PZC veldheer Huisarts blijft strijden tegen farmaceutische vleierij RUDEN RIEMENS zaterdag 24 juli 2004 20 Hans van der Linde (61) wil het 'stieken' van artsen tegengaan. Van Dale vertaalt dat woord met 'toe stoppen van steekpenningen'. Nu schuift geen artsenbezoeker dikke en- veloppes de spreekkamer in opdat dok ter X zoveel mogelijk patiënten aan cholesterolverlager Y helpt. Neen, de arts wordt genood tot verblijf op amu sante locatie A voor nieuwe kennis over aandoening B en zijn gewaardeer de mening over medicijn C. Voor zijn inspanningen krijgt hij minimaal goed te eten en, zeg, honderdvijftig eu ro voor een uurtje luisteren. Of vijf honderd euro met opera Aïda en Am- stel Hotel toe, bijvoorbeeld. Veel artsen trappen niet in zulke hofma kerij, benadrukt de huisarts uit Burgh, die al 28 jaar praktiseert in Capelle aan de IJssel. „Maar een aanzienlijke groep wel. Ik geloof niet dat mensen met eurotekens in de ogen aan de studie geneeskunde beginnen. Ik denk wel dat artsen aan het einde van hun opleiding, na alle gebeul, iets hebben van: nu is het mijn tijd om me te laten fête ren. Dan hebben ze al zoveel om zich heen gezien." De farmaceutische industrie is dol op ge neeskundigen. Die schrijven immers de mid delen uit waarmee de industrie geld ver dient. Goud geld. Een miljard euro per jaar gaat er in Nederland in om. Dus noden fabri kanten artsen op een congres om in vijf da gen enkele uren diepgaand te spreken over nieuwe medicamenteuze therapieën. Geluk kig is het congres in een fijn hotel naast een besneeuwde piste. Hans van der Linde, sinds twee jaar emeri tus-bestuurder uit de gezondheidszorg, voelt zich door zo'n uitnodiging in zijn be roepseer aangetast. Om zijn collega's die naar zo'n congres gaan, voelt hij 'plaatsver vangende schaamte'. Hij ijverde jarenlang voor kwalitatief goede, objectieve nascho ling voor huisartsen zonder commerciële bij bedoelingen. Want een arts die is ingepakt door de farma cie is een dure arts. Die schrijft andere mer ken medicijnen voor en past die breder toe dan de behandelingsstandaard voor huis artsgeneeskunde verstandig acht. Dat brengt het welzijn van de patiënt in het ge ding, maar ook de kwaliteit en de mogelijk heden voor de Medische zorg, vindt Van der Linde. „Je kan het geld in de gezondheids zorg maar één keer uitgeven." Hans van der Linde trok dit jaar ten strijde. Als eerste in dividuele arts diende hij klachten in bij de Stichting Codecommissie Geneesmiddelen reclame (CGR). Dat is het orgaan van farma ceutische industrie, consumenten en artsen dat toeziet op het naleven van de wettelijke regels op de promotie van medicatie. Van der Linde klaagde drie grote medicijnfabri kanten aan omdat zij artsen tot verkapte verkoopbijeenkomsten noodden, de artsen overmatig beloonden voor hun inbreng of zich anderszins niet aan de wettelijke voor schriften op uitingen van geneesmiddelenre clame hielden. In kort geding bij het regulerend orgaan Stichting Codecommissie Geneesmiddelen reclame (CGR) verhinderde hij eind juni een verkooptoumee van Phizer. Op 23 augustus behandelt de Codecommissie twee zaken die Van der Linde aanspande in hoger be roep. Eén omdat Van der Linde de boete voor AstraZeneca (de griffiekosten ad vijf tig euro) te laag vindt. En één tegen de ge deeltelijke veroordeling van Bayer. In die zaak redeneert de Codecommissie vreemd, vindt Van der Linde. Dat vindt het stich tingsbestuur van de CGR zelf ook. „Als ik dat hoger beroep win, betaalt het bestuur van de Codecommissie de beroepskosten van 250 euro", glundert Van der Linde. Hij doet het niet zozeer om de medicijnfabri kanten op de vingers te tikken. Hij wil uit proberen hoeveel invloed de CGR heeft op de industrie en hoe rekkelijk de Codecom missie is met haar eigen regels. Ongeoor loofd rekkelijk, vindt de Inspectie voor de Gezondsheidszorg nu. In een rapport aan de Tweede Kamer stelde de inspectie vorige week dat de CGR als zelfregulerend brancheorgaan faalt in het toezicht op gun stbetoon. Ergernis Hans van der Linde loopt financieel risico in zijn strijd tegen de oneigenlijke reclame van de farmacie. „Als ze vervelend willen doen jagen ze mij op kosten door een claim in te dienen, zodat ik een advocaat moet hu ren. Ik schrijf nu alle pleitnota's zelf." Hij zit ook niet om het werk verlegen. Het proce deren gaat in zijn vrije tijd en daar willen ook vier kleinkinderen, zijn hobby zeezei- len, zijn bostuin in de Westhoek en zijn stu die kunstgeschiedenis een stukje van. „Ik ben geen fanaat. Ik doe het uit ergernis. Uit boosheid. Ik vecht hier al twintig jaar te gen!" Hij zat tot voor twee jaar in talloze bestu ren. Werkte vijftien jaar voor de Landelijke Huisartsen Vereniging, waarvan zes jaar in de opbouw van de nascholingsorganisatie Huisarts Hans van der Linde uit Burgh: „De medicijnindustrie is vooral geïnteresseerd in het maken van geneesmiddelen voor gezonde mensen." foto Marijke Folkertsma voor Zuid-Holland, Brabant en Zeeland. Hij visiteerde namens de nascholingscom missie ruim zestig door de LHV geaccredi teerde nascholingen om die in de praktijk te toetsen op zuiverheid en inhoud. Hij vond ze zelden naar behoren. Van der Linde ver liet in 2001 de LHV. Tot zijn ergernis durf de de beroepsvereniging geen stelling ne men tegen de farmaceutische vleierij van de leden. „De LHV weigerde consequenties te trekken uit de conclusies van de visiteure. Zelfs niet als wij bij zeven, acht keer de na scholing niks vonden." Van der Linde besloot het anders te doen. Hij richtte tussen 1989 en 1993 in Capelle aan de IJssel het Nascholingscentrum op. Een plek voor onafhankelijke kennisover dracht voor collega's. In vijf jaar tijd ver gaarde hij drie miljoen gulden aan bouw fondsen en liet hij een gebouw naar eigen ontwerp neerzetten. Rond als een peperbus, midden in een waterpartij bij een nieuw bouwwijk, vlak onder de afslag Alexander- polder. Hij wist als oud-bestuurder van een zestal grote fondsen best waar geld te halen viel. De farmaceutische industrie betaalde ook mee. Zo'n 900.000 euro aan stichtingskos- ten. Ze mocht zelfs collegezalen naar zich laten vernoemen; zie de Scheringzaal. Of de vitrines vullen met producten. Of kraam pjes bemensen bij de ingang van de studieza len. „Veel collega's hebben erg veel moeite met begrijpen dat de industrie weliswaar aanwezig is in het centrum, maar niets te zeggen heeft over onderwerpkeuze of in houd van de nascholing", zegt Van der Lin de. „Toch: het betekent niets meer dan de advertenties in een medisch tijdschrift." In het Nascholingscentrum spijkeren jaar lijks een paar duizend huisartsen hun ken nis bij. Nederlandse huisartsen moeten per jaar veertig uur nascholing volgen. Fabri kanten bieden leuke cursussen aan. Vijf da gen op Oostenrijkse of Zwitserse skipistes ter ere van een maagzuurremmer, bijvoor beeld. Of een verwenarrangement in Hotel Suisse te Champéry vanwege diabetes melli- tus. Maar ook eenvoudiger treffens in eigen land. Rondetafelgesprekken tussen artsen met een 'onafhankelijke', door de fabrikant ingehuurde gespreksleider zijn populair. Gaat het dan om wetenschappelijk gedach- tenverkeer of worden nieuwe pijnstillers ge plugd tegen vergoeding van 250 euro en een 'luxe broodje'? Veelal het laatste, vindt de huisarts. Hij is bezorgd om de gevolgen van de ver kooppraat voor patiënten. Onderzoek naar de lange termijngevolgen van nieuwe ge neesmiddelen is beperkt. „Een medicijn is vijf tot tien jaar op de markt eer duidelijk is wat een middel voor uitwerking heeft. De industrie is er alles aan gelegen in dat ven ster hun slag te slaan." „Artsen gaan naar zo'n cursus, raken over tuigd dat B toch beter is dan A was, ook al is het duurder, en schrijven het middel voor. Artsen zeggen wel dat ze best in staat zijn onderscheid te maken tussen commercie en objectieve informatie. Maar het komt toch tussen je oren te zitten. Het mengt zich daar met wat je weet en voor je het weet schrijf je zo'n middel uit." Patiëntenverenigingen Fabrikanten huren daartoe een 'mol' in, een medical opinion leader. Een hoogleraar van een medische universiteit, bijvoorbeeld. Het is deels te begrijpen dat professoren zich voor het karretje van de farmacie laten span nen, vindt de huisarts. „Ik heb in het be stuur van universiteitsfondsen gezeten, in de afgelopen 25 jaar is het overheidsbudget voor onderzoek afgebrokkeld. Er waren on derzoekers die je nooit zag met aanvragen. Die haalden hun geld bij de industrie. Tja, die betaalt drie, vier medewerkers en na tuurlijk dat jij dan een cursus helpt geven." Zorgverzekeraars bepalen nu zelf waar zij de medicatie inkopen. Het ene na het ande re dure middel verdwijnt van de vergoe- dingslijst, ten faveure van het generieke equivalent. Net zo werkzaam, maar zonder de financiële last van merknaam en patent. Het schrappen van de grote medicijnmerk namen bracht patiënten in rep en roer. „Neem Plavix (clopidogrel bisulfaat, dat plaquevorming in de bloedvaten tegengaat - red.). Toen dat verboden werd, was de Hart stichting woedend. Maar de industrie heeft zijn tentakels in de patiëntenverenigingen. Die hebben ook fondsen nodig om te bestu ren en de industrie helpt wel. Patiënten- en consumentenplatforms hebben die notie on voldoende, vindt Van der Linde, „Plavix wordt nog veel voorgeschreven in Duitsland en Frankrijk, maar het is twintig keêr zo duur als Ascal. Dat werkt net zo goed." „Het is een mythe dat de industrie zoveel geld nodig heeft voor innovatie. Tachtig tot negentig procent van het budget gaat op aan de ontwikkeling van me too-prepara- ten. Niet ten behoeve van de gezondheids zorg, maar om mee te liften op het succes op de markt", betoogt de huisarts. „De maag zuurremmer simvastatine, Zocor, was een voorbeeld. Een enorm succes, dus git industrie ijlings sleutelen met dat molecuul Ze plakte er een ander H-atoompje of zc aan vast. Zo krijg je allerlei parallelprepsr» ten die nèt iets anders zijn." Hij pakt er het Repertorium bij, het dikke register met toegelaten geneesmiddelen z wijst de scheikundige namen aan. Hele re«? sen variaties op een thema vullen de pagi na's. „Daar sterven ongelooflijk veel proef dieren voor. Maar wat voor uitwerking de verplaatsing van dat H-atoompje precies heeft, weet niemand. Vergis je niet, een® foo-preparaat kan doden kosten. Neem lr.de ral, tegen hoge bloeddruk. Dat kreeg een 'broertje', Eraldin. Dat bleek vreselijke'o:;- werkingen te hebben waar duizenden mz- sen wereldwijd het slachtoffer van werde De organen krijgen te lijden onder bind weefselvorming. Ik heb er zelf een patiènl mee in mijn praktijk. „De medicijnenindi& trie is vooral geïnteresseerd in het maken van geneesmiddelen voor gezonde mensen Zieke mensen zijn niet interessant, daai zijn er niet genoeg van. Ze hebben het liefs: dat huisartsen zeggen: 'meneer, u bent her maal gezond, maar ik wil toch dat u dezec-n- len gaat slikken tegen hoge bloeddruk.'Aft sen vergeten dat het helemaal niet om die bloeddruk gaat. De bedoeling is dat de pa tiënt niet doodgaat aan hart- en vaatziek ten. Maar of dat middel dat helpt voorko men weet nog niemand." Brutaal „De industrie is ook behoorlijk brutaal Vrouwen in de menopauze kregen een decs- nium geleden oestrogeen voorgeschreven Tot duidelijk werd dat die vrouwen borst kanker kregen. Nu doen er weer cursussen de ronde: 'Bent u bang voor oestrogeen'' Dat is toch niet te geloven?" Sinds zijn successen tegen farmaceutische giganten als Bayer, Pfizer en AstraZeneca krijgt Van der Linde nieuwe voorbeelden toegestuurd uit het hele land. Met de com promitterende farmacie-uitnodigingen waar hij genoeg gegevens bij krijgt - er wit- len weieens aanreikers anoniem blijven - blijft hij nieuwe zaken aandragen bij deCo decommissie Geneesmiddelen Reclame. „Ze (de farmacie, red.) hebben al eens ge poogd mij in diskrediet te brengen. Ik zou de klachten indienen uit 'persoonlijke rand ne'. Ik bèn helemaal niet zo'n tijger diede oorlog in wil. Maar dat artsen 550 eurova3 gen en zich vol laten stoppen om twee uur' luisteren naar informatie die ze beter niet J hun hoofd moeten toelaten, dat maakt me gewoon boos." Claudia Sondervan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 20