Schnabbelen soms toelaatbaar
PZC
■jf I
1
vrijdag 3 september 2004
Lezersredacteur A. J. Snel is
bereikbaar per post op het
adres van de
Centrale Redactie van de PZC,
Stationspark 28,
Postbus 31,
4460 AA Goes.
Telefonisch: 0113 - 315660.
E-mail:Lezersredacteur@pzc:nl
Het forum waarop lezers zich
kunnen uiten over actuele
zaken is bereikbaar via
internet: www.pzc.nl.
Donker en licht liggen in de
krant vaak dicht bij elkaar. Le
zers kunnen reageren op ernsti
ge kwesties en luchtige zaken.
Dat gebeurde de afgelopen da
gen.
Zelfdoding
Vorige week vrijdag verscheen
in de PZC een bericht waarin
melding werd gemaakt van het
feit dat iemand zich van het le
ven had beroofd.
Er volgden verontruste reacties:
„Dat hoort toch niet in de
krant."
In principe niet, nee. Het be
richt ging dan ook niet in de eer
ste plaats over de zelfdoding,
maar over een treinvertraging
van anderhalf uur bij Goes.
De lijn bij de PZC is dat over
zelfdoding geen berichten ver
schijnen. Heeft die daad echter
aanzienlijke effecten op de gang
van zaken in het dagelijks le
ven, dan stellen we onze lezers
wel op de hoogte. Waarbij we de
persoonlijke levenssfeer van be
trokkenen beschermen.
Malloten
Irritatie was er over de publica
tie van een foto met een stukje
over een echtpaar dat tijdens de
braderie in Vlissingen voor een
mooi doel grote hoeveelheden
hondenbrokken verslond. „Nog
al onbegrijpelijk dat uw krant
daaraan aandacht besteedt",
e-mailde ons een lezer.
Kwestie van smaak, dunkt mij.
door A.J. Snel
Nevenactiviteit, dat is een veel
mooier woord dan schnabbel. En
bijklussen, dat klinkt net een tikkeltje
onschuldiger dan schnabbelen. Beluis
ter de discussies die journalisten mo
menteel voeren over de vraag of het toe
gelaten is er naast hun baan tegen beta
ling iets bij te doen en je hoort het ver
zachtend taalgebruik. Hetgeen erop
duidt dat in een aantal gevallen wordt
geprobeerd recht te praten wat krom is.
Publicaties over bijverdiensten van on
der anderen Gijs Wanders en Annet van
Trigt van het NOS-Journaal hebben ge
leid tot een debat over de vraag of jour
nalisten op grote schaal voor andere or
ganisaties dan him eigen werkgever in
actie kunnen komen en zo ja, in welke
gevallen dat toelaatbaar is. Over Wan
ders werd bekend dat hij in twee jaar
tijd bij de uitkeringsinstantie UWV
bijna tweehonderdduizend euro bijver
diende. Zijn collega Annet van Trigt
kreeg daar zo'n 45.000 euro uitbetaald.
Foute boel, vond hoofdredacteur Hans
Laroes van het Journaal. De nevenacti
viteit had aan hem gemeld moeten wor
den en hij had zeker geen toestemming
gegeven voor een schnabbel als deze.
De handelwijze van zijn twee redacteu
ren kan heel makkelijk leiden tot belan
genverstrengeling of er zou op zijn
minst de schijn daarvan kunnen wor
den gewekt. Laroes nam overigens geen
bijzondere maatregelen tegen het twee
tal. Daar zullen meerdere redenen voor
zijn. De hoofdredacteur had uiteraard
op de hoogte moeten zijn van wat zijn
medewerkers aan het doen waren en hij
zal zich ervoor generen als hij er inder
daad niets van wist. Maar los daarvan,
er heerst, als het gaat om schnabbels, al
heel lang een gedoogcultuur in de Ne
derlandse journalistiek.
Wanders en Van Trigt staan niet alleen
en ze bevinden zich niet aan de top als
het gaat om de bedongen vergoedingen.
Coryfeeën als Paul Witteman, Karei
van de Graaf en Andries Knevel hebben
ook een diversiteit aan bezigheden bui
tenshuis en zij laten zich daarvoor zeer
goed betalen.
In het debat gaat het in de kern om de
onafhankelijkheid van de journalist.
Raakt die in het geding, dan zal dat zijn
geloofwaardigheid aantasten. Hoe moet
Wanders in de toekomst een behoorlijk
vraaggesprek op de televisie maken met
een captain of industry die ervan wordt
beticht zichzelf aan buitensporig hoge
inkomsten te helpen. Of hoe zal hij de
uitkeringsinstantie, waaraan hij letter
lijk schatplichtig is, scherp ondervra
gen over financieel wanbeheer. Geen
kijker die hem dat ziet doen, zal zonder
bijgedachten zijn. Velen zullen twijfe
len aan de waarde van zo'n interview.
Zorgvuldig
Die overwegingen leggen gewicht in de
schaal als hoofdredacteur A.L. Oost
hoek van deze krant een oordeel geeft
over wat wel en niet toelaatbaar is. Net
als bij de televisie en de radio wordt in
de dagbladjournalistiek geschnabbeld;
ook redacteuren van de Provinciale
Zeeuwse Courant doen dat.
Oosthoek is daar niet in alle gevallen te
gen, maar hij vindt dat met het feno
meen uiterst zorgvuldig moet worden
omgegaan. Om te beginnen acht hij het
noodzakelijk dat redacteuren hem op
de hoogte stellen als ze van plan zijn
werk voor derden uit te voeren. „Daar
mee creëer je een moment van overleg
en afweging. Je kunt dan kijken of de
onafhankelijke positie van de redacteur
in gevaar wordt gebracht. Bij het vor
men van een oordeel daarover neem
je niet alleen in beschouwing om wat
voor activiteit het gaat, maar ook hoe
de vrouw of man die eraan begint, ge
structureerd is. De een kan de rug beter
recht houden dan de ander. Ik kan, met
de cao in de hand, mijn redacteuren
niet verbieden er nevenactiviteiten op
na te houden. Ik kan wel iets anders
doen. Als ik vaststel dat de onafhanke
lijkheid van de journalist en dus de on
afhankelijkheid en geloofwaardigheid
van de krant op het spel komen te
staan, kan ik een redacteur wél een an
dere functie geven. Bij de PZC kennen
we daarvan uit het verleden voorbeel
den. Redacteuren die zich actief in de
illustratie Cor de Jonge
politiek gingen bewegen, kregen bij de
krant een positie in de luwte waardoor
ze niet schreven over politieke zaken."
Oosthoek overweegt de meldingsplicht
over bijklussen in aanstellingsbrieven
op te nemen en hij is het eens met de
suggestie een openbaar register in te
stellen waarin nevenactiviteiten van
journalisten worden opgesomd.
De hoofdredacteur van de PZC zou er
geen voorstander van zijn het schnabbe
len geheel te verbieden. „Als sprake is
van activiteiten die de krant geenszins
schaden, dan zou een absoluut verbod
een ongewenste beperking van vrijhe
den opleveren. Maar je kunt niet voor
zichtig genoeg zijn. Dat geldt op een
breder vlak. Zo kennen we binnen de
dagbladen van Wegener, waartoe de
PZC behoort ook een code over het aan
nemen van geschenken en reizen. Je ba
kent grenzen gaf. Dat moet. Installeer
alarmlichten. We moeten opletten."
tri
Een kwestie die emoties opriep de afgelopen week. En die vooreen
bezoekster van het Forum van de PZC aanleiding vormde om een
zeer persoonlijk verhaal te vertellen.
Kinderartsen pleitten er dezer dagen voor dat er duidelijker regels]
komen voor de beëindiging van levens van pasgeboren baby's.
Naar schatting wordt in Nederland jaarlijks van honderd pasgebt
renen het leven beëindigd. De sterfgevallen worden meestal niet ba
Justitie gemeld. De druk van ouders op medici om euthanasie toei^j
passen op baby's neemt toe. \i
Tweeling
Een oma komt op Forum met een dramatisch verhaal, dat tweefc
ten heeft en dat ze de titel 'Mijn kleinkinderen' heeft meegegeven
Ze beschrijft hoe haar dochter vorig jaar augustus een tweeling
kreeg. Het eerstgeboren zoontje stierf kort na de geboorte, nadat I
was duidelijk geworden dat het kind zowel lichamelijk als geeste-l
lijke zwaar gehandicapt zou zijn. „Wij hebben gevraagd of de art-joc
sen de baby geen onwaardig bestaan wilden geven", schrijft de j
oma. „Het was een nachtmerrie die ons leven heel erg veranderd 10
heeft." tl
Dan het vervolg van het verhaal. Het tweede kind bleef in leven, je;
maar liep wel een hersentrauma op. De grootmoeder besluit: „Mijrjpi
tweede kleinkind is gehandicapt, dat is nu gebleken. Of we hem nr
kwijt willen? Nooit. Hij is ons alles; we houden zo vreselijk veel vaes
hem."
Moord l
'Euthanasie is moord', schrijft iemand die ondertekent met de naa$r
Jacobse. Het is schandalig eerst negen maanden een kind in je lijf ijei
hebben en het dan door bijvoorbeeld zuurstoftekort maar dood te in
maken. Dit is moord. Wie zijn wij om de kwaliteit te beoordelen j
van het leven van iemand anders, in dit geval een jong kind."
Annnegien reageerde aanstonds op deze ontboezeming en schreef Je'
„Dus moord is erger dan marteling? Beter lang lijden dan de reali-fer
teit onder ogen zien dat een kind het niet zal redden? Echte liefde ilo:
niet krampachtig vasthouden maar onder ogen durven zien dat eerja
kind soms beter af is als het mag overlijden. Voor echte liefde is |e
moed nodig." k
Rob is het daarmee eens en wil nog iets toevoegen: „Vaak zie jij]
je dat het voor de ouders fysiek en financieel te zwaar wordt om erne
voor te zorgen. Het kind wordt vervolgens in een tehuis geplaatst fië
waar de gemeenschap mede voor opdraait. Misschien zouden weépe
natuur wat vaker haar gang moeten laten gaan.le
Deskundigen l
Madelief, intussen een geregelde bezoekster van Forum, stelt dat e;
het niet voor niets is dat artsen vragen om een betere regelgeving.
„Het lijkt me verschrikkelijk moeilijk te belissen over leven of ster
ven van kinderen en baby's. Ik denk dat in elk geval artsen erbij ge
baat zijn dat ze wat meer houvast hebben. Het grote nadeel is wel
dat ze daardoor ook beperkt worden in hun mogelijkheden. Er zijc
altijd gevallen waarbij de wet de juiste keuze in de weg staat. Tod
vragen artsen om duidelijkheid. Ik denk dat we die vraag dan ook
serieus moeten nemen en de discussie verder moeten verdiepen ove
hoe die regels dan vorm zouden moeten krijgen."
Citaat
De meeste mensen laten hun zonden pas na als zij er last
mee kHjgen.
William Somerset Maugham
9 WWM G 9 9 SU* 9 9§ ##|H)
In de zaterdagbijlage Wonen wordt de Zeeuwse woningmarkt
belicht en vindt u informatie over klussen, tuinieren, architectuur en
woninginrichting.
irenuiftifci t zttuv