heb ik in de muziek een geweldige uitlaatklep, niet allee: om zelf trombone en piano te spelen maar vooral opera. Soms is dat heel heftig. Blijkbaar zit dat in me, want mijn ouders hadden het niet en mijn broer en drie zussen ook niet. Een tijdje geleden zat ik met mijn vrouw bij Rigoletto en ineens stroom den de tranen over m'n wangen, maar zo erg dat het niet meer te be heersen was. Ai-men voor mijn ogen en in grote schaamte bidden dat het nog lang donker blijft in de zaal. Als dat soort echte emoties je niet meer overkomen, verliest het leven zijn be tekenis." Dick Hofland

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 22