Staatsbosbeheer stelt zich open
6
Verkeer op het hoofdvaarwater heeft voorrang
Mens kan meer
oogsten uit de zee
21
Bezoeker krijgt kijkje in de keuken
dinsdag 3 augustus 2004
De Scherpenissepolder in Tholen, heringericht in het kader van plan Tureluur.
luchtfoto Willem Mieras
Staatsbosbeheer Zeeland
klimt uit de ivoren to
ren van waaruit het beheer
van de natuur tot nu toe gro
tendeels geregeld werd. Er
is een plan gemaakt om in
het vervolg nadrukkelijker
de bevolking - en dan met
name bezoekers en gebrui
kers van terreinen - over
het beheer te informeren.
Districtshoofd Kees de Lan
ge vindt het noodzakelijk
dat de burger een kijkje in de
keuken kan nemen. Volgens
hem is het niet meer dan nor
maal dat Staatsbosbeheer ver
antwoording aflegt over het
doen en laten.
Hij is zich ervan bewust dat
méér uitleg verschaffen tijd en
inzet van de medewerkers kost.
Er komen onherroepelijk vra
gen en die tot ieders genoegen
beantwoorden valt niet mee.
Toch wil De Lange die kant op.
Er zijn onder meer via excursies
en rechtstreekse contacten tus
sen bezoekers en boswachter al
diverse lijntjes. „We hebben ge
zegd: dat moeten we voor het
district Zeeland beter handen
en voeten geven."
Voor alle terreinen van Staats
bosbeheer - dat in Zeeland de
helft van de natuur beheert -
zijn beheerplannen gemaakt. Er
zijn interne regels om de effec
ten van het beheer regelmatig te
toetsen: loopt het beheer goed,
zijn er aanpassingen nodig? De
bevolking merkt daar weinig
van. Alleen als er veranderingen
in het beheer plaats grijpen, is
dat zichtbaar. In het verleden
werd nogal eens 'vergeten' de
mensen daarvan op de hoogte te
stellen. Gevolg: kritiek, onbe
grip, ongenoegen
Districtshoofd De Lange hoopt
door beter overleg - niet alleen
over bestaande terreinen, maar
ook over nieuw in te richten na
tuurgebieden - de contacten met
de burgers te verstevigen. Dat
uit zich bijvoorbeeld in het be
leggen van informatie-bijeen
komsten, zoals recent gebeurde
over de plannen voor een kunst
project in de ManteÜng van Wal-
In de Manteling op Walcherenkomt een voorlichtingscentrum.
foto Mechteld Jansen
cheren. Als andere onderwerpen
die voor een ruimere toelichting
in aanmerking komen, noemt
De Lange: inrichtingsprojecten
(dat niet alleen overlaten aan
provincie en Dienst Landelijk
Gebied), soortenbescherming
(bijvoorbeeld maatregelen voor
de kustbroedvogels), het kwali
teitsbeheer (uitleggen waarom
wel of niet gekapt wordt) en de
wijze waarop Staatsbosbeheer
met recreatief medegebruik om
gaat.
Voor de komende tijd zijn er in
elke Zeeuwse regio wel diverse
activiteiten van Staatsbosbe
heer die in het oog springen. En
als het goed gaat, worden in elk
geval de mensen in de omgeving
daarvan tijdig op de hoogte ge
steld. Met op- en aanmerkingen
kan dan voordat de uitvoering
daadwerkelijk begint, rekening
worden gehouden.
Het nieuwe beleid geldt niet al
leen voor de bezoekers van de
terreinen. Er zijn ook heel wat
gebruikers die Staatsbosbeheer
beter wil informeren. De Lange
komt met het voorbeeld van
graslandbeheer. Hij wijst erop
dat de oppervlakte grasland in
de Zeeuwse natuurgebieden ve
le malen groter is dan bos. Een
belangrijke beheermaatregel is
beweiden (begrazing, met name
door runderen). Staatsbosbe
heer heeft, op de Heckrunderen
op de Slikken van Flakkee na,
zelf geen runderen daarvoor en
schakelt derhalve derden in.
De Lange: „Als je grasland ver
pacht, moet je het niet alleen
hebben over hoeveel stuks vee
er kunnen lopen en de tijdstip
pen van begrazing. Je moet ook
duidelijk maken waarom je beg
razing wilt. Welke doelen je
daarmee wilt behalen. Uitleg
gen waarom je iets doet. Als dat
helder is, krijg je meer begrip
voor de regels en de beperkin
gen. Een boer kan er meer reke
ning mee houden in zijn bedrijfs
voering."
Ander voorbeeld: het (lastige)
beheer van de bloemdijken.
Staatsbosbeheer verpachtte in
het verleden veel van deze waar
devolle dijken. Zolang die met
schapen werden beweid, ging
het goed. De schapenmarkt zak
te echter in en de waarden van
de dijken kachelden achteruit.
„We gaan nu een aantal dijken
weer zelf beheren, met gericht
maaibeheer en van schapen om
schakelen op runderbegrazing.
We moeten goed uitleggen waar
om we een aantal beheermaatre-
gelen weer meer in eigen hand
moeten nemen", aldus het dis
trictshoofd.
Stinzenplanten
De belangstellende burger kan
de borst natmaken. Er staat
heel wat op het programma. Op
Walcheren is de Manteling
speerpunt. Daar krijgt de cul
tuurhistorie meer ruimte, wat
zich uit in herstel van de lanen,
met eiken erlangs, kalere ber
men, en met meer kansen voor
de befaamde stinzenplanten. In
samenwerking met stichting
Het Zeeuwse Landschap krijgt
de historie van de Manteling
met de fraaie buitenplaatsen
aandacht in het nieuwe voorlich
tingscentrum over natuur en
landschap.
Op Tholen gaat het om de nieu
we natuurgebieden langs de Oos-
terschelde (onderdeel plan Ture
luur) en de bloemdijken. Op
Zuid-Beveland is de Kapelse
Moer in beeld, waar het een an
der verbeterd moet worden aan
de waterhuishouding (verdro
ging tegengaan), het graslandbe
heer en de cultuurhistorie van
dit oude poelland. Op Schou-
wen-Duiveland wordt een
nieuw beheer van de Westhoek
ingezet en komt er een plan voor
de wedergeboorte van de ring-
walburg bij Burgh. In Zeeuws-
Vlaanderen is Staatsbosbeheer
aan zet voor het herstel van de
oude Staats-Spaanse linies en
bosaanplant in de Braakman.
Zilte waarden duurzaam be
nutten. Anders gezegd: de
mens kan veel meer 'oogsten' uit
de zee dan nu gebeurt. Dat is de
rode draad in het boek Zee in
zicht. Vernieuwing, durf en crea
tiviteit zijn daarbij voor de sa
menstellers sleutelwoorden.
Zoals zij het schetsen, lijken de
mogelijkheden bijna onbe
grensd. De zee kan voorzien in
behoeften als veilig en gezond
voedsel, duurzame energie, in
dustriële grondstoffen en 'bele
vingsproducten' als natuur, ver
maak en ontspanning.
Dan moet de mens wel met ande
re ogen naar de zee gaan kijken.
„De Nederlander waardeert de
beleving van de zee - ruim,
weids, natuurlijk, woest en ont
spannend - meer dan de meeste
producten uit de zee. Onbekend
maakt onbemind", stelt eindre
dacteur Esther Luiten.
Ze merkt op dat de beleving van
de zee kan worden gebruikt om
zeeproducten en -diensten her
kenbaarder te maken. „Van
Sint-Jacobsschelpen en gezond
heidsvoeding op basis van al
gen, tot natuurlijke waterkerin
gen."
Het is meer gezegd, onder ande
ren door commissaris van de ko
ningin Wim van Gelder, die het
landelijk innovatieplatform
aquacultuur aanvoert: de zee is
verdwenen uit het dagelijkse le
ven, verstopt achter een veilige
kustlijn. „Land en zeewater zijn
twee gescheiden werelden. De
harde dijken, de verkorting van
de kust en het gebrek aan een
zilte eetcultuur zijn tekenend
voor onze landgerichte wijze
van leven."
Daar past ook in dat zee en zout
water als vijand worden be
schouwd. Land gaat boven wa
ter. Zoet water gaat boven zout
water. Vergeten wordt al gauw
dat de zeeën en oceanen een gro
te invloed hebben: ze spelen een
sleutelrol in klimaat- en weerpa-
tronen en in wereldwijde kring
lopen van koolstof en stikstof.
De zee heeft ook voorspoed en
rijkdom gebracht (handel, visse
rij)-
Het denken over meer oogsten
uit de zee loopt gelukkig gelijk
op met het besef dat de zee niet
onbegrensd geëxploiteerd kan
worden.Vervuiling, overbevis-
sing en de gevolgen van schade
lijke algenbloei mogen niet zo
maar genegeerd worden. Van
daar de noodzaak tot een meer
duurzamer benutten van de
schatten in de zee.
Aquacultuur krijgt de laatste
tijd in Zeeland beduidend meer
aandacht dan ooit. Wat dat be
treft is het boek verplichte kost
voor degenen die zich daar mee
bezig houden. Eerste les: om iets
van de grond te krijgen is veel
doorzettingsvermogen nodig. Er
zijn vele opstakels te overwin
nen.
In het boek komt directeur Bert
Meijering van zeeaaskwekerij
Topsy Baits bij het Goese Sas
aan het woord. De productie
van zagers voor (sport)visserij
moest helemaal worden opge
bouwd en stap voor stap ontwik
kelt Meijering verder. Nu is uit
breiding aan de orde: de zagers
zijn prima geschikt als grond
stof voor visvoer. Een nieuwe
kwekerij van 60 hectare (en bij
succes meer) kan een enorme im
puls geven aan de aquacultuur
in Zeeland.
Zes mensen uit verschillende we
relden (natuur, wetenschap, be
drijfsleven) zorgen voor een op
merkelijke bijdrage aan het
boek: het ontwerp van zeecul-
tuurpark ZEE-nergie voor de
Oosterschelde. Ze omschrijven
het als een 'parelsnoer aan acti
viteiten' in en rond de zeearm.
Kern ervan: het versterken van
de natuurwaarde, van de pro
ductie van zeebanket van zilte
gewassen en van schaal- en
schelpdieren en van de recreatie
en horeca. Kansen voor het ont
wikkelen van cultuur en natuur
liggen vooral langs de zuidkust
van Schouwen en de noordkust
van Noord-Beveland.
Kenniseconomie
De kosten van een herinrichting
van het Oosterscheldegebied
zijn aanzienlijk, erkennen de
zes. Schattingen lopen uiteen
van tientallen tot verschillende
honderden miljoenen euro's.
Daar staan wel veel baten tegen
over (al zijn die niet in euro's uit
gedrukt). Productie/visserij, na
tuur, beheer en veiligheid, re
creatie en kenniseconomie va
ren er wel bij.
Het zestal ziet voor het op gang
brengen van ZEE-nergie een rol
weggelegd voor de provincie.
Die kan een initiatiefgroep in
het leven roepen, waarin de be
langhebbenden voor de Ooster
schelde zitting nemen: de mari-
cultuur- en visserijsector, de
landbouw, de natuurbescher
ming, de recreatiesector, Rijks
waterstaat, belangenverenigin
gen, onderzoeksinstituten en de
hogeschool.
„De sterke punten van Zeeland,
zoals de productie van zeevruch
ten, de unieke zoute natuur en
de kennis die over beide in de
loop van vele decennia is verza
meld, zijn daarbij een sterk
startpunt", menen de zes plan
nenmakers.
Zee in zicht bestrijkt een veel
breder terrein dan alleen de
aquacultuur. Ook ideeën voor
golf- en windenergie (en die om
zetten in waterstof), een ge
mengd kustvisserijbedrijf en
een centrum voor ontwikkeling
van mariene medicijnen komen
aan de orde.
Rinus Antonisse
Zee in zicht. Redactie E. Luiten.
Uitgave Stichting Toekomst
beeld der Techniek, Den Haag,
in samenwerking met Innovatie-
netwerk Groene Ruimte en Agro-
cluster en de Commissie van
Overleg Sectorraden.
Prijs 30 euro.
i t i
r::T
8SSBBB
Rinus Antonisse Topsy Baits bij het Goese Sas kweekt zagers foto Willem Mieras
Er komt wat voorbij varen
op de Westerschelde. Vijf
tigduizend zeeschepen per
jaar, op weg naar Antwer
pen, Gent, Temeuzen. De
Westerschelde is één van
de grootste loodsgebieden
ter wereld. Nederlandse en
Vlaamse loodsen zorgen
voor een veilige afwikke
ling van al die scheepvaart.
In deze rubriek wordt weke
lijks bericht over het reilen
en zeilen van de loods-
dienst.
Voor wie niet beter weet, is
het Kanaal van Gent naar
Terneuzen als één rechte lijn
door het Zeeuws-Vlaamse land
schap getrokken. Op vijfentwin
tig meter hoogte, op de scheeps
brug van het Zweedse roro-
schip Tor Belgia, is goed te zien
dat dit niet klopt. De pijpen van
Dow Chemical steken komend
vanaf Sas van Gent recht voor
uit omhoog, terwijl het vaarwa
ter in de richting van Sluiskil
naar rechts afbuigt. „Het was
beter geweest het nieuwe ka
naal achterlangs Sluiskil aan te
leggen", denkt kanaalloods Ro
nald de Kok, „dan had je een
kaarsrechte geul gehad."
Zover zal het waarschijnlijk
nooit komen. Veel maakt hel
ook niet uit dat het Kanaal van
Gent naar Terneuzen in
Zeeuws-Vlaanderen een flauwe
bocht maakt. De Kok maakt
zich meer zorgen over een nieu
we kanaalkruising bij Sluiskil.
Komt er ter ontlasting van de
huidige draaibrug een extra
brug of een tunnel? De voor
keur van rijksoverheid en pro
vincie gaat uit naar een tunnel,
maar je weet het maar nooit.
„Als er een extra brug komt,
krijgt de scheepvaart er een ob
stakel bij, waar in elk geval gro
te zeeschepen als de Tor Belgia
elkaar niet kunnen passeren."
Niet dat De Kok veel te klagen
heeft over de brugwachters. Die
van Zelzatebrug en de brug bij
Sas van Gent deden deze reis
hun werk goed. De Tor Belgia
hoefde nauwelijks af te stop
pen. Ook bij de draaibrug van
Sluiskil gaal alles vlotjes. Als
de Tor Belgia zevenhonderd me
ter van de brug is verwijderd,
gaat die open. De Kok stapt
even naar buiten om de brug
wachter te groeten. „Of het nu
om de havendienst gaat, de bin
nenvaart of de brugwachters",
zegt De Kok bij terugkeer, „je
kunt elkaar op het Kanaal
Gent-Terneuzen niet negeren.
Je hebt elkaar nodig."
Hij heeft inmiddels vernomen
dat de sluis bij Terneuzen nog
niet beschikbaar is voor de Tor
Belgia. Twee coasters moeten er
eerst door vanaf de Westerschel
de. De Kok rekent op een vertra
ging van 'slechts' een half uur.
Hij laat de Tor Belgia vaart min
deren tot twee, drie knopen.
„De gang erin houden, dat is al
les." En het schip moet gereed
worden gemaakt om de sluis in
te kunnen, dat wil zeggen: wa
ter uit ballastlanks aan de lin
kerkant naar de rechterkant
pompen. De Tor Belgia maakt
daardoor een beetje slagzij en
dat is ook de bedoeling. De sluis
bruggen kunnen niet helemaal
rechtop staan. Om schadevarin-
gen te voorkomen, eist Rijkswa
terstaat daarom dat grotere zee
schepen met hoge opbouw zich
aanpassen.
Om exact 6.25 uur ligt de Tor
Belgia vast in de Westsluis van
Terneuzen en precies negentien
minuten later gaat de sluisdeur
richting Westerschelde open.
„Nu breekt een spannend mo
ment aan", voorspelt De Kok.
„Het verkeer op het hoofdvaar
water heeft altijd voorrang."
De Grande Brazile van Grimal-
di komt afvaren, de Anglia is op
varend. De Tor Belgia kan nog
naar buiten door met 'een nood
gang' de Westerschelde op te va
ren, zoals De Kok zegt. „Anders
ben je zo een kwartier verder."
De Tor Belgia heeft zo'n drie
uur over de vaartocht van Gent
naar de sluizen bij Terneuzen
gedaan.
De Kok spreekt van 'spielerei'.
„Met harde wind en vooral met
mist is het stressen. Op de radar
kun je dan niet varen met een
groot schip. Vijf meter is niks
op een radar." Als extra hulp
middel beschikken de loodsen
sinds enige tijd over het Schel
de Navigatiesysteem voor Mar
ginale Schepen, kortweg SN-
MS. Tot op de centimeter kan
met dat systeem de positie van
een zeeschip worden bepaald.
Nog een uur varen naar Vlissin-
gen. De Kok ziet in de Pas van
Borssele een binnenvaartschip
per de bocht afsnijden. Omdat
de Tor Belgia nogal golfslag
kan maken, neemt hij contact
op. „De binnenvaart klaagt wel
over de zeevaart, maar roept
het ook over zichzelf af", vindt
de kanaalloods, „maar ook hier
geldt, net als op het kanaal: we
kunnen niet zonder elkaar."
Om 7.45 uur zit de reis erop.
Eén van de Vlaamse redeboten
brengt De Kok aan wal in Vlis-
singen, waar de taxi naar Ter
neuzen wacht. Hij naar huis.
„Mooi leven hebben wij, hè, al
leen aan die onregelmatige tij
den, vaak 's nachts werken en
overdag slapen, daar blijf ik
moeite mee houden."
Harmon van der Werf