»zc Charme wint het van heimwee Duitsers wortelen in Colijnsplaat 23 En we noemen hem Pepsi 24 I Us Mem is te dik geworden 25 De stamtafel van Gert Jan Oplaat factie bijlagen: 0113-315680 nvw.pzc.nl ^ail:redactie@pzc.nl tóbus 31, 4460 AA Goes Ijvertentie-exploitatie: jjord-en Midden-Zeeland: 0113-315520; auws-Vlaanderen: 0114-372770; u'onaal: 020-4562500. erdag 28 augustus 2004 Een deel van de Duitse gemeenschap in Colijnsplaat; ...die vervelende sch's en ui's... foto's Dirk-Jan Gjeltema "\uitsers en zeeklei. Het is J doorgaans een korte va- intieliefde, die abrupt ein- gt als de plicht in de Heimat •ept. Aan het eind van de zo- er slingert een slang witte unmerborden weer naar de ctische Roerpot. Auf wieder- hen. 'o'n twintig Duitsers in Colijns- iplaat hoeven geen afscheid meer lemen. Zij hebben wortel gescho- in de zware zeeklei. Het zijn veel- lensionado's, die verkikkerd zijn iet dorp, de zee en de rust. Het is aeindstation. „Als ik de tunnel bij liningen uitrij, de wolken en het hteen prachtig spel spelen en Co- splaat in zicht komt, dan krijg ik kriebels in mijn buik. Dan kom ik ais." 'koffietafel in het huisje van Ran- Sieinkamp aan de Beatrixstraat in slijnsplaat is gedekt. Op het linnen ian schalen met zelfgebakken zoe- leid. „Neem zoveel je wilt", zegt idi. Dat is dus Duits. Geen koek- rommel die na het gepresenteerde kje meteen in de kast verdwijnt, ahaha, tja, aan die Nederlandse fwoonte kunnen we moeilijk wen- k" tafel zit de helft van de Duitse in Colijnsplaat, die in twintig mensen telt. Ze elkaar allemaal, al lopen ze een deur plat. oeval k is geen afgesproken werk en er staat geen Colijnsplaats wervings- ^nau voor germaanse gelukszoe- R Het is gewoon toeval dat ze hier in neergestreken. „Maar", zegt de Bernhard Schmitt over de van het prd-Bevelandse dorp: „Colijns- aatis wel het mooiste dorp van Zee- ad." Zijn vrouw Johanna (63) "kt. „Het dorp is nog niet overlo- ®door toeristen en het heeft flair. 'Voorstraat met die bomen en ter- zorgt voor een gezellige Franse om huis en haard in Dussel- riachter te laten. Zeven jaar gele- vonden Bernhard en Johanna el- Ze hadden beiden een mislukt lelijk achter de rug, trouwden t elkaar en wilden een nieuw be- 'niaken. „Ik kende Zeeland van va- Qhes en droomde ervan hier een tste kopen. Domburg vonden we folk, daar lopen de toeristen door Woonkamer. We liepen op een dag de Voorstraat, waar een huis te koop stond. We waren verkocht", ver telt Johanna. Het vroeg een offer. Johanna was al met pensioen, Bernhard moest als troubleshooter van een staalbedrijf nog drie jaar. Bernhard: „Dat werd een weekendrelatie, ik pendelde heen en weer, maar het was het waard." Colijnsplaat was altijd al een anker plaats voor de 55-jarige journaliste Angelika Liebethal. Vader en moeder kochten er in de jaren zeventig een vakantiehuis en ze bracht er vele zo mers door. Ze woont er nu drieëneen half jaar permanent. „Ik heb jaren lang gezworven, in verschillende plaatsen gewoond. In Idar-Oberstein zat ik zonder werk en dacht: waarom niet naar Colijnsplaat, dat was vóór mij al een soort thuis." Haar vader, de 76-jarige Baptist Ijtit- schger, volgde in 2002. Zijn vrouW was gestorven, in Aken was er weinig meer om voor te blijven. „Mijn móe der was Nederlandse, de taal spreek ik vrij goed. En natuurlijk heb ik hier mijn dochter en een aantal vrien- I den." Een parallel verhaal van Randi Stéin- kamp (63) en haar moeder Edith Be- rendt (91). De familie had een vakan tiehuis in Colijnsplaat. Na 32 vakaln- ties is het een zweite Heimat gewor den. Voor Randi was het, toen zij i acht jaar geleden met pensioen ging, vanzelfsprekend zich te wortelen aan de Oosterschelde. Moeder Edith reis de haar een jaar later na. „Ik ben van oorsprong Amerikaanse. Ik trouwde met een Duitse man, kwam natuur lijk in die rotoorlog terecht, nou ja, dat is een heel verhaal. Mijn familie zit in de Verenigde Staten en een krap kamertje in een bejaardenhuis vind ik niks. Ik heb hier een leuk huisje en een heleboel lieve mensen rond me." Voor de deur van de kettingrokende Edith staat regelmatig een paar klompen. Dan is de boer op bezoek die er zijn borreltje haalt. Anderen brengen tomaten en prei. Randi; „De mensen hier verwennen mijn moeder. Ze is populair. Haar veijaardag viert ze altijd bij de Chinees, dan zijn er zo'n veertig mensen. Ze is 1 januari goed ik de Duitse taal nog begrijp.' Ja, toen was het voor mij afgelopen. Ik ben er te oud voor." Angelika denkt dat Duitsers door hun streven naar perfectionisme wor den geremd een andere taal te spre ken. „Ze zijn snel bang om fouten te maken en geven het dan soms op." Haar vader Baptist Ritschger draait er zijn hand niet voor om. Alleen een woord dat zes verschillende beteke nissen kan hebben, dat went nooit. „Ik heb eens een lijstje van dat soort woorden gemaakt, maar daar kwam geen eind aan. Dus dat heb ik maar weggegooid." De 46-jarige Beate Schanz woont al elf jaar in Colijnsplaat ('Getrouwd met een Nederlander, voor de rest geen details') en werkt in Goes. De taal blijft een worsteling. „Als ik op ze bij een tegenbezoek ook zoiets moeten doen, maar dat is natuurlijk helemaal niet nodig." Verlengsnoer Bert (63) en Ans (57) Ennik kunnen erover meepraten. Zes jaar geleden trokken ze naar Colijnsplaat om er een scheepstimmerbedrijf op te zet ten. „Met de directe buren hebben we nauw contact, voor de rest zijn de dorpelingen toch wat afstandelijk, maar als je eenmaal vriendschap hebt, is het ook honderd procent. Nou waren we wel wat gewend, want we hebben ook in een Fries dorp ge woond en daar kwam je er helemaal niet tussen. Ik vind de mensen hier wel tolerant en als er echt iets aan de hand is, zijn ze zeer behulpzaam." Randi knikt instemmend. „Laatst jarig, dus dat is dan dubbel feest." Ze willen niet gezien Worden als een Duitse kolonie. Integendeel, ze doen hun best te integreren. Dat begint bij de taal. Bernhard en Johanna lezen bijvoorbeeld de PZC en Angelika heeft zojuist deel vijf van een taalcur sus afgerond. „Een boer hier heeft me daartoe aangespoord. Die man zei; 'Je bent in Nederland, dus moet je de taal maar leren.' Nu moeten die Zeeuwen nog leren niet elke poging in de kiem te smoren door direct in het Duits te antwoorden. Deze Duit sers zijn tenslotte geen toeristen. Die vervelende sch's en ui's, Randi heeft het opgegeven. „Ik moest een keer in het ziekenhuis in Goes zijn en deed mijn verhaal in het Nedei'lands. Tenminste, dat dacht ik. Maar toen zei de zuster; 'Ik ben verbaasd hoe de markt in Goes, inkopen doe, vra gen ze altijd of ik uit Bosnië kom. Nee, zeg ik dan, ik ben gewoon een mof, hahahaha." In de contacten is er een onschuldige waterscheiding. De Duitsers en de Nederlandse import, dat botert wel. Met authentieke Colijnsplatenaren is het lastiger om banden te smeden. Dat heeft niets met de oorlog te ma ken, van dergelijke sentimenten mer ken ze nooit wat. Het ligt meer in de volksaard. Ze zijn vriendelijk, doch afstandelijk. Zo hadden Bernhard en Johanna verschillende buren uitgeno digd voor hun housewarmingparty. „We dachten op die manier leuke con tacten te leggen, maar er kwam maar een stel opdagen. Misschien komt het omdat wij feestjes optuigen met veel eten en drinken en ze bang zijn dat lichte hang naar de mediterrane keu ken. Ans: „Een tijdje terug had ze een feestje in Griekse stijl. Weken heeft het gekost om kostuums te naaien en de sirtaki te leren." Angelika: „Je moet niet wachten tot mensen naar je toekomen. Als je con tact wil leggen, moet je mensen uitno digen. Daarom kook ik nogal eens voor een flinke groep." De Duitsers in het voorstraatdorp hangen erg aan elkaar, constateert Bert. Het is geen kritiek op de mate van inburgering. „Nee, ze staan juist open voor iedereen. Ik denk wel dat Nederlanders in het buitenland ook bij elkaar kruipen, zo gaat dat ge was bij mij de stroom uitgevallen. Kwam de buurvrouw langs met een pot koffie en een verlengsnoer zodat we bij haar stroom konden tappen. Is dat nou niet lief?" Bert en Ans en ook Marion Visser be horen tot de vriendenkring, die hoofd zakelijk uit Duitsers bestaat. Daar inrollen is niet zo moeilijk. Je pos teert je in café Binzovrom aan de Voorstraat, de stamkroeg van de Deutsch-Hollandische Freundschaft. De rest gaat vanzelf. Angelika, die tij dens het EK-voetbal in een oranje tri cot rondhuppelde en duimde dat Ne- derland-Duitsland in een gelijkspel eindigt, want dan heb je geen gezeur, zal je bijvoorbeeld uitnodigen voor een van haar beroemde feestjes. Let wel, bratwurst en sauerkraut staan nooit op het menu, er is eerder een Johanna: „Het is toch heel mooi dat we elkaar hebben. Het is ook makke lijk als je je in je moerstaal kan uit drukken, een ander begrijpt precies wat je bedoelt." Randi: „Ik lag drie dagen in het zie kenhuis, de groep zorgt er dan direct voor dat mijn honden te eten krijgen en worden uitgelaten. Ik vind dat ont zettend fijn." Angelika: „Het is de kwaliteit van de groep dat mensen zich om elkaar be kommeren." In Randi's serre komen de flessen sekt op tafel. Er wordt geklonken, ter wijl Edith sigaretten ronddeelt. Is er zoiets als heimwee? Naar bergen, wei- Van links naar rechts: Edith Berendt; Randi Steinkamp, Angelika Liebethal, Ans Ennik, Bert Ennik, Johanna Schmitt, Baptist Ritschger, Marion Visser, Beate Schanz en Bernhard Schmitt. zenbier en sauerbraten? „Ik heb geen minuut van mijn tijd in Colijnsplaat berouwd. Ik was hier altijd al erg ge lukkig", straalt Edith. Beate Schanz is inmiddels gewend, maar dat heeft even geduurd. „Ik kom uit de bergen, in het begin vond ik het hier plat. Te plat. Ik was blij als ik de dijk kon op lopen, ging het tenminste eventjes naar boven. Ken je die Duitse grap: Nederland is zo plat dat je 's morgens al kan zien wie er 's middags bij je op de koffie komt." Johanna en Bernhard moeten er af en toe uit. Naar Dusseldorf, even de stad proeven. Toch wint de charme van Colijnsplaat het altijd weer van de heimwee. In de Voorstraat blazen ze uit van de stadse stress. „Als je ouder wordt, daalt je tempo. Je hebt meer rust nodig, die vinden we hier. Dat ons huis hier kleiner is, deert ons niet. Het zijn hier toch prachtige pandjes, met die scheve muren en oude balken. Op onze leeftijd kun je die statussymbolen laten vallen, wij hebben geen kast van een huis meer nodig." Angelika is thuisgekomen. „Ik leef hier veel ontspannener, mensen heb ben nog tijd voor je. Ik heb een jaar nodig gehad om niet het gevoel te hebben dat ik hier op vakantie was. Als ik nu de tunnel bij Kruiningen uitrij, de wolken en het licht een prachtig spel spelen en Colijnsplaat in zicht komt, dan krijg ik de krie bels in mijn buik. Dan kom ik thuis." Randi wil nooit meer weg. Voor geen goud. „Als je je alleen voelt, loop je even naar de Voorstraat om een bier tje te halen. Een auto heb je niet per se nodig, het dorp biedt alles wat je nodig hebt. En mensen hebben nog geduld, ze toeteren niet meteen als je voor een groen stoplicht staat en een beetje laat optrekt. Ik vind de Hollan ders, door de bank genomen, ein tol- les Volk. Ze zijn vriendelijk en onge compliceerd." Bernhard: „Ze hebben hier een mooie spreuk: komt goed! De plussen vliegen over tafel in de Beatrixstraat. Op de kade bij de ha ven is altijd verse vis verkrijgbaar, met uitzicht op die fantastische Zee- landbrug. Een boer verderop ver koopt uitmuntend lamsvlees, ver klapt lekkerbek Bernhard. En sinds kort verkoopt de Aldi Duits brood, da's ook wel weer fijn, want die in heemse boterhammen vinden ze aan de slappe kant. Gratis zijn het strand, de zee, de dijk, de adembene mende panorama's. Het leven kan gul zijn. Randi: „Het is gewoon een paradijs je. Mein zweite Heimat." Frank Balkenende

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 21