Met humor moetje uitkijken De weduwe van Zappa zei: die jongen is niet goed wijs PZC Bloed, zweet, tranen en plezier Veldhuis Kemper Triggerfinger Egon Kracht speelt Joe's Garage woensdag 8 september 2004 Dat we in Nederland nog nooit van Triggerfinger ge hoord hebben, is niet zo raar. De band bestaat weliswaar al bijna zeven jaar, maar pakt de zaken weloverwogen aan. Rus tig opbouwen, is het devies van zanger-gitarist en oprichter Ru ben Block. „En als we op een dag een miljoen platen verko pen, zien we wel verder." Inmid dels heeft het powerrocktrio het Belgische clubcircuit al drie keer doorkruist en is er een de buutalbum. Dus moet Neder land er maar eens aan geloven. Block (33) zat vroeger in de psy- chobilly-surfband Sin Alley en het aan Garbage verwante Ange- lico en heeft tegenwoordig een nieuw project, Drunken Maria, dat The Stooges probeert te krui sen met Johnny Cash. Bassist Paul van Bruystegem, die onder anderen met de Amerikaanse zangeres BJ Scott speelde, heeft volgens hem een c.v. als sessie muzikant om de vingers bij af te likken. En drummer Mario Goos- sens maakte deel uit van de ei genzinnige Belgenpopbands Monza en Noordkaap en drumt bij Hooverphonic en het Engelse The Keytones. De heren hebben sterk uiteenlopende muzikale achtergronden, zoveel is duide lijk. Maar als ze samen spelen, gebeurt er iets speciaals. „Dan is er een vonk, en ontstaat er smerige rockmuziek met een sterke seksdrive. Een groove waar seks in zit. En een hoge grr-factor." Hij gromt, ter illu stratie. Onlangs verscheen Triggerfin- gers titelloze debuutalbum. Ze produceerden hem zelf. Want dat heeft zo zijn voordelen. „We hoefden alleen rekening te hou den met onszelf. Als wij met on ze knuistjes in de lucht stonden te springen, was het goed." De basis van de nummers speel den ze samen in, vervolgt de Ant werpenaar. Live, want dat geeft de beste bo dem. En de bodem, daar draait het om in de rockmuziek. „Er is een tijd geweest dat bands expe rimenteerden met veel sublaag en tophoog in hun geluid. Maar het gaat juist om de middento nen. Die korrel in de gitaren, ter wijl op hetzelfde moment ie mand als een gek op de drums klopt." Block is blij dat ze de juiste tech nici vonden om de songs af te mixen en te masteren. Jo Francken, die ook met Admi ral Freebee en JanezDetd. werk te, begreep bijvoorbeeld precies waar ze naar toe wilden. Ze hoefden het alleen maar voor te neuriën. Of te grommen. En Raf Roesems, die de mastering deed. was blij dat hij helemaal los mocht gaan. Hij is verantwoor delijk voor het grote, ruige over all-geluid. „Daar hebben we ge luk mee gehad. Te weinig bands beseffen hoe belangrijk het masteren is." Dat Triggerfinger op het debuut album doet denken aan zowel Led Zeppelin en Black Sabbath als aan Monster Magnet, Sound garden en Queens of the Stone Age, neemt hij ter kennisgeving aan. „Wat wil je, met gasten die een platencollectie hebben die gaat van Johnny Cash tot AC/DC en Beastie Boys?" Maar dat Triggerfingers roots in de jaren zeventig liggen, wil hij wel toegeven. En dat Triggerfin- ger daarmee minder hip is dan de meeste Belgische bands van het moment, ook wel. „Daarom heeft het in België ook wel even geduurd voordat de radio ons oppikte. We zijn niet zo'n hip bandje dat mikt op een hype." Maar je kunt uiteindelijk beter aan een solide carrière werken dan op een kortstondige trein springen, vindt hij. „De muziek maken die je graag maakt. Fijne plaatjes maken en spelen. Dat is de essentie. Bloed, zweet, tranen en plezier. En laat het dan maar stillekes groeien." Wat optredens in eigen land be treft zijn ze al behoorlijk ver wend, vindt Block. Werchter, Pukkelpop, de Gentse Feesten, Marktrock, het kon dit jaar niet op. Maar omdat ze het Belgische clubcircuit inmiddels al drie keer hebben gehad, is het nu tijd voor een volgende stap. „Je moet overplay vermijden. We moeten het nu maar eens in Ne derland proberen." Wedden dat Triggerfingers 'psychedelische powerrock met een korrel' hier minstens zo goed valt als in Bel gië? Triggerfinger presenteert zijn debuutalbum op 1 septem ber in Amsterdam (Paradiso). Rob Broere Triggerfinger: 8 september Utrecht (Ekko), 10 september Tilburg (013), 11 september Rotterdam (Water front) en 24 september Leiden (LVC). Het debuutalbum verscheen bij Green Lfant/Bang! De Belgische band Triggerfinger an snelle reclame mannetjes ontwikkel den Remco Veldhuis en Richard Kemper zich tot cabaretduo. Het gezamenlij ke levensdoel leek daarmee bereikt. Tot ze vorig jaar hun eerste cd uitbrachten en daar mee de status van popsterren verwierven. Hoog tijd voor een tweede plaat én een thea terconcert. Een paar jaar geleden nog gingen vele wenkbrauwen omhoog over de 'zuiverheid' van het cabaretduo Veldhuis Kern- per. De twee zakenmannetjes uit de reclamebusiness werden niet zomaar geaccepteerd in een wereld waarin juist die snelle carrièremakers als zijzelf gere geld op de korrel worden geno men. Maar Veldhuis Kemper namen de 'foute mannen' zelf ook op de hak en daarmee groei de de waardering voor het caba retduo gestaag. De Haarlemmers kregen per sei zoen de zalen steeds gemakkelij ker vol. Het tweetal was tevre den met het behaalde resultaat, omdat ze voor hun gevoel hun droom hadden waargemaakt. Tot vorig jaar, toen bleek dat ze de grens van hun carrière nog helemaal niet hadden bereikt. Ineens werden ze overgeboekt naar de grote zalen en schreeuw de Nederland om Veldhuis Kemper. Het succes was te dan ken aan het debuutalbum dat ze in 2003 uitbrachten. Roem smaakt altijd naar meer en dus komen Veldhuis Kemper in oktober met hun tweede album: Als 't gaat waaien. Vrij serieus Of het tweede album net zoveel hits bevat als de eerste cd valt nog te bezien. Als 't gaat waaien kent dertien nummers die alle maal vrij serieus zijn, terwijl juist de drie populairste liedjes van hun debuutalbum nogal hu moristisch waren. „Ja, dat is waar, maar in princi pe zijn kleinkunstliedjes altijd serieus", meent Veldhuis. „Dat waren overigens ook de meeste nummers op ons debuutalbum. We schrijven wel grappige lied jes, maar die gebruiken we lie ver voor onze theaterprogram ma's omdat de mensen er daar een beeld bij krijgen. Met hu mor moet je uitkijken, het wordt snel een persiflage en dat wilden we niet op ons nieuwe al bum hebben." Ruim een half jaar hebben ze er over gedaan om tot nieuwe tek sten te komen. En dat ging lang niet altijd makkelijk. Soms werd er zelfs over de lidwoor den gediscussieerd. Vergeleken met het debuut heeft het duo het gevoel dat Als 't gaat waaien minder concreet is. De teksten moeten meerdere keren worden beluisterd wil duidelijk worden waarover nu precies wordt ge zongen. En zelfs dan is de bete kenis nog niet altijd helder. De eerste single van het album, 'Kaartenhuis'.die 10 september verschijnt, blijkt één grote meta foor te zijn. „Het gaat over hoe Het duo Veldhuis en Kemper: van cabaretier tot popidool foto Emi Music/GPD je je leven zo verkeerd kunt heb ben ingericht dat het één, grote wankele constructie is gewor den", zegt Kemper, die zelf dat gevoel wel eens heeft gehad in de tijd dat hij nog reclamema ker was. „Het is een leven waar in je je vrienden niet meer ziet en alleen de verplichte bezoek jes afwerkt." Remco: „En daar word je niet gelukkiger van. Dus laat het in godsnaam gaan waaien." Veldhuis en Kemper geven aan dat ze dit keer voor een thema hebben gekozen dat in bijna alle nummers terug te vinden is. „We zingen over het feit dat de hele maatschappij zo ontzettend aan het pushen is op duidelijk heid. Het moet zwart zijn of wit, links of rechts, voor of tegen. Er wordt heel de dag van alles van je verwacht. Even geen mening hebben of wegzinken in het ge voel van ik-zie-wel-wat-ik-vind, dat wordt niet geaccepteerd." Remco legt uit dat daar vooral het melancholische 'Grijs' over gaat. 'Vastberadenheid is voor de dommen. Elke zekerheid is zelf verzonnen', citeert hij uit de tekst. „Het nummer 'Water naar de zee' gaat over hetzelfde: 'Als ik denk dat ik naar links rijd, ga ik meestal rechtdoor. Maar als ik roep dat ik tegen ben, ben ik ook wel eens voor.' Het gaat om de tegenstelling in jezelf, die ie dereen kent." Veldhuis en Kemper zeggen met hun tweede album geen bood schap te willen overbrengen. „Nee, het is meer dat we hopen dat mensen zich verwant voelen met wat wij zingen", zegt Kern- per. Wat betreft Als 't gaat waaien is het nog afwachten welk succes het album het twee tal gaat opleveren. Half zo echt leverde ze in elk geval al een gouden single ('Ik wou dat ik jou was'), een gouden album, een Edison en een TMF Award op. Van cabaretiers waren Veldhuis Kemper ineens popidolen ge worden. Ze mochten met Marco Borsato optreden in De Kuip en verschenen op de grote podia van Top of the Pops, Ahoy en de Statenhal. De waanzin rond het hebben van een enorme hit en het (over)enthousiasme van Ne derland hebben Veldhuis Kemper er niet alleen toe aange zet om snel met een tweede al bum te komen. Ze hebben ook een cabaretcon cert gemaakt. Het programma waarmee ze de komende drie maanden langs de theaters gaan, draagt de naam Hitsig, want ze zijn vreselijk opgewon den geraakt door hun plotselin ge roem. Remco Veldhuis schudt een aantal keer driftig met z'n hoofd. „Het is niet te beschrij ven wat er vorig jaar allemaal met ons is gebeurd. We konden door het succes ineens volledig stoppen met ons werk in de re clamewereld." Na de komende drie maanden als popartiesten door het leven te gaan, nemen ze in december hun tweede programma De geur van weer in reprise. Zo makke lijk is het voor de Haarlemmers om van het popartiest-jasje in de cabaretier-overall te sprin gen. Bang dat ze door hun muzi kale carrière een totaal ander publiek naar het theater zullen trekken, zijn ze niet meer. „We hadden het wel verwacht, maar het bleek uiteindelijk mee te val len", aldus Veldhuis. „Heel soms zitten er kinderen van ne gen jaar in de zaal omdat ze on ze liedjes zo mooi vinden. Zij en sommige ouderen schrikken dan ineens van het woord klaarko men." Kemper: „Maar uiteinde lijk is toch gebleken dat de mees te mensen die ons hebben leren kennen door onze muziek zich ook prima kunnen vinden in on ze theaterteksten. Tja, en dat hadden wij als reclamemakers natuurlijk nooit kunnen beden ken." Sandra Put 'Als 't gaat waaien' (EMI) verschijnt 12 oktober. 'Kaartenhuis (Als 't gaat waaien)' ligt 10 september in de win kels. Het theaterconcert 'Hitsig' is on der meer te zien op 13 en 14 septem ber in Rotterdam (Oude Luxor), 24 september in Zoetermeer (Stadsthea ter) en 12 november in Rijswijk (Schouwburg). Vanaf december gaat 'De geur van' in reprise. (a'f ,oupe 9aat °P toernee met 'Joe's Garage'. Van linksboven naar rechtsonder: Milan Kracht va n Kracht (basgitaar), Rutger Molenkamp (saxofoon/zang), Freek Kroon (drums), Frans eoi eursen («ng), Murk Jiskoot (percussie), Jeroen Zijlstra (zang, trompet), Jan Peter Bast (toet- sen)- foto Rob Huibers/GPD Egon Kracht The Troupe gaan Joe's Garage, de satirische rockopera van Frank Zappa uitvoeren. Je bent Zappa-idi- oot of niet. Hij is een beetje van z'n geloof afgevallen. Egon Kracht (37), initiatiefnemer van Joe's Garage, geeft het ruiterlijk toe. Die muziek van Frank Zappa verdraagt geen contra bas. Het kon niet anders, hij moest de stof wel van zijn basgitaar afblazen. Maar als hij straks weer in de theaters staat met Maarten van Roozendaal of met zijn jazzy uitvoering van de Matthaus Passion of met wat voor jazz-ensemble dan ook, neemt hij gewoon zijn contrabas weer mee. De temperatuur in het Beverwijkse school tje waar wordt gerepeteerd heeft tropische waarden bereikt. Jeroen Zijlstra, goed voor de zang- en trompetpartijen, heeft het als winnaar van de Annie M.G. Schmidt-Prijs druk. Dit project vergt veel, en hij is ook nog vol op bezig met de afronding van zijn derde cd. Er wordt uiterst gedisciplineerd ge werkt om het werk van Zappa zo nauwge zet mogelijk te spelen. De muzikanten kopiëren het origineel niet. Dat kan niet eens, zegt Kracht later. Ze vlakken hun eigen persoonlijkheid niet uit, maar stellen die ten dienste van Zappa's muziek. Egon Kracht is bandleider, maar Frans van Deursen - bekend van diverse Van den Ende-musicals en nu als zanger bij het project betrokken - lijkt ook op de hoog te van elke instrumentale noot in de compo sitie. Hij dirigeert alle niet voor de hand liggende maatwisselingen moeiteloos mee. Egon Kracht is net als Van Deursen een groot Zappa-fan. „Het gekke is dat ik hem pas op latere leeftijd heb ontdekt. Ik heb hem ook nooit zien optreden." Muziek genoeg in Krachts jeugd. Zijn moe der Hanny Kracht was jazzimpresario. Mu sici als Misha Mengelberg, Pierre Courbois, Jasper van 't Hof, Gijs Hendriks en Maar ten (van Regteren) Altena kwamen veel over de vloer. „De zondagochtend bestond bij ons uit Beatles, jazz, Stravinsky, echt van alles werd er gedraaid. Maar Zappa zat er niet bij. En achteraf begrijp ik dat niet." Hij ging bas studeren aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam, in de sector improviserend musicus. Speelde daarnaast in veel bandjes. „En altijd schreef ik mu ziek voor de groepen waarin ik speelde. En steeds vaker kreeg ik te horen dat ik zeker veel naar Frank Zappa had geluisterd. Had ik nooit gedaan, maar toen ik een bandje met zijn muziek in handen kreeg, was het voor mij direct duidelijk." Juttersfestival Jaarlijks organiseert Egon Kracht het Jut tersfestival in Wijk aan Zee. Vorig jaar pre senteerde hij daar Joe's Garage met de groep waarmee hij nu een korte tour maakt. „We hebben het in principe ingestu deerd om eenmaal uit te voeren. Zes weken gerepeteerd voor dat ene optreden. Ik heb heel netjes toestemming gevraagd aan de weduwe van Zappa. Toen ik zei dat het de bedoeling was dat we het maar eenmaal zouden opvoeren, was ze hogelijk verbaasd. Wat een werk, zei ze."Zappa zelf heeft het stuk alleen op elpee gespeeld en nooit in z'n geheel uitgevoerd, zegt Kracht. Al heeft Kracht wel een mailtje gekregen van ie mand die beweerde dat de Amerikaan vlak na het uitkomen van de elpee een grote ga rage afhuurde om het werk integraal voor zo'n vijftienhonderd mensen uit te voeren. „Ik heb er niets over kunnen vinden. Het is wel zo dat Zappa stukken uit het werk in li ve-concerten speelde." Voor Kracht een uitkomst. Want op de stu dio-elpee was in de eerste vier maten een vrij prominente rol voor een tenorsaxofoon, maar na die vier maten was er geen sax meer nodig. Live gebruikte Zappa die sax wel, zodat we Rutger Molenkamp niet na die eerste maten al naar huis hoeven te stu ren. Joe's Garage is een verhaal vol melige humor, zegt Kracht. Over een gitarist die een bandje opricht en in een garage repe teert. De buren gaan klagen, hij krijgt de politie op z'n dak, komt in de gevangenis. „Het is heel leuke muziek om te spelen, maar vreselijk lastig, heel moeilijke mu ziek. Vind maar eens een paar gekken die daar ook in willen duiken. Dan moet je echt wel begeesterd zijn, anders red je het niet. Wat dat betreft had de weduwe van Zappa wel gelijk. Die dacht: die jongen is niet goed wijs." Dat ene optreden op het Juttersfestival ver liep zo succesvol, dat ze het werk nog maar een keer gespeeld hebben op hetzelfde festi- val. En na twee maanden een reünie heb ben gehouden. En iedereen was het erover eens dat ze toch maar verder moesten gaan. Er staat een tourtje van vier concerten ge boekt. Een festival in Mexico heeft interes se getoond, die komen deze week opnamen maken. En de organisatie van de grote jaar lijkse Zappa-bijeenkomst heeft het project voor volgend jaar ook binnengehaald Kracht en z'n mannen vinden het alleen maar prachtig. Alle acht musici hebben het druk met hun eigen carrière. Maar die Zap- pa-muziek passen ze er graag tussen. „Je bent Zappa-idioot of je bent het niet." Ton Ouwehand Egon Kracht the Troupe: 'Joe's Garage' (Frank Zappa), met: Frans van Deursen (zang), Jeroen Zijlstra (zang, trompet), Milan Kracht (gitaar), Rutger Molenkamp (tenorsax), Jan-Peter Bast (keyboards), Murk Jiskoot (percussie), Egon Kracht (zang), Freek Kroon (drums). Te zien: Vrijdag 10 september: Utrecht (Tivoli), za terdag 11 september: Haarlem (Patronaat), zondag 12 september: Amsterdam (Kleine Komedie),maan dag 13 september: Enschede (Twentse Schouw burg)

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 25