Us Mem is te dik en te klein Investeringen in jeugdsentiment ïlvj Beroemdste koe van Nederland 50 jaar zaterdag 28 augustus 2004 Vijftig jaar is ze nu: Us Mem, nog steeds het symbool van het Friese zwartbonte melkvee. Maar ze zou tegenwoordig op rundveekeuringen geen hoge ogen gooien. Us Mem is te dik en te klein geworden. Een halve eeuw geleden stonden twee koeien, Evertje 45 en Afke 13, model voor Us Mem, het beroemd ste standbeeld van Friesland. Evertje en Afke waren makke runderen die ge willig poseerden voor beeldhouwer Gerardus Adema. Us Mem, die haar sokkel in Leeuwar den kreeg, zou het beroemdste stand beeld van Friesland worden. De bron zen weergave - een kwart groter dan de werkelijkheid - van de ideale Frie se stamboekkoe werd in september 1954 onthuld. Het was een geschenk van veefokkers en -handelaren voor het Friesch Rundvee-Stamboek, dat 75 jaar bestond. Beeldhouwer Gerar dus Jan Adema (1898 - 1981), die woonde en werkte in Leeuwarden, maakte het naar levende modellen. Fokkers vochten om hun topkoe te la ten poseren, vertelt Ger Adema (64) uit Leeuwarden, zoon van de beeld houwer. „Ieder vond zijn koe natuurlijk de ide ale koe. Het gebeurde een keer dat er uitgerekend op zondagmorgen twéé koeien werden gebracht. Dat was een ramp. Vader wist dat er een zou ko men, maar onaangekondigd kwam er nog een tweede fokker langs met een koe. Die beesten waren van slag en scheten de hele boel eronder, het was niet te geloven." De bijzondere opdracht van het meer dan levensgrote koeienbeeld voor het jubilerende FRS viel Adema aanvan kelijk niet zomaar in de schoot. Een van de commissieleden had een sterke voorkeur voor een kunstenaar buiten Friesland. „Mijn vader is enorm tegen gewerkt", zegt Adema junior. „Hij was niet academisch gevormd en daar pakte die ene man mijn vader steeds op. Die heeft mijn vader enorm geklei neerd, ook in het bijzijn van anderen. Terwijl vader een hele bescheiden, ge voelige man was die altijd correct bleef. Hij kropte het allemaal op. Mijn broer en ik hebben wel eens gezegd: als die etterbak nog een keer bij ons thuis komt, nemen we een bak met gips en zetten we hem er met z'n po ten in." Een van de voorstanders om Adema te nemen, was Haije Nicolaij, destijds voorzitter van de Friese afdeling van de Bond van Veehandelaren. Nicolaij en anderen waren onder de indruk van de geschilderde en gebeeldhouw de paarden, koeien en honden die Ade ma eerder had gemaakt. „Ze wilden eerst een dure kunstenaar hebben", vertelt Klaas Nicolaij, zoon van Haije. „Mijn vader heeft er toen mede voor gezorgd dat het toch Ade ma werd. Hij was huisschilder, maar wist gewoon leven in die beesten te blazen. Er zijn niet veel schilders, die dat kunnen." Haije stuurde zijn zoon Klaas een paar keer met modellen naar Adema. De ene keer met Evertje 45 de andere keer met Afke 13. „Adema werkte in een hok dat hij huurde vlakbij zijn wo ning. Ik bleef er dan een uurtje of zo." Met Adema heeft Nicolaij niet veel ge sproken. Des te meer met nieuwsgieri ge buurvrouwen, die een kijkje kwa men nemen en dan de koe hun mandje met aardappelschillen voorhielden. Evertje en Afke werden aan een paal tje vastgezet en gedroegen zich voor beeldig. „Die kon je wel met een draadje vastzetten. Tegenwoordig worden koeien dan wild, ze zijn het niet meer gewend om vast te zitten." Aan elke koe zit wel een vlekje. Ook Afke 13 was wel eens ondeugend, als ze gemolken werd. De melker moest altijd een stokje meenemen om haar een waarschuwend tikje te kunnen ge ven. „Als ze het stokje zag, wou ze wel toegeven. Als je die stok niet bij je had, dan schopte ze steevast de em mer om." Op welke koe Us Mem het meest lijkt, is volgens Nicolaij echt niet te zeggen. „Evertje had alle punten aan de voor kant, Afke aan de achterkant. Die kun je niet zomaar bij elkaar brengen. Twee helften tegen elkaar aanplak ken, dat past niet." Daar komt nog bij dat er meer koeien dan alleen Evertje en Afke model hebben gestaan. Ade ma heeft er wel vijf koeien voor bestu deerd. Kappersspuit Elke keer als Adema junior langs Us Mem rijdt, komen de herinneringen boven aan de periode'dat zijn vader aan het beeld werkte 'en wat voor claim dat legde op ons gezin'. Zijn va der had geen moderne boetseerklei tot zijn beschikking. De steenfabriek Schenkenschans leverde hem tweeën- eenhalve bakfiets vol mislukte stenen. Die moest hij zelf tot klei weken. Samen met een timmerman maakte Gerardus Adema een raamwerk van hout en kippengaas. Dat geraamte werd deels met kranten opgevuld. Dat is een beoordelingsfout geweest, zegt zoon Ger achteraf. „Papier neemt vocht op. Daardoor droogde de koe snel op." Het kleimodel werd afgedekt met nat te doeken en moest regelmatig nat ge spoten worden met een kappersspuit. „Dat betekende ook dat ik er soms op een stretcher bij moest blijven slapen. Toch gebeurde het wel eens dat er een heel stuk af viel. Dan donderde er een- uier of een andere partij onder van daan. Er is nog een plateautje ge maakt met een stok onder de kin, zo dat die bleef zitten." Het was een hele opluchting, toen ein delijk gipswerker Bos uit Amsterdam aan de slag kon om een mal te maken. „Dat was een belevenis op zich. Het moest in segmenten gedaan worden. Die man is een paar weken bij ons in huis geweest. Adema's in brons gegoten beeld van de Friese stamboekkoe werd op 6 sep tember 1954 op het Zuiderplein in Leeuwarden onthuld door Jan Wasse naar, voorzitter van het Friesch Rund vee-Stamboek. „Het kan niet anders dat Friesland trots zal zijn op dit mo nument, dat een symbool en de erken ning is van het grote belang dat Fries land heeft bij het rund", tekende de Leeuwarder Courant op uit zijn mond. De krant kwam al snel op de proppen met de bijnaam, die het beeld in de volksmond zou krijgen: Us Mem - on ze moeder. Adema vond het niet zo gek bedacht. Hij was erg trots op zijn schepping. Zag hij dat kwajongens bovenop de koe klommen, dan trok hij ze persoon lijk aan hun been naar beneden. Het beeld werd ook geregeld beklad. „Als hij dat hoorde, was het niet best. Dat trok hij zich aan. Het was zijn koe. Op een zondagochtend stapte hij op de fiets, met een trap, wasbenzine en ter pentine, om het beeld zelf schoon te maken." Vijftig jaar is Us Mem inmiddels. En nog steeds is ze het symbool van het Friese zwartbonte melkvee. Dat wil zeggen, het melkvee van de jaren vijf tig. Want de huidige Holstein-Frisian koeien die nog in de weilanden lopen, zien er heel anders uit. Us Mem zou nu op de rundveekeuringen geen hoge ogen meer gooien. Wat is er dan mis met Us Mem? Voor zitter Ymte Heeg uit Spannum van de stichting Us Mem wil eigenlijk geen kwaad woord horen over zijn stand beeldkoe. „Het is nog altijd een prachtkoe. Zo'n perfecte uier, zo'n vierkante kop, adel straalt ze uit." Een kampioenkoe zal zij echter nooit meer worden: te dik, te klein. Dat scheelt wel zo'n 20 tot 30 centimeter. De huidige melkkoe heeft al snel een schofthoogte van 1,50 meter. Us Mem zit op 1,30 meter. De kop van een modelkoe is nu veel spitser. De heupbenen steken meer uit. De koe mag groter zijn, ze is ook smaller, bloter, minder vlees op de bot ten, een echte melkkoe. De dijen ste ken uit, de poten zijn langer en dun ner. Eigenlijk is die moderne melkkoe kwetsbaarder. Dat blijkt ook wel. De Holstein-Frisian gaat doorgaans niet langer mee dan een jaar of vijf. Niet omdat het dier te weinig melk geeft, maar omdat de kosten voor de veearts te hoog worden. De moderne koe is een melkatleet. Het vlees is ver vangen door de melkklier. De atleet geeft gemiddeld 8500 kilo melk per jaar en de toppers gaan de 12.000 kilo te boven. Us Mem kwam amper aan de 5000 kilo toe. Zij diende dan ook een dubbel doel. Ze leverde melk en na een arbeidzaam leven le verde ze ook nog eens een smakelijk stuk vlees. De Holstein-Frisian brengt weinig meer op als vleeskoe. Het is een worst koe, zo spreken de handelaren oneer biedig. Heeg wil ook gezegd hebben, dat Us Mem niet bepaald de ideale koe was uit een ononderbroken fok- proces. Haar voorgangers waren meer Holsteiners. Groter dus. Heeg: „Dat was een fout van de fok kers. Die meenden zich zo'n koe met een dubbeldoel te kunnen permitte ren." De kleine Us Mem was een kortstondi ge onderbreking van de almaar grote re melkkoeien. De nieuwe koe is meer aangepastaan de moderne ligboxstal. Aan de veel vrijere loopruimte, aan de goede ventilatie. „Als we het nu hebben over dierenwel zijn. dan zijn die Holsteiners natuur lijk veel beter af. Bovendien streven fokkers nu ook veel meer naar een sterkere koe. Eentje die langer mee kan, waar je minder kosten aan hebt bij de veearts." Toch, als Heeg zich Us Mem voorstelt in de moderne ligboxstal, dan is ze daar niet misplaatst. De uier zou er ze ker niet misstaan. Nee, Us Mem was niet voor niets het model voor Fries- lands symbool. Want om heel eerlijk te zijn, ook in haar tijd was er wel eni ge kritiek op het exterieur. Fedde Dijkstra en Nico Hylkema In april van dit jaar werd in Utrecht een Beatlesconventie gehouden. Temidden van handge schilderde portretten van The Beatles, tokkelt een meisje op een Hofner vioolbas uit 1965 die ooit van Paul McCartney is geweest. The Beatles staan bij verzamelaars nog altijd met stip de eerrste plaats. foto Marcel Antonisse/GPD In de vitrine van het Londense veilinghuis Christie's: het handgeschreven manuscript van de Beatles-song Hey Jude. Het zou in april 2002 worden geveild. Verwachte opbrengst: 130.000 euro. Op het laatste moment echter verhinderde Paul McCartney de verkoop, om dat het manuscipt uit zijn woning zou zijn ontvreemd. foto Odd Andersen/AFP van Madonna en de Fender Stratocaster waar Jimi Hendrix op speelde tijdens het Woodstock-festival (198.000 pond, ruim drie ton in euro's). Voor 'minder kapitaalkrachtigen' bleef er de kitsch: behangpapier, gordijnen, parfum doosjes, schoolschriften en zo ongeveer al les wat bedrukt kon worden met de namen en hoofden van de idolen. Een jurk bijvoor beeld met de beeltenis van The Beatles kocht je in 1964 voor tien gulden, maar is nu honderden euro's waard. De rock- en popveilingen groeiden al snel uit tot een groot commercieel succes. Dat zette allerlei mensen weer aan toch eens hun zolder op te ruimen, in de hoop daar iets van waarde op te duikelen. Zo groeide niet alleen het aanbod, maar stegen ook de prijzen. Betaalde je tien jaar geleden nog duizend- tot tweeduizend euro voor een set Beatles-handtekeningen, inmiddels is dat ruim verviervoudigd. En de door John Len- non handgeschreven songtekst van A Day In The Life werd eind jaren tachtig nog ver kocht voor 46.0000 pond (60.000 euro), een 'schijntje' vergeleken met de eerder genoem de opbrengst van Nowehere Man. Een pri ma belegging dus. Eerste plaats De Engelsman Paul Wane 'leeft' van pop-memorabilia. Zijn firma Tracks koopt en verkoopt handtekeningen, zeldzame pla ten en concertkaartjes. Vooral van The Beatles, maar ook van andere grote namen als de Rolling Stones, Elvis Presley, Led Zeppelin, Jimi Hendrix en The Who. Daar mee specialiseert Wane, die zijn firma ooit zelf als fan begon, zich naar eigen zeggen in de 'top vijf van meest verzamelde arties ten'. De vier ragebollen uit Liverpool, van wie er inmiddels twee zijn overleden, staan met stip op de eerste plaats. Een heel eind daar achter komen, nogmaals louter gerang schikt naar waarde van verkochte memora bilia en niet naar muziek, de Stones. Ter il lustratie: een set Stones-handtekeningen brengt zelden meer op dan duizend of twee duizend euro. Wane verklaart dat grote ver schil met het gegeven dat 'The Beatles al tijd al een veel breder publiek hebben aan gesproken, en nog'. „Fans van de Stones lij ken ook minder warm te lopen voor deze spullen en wat Hendrix of Janis Joplin be treft zijn er te weinig verzamelaars om de prijs echt op te drijven", aldus de Brit. „Steeds nadrukkelijker draait het ook om hoge kwaliteit, mensen betalen alleen nog voor het beste." Sotheby's is inmiddels gestopt met pop-vei lingen. Internet heeft het grootste deel van de handel overgenomen. Om een idee te krij gen van de waarde van wat u nog thuis heeft staan, klik op www.ebay.com. Daar opent zich een verzamelaarsmarkt van let-' terlijk wereldformaat. Met een muisklik éni een gevulde portemonnee bied je hier heel eenvoudig op de grootste én kleinste ranteij ten. Pas wel op voor namaak, want niet ie- j dereen is even eerlijk als het gaat om gesig-j neerde stukken van beroemdheden. Op ebay zijn minstens evenveel echte als ver- valste handtekeningen te koop. Ook op die rommelmarkt in Australië, waar een in juli gevonden 'schat' van foto's en verzegelde tapes al snel waardeloos, want allemaal ge kopieerd, bleek. Internet moge dan traditionelere veilingen I minder lucratief hebben gemaakt, ze zijn» nog wel. Bijeenkomsten waar nagelbijtende fans op de achterkant van een catalogus uit rekenen hoeveel ze nog kunnen besteden aan die ene zeldzame elpee of die vergeelde krant. Onderkant Blijft de vraag of investeren in pop-memo rabilia ook in de verdere toekomst een goe de belegging zal blijken, zeker nu het in sommige gevallen om bedragen gaat waar voor je ook een mooie zeefdruk van Andy Warhol of schilderij van Keith Haring koopt. „Voor wat betreft de écht unieke items, handgeschreven songteksten of de gi taren waarop muzikanten hebben gespeeldj daar zie ik de prijzen nog verder stijgen voorspelt Wane. „Ook handtekeningen blij ven in trek, omdat voor veel fans een gesig neerde foto staat voor iets écht persoonlijk van hun favoriete artiest. Hij of zij heeft j dat stuk papier minstens aangeraakt." j Somberder is de Britse memorabilia-ken- ner over wat hij de 'onderkant' van de markt noemt. „Er zal straks een moment kö men waarop de verzamelende veertigers j van nu met pensioen gaan en waarschijn lijk in enige getale afstand doen van hun collectie. Dat zal, bijvoorbeeld wat betreft zeldzame elpees, een ongewoon groot aan bod op de verzamelaarsmarkt geven en duSj lagere prijzen." Wie die 'terugval' voor wil zijn, beginton i alvast met het verzamelen van pop-memo rabilia uit de jaren zeventig en tachtig, want met het opschuiven der generaties, zou dat wel eens de nieuwe trend kunnen i worden, verwacht Wane. Serge Sekhuis Mannen van middelbare leeftijd die zonder blikken of blozen duizend eu ro betalen voor een zeldzame elpee, meerde re maandsalarissen voor de tr-ui die hun idool ooit droeg of een klein fortuin voor een foto met handtekeningen. Pop-memora- bilia heet het. En het blijkt een steeds bete re belegging. De prijzen stijgen al jaren, met dode artiesten bovenaan de 'hitlijst'. Vierhonderdvijfenvijftigduizend dollar, ruim vier ton in euro's. Je koopt er een aar dig huis voor in een betere wijk. Of je schaft er de handgeschreven songtekst voor aan van het Beatlesnummer Nowhere Man zoals bijna veertig jaar geleden door John Lennon op een kladje gekrabbeld. De op brengst, eind vorig jaar, was vier keer ho ger dan waarop het New Yorkse veilinghuis Christie's gehoopt had. Bij dezelfde gelegen heid trouwens hamerde de veilingmeester een gitaar van die andere ex-Beatle, Ge orge Harrison, af voor 434.750 dollar en een door alle vier de Beatles gesigneerd exemplaar van de elpee Revolver op ruim 36.000 euro. Er bestaat een mooi woord voor: memorabi lia. Tastbare herinneringen aan die mooie tijd van toen. Bijvoorbeeld aan de muziek waarmee je opgroeide. De tiener die toen al zijn spaargeld bij elkaar moest leggen voor de nieuwe plaat van zijn idool, is intussen een maatschappelijk geslaagde veertiger. Met heimwee naar allerlei spullen die toen buiten financieel bereik lagen en een spaar potje om te investeren in wat jeugdsenti ment. Het gerenommeerde veilinghuis Sotheby's had dat als eerste in de gaten. In 1981 al or ganiseerden zij de eerste veiling van rock en pop memorabilia. In de tot dan toe door serieuze kunstkenners gedomineerde vei lingzalen verkeerden nu sjofeler uitziende kopers. Gretig, doch met gepast respect gaat de koopwaar van hand tot hand. Van vergeelde programma's voor memorabele concerten en oude posters tot bi*ieven en gouden elpees. Echt unieke stukken ook zoals de mondhar monica van Bob Dylan, de door de leden van The Who persoonlijk kapotgeslagen gi taren, de psychedelisch beschilderde Rolls Royce van John Lennon (opbrengst 2,3 mil joen dollar), brillen van Elton John, dans schoenen van Michael Jackson, het topje Onthulling van Us Mem op het Zuiderplein te Leeuwarden, augustus 1954

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 24