De droomrace van de estafetteploeg De hoop van een trotse natie PZC PZC 11 14 dinsdag 10 augustus 2004 DÉ DRjDOMRJKCÉ Pim van Esschoten Het begint al in de bus naar het stadion. Zegt Caimin Douglas. „Het zal heet zijn. Zon, zweten. Nerveus, niemand zegt wat. Maar we zullen denken: we staan er weer. Mét vertrouwen, net als in Parijs vorig jaar." De Antilliaan die traint in het Amerikaanse El Paso vervolgt: „De warming-up spreekt voor zich. Routine. Samen en toch ie dereen voor zichzelf. Ik luister naar muziek, waarschijnlijk wordt het Isaline Calister. Antilli aanse muziek. Tumba, beetje jazz. Kriyojo, zoals wij zeggen. Als ik mijn ogen dichtdoe bij die mu ziek, hoor ik de wind door de palmbomen ruisen." Troy Douglas (geen familie) luis tert naar jazz. Niet hard, gevoelig. Douglas (41) weet dat hij emotio neel zal zijn. De finale in Athene zal zijn allerlaatste race worden. Voor Timothy Beck geen muziek. „Niet tijdens de warming-up. Ik trek me terug op een stil plekje. Dan ben ik even helemaal met me zelf" Caimin Douglas: „Dan geeft Wi- gert een seintje... Showtime. De laatste bespreking, al wordt er dan weinig gezegd. Have fun, doe het. We gaan de tunnel in, naar de callroom en dé Grote Jongens. Dan komen de zenuwen pas écht. De spelletjes, hè. John Capel en Bernard Williams intimideren, net als in Parijs." Ze waren tekeergegaan. Troy Douglas: „Williams vroeg: wat doen die fucking orange boys hier? En Joshua Johnson priemde met zijn vinger: we're gonna beat you, yi/U anc you." De jonge Douglas zal niet reage ren. „Ik ken die spelletjes. Wij vor men dan een team, zij schreeu wen. Heel hard. Maar het is geen team." De oude Douglas (41) lacht er om. Hij was stil geweest, des tijds in Parijs. „Shit man, ik ga niet reageren. Het was mijn eerste WK met een estafetteploeg." Ze hadden vreemd gekeken naar het Hollandse kwartet. Troy Doug las zegt het nu weer in het Engels: „Because we're slow white boys." Hij, Caimin en Timothy zijn ook donkere atleten, maar ze zijn don kere atleten uit Holland. „Wij moeten het van trucjes en wissels hebben. Zij niet. Zij hebben pure individuele snelheid." Nederland veroverde brom in de estafette bij de WK atletiek in Parijs. Vóór erkende sprint naties als Trinidad, Jamaica, Canada en zo veel meer. Een wonder. In Athene willen ze op herhaling. Caimin Douglas, Timothy Beck en Troy Douglas over hun gedroomde finale. Team USA bestaat uit vier sprin ters met persoonlijk records van 9,9 en sneller achter hun naam. Die snelheid mist Oranje, de kracht zit 'm in de wissels. Coach Wigert Thunissen rekende uit dat de VS in Parijs een heel ma tige 'wisselwinst' van 2,12 secon den pakte. Troy: „Je ziet Ameri kaanse ploegen vaak pas tijdens het toernooi oefenen op de wis sels." Nederland doet dat het hele jaar door, wekelijks. „Onze wissel- winst in Pa- In die training oogt het allemaal zo simpel. Beek raast door de bocht, Troy Douglas start precies op tijd en op het commando 'pak' strekt hij zijn arm naar achteren en legt Beek het stokje in zijn hand. Maar in een race is alles zo anders. Dan is er een oorverdo vend lawaai en hoort Douglas geen 'pak'. Hij ziet ook niet één sprinter op zich afkomen, maar acht. En knalhard. Het is het moment, dat bonds coach Peter Verlooy omschrijft als 'presteren met het pistool op je slaap'. De wissels moeten bij Oran je wel scherp en vol risico zijn, an ders is het kwartet kansloos. Zonder geluid, zonder zicht. Team Holland doet z'n wissels doofstom en blind. En vól risico. Beek: „In Parijs ging het in de finale maar nét goed. Vijftig centimeter ver der en we waren het wisselvak uit en gediskwalificeerd. Scherper wisselen dan in Parijs kan niet. Maar we zijn individueel allemaal sneller nu. In Parijs stegen we met die 38,63 seconden in de halve fi nale boven ons zelf uit. Nu zijn we beter. Als in Athene alles op Troy Douglas: „Wij moeten het van trucjes en wissels heb ben. De Amerikanen niet. Zij hebben pure individuele snelheid." z'n plaats valt, is 38,40 of 38,30 mogelijk." In de gedroomde race gaan de wissels doofstom, blind en su- perscherp. Caimin Douglas, de slotloper: „Ik zie Tim een super- bocht lopen, de wissels op Troy en Patrick van Balkom zijn akelig scherp. Patrick komt uit de bocht komen, met zijn hoofd zo heen en weer... Ik start, achter me hoor ik hem ondanks al dat lawaai toch heel helder: 'pak'. En dan, dan kun je niks anders dan lopen, zo hard mogelijk. Naar de finish." Waar de droomrace eindigt? „Een paar uur later, op dat podium." Caimin kijkt omhoog, zoekt naar een denkbeeldige, Nederlandse vlag. „Echt, dat kan. Brons, zilver, goud. Maakt me niet uit." Beek: „Het eindigt in het Holland House. We tillen Troy op onze schouders na zijn allerlaatste race ooit. Mét een medaille, ja." De oude Troy zelf? Hij praat slechts met moeite over de dingen die komen gaan. Hij schiet vol, el ke keer als hij over zijn team spreekt. Over het alles samen doen. Eten, tv-kijken, inlopen, uit lopen, koken. „Niks zeggen, alles samen doen. Die harmonie, dat is zo'n mooi gevoel." „Parijs," zegt Troy, „dat was een droom. In Athene zie ik ons in de finale." Brons, zo voorziet hij. Het is geen droom, zegt Douglas. „Het is realiteit." En dan? „Dat weet ik niet... Dansen, huilen. We lopen een ereronde, absoluut. Ik moet een victory lap lopen with my boys. Mijn laatste ronde." Beek: „Wat zullen we dronken worden." RETOUR OLYMPIA OOK PROFS STRIJDÉXI VOOR DP ÉÉR Een zege in Olympia kwam de goden toe. De v\ -winnaars van de vroegste Spelen moesten het doen met de eer en een krans van olijftak ken. Winstbejag hoorde niet. Dat was niet in overeenstemming met de goddelijke herkomst van de Olympische Spelen. Hoe nobel. Net als dat streven van de oude Grie ken naar een gezond getraind lichaam en een hoogontwikkelde geest. Zo was het lang. Het winnen zelf werd echter steeds belangrijker. De eer was niet langer voor de goden, maar voor de stadstaten. Daar wacht te de kampioenen een groots onthaal. Ze kre gen privileges, rijkdom, aanzien. Het belang van de zege werd zelfs zo groot, dat de stadsta ten beroepssporters gingen inhuren. Ook bij de moderne Spelen draaide het lang om louter de eer. Voor profsporters was geen plaats, amateurisme was de norm. Zelfs de fiets die Fanny Blankers-Koen in 1948 kreeg na haar vier gouden medailles, was omstreden. Het IOC was strikt in het naleven van de regels van het amateurisme. Jim Thorpe was in 1913 slachtoffer. De tweevoudig olympisch kampi oen van de Spelen van Stockholm in 1912 moest zijn medailles inleveren, toen bleek dat hij in de jaren daarvoor had gehonkbald voor twee dollar per wedstrijd. In 1983 werd de Amerikaan in ere hersteld en kregen zijn kinderen de medailles terug. In die jaren ook ging het roer bij het IOC om. Presi dent Juan Antonio Samaranch wilde in alle spor ten de besten op de Spelen, dus ook de profs. Toch is de beloning voor de zege op de Spelen nog altijd niet meer dan een medaille. De eer is voor het land, god wordt steevast bedankt. En eenmaal thuis wachten de winnaars een groots onthaal, privileges, aanzien en heel veel rijk dom. dinsdag 10 augustus 2004 1 - 1 V - f J W J if i X- IT A. M Itrl A O ATHENE f 2004 ëfe: - 1 SKYBOXI5 2500 JAAR OUD Het is de tijdgeest. Stadions zijn ontmoe tingsplekken geworden. Van beroemdhe den, die willen zien en gezien worden. Van poli tici en handelslieden, die in skyboxen en busi ness lounges werken aan hun netwerk. Niks nieuws. 2500 Jaar geleden was Olympia eens in de vier jaar verzamelplaats voor iedereen die wat voor stelde in de Griekse wereld. Soms meer dan 40.000 toeschouwers kwamen tijdens de hoog tijdagen op de Spelen af. Welgestelden, want de kosten voor reis en verblijf waren niet voor iedereen op te brengen. Ze stonden, lagen of za ten aan de voet van de Kronosheuvel. Afgezien van een kleine tribune waren er geen zitplaat sen. Ze kwamen om oude vrienden te ontmoeten, om handel te drijven en om geschikte vrijers voor hun dochters te vinden. Maar ook werd in Olympia gesproken over kunst en literatuur, over filosofie en pedagogie. Beroemdheden, staatslieden, legeraanvoerders, filosofen, dich ters en beeldend kunstenaars troffen elkaar in de herbergen en tijdelijke tentenkampen. In Olympia werden tijdens de Spelen meerma len verdragen gesloten tussen stadstaten. Ook werd de vrede tussen Athene en Sparta in 445 v.C. in Olympic gesloten. De stad in het dal aan de rivier de Alfeios had ook een grote aantrekkingskracht op beeldhou wers. Deels doordat Olympia een grote verzame ling van fraaie standbeelden en bouwwerken kende. Bovendien konden zij de fraaist gevorm de atleten dagelijks zien trainen. De beroemdste kunstenaars hadden in Olympia dan ook een ate lier. Maar uiteindelijk Was de voornaamste re den een financiële. Olympia, waar de Griekse elite bijeenkwam, was de beste plek voor het binnenhalen van lucratieve opdrachten. DÉ CFJÉKSÉ DKOOM des. De reactie van de Griekse bond SEGAS: 'De heer Gyulai is vals voorgelicht. Hij belastert ons land en beledigt onze atleten'. Een paar maanden later was de Griekse bond zelf boos op Tzekos, toen bleek dat hij en zijn groep sprinters onvindbaar waren. De ma nager had aangegeven dat de groep voor zes weken het kamp zou op slaan op Kreta, maar zat in werke lijkheid in oliestaat Qatar. „Ik hoef," reageerde Tzekos, „toch niet voortdurend te vertellen waar ik uithang?" Dat moet hij dus wel. Zo schrijven de regels van de IAAF nu eenmaal voor en dat weet Tze kos ook. Pal voor de WK in Parijs een jaar ge leden trok fantoom Kenteris zich terug. Geblesseerd. Nieuw voer voor geruchten. Begin dit jaar bleek ook nog een link tussen 'een' Griekse coach en de geruchtmaken de dopingzaak rond het bedrijf Bal- co Laboratories in Califomië. Het bewijs ligt er, maar de namen van de betrokken coach en atleten zijn (nog) niet bekend. De naam van Tzekos viel meteen. In The Obser ver bijvoorbeeld en Tzekos kondig de meteen aan de Britse krant voor de rechter te slepen. Hij eist 88 mil joen euro. Kostas Kenteris, held van de Hel lenen. Met een aura van on overwinnelijkheid, maar ook ver dacht. Zonder bewijs, want Kente ris is immers nooit betrapt bij een controle. „Kenteris," zegt de Nederlandse sprinter Troy Douglas, „ziet er nor maal uit. Sterk, maar niet super." Hij waardeert hem wel. Douglas herinnert zich hoe de Amerikaanse sprinter Bernard Williams als altijd tekeerging, aan de vooravond van de finale in Edmonton in 2001. „Williams kwam in de eetzaal en zei iedereen te zullen verslaan. You, you and you. And the Greek boy too. Kenteris zei niks, reageer de niet. Hij won." Een Griek die de donkere atleten verslaat. Zeggen de brothers niet: afblijven, dit is van ons? „Nee," zegt Douglas in zijn mengelmoesje van Engels en Nederlands. „Je moet respect voor hem hebben. The white boy can prepare!" De Grieken leven deze zomer als in een droom. Europees voetbal kampioen! En het kan nog mooier worden. Hun grote troef voor olympisch goud is Kos tas Kenteris. De sprinter van Lesbos verschijnt zel den op de baan. Een mysterie, een fantoom. Pim van Esschoten Het was een malle avond ge weest in het Homebush Stadi um van Sydney. Marion Jones won de 200 meter, natuurlijk. Kort daar na voltrok zich op hetzelfde num mer bij de mannen de grootste ver rassing van het olympisch atletiek- toemooi. Een Griek won. Het eer ste Griekse goud op de Spelen nota bene sinds de zege van Spiridon Louis in 1896 in de marathon. Een Griek. Een blanke, de enige tus sen zeven donkere mannen. Ze wer den te kijk gezet door een atleet van wie ze nog nooit hadden ge hoord, die ze nooit hadden gezien en op geen ranglijst was terug te vinden. Zo'n jongen in de finale? Dat kan nog. Maar winnen? Ato Bol- don, de favoriet, wist dat hij het had verprutst. Zonder Michael Johnson of Maurice Greene in de race had dit zijn moment van olym pische glorie moeten worden. „Maar zo gaat het op de Spelen. De jongen met wie niemand rekening houdt, loopt de race van zijn le ven." Die jongen is Konstantinos Kente ris. Hij werd 31 jaar geleden gebo ren in Mytilini, hoofdstad van het eiland Lesbos. Zijn carrière als at leet was tot dan toe vooral een strijd met blessures geweest, als ge volg van het feit dat zijn ene been langer is dan het ander. Vóór Syd ney dacht hij eraan te stoppen om zich toe te leggen op zijn loopbaan als luchtmachtpiloot. Tot hij in februari 2000 bij Kristos Tzekos ging trainen, die van hem in zes maanden een olympisch kampioen maakte. Op die malle avond in Sydney zei Kenteris zijn goud op te dragen aan de slachtof fers van de ramp met de veerboot die kort daarvoor was gezonken voor de haven van Paros. Een jaar na Sydney werd hij wereld kampioen, gevolgd door de Europe se titel in 2002. Een unieke trilogie. En nu is Kostas Kenteris de gouden hoop van een trotse natie, die de Spelen mag organiseren. In Athene is Kenteris overal. Op billboards, op televisie. Maar niet op de atle tiekbaan. Daar laat hij zich zelden het aura van onoverwinnelijk hangt. Zegt hij. Kenteris ontloopt zo echter ook de dopingcontro- leurs. „Kostas is dit jaar al zes keer gecontroleerd. Na wedstrijden, bij onverwachte controles." zei Tze kos twee jaar geleden tijdens de EK in München. Het startgeld dat hij zou opstrijken bij een start in de Golden League (al gauw 20.000 eu ro) zegt Tzekos niet nodig te heb ben. Bij een zege op de EK keerde de Griekse overheid al 300.000 eu ro uit. „Daaróm trainen we liever om hier te pieken." Kenteris had erbij gestaan, maar niks gezegd. Hoewel officier in de luchtmacht, spreekt hij nauwelijks Engels. En dus antwoordt manager Tzekos op vragen, die er altijd zul len zijn. In München deed hij dat geduldig, charmant. „We hebben niets te verbergen." Vaak ook is er irritatie. Zoals in 2001, na de we reldtitel van Kenteris in Edmon ton. Toen was Tzekos boos. „Dit ge tuigt niet van respect voor een groot kampioen." Christos Tzekos haalt die proble men zelf op de hals. Hij kwam in februari 1997 in opspraak toen hij na afloop van een wedstrijd in Dortmund een dopingcontroleur tegen een muur zette, zodat vier van zijn atleten ertussen uit kon den knijpen. Er vielen zelfs klap pen. Atletiekfederatie IAAF schors te Tzekos voor twee jaar. De vier at leten, onder wie Ekaterini Thanou die in Sydney zilver won op de 100 meter, gingen vrijuit. In november 2002 klaagde secreta ris Istvan Gyulai van de IAAF, dat Griekse atleten onvindbaar zijn voor de 'vliegende' dopingbriga- zien. En dat is verdacht in de atle tiek, de sport die bol staat van de geruchten en verdenkingen. Een paar keer per jaar duikt hij op in lokale wedstrijdjes in Chania of Thessaloniki. Maar niet in de lucra tieve races in Brussel, Zürich of Ro me. Kenteris ontloopt zo de concur rentie. Zijn manager en trainer Christos Tzekos wil dat rond hem RETOUR OLYÉ»

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 31