Kruitdamp
boven
de delta
Mooie tijden om langs het strand te varen
PZC
Welzinge bleef
bescheiden
19
dinsdag 31 augustus 2004
In september is het weer
fortenmaand. Die krijgt
dit jaar in Zeeland meer
aandacht doordat Open Mo
numentendag op 11 en 12
september in het teken
staat van verdedigingswer
ken, met als motto 'Merck
toch hoe Sterck'. Bovendien
verschijnt 6 september 'deel
Zeeland' van de Atlas van
historische vestingwerken
in Nederland. De provincie
is nog rijk aan oude verdedi
gingswerken, al is veel verlo
ren gegaan.
Tsjonge, er is wat afgevoch
ten in Zeeland. Niet alleen
tegen de erfvijand het water,
maar ook tussen mensen onder
ling. Dat er elke eeuw meerdere
stormvloeden optraden is een be
kend gegeven. Minder bekend is
dat voortdurend sprake was van
militaire bedreigingen. Van zee-
en veldslagen tot langdurige be
legeringen en bezettingen. Dat
begint met de Romeinen (ruw
weg 50 voor en 300 na Christus)
en eindigt bij de Duitsers
(1940-1944/45).
Het heeft alles te maken met de
strategische ligging aan zee en
in het grensvlak van noordelijke
en zuidelijke Nederlanden. De
Westerschelde als toegangweg
voor Vlaanderen, met name Ant
werpen, speelt daarbij een be
langrijke rol. Van meet af aan
hebben de inwoners van de Del
ta gepoogd zich te verweren te
gen oorlogszuchtige handelin
gen. Daarbij is het water soms
vriend, soms vijand. Het maakt
de verdediging makkelijker en
bezorgt aanvallers extra kopzor
gen. Bij de aanleg van verdedi
gingswerken - zoals forten,
schansen en linies - is met de
(on)mogelijkheden van het wa
ter steeds terdege rekening ge
houden.
De Atlas van historische vesting
werken in Nederland, deel Zee
land, leest als een geschiedenis
boek met veel aandacht voor
jaartallen. De staatkundige en
militaire historie zijn nauw met
elkaar verbonden.
Grofweg zijn de verdedigings
werken te koppelen aan verschil
lende periodes. Daarbij lopen de
vestingwerken van de steden
door de eeuwen heen, in die zin
dat ze onder invloed van militai
re ontwikkelingen uitgroeiden
van simpele houten palissades
tot imposante bolwerken.
Te onderscheiden zijn: de tijd
van de Romeinen, met onder
meer in 175 een castellum bij
Aardenburg; de aanvallen van
de Vikingen met als antwoord
de aanleg van ringwalburgen
omstreeks 880 (Burgh, Dom
burg, Middelburg, Oost-Sou
burg en Oostburg); de Tachtigja
rige Oorlog 1568-1648, met aan
leg van linies in het huidige
Zeeuws-Vlaanderen; de Franse
aan deze feodale situatie groten
deels een eind gemaakt, al be
staan nu nog altijd ambachts
heerlijkheden en dus ambachts
heren.
De oostgrens van het ambacht
werd gevormd door het diepe
vaarwater de Welsinge, dat van
Middelburg naar Rammekens
liep. De ligging van het gebied
was zodanig dat er nogal eens
grondbraken en dijkvallen op
traden. In 1526 ontstond zodoen
de de Welzingepolder (14 hecta
re, als inlaag van de polder Wal
cheren, die één jaar later al over
stroomde.
Het huis van de ambachtsheer
werd omgebouwd tot een be
scheiden jachtslot, Ter Linde ge
naamd. Het is, net als de kerk
verdwenen, maar de wijnkelder
ligt er nog. Leden van de familie
Paspoort waren de laatste bewo
ners. Eigenaar Jan Tak Brouwer
liet de bouwval in 1828 slopen.
In 1719 zorgde de toenmalige
ambachtsheer M. J. Veth overi
gens wel voor een nieuw onder
komen: het Hof Welzinge. Tij
dens de inundatie 1944-1946
werd de boerderij bij springtij
in januari 1945 verwoest.
Hofstede
Na het uitroepen van de Bataaf
se Republiek in 1795 werd Wel
zinge bij de heerlijkheid Rit-
them gevoegd, om daar later sa
men één burgerlijke gemeente
mee te vormen. In feite viel daar
mee het doek voor Welzinge als
min of meer 'zelfstandige' een
heid. Bewoners vervulden in de
nieuwe gemeente wel diverse be
stuurlijke functies. Spijkerboer
licht Klaas Allaart er uit, die
boerde op nog bestaande hofste
de Ter Linde (vernoemd naar
het jachtslot) en van 1904 tot
1923 tevens burgemeester van
Ritthem was.
Nergens op Walcheren stond het
water na het bombarderen van
de zeeweringen in oktober 1944
zó hoog als in het gebied van het
voormalig ambacht Welzinge,
meldt Spijkerboer. Dat kwam
door het grote gat in de dijk bij
fort Rammekens. Pas in februa-
ri 1946 werd dat gedicht.
Net als in zijn eerste boek toont
Spijkerboer zich geen begena
digd schrijver. Hij beschikt over
veel feiten, maar weet die niet
helder te rangschikken. Van een
samenhangend, vlot lopend ver
haal is daardoor niet echt spra
ke. Spijkerboer gaat met jolig
bedoelde zinnetjes ook iets te
veel op de populaire toer. Die
zijn eerder storend dan grappig.
Menige bijdrage aan heemkundi
ge bladen is van betere kwali
teit. Jammer, want nu krijgt
Welzinge een minder geslaagd
papieren monumentje dan moge
lijk zou zijn.
Rinus Antonisse
Het wel en wee van Welzinge.
Een ambachtsheerlijkheid op
Walcheren. Door G. Spijker
boer. Uitgave Aprilis, Zaltbom-
mel. Prijs 15,95 euro.
foto Lex de Meester
Restanten van het castellum in Aardenburg. foto Wim Kooijman
tijd, met de Engelse invasie op
Walcheren in 1809; de gevolgen
van de Belgische Afscheiding
(1830-1839), vooral langs de
Westerschelde; de Eerste en
Tweede Wereldoorlog.
Lang niet alle verdedigingswer
ken hebben daadwerkelijk oor
logshandelingen doorstaan. Bij
voorbeeld in het fort Ellewouts-
dijk (1839), gebouwd ter contro
le van vaargeul Everingen in de
Westerschelde, hebben nooit
kruitdampen gehangen. Hetzelf
de geldt voor de door de Fran
sen aangelegde stelling Bres-
kens om de Wielingen te beheer
sen, bestaande uit twee forten,
twee batterijen en een
geschutstoren (1811-1874).
Terloops worden in de Atlas
twee opmerkelijke verdedigings
werken genoemd, die nooit zijn
uitgevoerd. Ware dat wel het ge
val geweest, dan hadden ze de
geschiedenis van Zeeland zeker
beïnvloed. Het gaat om aanleg
van een fort in de Westerschelde-
monding, op zandplaat de Elle
boog. Een plan van waterstaatin
genieur Abraham Caland. Hij -
ontwierp een vijfhoekig fort,
met zijden van 120 meter lengte,
gemetselde bekledingsmuren
van vier meter dik en achttien
meter hoog. Daarmee kon de
Westerschelde volledig worden
afgesloten en de vestingwerken
bij Vlissingen en Breskens wer
den overbodig. Het andere plan
betrof aanleg van een grote ma
rinehaven oostelijk van Terneu-
zen, in de Margarethapolder.
Het kwam niet verder dan aan
leg van de batterij Marguerite,
met twintig stukken geschut.
Toen in 1809 een Engels fregat
de batterij beschoot, ontplofte
het kruitmagazijn waarbij 23 do
den vielen. De batterij werd her
bouwd, voor uitvoering van het
ontwerp van de oorlogshaven
hadden de Franse bezetters
geen tijd meer. In de Atlas is de
meeste ruimte bestemd voor de
verdedigingswerken in
Zeeuws-Vlaanderen. Logisch,
want tijdens de Opstand tegen
Spanje en latere oorlogen, was
de regio frontlinie, waarbij ove
rig Zeeland tot bloei kon ko
men. Aan de Staats-Spaanse li
nies wordt een apart hoofdstuk
gewijd. „Voor bewoners van de
Zeeuwse eilanden vormde
Staats-Vlaanderen met de daar
aanwezige linies een belangrij
ke bufferzone die de gewenste
veiligheid verschafte", stelt
T. de Kruijf. „Voor de inwoners
van Zeeuws-Vlaanderen was dit
laatste in mindere mate het ge
val. "Het slothoofdstuk is gewijd
aan de kazematten en bunkers
uit de twintigste eeuw, met on
der meer de in 1939 en 1940 in
gerichte linie van de Eendracht,
de Bathstelling en de Zanddijk
stelling en de Walcherse kustbat-
terijen. Ook de bouw van de At-
lantikwall in Zeeland komt aan
de orde, met een overzicht van
wat er nog van is over gebleven.
Rinus Antonisse
Atlas van historische vesting
werken in Nederland, deel Zee
land. Redactie T. de Kruijf. Uit
gever Walburg Pers, Zutphen.
Prijs tot en met Open Monumen
tendagen 29,95 euro, daarna
34,95 euro.
In het streekmuseum te IJzendij-
ke wordt van 6 september tot en
met 27 oktober de tentoonstel
ling Linies en Stellingen van de
stichting Menno van Coehoom
gehouden.
Het is een aardig idee. Jeugd
herinneringen aan de Zaai-
hoek van Souburg en vooral aan
het verder gelegen Welzinge, ge
bruiken als basis voor een boek.
Lokale geschiedenis vastleggen
en daarbij tegelijk het verschijn
sel 'ambachtsheerlijkheid' na
der belichten.
G. Spijkerboer uit Den Haag,
van wie in 2001 een boek over
de Scheldegotiek in Zeeland ver
scheen, presenteerde recent zijn
boek Het wel en wee van Welzin
ge, met als ondertitel: een am
bachtsheerlijkheid op Walche
ren. Daarin zijn de jeugdherin-
neringen verweven, maar het is
vooral een lofzang geworden op
het land - liever nog: de verge
ten hoek - tussen Souburg en
Ritthem.
Over dat gebied en de ambachts
heren die er de scepter zwaai
den, blijkt verrassend veel te
verhalen. Alleen al over de
naamgeving kan een hoge boom
worden opgezet. Meest voor de
hand liggend is dat Wellinge
een samentrekking is van wel
(waterbron) en inge (verengd,
vernauwd). Spijkerboer haalt er
de Vikingen bij, die in de negen
de eeuw de Zeeuwse Delta teis
terden. Ze zullen daarbij ook de
zuidwesthoek van Walcheren
hebben overvallen. Niet voor
niets is bij Souburg een van de
ringwalburgen opgeworpen; die
waren immers bedoeld als be
scherming tegen de Noorman
nen. Volgens Spijkerboer heb
ben de Vikingen de jongens
naam Inge naar Walcheren ge
bracht. „Dat kan niemand bewij
zen, maar aannemen mag."
Waar mensen bij elkaar gingen
wonen en werken, werd zo'n ge
meenschap in Zeeland een am
bacht genoemd. Dat was ook
het geval bij Welzinge.Volgende
stap was de komst van een am
bachtsheer. Jan van Beaumont,
behorende tot het geslacht Hene
gouwen, die zijn nieuwe bezit
ook een wapen bezorgde.
Het eerste wat hij liet bouwen
was een kerk. In 1240 (Spijker
boer noemt ook 1243) werd de
Ecclesia Sinte Marie te Welsing-
hen namens de bisschop van
Utrecht gewijd. Floris van den
Abeele (rentmeester van Zee
land Bewestenschelde) kocht in
1411 het ambacht. Hij bezat ook
de heerlijkheden Oost-Souburg,
Ritthem en Nieuwerve en was
dijkgraaf van de Walcherse
Zuidwatering.
Spijkerboer gaat uitgebreid in
op de positie van de ambachts
heer (vooral op Walcheren) en
de macht die deze figuur bezat.
Hij zorgde voor regels en recht
spraak en verdiende een aardig
inkomen aan het te gelde maken
van rechten, zoals wind- en
maalrecht, visrecht, plantrecht,
uienrecht, asrecht en jachtrecht.
Zo was er ook een zwaansrecht,
waardoor het houden van deze
vogels (voor de sier) exclusief
was voorbehouden aan de am
bachtsheer. Pas na de komst
van de Fransen in 1795 werd
Illustratie uit besproken boek
Er komt wat voorbij va
ren op de Westerschel
de. Vijftigduizend zee
schepen per jaar, op
weg naar Antwerpen,
Gent, Temeuzen. De
Westerschelde is één
van de grootste loodsge-
bieden ter wereld. Ne
derlandse en Vlaamse
loodsen zorgen voor
een veilige afwikkeling
van al die scheepvaart.
In deze rubriek wordt
wekelijks bericht over
het reilen en zeilen van
de loodsdienst.
De Russische kustvaarder
Amur 2524 is klaar om de
grote sluis bij Vlissingen te ver
laten. Tussen het water van het
Kanaal door Walcheren en de
Westerschelde hoefde slechts
twintig centimeter overbrugd te
worden.
Een medewerker van de Vere
nigde Bootliedenwacht, van
Van Splunder uit Vlissin-
gen-Oost, gooit de trossen los.
De Amur 2524 met Kaliningrad
als thuishaven kan vertrekken.
De kapitein die een broertje
dood heeft aan het passeren van
bruggen, is gelukkig. Hij heeft
de bruggentocht door het Ka
naal door Walcheren overleefd
met hulp van Scheldeloods
Freek Muurling, die de Rus tot
aan de loodskotter voor de Wal
cherse kust bij Schouwenbank
brengt.
Een dag eerder heeft zijn colle
ga Peter Rijkhoek dezelfde trip
gemaakt aan boord van de ook
door Russen bemande coaster
RMS Wedau, die heel wat beter
in de verf zit dan de Amur 2524.
Voor de rest maakt het weinig
verschil. Zowel de Amur 2524
als de RMS Wedau - RMS staat
voor Rhein, Maas und See Schif-
fahrtskantor - behoren niet tot
de snelste schepen. Negen a tien
knopen lopen ze hooguit.
Met de stroom tegen nog langza
mer.
Maxima
Voorbij de Vlissingse Eiland-
dijk gaat het gesprek op de
RMS Wedau over de nieuwe
veerboten die tussen Vlissingen
en Breskens varen. De Prinses
Maxima glijdt voorbij. Veel gol
ven maakt de veerboot deze
keer niet. De bemanning van de
redeboot van het Nederlands
Loodswezen heeft daar zo'n he
kel aan, aan de lange golfbewe
gingen die de veerboten veroor
zaken. Het Nederlands Loods
wezen heeft inmiddels een ge
sprek gehad met de exploitant
van de veerdienst, BBA Con-
nex. Afgesproken is dat de veer
boten uit Vlissingen zo lang mo
gelijk de Eilanddijk blijven vol
gen en dan pas de oversteek
naar Breskens maken, zodat ze
bij de loodswissel op de rede
van Vlissingen zo min mogelijk
overlast geven. Het lijkt te hel
pen. „De golven vallen mee",
zegt Rijkhoek bij het passeren
van de Prinses Maxima, „of het
went."
Rijkhoek verheugt zich op de
tocht langs de volgepakte Wal
cherse stranden.
Strandvolk
Verrekijkers liggen binnen
handbereik. Slechts een enkele
keer zal hij ernaar grijpen. Hij
zit zelf achter de stuurmachine.
De Russische kapitein drentelt
rond op de scheepsbrug. Hij
pakt wel geregeld een verrekij
ker om naar het strandvolk te
kijken. Bij Dishoek komen de
schepen het dichtst voorbij. Om
dat twee jaar geleden werd ge
dacht dat de onbeloodste vaart
op dit traject sterk zou toene
men, zijn er boeien gelegd aan
de kant van het strand. Sche
pen tot tachtig in plaats van vij
fenzestig meter hoefden geen
loods meer te nemen. In de prak
tijk komt daar weinig van te
recht.
Veel kapiteins laten het werk in
de Scheldemonding en op de
Westerschelde graag uit handen
nemen door loodsen. Hun rede
rij is er toch niet veel geld aan
kwijt. Het huidige loodsta-
riefsysteem bevoordeelt kleine,
ondiepstekende schepen.
„Neem dit schip, de RMS We
dau", vertelt Rijkhoek, „die
steekt 2,80 meter diep. Om tien
uur vanochtend ben ik aan
boord gestapt bij scheepswerf
Reimerswaal in Hansweert. Om
vier uur vanmiddag ga ik waar
schijnlijk van boord bij de
loodskotter op zee. Dat kost
dan tweehonderd euro. Je kunt
daar geen schilder voor krij
gen."
Niet alleen op het strand is het
druk, ook op het water. Voor
Valkenisse snelt een speedboot
met een waterskiër voorbij. Hoe
die speedboot daar is gekomen,
blijkt al snel. Op de dijk van
Zoutelande staat een rijtje au
to's in gelid met aanhangers
voor boten.
Nogal wat sportvissers moeten
daar te water zijn gegaan. Voor
Westkapelle liggen ze, tot in het
vaarwater. Rijkhoek gaat op
het oog rakelings langs een
sportvisser die op noch om
kijkt. Hij tuurt vol overgave
naar zijn vier hengels. De RMS
Wedau koerst af op het zeegat,
richting loodskotter Menkar.
Harmen van der Werf