PZC Geheimhouding is duisternis Nieuwe trends elke zaterdag in de PZC 22 @ctie KRANT VOOR ZEELAND vrijdag 17 september 2004 Lezersredacteur A. J. Snel is bereikbaar per post op het adres van de Centrale Redactie van de PZC, Stationspark 28, Postbus 31, 4460 AA Goes. Telefonisch: 0113-315660. E-mail:Lezersredacteur@pzc.nl Het forum waarop lezers zich kunnen uiten over actuele zaken is bereikbaar via internet: unmv.pzc.nl. Over twee steden schreven le zers ons de afgelopen dagen. Of liever, over een wijk in Bagdad en over Tholen. Sadr City S.P. van der Zee uit Middelburg vindt het opmerkelijk dat in de ze krant de aanduiding Sadr Ci ty wordt gebruikt in plaats van Sadr Stad. Het gaat hier om een wijk van Bagdad waar zich de verzetshaard van de sjiitische geestelijk leider Muqtada al Sadr ophoudt. Onder Ameri kaanse invloed is aan die wijk een naam gegeven die intussen internationaal een begrip is ge worden. De redactie van de PZC heeft die aanduiding overgeno men, maar ziet die keuze ook zelf als arbitrair. Het had ook Sadr Stad kunnen worden. Tholen City C.F. Stevense uit Middelburg be rispt ons omdat in een bericht over de 102-jarige Johannes Deurloo diens woonplaats Tho len tot dorp wordt gedegra deerd. „Dit 'dorp' heeft al sinds 1366 stadsrechten", schrijft Ste vense. „Tholen behoorde ook tot de stemhebbende steden in de Staten van Zeeland. De afge vaardigden hadden hun eigen onderkomen in de Middelburgse Abdij, het zogenaamde Thoolse huis." En: „Tenslotte maakt het voor een Tholenaar een groot verschil of je uit Tholen-stad komt of van 't eiland." door A.J. Snel Een terloops zinnetje in een verslag over de slechte toegankelijkheid voor gehandicapten van het nieuwe, Middelburgse stadskantoor. P.Lamers van de commissie toegankelijkheid van de Stichting Werkgroep Gehandicapten Walcheren maakt melding van vergeef se inspanningen en zegt: „We zijn er ruim twee jaar mee bezig geweest. In die tijd hebben we afgesproken dat we niet met de pers zouden praten." Die 'we' zijn de stichting en de Middel burgse wethouder L.M. Luitwieler. De twee partijen zijn op enig moment gaan overleggen over de vraag hoe mensen in een rolstoel het huis dat van alle bur gers is, zouden kunnen binnengaan zon der overbodige barrières te hoeven ne men. Luitwieler herinnert zich dat de stichting tijdens een eerste bijeenkomst aankondigde over het vraagstuk met de pers te praten. „Ik heb niets tegen de pers of tegen openbaarheid, maar voor zover ik weet heb ik toen wel iets ge zegd van 'naar de pers lopen, dat kun je altijd nog doen'. Daar hebben de men sen van de stichting mee ingestemd en ze hebben zich eraan gehouden." Het betreft hier een luttel voorval, maar er spreekt een zekere krampachtigheid uit waarmee de media vaker worden ge confronteerd. Bestuurders nemen dik wijls een dubbele houding aan ten op zichte van de pers. Televisie, radio en kranten worden teder bemind in verkie zingstijden maar buiten die korte perio den is de verhouding vaak wat afstande lijker. Weinig politici hebben het woord van Thorbecke 'Openbaarheid is licht, geheimhouding duisternis' uitvergroot op hun kantoor hangen. Ze belijden wel een diepe hunkering naar openbaarheid maar ook sinds de roerige periode For- tuyn is er nog altijd een zekere hang naar het beraad in de achterkamer. Gêne Allicht heeft dat te maken met een zeke re gêne. Als bestuurders, die vóór hun aantreden op het politieke podium wil lekeurig wat voor functie hebben be kleed, plotseling voor het oog van een aantal waarnemers in onderhandeling moeten treden over de aanleg van een park of de bouw van een omvangrijk kantoor, dan treffen ze als regel mensen tegenover zich vanuit een onbekende discipline en van een ander kaliber dan zij zelf hebben. De wethouder die in ge- Over de (on)toegankelijkheid van het Middelburgse stadskantoor werd in besloten kring gesproken. foto Ruben Oreel sprek gaat met een ervaren architect en met een aannemer van formaat, krijgt het moeilijk. Hij verkeert plotseling in een wereld die wat groter en harder is dan hij gewend was en het kost hem moeite tegenspel te geven. Dat levert niet altijd scènes op die de betrokken bestuurder gaarne vertoond ziet. Hoe de besprekingen rond de toeganke lijkheid van het Middelburgse stadskan toor zijn verlopen, blijft in het verborge ne, maar de uitkomsten kunnen bezij den het Kanaal door Walcheren worden aanschouwd: de wil om een beeldbepa lend project neer te zetten is sterker ge weest dan de wens het gebouw voor ge handicapten makkelijk toegankelijk te maken. De helling die naar de ingang leidt, is te steil voor wie zich in een rol stoel moet voortbewegen. Soms schuiven bestuurders gezochte ar gumenten voor om hun activiteiten bui ten de publiciteit te houden. Toen eind jaren vijftig de plannen voor de bouw van de Zeelandbrug uitlekten, bezwoe ren gedeputeerden dat publicatie ervan bij het rijk zoveel weerzin zou wekken, dat het project in Den Haag zou worden afgeschoten. Er werd gepubliceerd en er werd gewoon gebouwd. Affaire Heel vaak berust de tegenzin tegen openheid niet zozeer op schuwheid, maar veel meer op gewichtigdoenerij. Na de belastingaffaire bij de provincie, in 1990 en 1991, besloten de opvolgers van de heengezonden gedeputeerden, op aanbeveling van de toenmalige afde ling voorlichting, ernst te maken met verruiming van de regels voor openbaar heid. Voortaan zouden besluiten van het college van Gedeputeerde Staten aanstonds nadat ze waren genomen naar buiten worden gebracht. Het Zeeuwse provinciebestuur liep daarmee landelijk gezien voorop. Op lokaal be stuurlijk niveau werd moord en brand geschreeuwd. Beslissingen van GS over zaken die gemeenten aangingen, kwa men naar buiten nog voordat de colle ges van B en W en de raadsleden op de hoogte waren gesteld. Er was veront waardiging over het feit dat de volksver tegenwoordigers uit de krant moesten vernemen hoe GS over hun zaken oor deelden. Waarop die consternatie berustte? De gekozenen lagen in kennis niet meer steeds voor op de kiezer en konden min der gewichtig doen over hun bevoor rechte positie. Het gekerm over de nieuwe aanpak is goeddeels verstomd. Vrijwel iedereen is eraan gewend dat Middelburgse beslis singen snel wereldkundig worden ge maakt. Daarmee zijn niet alle achterka mers opgedoekt. Openbaarheid is kenne lijk vaak nog een taaie materie. De Zceuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek speurt naar hei mooiste Zeeuwse woord en heeft een wedstrijd uitgeschreven om dat te vinden. Op Forum, de digitale zeepkist van deze krant, stel. den we de vraag aan de orde of en in hoeverre de Zeeuwse dialectee gewaardeerd worden en of ze al dan niet bewaard moeten blijven Dromen Annejet reageert met de opmerking dat het Zeeuws als taal niet be- staat omdat er van streek tot streek en van plaats tot plaats grote verschillen zijn in woordkeuze en uitspraak. „Zuinig op het Zeeuws, maar is er wel een dialect te benoemen? Ik kom zelf uit Zeeuws-Vlaanderen maar woon meer dan veertig jaar op Zuid-Be- veland. Dat kan ik dan ook spreken en verstaan maar als ik boos j ben of droom, dan praat ik Zeeuws-Vlaams. Wat een vraag," roept een Forumbezoeker, die opereert onder de naam 'Zeeuw', uit. „Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is," Baddy Goedegebuure vindt dat we natuurlijk zuinig moeten zijn® het Zeeuws. „Ik vind dat de jeugd meer het Zeeuws moet praten a niet dat semi-Rotterdams wat ik veel hoor als ik in Zeeland ben. Wees trots op je dialect! Tegeltje B. Ricklefs-van Rooijen woont sinds 1953 in Canada en laat wet® „Zelf ben ik geen Zeeuw. Mijn vader kwam wel uit Zeeland en va- gat zijn dialect nooit. Jammer genoeg kan ik zelf het dialect niet spreken maar ik vind dat ik het aardig goed versta. Het is echt triest dat veel jongeren uit de Zeeuwse steden het niet spreken of j zich er zelfs voor schamen. Thuis heb ik een tegeltje waarop staat: 'De Zeeuwse taele is de mooiste taele van aollemaele'. Dat is vol gens mij echt waar. Dus, niet laten uitsterven. Iedere dag lees ik tht voorpagina van de PZC en het nieuws van Walcheren op het Inter net, vooral het stukje Zeeuwse Almanak en ik voel me een beetji leurgesteld als het in gewoon Nederlands geschreven is. Meer Zeeuws gebruiken alstublieft." Krampachtig „Wat we willen, doet niet zo ter zake", stelt een schrijfster die zié Mignon noemt. „Taal kun je niet kunstmatig in leven houden. Het Zeeuws blijft; of het verdwijnt op den duur. Dat valt niet te beïn vloeden. Het is best aardig op scholen les te gaan geven in de Zeeuw se dialecten, maar kinderen die het niet van hun ouders hebbenmee- gekregen, zullen er altijd krampachtig mee omgaan. Je kunt zeer iets óver leren maar je kunt het ze niet leren. Pogingen daartoezija geen zinloos. Het mooie van de Zeeuwse dialecten is dat ze als voer tuig kunnen worden gebruikt om heel genuanceerd uitdrukkingte geven aan emoties. Wie van huis uit een extra taal heeft meegekre gen, die heeft geluk gehad. Wie als kind géén dialect heeft leren spreken, zal zich het Zeeuws nooit helemaal eigen maken. Niks for ceren dus." Mignon houdt er trouwens wel degelijk een favoriet Zeeuws woord op na: 'fiefakkerieën'. Dat zijn 'grilligheden' of 'kunsten', in de bete kenis van 'streken'. Het woord heeft een positieve lading. Anders dan het nabijgelegen 'fertuten'. Het met alle macht in stand willen houden van het Zeeuws valt te rangschikken onder het kopje 'fertu ten', leert Mignon ons. Citaat Niets is zo permanent als een tijdelijk overheidsprogram ma. Milton Friedman I pw k «4"WW"»1»"** Mf De PZC beschrijft de jongste trends. Eigenzinnige ontwerpen, uitzonderlijke hebbedingetjes, uitzinnige mode. Maar ook zeer serieuze trends in gezondheidszorg, wetenschap en de wekelijkse pagina's Jong. ct'sirssM?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 40