De markt in Tanger was ineens vol feest Wilgentenen en riet, met molens als decor naar Marokko Jacobus van Looy 22 Rauwe kost van llja Stogoff 23 Vreemdgaan voor beginners 24 Kampioen kunstfluiten treedt op Kunstproject in Kinderdijk bijlagen: 0113-315680 31, 4460 AA Goes en Midden-Zeeland: 0113-315520; leuws-Vlaanderen: 0114-372770; «ionaal: 020-4562500. roensdag 4 augustus 2004 Van Looy (1855-1930) won in 1884 de Prix de Rome, ook toen al de meest prestigieu ze aanmoedigingsprijs van ons land voor jonge kunstenaars. Het prijzengeld stelde hem in staat een lange studiereis te ma ken waarvoor hij afreisde naar Italië en Spanje. Vanuit Spanje maakte hij op 18 november 1886 per boot de oversteek naar Tan- ger in Marokko. De kunstenaar was ook schrij ver: er bestaat sinds een aantal jaren een naar hem genoemde prijs voor dubbeltalenten. Hij verwoordde de indrukken van zijn eerste reis naar Marokko en een latere in 1901/1902 in bloem rijke beschrijvingen in brieven, boeken en artikelen. Op de expo sitie ligt in een vitrine een hem typerende brief aan August Alle- bé, in die tijd directeur van de Rijksacademie waar Van Looy zojuist zijn opleiding had vol tooid. 'Weledele Heer! Nu ben ik sinds drie dagen hier en doe de geheele dag niets anders dan maar kijken', schreef hij Allebé op zaterdagavond 21 november 1886. In een poging te vatten waarom hij zo diep onder de in druk raakte vergeleek hij zich zelf met iemand die uit een 'stil le leerkamer' plotseling temid den van een kermis of carnaval was gezet. In een andere brief verklaarde hij zijn euforie over de sprook jesachtige wereld van het toen malige Marokko als volgt: 'De reeks indrukken neemt nooit een einde, het een stapelt zich boven het andere.' Vooral de markt in Tanger maakte grote indruk: 'Een herrie, een mieren- D.J.H. Joosten, die hij in 1917 als 'meester Juulsen' liefdevol zou portretteren in zijn autobio grafische werk 'Jaapje'. Van Looy heeft zichzelf ooit om schreven als 'schilder van huis uit, schrijver door toevallige om standigheden' door zijn contac ten met de vernieuwende literai re stroming van de Tachtigers in Amsterdam. Als kunstenaar wordt hij met zijn natuurimpres sies en portretten gerekend tot de Amsterdamse impressionis ten met kwaliteiten die in de schaduw stonden van die van bijvoorbeeld Breitner en Willem Witsen. Critici vonden en vin den dat het hem vooral op zijn olieverven niet goed lukte los te komen van de conventies van de academische tradities, al wordt zijn expressieve kleurgebruik ook nu nog geprezen. Op zijn tekeningen en aquarel len durfde hij meer. Het fascine rende aan de selectie van indruk ken op deze expositie over zijn Marokkaanse reizen is dat het lijkt of Van Looy geheel onbe spied zijn gang ging tussen de met tulbanden en mantels ge tooide mannen op de volle mark ten en-in de met luifels overhuif de winkelstraten. Alle indruk ken opzuigend als een spons, liet hij zich op papier gaan in een feestelijk dansend lijnen spel van snelle impressies van verstilde schoonheid. Evenveel indruk maken zijn snelle, rake schetsen van muilezels en losse figuurstudies. Het mooiste werk op deze expo sitie is de tekening die hij maak te op het kerkhof van Tanger in 1882. Wenende gesluierde vrou wen hurken in de schemering on der reusachtige geknakte blade ren in een verbeelding van rouw die van alle tijden is. Het kerk hof is één van de favoriete plek ken van de hoofdpersoon Johan in 'Gekken', het autobiografi sche verslag waarin Van Looy in 1892 verhaalde van zijn eer ste Marokko-reis. Vergeelde krantenknipsels uit 1901/1902 over Marokko als voorbereiding op zijn tweede reis getuigen op de expositie van zijn blijvende nieuwsgierigheid naar het land dat hem in de ban had gebracht. Van Looy's respect voor deze on bekende cultuur kan anno nu nog steeds tot voorbeeld dienen. Frangoise Ledeboer Expositie 'Jacobus van Looy naar Marokko': t/m 5 september in De Hal len, Grote Markt 16, Haarlem, open dinsdag tot en met zaterdag van 11.00 lot 17.00 uur, zondag van 12.00 tot 17.00 uur nest, men weet niet waarheen te zien... het was ineens vol feest van bewegend, en kleurig be drijf.' Na het vroege overlijden van zijn ouders - Jacobus was vijf toen ook zijn vader stierf - werd Jacobus met zijn twee zusjes on dergebracht in het Haarlemse Burgerweeshuis. Om te voorzien in de kosten van het weeshuis ging hij op zijn elfde in de leer bij een drukker, twee jaar later leerde hij het vak van rijtuig schilder. Intussen volgde hij ook teken- en schilderlessen bij et de expositie 'Marokko: smeltkroes van culturen' start eind dit jaar in de Nieuwe Kerk in Amster dam de viering van vier eeuwen betrekkingen tus sen Nederland en Marokko. De doelstelling is ambitieus: Ne derland met een open blik leren kijken naar een cultuur met zo'n groté rijkdom dat het onvoorstelbaar lijkt dat Marokko dezer dagen ook islamitische extremisten voortbrengt. Een ex positie in Haarlem toont dat Jacobus van Looy al in 1886 over de tolerantie beschikte die de stichting Marokko-Nederland 400 jaar met het programma voor 2005 wil stimuleren. Zwijnenhoedster, 1886. ?itt< tende bedoeïen, 1886. [JTügentenen, modder, riet en klei: wa- VV ter, grassen, es en populier: Drs. P. ou er een prachtlied over kunnen schrij den. De natuuur geeft, de mens beleeft. het polderland van de Alblasserwaard, ^ngs de Molenkade van Kinderdijk - |chaeht' tussen de negentien wereldver maarde windmolens - zijn de wilgentenen het riet de inspirerende bestanddelen Jpor veertien beeldend kunstenaars. Deze Jeek geven zij het gebied een extra dimen- aandagmorgen begonnen veertien 'loca- é-artiesten' uit acht landen aan hun op- acht een kunstwerk te scheppen uit de na- J urlijke materialen van de Hollandse pol- !r. Zaterdag moeten de werken klaar zijn. c e noemer is: Art Below Sea Level, kunst het drooggemalen land. Eén van de deel- :mers nam de titel zo letterlijk, dat hij een pkerpak wilde meenemen naar Kinder- jk. Hij keek zijn ogen uit en was gerustge- el cl. ilens. Ze doen niet langer dienst om de li aterhuishouding op peil te houden; moder- gemalen hebben die taak overgenomen, taar molens behoren wel tot het culturele ■dg oed van Nederland. En al komen er jaar- ks 300,000 toeristen naar de wieken wui- Sn - er mag best wat meer specifieke aan dacht zijn. Ook voor de vraag: wat doen we igenlijk met dit gebied, hoe geven we het een plaats in de toekomst? Het antwoord is kunst. „De manifestatie dient een meerledig doel", zegt Roel Teeuwen, met Henk van Bennekum artistiek bestuurslid in de stich ting die ontstond op initiatief van de Lions en de Rotary Alblasserwaard. „Kunste naars uit verschillende culturen komen een week lang bij elkaar en communiceren met elkaar vanuit dezelfde opdracht. Drie maan den lang kan het publiek naar het resultaat komen kijken. En door dit te doen, krijgt het gebied vanzelf weer meer aandacht van autoriteiten en plannenmakers", zegt Tee uwen. Er waren veertig aanmeldingen voor dit voor Nederland unieke project. Veertien kunstenaars werden geselecteerd, die zich vorige week donderdag verzamelden. Vrij dag leefden ze zich in op de mogelijkheden. Ze kozen een locatie langs de Molenkade, dienden een plan in, bepaalden het materi aal en installeerden zich in het gebouw op de hoek, het leegstaande partycentrum Windkracht 4. „Bij het Rode Kruis hebben we veertien bedden gehuurd. De catering is verzorgd, de kunstenaars kunnen direct na het ontbijt naar hun werk. Lopend of met de fiets", zegt Teeuwen. Het riet is geleverd door een plaatselijke rietboer, de wilgente nen zijn 'geïmporteerd' uit Nieuw-Lekker- land, het overige materiaal rechtstreeks aan de natuhr onttrokken. Voor sommige deelnemers is het Molenge- bied een openbaring. Zeker voor de buiten landers. Teeuwen: „In landen als Chili en Argentinië worden wel vaker locatie-sym posia gehouden, maar nooit met dit soort materiaal. Wat weet een Chileen nu van de buigzaamheid van wilgentenen? Niets. Dus het verrast hem." Maar ook voor menige Ne derlander blijkt 'Kinderdijk' vreemd. Zoals voor de Rotterdamse kunstenaar Jan Spar- reboom, opgegroeid 'aan de overkant' in Slikkerveer, maar nooit eerder bij de mo lens geweest. „En dan verbaast het gebied je wel. Ik dacht eerlijk gezegd dat het veel grootser zou zijn. Het is ook wel weids, zo met die luchten, maar het is eigenlijk maar één pad, met aan weerskanten dan die mo lens. Die dichtbij maar onaanraakbaar zijn." „Klopt", zegt Teeuwen, „het is eigen lijk maar primitief klein." Het heeft Sparreboom kunnen inspireren tot een soort opstandigheid: „Onbegrijpe lijk hoe ze hier al die toeristen maar blijven in- en uitladen! Er is één molen waar je in mag, er staat één lullig souvenirswinkel tje... Daar móest ik dus iets mee." Hij be sloot een omgekeerde, afgezaagde wilg neer te zetten in het landschap, en daar iets heel intiems mee te doen. Hij kocht een specu laasplankje van 9 euro in de shop, zaagde een gleuf in de dode bast, en bracht het plankje erop aan. Zaterdagmiddag vier uur, nog voor de officiële aftrap. Nu al klaar? „Nou, nog niet helemaal. Er kan nog wat groen tussen, wat takken. Ik heb ook nog de tijd. Maar toen ik er zaterdag mee begon, heb ik al honderden vragen gehad van Japanners, Duitsers en Amerikanen. Waar ik mee bezig was? Het leidt tot com municatie." Maar het meest geïmponeerd is men toch door de molens? Sparreboom, beslist: „Ja, maar je wint het nooit van de natuur." Daarom - molens zijn voor de veertien (tien mannen, vier vrouwen) geen verboden uit beelding, maar het moet niet de eerste link zijn die de deelnemers met het gebied leg gen. De natuur staat voorop, de molens zijn het decor. „Rembrandt vond molens toch ook al hori- zonvervuilende objecten?" zegt Teeuwen. „Maar ze hebben natuurlijk wel een magi sche uitstraling. Ze behoren terecht tot het cultureel erfgoed. Maar de kunstenaars moeten zich door het hele gebied laten in spireren." Peter Ouwerkerk Art Below Sea Level: beeldende kunstprojecten met materialen uit de polder, deze week 'onder constructie', van 7 augustus tot 31 oktober te be zichtigen aan de Molendijk in Kinderdijk. Reisschets Marokko, 1902. De kunstenaars die geselecteerd zijn voor Art Below Sea Level maken gebruik maken van materia len uit de polder. foto Victor van Breukelen/GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 21