Zwieren en zwaaien in een keiharde wereld
in Zeeland
Kermissen
lerdag 21 augustus 2004
Bungelend in de Vertical
Shot, veertig meter hoog
boven Goes, schiet de gedachte
niet direct door het hoofd.
Maar een kermis is een bonte
verzameling van rondreizende
bedrijvigheid. „Een keiharde
wereld waarin het steeds moei
lijker is om mensen te verma
ken en attracties terug te ver
dienen."
Met drie attracties in bezit, doet
Johan Ordelman (43) jaarlijks
65 kermissen in binnen- en buiten
land aan. Als klein jongetje reisde hij
al met zijn ouders van dorp naar dorp.
Met vermaak voor kinderen. Nu heeft
hij zelf twee kramen met grijpkranen
en één met (fruit)automaten. Een on
derneming met vijf man personeel: hij
zelf, zijn vrouw, zijn zoon en twee me
dewerkers. ..Soms staan we in een
week op drie kermissen tegelijk."
Ordelman is niet alleen kermisexploi
tant, maar tevens een soort -make
laar. Want hij organiseert ook een klei
ne twintig kermissen per jaar, waaron
der die van Goes. „De kermis is mijn
leven. Ik ben er dagelijks mee bezig.
Voor mij is de organisatie dus makke
lijker dan voor een gemeente. Van
daar dat inmiddels 60 tot 70 procent
van de steden en dorpen de planning
uitbesteedt."
Organisator en gemeente spreken met
elkaar af hoeveel de kermis moet op
brengen. Daarna onderhandelt de or
ganisator met de individuele exploi
tanten. Een jaar van te voren slaat Or
delman al aan het regelen. Overleg
met gemeente, politie, brandweer en
ondernemers. Duizend exploitanten
reizen er door Nederland. Bijna alle
maal mensen met kermis in het bloed.
Ze zijn er geboren, getogen, leven er
hun leven en gaan er bij wijze van
spreken ook dood.
„De kennis is een keiharde wereld. Ie
dereen is eigen directeur en probeert
ondanks forse concuiTentie te overle
ven."
Het seizoen begint grofweg media
april en duurt tot december. „Voor
mij gaat het werk, op januari na, het
hele jaar door. Ik sta in februari op de
kermis in Praag en doe daarna Duits
land aan."
De meeste exploitanten zetten in de
winter hun route uit. „Dan beslissen
ze waar ze willen staan." Maar willen
is nog wat anders dan kunnen, want
de meesten moeten elk jaar opnieuw
per stad of dorp inschrijven. Tenzij er
een meerjarig contract met een organi
sator is afgesloten. De aanbestedingen
gaan veelal via advertenties in vakbla
den. Soms geldt: wie het meest be
taalt, krijgt een plek. Het gaat om be
dragen die er niet om liegen: varië
rend van 100 tot 40.000 euro staan
geld. Daarbij speelt de grootte van de
kermis een rol, want voor een plek op
de Markt van Middelburg of Goes gel
den andere prijzen dan voor het groot
ste mobiele pretpark van Nederland:
Tilburg. „Al hangt het er ook van af
wat je te bieden hebt", nuanceert Or
delman. „Exploitanten met de nieuw
ste attracties hoeven vaak nauwelijks
pacht te betalen. Organisatoren wil
len dat soort publiekstrekkers al te
graag hebben."
Sommige kermissen worden open
baar, andere besloten of onderhands
(onderlinge afspraken) aanbesteed. In
Zeeland gebeurt veel besloten en on
derhands, weet voorzitter Bertus
Donks van de Nationale Bond van
Kermisbedrijfhouders (Bovak). „Het
zijn vaak de kleinere kermissen waar
minder belangstelling voor is. Daar
wordt dan ook gewerkt met contrac
ten voor een paar jaar."
Geen kermispubliek
Zeker in Zeeland. Want Zeeuwen
staan erom bekend dat ze geen kermis
publiek zijn. Dat in tegenstelling tot
de Brabanders. „Die sparen het hele
jaar om naar de kermis te kunnen
gaan", vertelt Ordelman. „In Zeeland
moeten we het vooral hebben van de
toeristen."
Een kermis trekt meer publiek naar
mate een organisator meer reclame
maakt of er extra activiteiten omheen
organiseert. „In Goes hadden we afge
lopen week een optreden van clown
Bassie op zondag en het vuurwerk op
woensdagavond."
Krijgen door dat soort extraatjes
meer exploitanten belangstelling voor
een kermis, kan een organisator meer
geld vragen voor een staanplaats.
Maar dat principe is eindig. „Als er al
een draaimolen of oliebollenkraam
staat, ligt het aan de grootte van een
kermis of er meer van hetzelfde bij
kan. Want je moet er ook voor zorgen
dat voor elke ondernemer een boter
ham te verdienen blijft."
Bij de organisatie van een kermis,
kijkt Ordelman niet alleen daarom na
drukkelijk naar de samenstelling. „Er
moet voor ieder wat wils staan. Dus
verkoop, kinder- en familieattracties
en groot-vermaak. Bovendien mag het
niet elk jaar hetzelfde zijn, want dan
vindt niemand er iets aan. Dus ik hou
een archief bij met welke attracties er
in een bepaald jaar op een kermis
staan."
Behalve de roep om variatie, bepaalt
de beschikbare ruimte wat er wel of
niet kan. „De ruimte in Goes bijvoor
beeld is beperkt. Het is hier passen en
meten. Toch staan er 35 attracties.
Meer kan niet. Mensen moeten wel
over de kermis kunnen lopen."
Bereikbaarheid is ook heel belangrijk.
„Ik zou er graag een reuzenrad bij wil
len hebben, maar de trailers kunnen
nooit de bocht naar de Grote Markt
maken. Ik ken de kermiswereld van
haver tot gort en weet dus hoe groot
attracties zijn. Ik kan snel inschatten
wat er op een plek kan staan. In mijn
hoofd maak ik een indeling en vervol
gens laat ik een bureau een tekening
van de situatie maken. Een onderne
mer die 's nachts met zijn trailer aan
komt om zijn draaimolen op te bou
wen, moet wel op zijn plek kunnen ko-=
men. Dan mogen er dus niet allerlei
andere attracties in de weg staan."
Investeringen
De meeste exploitanten draaien zo'n
20 tot 25 kermissen in hooguit acht
maanden. In die tijd moeten ze hun bo
terham verdienen. Niet eenvoudig ge
let op de hoge investeringen voor at
tracties en kosten voor staanplaatsen,
energie, personeel en transport. Zeker
omdat het aantal bezoekers terug
loopt en ze ook steeds meer noten op
hun zang hebben.
Hoeveel mensen zwieren en zwaaien
is nauwelijks te achterhalen. Cijfers
van het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek (CBS) bieden enig houvast, al
telt dat de bezoekers van kermissen
en circussen bij elkaar op. Feit is dat
het aantal terugloopt; van bijna 28
miljoen in 1991 tot ruim 19 miljoen in
2002. Tegelijkertijd geven mensen er
meergeld aan uit: van 87 miljoen euro
in 1996 tot 123 miljoen euro in 2002.
Of dat te maken heeft met hogere prij
zen of dat mensen meer rondjes
draaien is niet duidelijk. Maar een
avondje kermis loopt al snel in de pa
pieren.
De prijzen van gemiddeld twee euro
per rit noemt Ordelman redelijk. „On
ze kosten stijgen ook. Voor een pret
park moet je entree betalen, voor een
kermis niet. Er overheen wandelen is
gratis. Regelmatig zie je mensen op
hun gemak kijken: voor die mensen is
kermis op hun manier ook een vorm
van vermaak."
Voor bijzondere attracties, zoals de
Vertical Shot (een bol aan elastiek die
een meter of veertig omhoog gescho
ten wordt) moeten mensen 10 euro
neertellen. „Dat is anders. Daar be
taal je puur voor de kick."
Aan het tussentijds verhogen van de
prijzen als er meer mensen rondlopen,
heeft Ordelman een hekel. „Ik maak
daar altijd afspraken over, want ik
vind dat niet kunnen. Mensen voelen
zich dan belazerd." Consumenten zijn
kritischer dan ooit. „Vroeger liep een
heel dorp voor de kei-mis uit. Er ge
beurde eindelijk wat. Nu stappen men
sen in de auto als ze vertier willen.
Het gaat niet alleen om pretparken,
maar ook om bijvoorbeeld festivals.
Mensen zijn verwend."
De concurrentie met ander vertier
laat haar sporen na. De investeringen
- van soms meer dan een miljoen euro
- moeten de kermisexploitanten snel
ler terugverdienen dan ooit. „Dat
wordt steeds moeilijker. Mijn broer
heeft als eerste in Nederland de High
Energy (een snel ronddraaiende attrac
tie). Een investering van 500.000 euro.
Apparaten waar je een jaar of twee,
drie mee rondreist en daarna verkoop
je ze weer om te kunnen investeren in
iets nieuws. Het apparaat is nu ruim
een jaar oud. Mensen willen steeds
sneller en hoger. Dus ze hebben het
snel gezien. Mijn broer bezoekt regel
matig beurzen en heeft contacten met
fabrieken om van de laatste ontwikke
lingen op de hoogte te zijn."
Gok
De investering blijft een gok. „Heb je
een attractie gekocht die aanslaat,
dan is er geen probleem. Maar het
komt ook voor dat mensen er niets
aan vinden. Dat is het risico van het
vak."
Ordelman hoeft weliswaar niet zo
snel zijn grijpers te vervangen, maar
wat er te graaien valt moet wel in de
smaak vallen bij het publiek. „Ik be
paal die smaak niet. Dat doen televi
sieprogramma's en reclames. Die ont
wikkelingen moet ik wel in de gaten
houden en op tijd de juiste inkopen
doen. Daarvoor gaan we naar China,
waar al die spullen worden gemaakt.
Als we het hebben besteld, wordt het
in containers verscheept naar de ha
ven van Rotterdam. Daar halen we
het dan op."
Week in week uit verkassen de onder
nemers.
„Soms hebben we tussen twee kermis
sen wel eens een weekje vrij, hoor.
Dan rijden we op ons gemak naar de
plaats waar we moeten opbouwen, zet
ten daar de woonwagen neer en ver
blijven daar wat langer. Na afloop
van een kermis gaat iedereen weer
zijns weegs. Afscheid? Dat is een
groot woord. We komen elkaar altijd
wel weer ergens tegen. Want het is en
blijft een klein wereldje."
Jeffrey Kutterink
Kermis in Goes. foto's Mechteld Jansen
Euroregiotuinen
n de Kinderen
Augustus
21: Yerseke
21 t/m 23: Noordstraat
28 t/m 30: Hengstdijk
September
3 t/m 5: Cadzand
4 t/m 7: Sas van Gent
11 t/m 13: Vogelwaarde
11 t/m 14: Nieuw Namen
12 t/m 13: Eede
17 t/m 26: Temeuzen
18 t/m 20: Lams waarde
26: Draaibrug
Oktober
2 t/m 5: Hulst
23 t/m 26: Heikant