Geven om te delen an, Jans en de Kinderen zetten zich in voor leprapatiënten Bernardine Boomsma, vol idealen 25 zaterdag 21 augustus 2004 Hoe zou de wereld eruit zien als iedereen dacht en deed als Bemardine Boomsma (35) uit 's- Heer Arendskerke? Heel anders, dat is zeker. Want overtuigde christenen zijn er genoeg, maar weinig mensen voegen zo consequent de daad bij het Woord, als Bemardine en haar gezin. Volgende week komen haar man Ronald en haar 11-jarige zoon Na than terug uit Malawi. Ze zijn daar zaaigoed wezen brengen, hebben kip pen en geiten uitgedeeld en hebben een waterpompproject bekeken dat ze er vorig jaar - dankzij de opbrensten van sponsoracties - van de grond kon den tillen. „Ik had dolgraag mee ge wild, Maar iemand moet hier thuis het fort bewaken. Dat beschouw ik dan maar als mijn offer voor de goede zaak." Bernardine Boomsma, geboren in Dor drecht, kwam in 1990 pasgetrouwd en vol idealen in Zeeland wonen. „Al van af het prille begin van ons huwelijk hebben we ervaren dat we, naast het gezinsleven, een grotere opdracht heb ben. We hebben ons gezin regelmatig opengesteld voor crisisopvang: kinde ren die om één of andere reden even tjes niet thuis konden wonen. Dat is iets simpels, wat je kunt doen als je plaats hebt in je huis en in je hart. Ik zeg niet dat het altijd even makkelijk is, want die kinderen gaan na korte tijd weer weg en niet in alle gevallen naar een situatie die erg hoopvol stemt. Het bleef uiteindelijk beperkt tot kortdurende opvang omdat we na verloop van tijd het verlangen kregen om ontwikkelingswerk te gaan doen." Dat verlangen was zo sterk, dat Ber nardine en Ronald, zeven jaar gele den, alles opzij zetten om een oplei ding te volgen bij Jeugd met een Op dracht, een cursus van negen maan den die gezinnen voorbereidt op zen- delingenwerk. De stageplaats die ze toegewezen kregen, lag in Malawi. Blijde boodschap „Daar kom je dan, om het Evangelie te brengen, in een land waar ze niks hebben: geen behoorlijk dak boven het hoofd, geen water in de verre om trek en geen eten. Wij zijn realist ge noeg om te beseffen dat je de blijde boodschap niet kunt brengen aan men sen die honger hebben. Daar hadden we in de opleiding al wel wat over ge leerd, maar toch heb je dan even het gevoel dat je met lege handen staat. Dat was natuurlijk niet zo, want als je de handen uit de mouwen steekt, met de mensen werkt en hun leven deelt, blijkt dat je een ander wat te bieden hebt en vooral ook dat je veel van hen kunt leren. Je wordt in zo'n situatie erg creatief en leert alle mogelijkhe den te benutten. Bovendien is het ge weldig inspirerend als alle flauwekul van geld, bezit en status wegvalt om dat die er eenvoudigweg niet is. Dan kom je snel tot de kern. Voor ons is dat 'Heb uw naaste lief als uzelf'." In Malawi vonden Ronald, Bernardine en hun oudste zoon Nathan, die toen vier jaar was, gelijkgestemde vrien den: een Nederlandse zendelinge, een predikant en een heleboel anderen, met wie ze nauw contact bleven onder houden. En toen sloeg het noodlot toe, zou iemand anders zeggen, maar Ber nardine ziet dat niet zo. De periode in Malawi hadden ze gezien als het kwar tier maken voor een lange uitzending met het hele gezin. Nadia, die nu zes jaar is, was onderweg en de opdracht leek duidelijk. Maar Ronald kreeg ern stige rugklachten en belandde in de WAO. Vorig jaar kreeg Ronald daar bovenop nog eens een herseninfarct. Bemardine ziet het als de hand van God, dat Ronald thuis kon revalide ren. Met de opleiding MBO Inrich tingswerk en ervaring in de thuiszorg en in een gezinsvervangend thuis voor lichamelijk gehandicapte volwasse nen, kon ze hem zelf begeleiden. „Het was natuurlijk een lelijke streep door de rekening, maar geen reden om bij de pakken neer te zitten. We zijn tot de conclusie gekomen dat God ons ook hier in Nederland ergens voor kan gebruiken en we zijn góan zoeken naar wat dat was. Vanuit de Kinderbe scherming kwam de vraag of we niet de langdurige zorg voor Mare op ons wilde nemen. Marc is een tikkeltje ver- Naam: Bemardine Boomsma Geboren: 1969 in Dordrecht Woonplaats: 's-Heer Arendskerke Burgelij ke staat: Gehuwd met Ronald, drie kinderen Opleiding: MBO-IW en zendings- en ont wikkelingswerk bij Jeugd met een Opdracht Werk: Gezinsvervangend tehuis voor gehandicapte volwassenen De Ganzeveste in Goes Bijzonderheden: Eén van de Beste Buren 2003 standelijk gehndicapt, heeft veel struc tuur nodig en kan om verschillende re denen niet thuis wonen. Met de beslis sing om Mare op te nemen, zagen we in feite af van een langdurig uitzen ding. Voorlopig althans. Want Mare zou niet mee kunnen. Hij heeft een va der en een moeder en al woont hij bij ons, die heeft hij ook nodig." De beproevingen waren na het hersen infarct van Ronald nog niet afgelo pen, want Bernardine kreeg een oog aandoening, waardoor ze op een gege ven moment bijna niets meer zag. Op haar werk, bij de Ganzeveste in Goes, kon ze van de begeleiding van bewo ners, overschakelen op een administra tieve functie en inmiddels ziet ze al weer heel wat beter. Walgelijk „Afrika blijft natuurlijk altijd voor aan in je bewustzijn en we zijn steeds blijven sparen om er toch wat te kun nen doen. Ik ben twee keer naar Oe ganda geweest, naar Els van Theijlin- gen die daar een tehuis voor kinderen met aids heeft opgezet. Daar had ik dezelfde ervaring: een enorme inspira tie, het besef dat je een hand en voet kunt zijn maar ook dat het gruwelijk oneerlijk verdeeld is in de wereld. En dat komt omdat de mensen niet willen delen. Ik ben weieens jankend een su permarkt uitgelopen, toen ik net terug was. Als je net honger, gebrek en lij den hebt achtergelaten, is het walge lijk om te zien dat er nog mensen met ontevreden gezichten tussen tachtig soorten brood, veertig soorten kaas en ik-weet-niet-hoeveel soorten fris drank lopen. Dat slijt ook wel weer, hoor. We hebben hier overvloed en daar mogen we best van genieten, maar geloof me: je geniet veel meer als je ervan kunt delen." Vragen De familie Boomsma, lid van de Evan gelische Gemeenschap Rafaël in Goes, bleef dus zoeken naar wegen om de vrienden in Malawi te helpen. „Het is, voor mensen in Afrika net zo goed als voor ons, heel moeilijk om ergens om te vragen. En dat terwijl ze daar aan alles gebrek hebben. De regeling is er corrupt maar het grootste probleem is, dat ze een een aantal jaren geleden de hele maisoogst hebben verkocht om de staatsschulden af te lossen. Daarna zijn er nog een paar misoog sten geweest en nü heeft het hele land honger. Toen een predikant in een straatarme buitenwijk ons vroeg of we misschien wat zaaigoed konden le veren, wisten we dat de nood er nog hoog moest zijn. We zijn ervoor gaan zitten en we hebben besloten om dan maar een appelflappen-actie te gaan doen. Om aan geld te komen voor zaai goed, bakten en verkochten we bijna 1000 appelflappen. Ja hoor, gewoon in mijn huis-tuin-en-keuken-oven. Er konden er twintig tegelijk in en de ap peltjes kregen we voor niks." Intussen werd er hard gespaard voor de reis naar Malawi, want de tickets, vinden ze bij Boomsma, moeten voor een groot deel uit het gezinsbudget ko men. „Nathan, die er al eerder ge weest is, wilde ontzettend graag mee. Hij heeft zijn eigen opdracht, vanuit de herinneringen die hij nog heeft. Wij leggen hem onze doelstellingen niet op, maar je merkt wel dat het ver blijf in Malawi hem al een beetje ge vormd heeft. Hij weet dat de kinderen daar niets hebben, behalve honger. Dat vindt hij vreselijk en wat hem be treft moet daar alles aan gebeuren, maar ook voor hem is het de inspiratie die hem drijft. Hij gaat daar spelen, zijn eigen spelletjes en die van de kin deren daar. Natuurlijk had Nadia ook graag gewild, en Mare en ikzelf niet minder. Maar vijf tickets is veel te veel geld en we willen zo veel moge lijk meenemen." Rozijnen Om nog meer fondsen te werven kon den mensen op de vrijmarkten met Ko ninginnedag in Vlissingen en op Be vrijdingsdag in Middelburg, appelflap pen kopen en raden hoeveel rozijnen er in een potje zaten. „Daarmee had den we meteen een heleboel adressen, die we naderhand een briefje stuur den. Ook daar kwamen leuke reacties op en vervolgens gingen we kippen en geiten verkopen. Als je in Malawi bij iemand logeert, zetten ze alles op tafel wat ze hebben, al eten ze dan weken zelf niet meer. Je moet dus je eigen eten meenemen: een kip of een geit. We begonnen een actie om aan geld te komen waarmee we daar kippen en geiten konden kopen. Dat ging zo goed dat we inmiddels al geld hebben voor een kleine veestapel. Het zal voor de mensen daar wel moeilijk zijn om te gaan fokken want ze hebben geen foto Mechteld Jansen voer voor de beesten. Ze kunnen niet eens de kinderen te eten geven, zo fun damenteel is de armoede daar." Zo lang een uitzending voor onbepaalde tijd er niet inzit, wil Bemardine probe ren de mensen in Malawi vanuit 's-Heer Arendskerke te helpen. „Er is nog een hoop te doen. We willen bij voorbeeld erg graag een stichting op richten, zodat giften van de belasting kunnen worden afgetrokken. Voor veel mensen is dat belangrijk. Maar dat kost meteen weer een hoop geld. Je moet naar een notaris en nog een paar van die dingen. Dat kunnen we voorlopig niet betalen. Niet zolang een paar kilo mais, een kip en een handbediende waterpomp daar nog het verschil maken tussen verhonge ren en overleven. En de boodschap, tja die kun je hier in Nederland ook nog wel uitdragen. We maken nieuws brieven voor iedereen die laat weten er belangstelling voor te hebben. Zo kan iedereen meeleven met mensen aan de andere kant van de wereld. En wie weet wat we nog op onze weg vin den, wat we nog kunnen betekenen? Er zullen mensen zijn die zeggen: 'ach, het is toch maar een druppel op de gloeiende plaat'. Dat is waar, maar honderd druppels maken de plaat wel minder gloeiend." Met dat idee in het achterhoofd gaan Bernardine en Ro nald onverminderd voort met hun ac ties. Op www.solcori.nl/boomsma kan iedereen alles lezen over de voortgang ervan. Bijdragen op giro 50.68.793 ten name van D. R. A. Boomsma, 's Heer- Arendskerke onder vermelding van Malawi, kunnen helpen de honger te stillen, maar ook, vindt Bernardine, om de wereld met een gevoel van soli dariteit, ietsje beter te maken. „Want als je geeft, moet je het doen om te de len, anders moet je het laten. God heeft de mensen gemaakt om hun naaste lief te hebben. Als iedereen dit principe in praktijk zou brengen, zou de wereld er toch veel beter uitzien. Echte rijkdom zit niet in geld en mate riële zaken, maar van binnen." Mieke van der Jagt Derode Je-weet-wei-kater heeft hen Jhetliefst allemaal thuis op de bank. Hij ■waarschijnlijk het meest op zijn ont eer, striptekenaar Jan Kruis. „Ik houd *reen graag bij elkaar", zegt deze over eigen familie en het stripgezin, riiaag - tijdens het zesde Kamper Strips- ®akel - presenteert hij zijn nieuwe strip- Jans en de Kinderen in Surina- -De totale opbrengst hiervan gaat naar Erastichting. femilie Tromp kwam nooit veel verder 1(ie huiskamer. De Trompjes leken zich 'bewust van hun Europese alter ego's ■inde vertaling namen dragen als: Ulli, Jund die Kinder; Birte, Bent og bome- Jaek and Jacky and the Juniors of Jean, tone et les enfants. Ook in Suriname zijn ™ülieperikelen rond Jan, Jans en de ^eren geliefd, zo ontdekte Jan Kruis tot "nverrassing tijdens de twee weken re- fth voor zijn nieuwe strip. )werd daar vaak door mensen aangehou- Meneer Kruis bent u het echt? Hoe is ■®et Jan, Jans en de Kinderen?' Cabare- rJörgen Raymann, alias Tante Es, torft treffend in het voorwoord van de Zij waren het eerste herkenbare Ne- tandsegezin voor mij. Want ze zijn net 'Surinaams gezin. Liefhebbende ouders 'ooknog voor hun ouders zorgen...'. "Kruis (71) woont bijna dertig jaar in ®the en stopte vijf jaar geleden met Jan, de Kinderen. Hij verkocht de au- ^rechten van de strip aan Libelle, het "jesblad waarin de gezinsbelevenissen u 970 verschijnen. Studio Jan Kruis 3bet werk over. De striptekenaar ont- "gt nog wekelijks de Libelle thuis maar "hechts met een schuin oog naar zijn Nrinderen. „Ik heb ze zelf verkocht. Daar leef ik van. Maar ik zit met gemengde gevoelens. De personages veranderen steeds meer. Het kan ook niet anders want er werken nu ver schillende mensen aan. Er is geen eenduidi ge regie." De karakters zijn hem momenteel te vrijblij vend. „De scherpe kantjes zijn eraf", con stateert Kruis. Hij was dan ook blij met de vraag van de Leprastichting om de familie Tromp in te zetten voor een goed doel. Voor hem dé kans om 'Jan Jans' nieuw leven in te blazen. Kibbelpartijen Onder begeleiding van de Leprastichting gingen Jan, Jans en de Kinderen vier jaar geleden naar Mozambique. Hun recente tweede reis leidde naar Suriname. Het ver haal begint met de ongedwongen huishou ding van de familie Tromp. De bekende kib belpartijen tijdens het eten en de afwas voe ren de boventoon. Jan is als huisman nóg sulliger geworden, terwijl Jans na haar ver rassende derde zwangerschap van nakome ling Gertje, pittiger is dan ooit. Ze studeert en doet onderzoek naar de rol van groot moeders in Suriname. Bovendien raakt Jans in deze strip haar 'geëmancipeerde' piekhaar kwijt en krijgt zij van een Suri naamse kapper haar vertrouwde hippe knot terug. „In de Libelle werd haar kapsel de laatste tijd steeds warriger. Ik wilde Jans in ere herstellen", licht Kruis toe. De verongelijk te Karlijn en de innemende Catootje zijn als altijd bijdehand. „Wij zijn nóg steeds de enige familie in Nederland zonder afwasma chine", klagen ze. En opa weet met zijn charmes steeds meer vrouwen te veroveren. In Mozambique liet hij zijn oog vallen op mevrouw Amelia en in Suriname valt hij Jan Kruis: „Jan, Jans en de Kinderen vormen een gezin waarin je je zorgeloos kunt ver plaatsen." foto Fotopersburo Jacob Melissen/GPD als een blok voor oma Rozenblad. „Opa is altijd al nadrukkelijk aanwezig geweest", merkt Kruis op over de creatie die hij ba seerde op zijn eigen vader die in '88 over leed. „Een ouwe snoeper? Ja het wordt steeds erger. Ach, het is vooral een running gag. Waarschijnlijk heeft hij de volgende keer vier vrouwen." Geleidelijk laat Kruis de oer-Hollandse huiskamerscènes overgaan in nauwgezette Surinaamse locaties. De familie Tromp komt dan in aanraking met een minder hila risch onderwerp. De leprakolonie op Groot-Chatillion, een eiland in de Surina me Rivier dertig kilometer van Paramaribo Het lepraverblijf is niet meer dan een ruïne maar de ziekte blijkt in Suriname geen ver leden tijd. In het ommuurde verpleegtehuis De Estherhof wonen nog veel ex-leprapa tiënten die door hun verminkingen moeilijk kunnen integreren. En jaarlijks worden zo'n vijftig nieuwe gevallen van lepra ont dekt. „De Estherhof is geen hospitaal zoals wij gewend zijn. Ze hebben weinig midde len. Niet iedereen beschikt over een rol stoel. Een man bewoog zich voort op een pianokrukje met wieltjes", vertelt Kruis. „Voor de Surinamer is de ziekte nog steeds een taboe. Men wil niet graag herinnerd worden aan Groot-Chatillion of kent ge woonweg deze geschiedenis niet. In Surina me spreekt men nooit van leprapatiënten maar over Hansen-patiënten. naar de ont dekker van de leprabacterie." Kruis ontmoette velen van hen. „In Mozam bique kon ik alleen via tolken praten met de mensen. In Suriname ging het allemaal in mijn eigen taal. Bij zo'n gevoelig onder werp is dat een voordeel. Het zijn vaak de details die de pijn beschrijven." De gruwelijke amputaties heeft hij niet ex pliciet getekend. Hij laat de ongeschonden hand het stompje bedekken. En een donke re zonnebril beschermt het blinde, door le pra aangetaste, gezicht. „Ik kon Catootje en Karlijn niet prompt een leprozenkamp binnen laten wandelen zoals ik die in Afri ka heb gezien. Jeroentje al helemaal niet. Dan is het geen Jan Jans meer. Hoe moeten zij in godsnaam reageren op dit leed?" Kruis heeft gekozen voor een verteller. In Jan, Jans en de Kinderen in Suriname ho ren we van oma Rozenblad het schokkende verhaal over zogenaamde 'eendagsmoeders' op Groot-Chatillion waar leprapatiënten geïsoleerd leefden. Pas vanaf de jaren ze ventig werden de patiënten uit het isole ment gehaald en verpleegd met medicijnen. Kruis schetst in vier aangrijpende plaatjes hoe een moeder haai* pasgeboren baby na één dag moet afstaan aan een 'tante'. Oma Rozenblad staat bij een kreek, de scheiding op het eiland tussen de zieken en de gezon den. Haar herinnering is levend: 'Een zus ter hield de baby in de armen... nog even drukte de moeder heel voorzichtig een kus je op zijn handje. Zelf was ze ook bang het kind te besmetten...' De striptekenaar is opgelucht dat de klus is geklaard. „Ik heb er anderhalf jaar aan ge werkt, het was bijzonder intensief. Al die verhalen, de gezichten en de locaties die ik heb bezocht. Het moest allemaal in kort en toch luchtig bestek op papier komen. Ik heb me met mijn ambassadeursschap voor de Leprastichting en het maken van deze strip een grote verantwoordelijkheid op de hals gehaald. Daar mocht ik me met gemak kelijk van afmaken." Ondanks de zware problematiek krijgt de ellende niet de overhand in deze Jan, Jans en de Kinderen. Het gezin Tromp zucht zo nu en dan diep maar blijft bij zichzelf en re lativeert naar hartelust. Het isolement van leprapatiënten en de veelbewogen geschiedenis van de eendags moeders monden bij Kruis als vanouds uit in een harmonieuze familiebijeenkomst. De zoektocht naar een eendagsmoeder leidt zelfs tot twee moeders en twee oma's. En opa Tromp vindt in oma Rozenblad een der de vriendin. De Rode Kater fronst zijn wenkbrauwen en zucht: "Ik zal blij zijn als iedereen weer thuis is.' Jan Kruis is het grondig met hem eens. „De familie als basis. Dat verklaart het suc ces van Jan. Jans en de Kinderen. Alle hu welijksbreuken ten spijt, het echtpaar Tromp heeft nooit een echtscheiding over wogen. Jan, Jans en de Kinderen vormen een gezin waarin je je zorgeloos kunt ver plaatsen. In een strip staat de tijd stil." Marion Groenewoud

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 25