Eens kijken of ze nu nog van me houden Zondvloed heeft niets met zonde te maken seen ierhaal Escher had ook Italiaanse visioenen Robert Crumb Geschiedenis van het Nederlands adit steeds verder afglijden de land kom je ze steeds va ir tegen: daklozen, zwervers, «zitten in winkelportieken, lig- g op banken in het park of iarrelen rond op straat. Man- ai meestal, soms een vrouw. Ie zijn ze? Wat gaat er in hun fcwijls verwarde hoofden om? weet het niet en je komt het et te weten, want je blijft, zon- rdat je er verder bij nadenkt, iaistand. joguit kun je je een voorstel- ;a van hun levens maken en is precies wat de Engelse brijfster met de Italiaans klin- nde naam Trezza Azzopardi jet m haar roman Herinner h. Het is haar tweede boek, na- H haar debuut 'De schuil- aats' in 2001 werd genomi- sd voor de voorname Booker rize. e hoofdpersoon van Herinner ij is een zwerfster, al zal ze at in alle toonaarden ontken- in, Het is haar lot, zegt ze, dat i uiteindelijk helemaal geen aam meer zal hebben, maar ze ft niet ontevreden met haar staan. e heeft de hand weten te leg al op een kinderwagen, waar- re ze haar koffer en haar plas- c tassen - ze houdt veel van hstic tassen, zegt ze - kan ver seren. Daarin zitten haar spui tjes die ze angstvallig be- èermt: een veer, een medail- ïl een broche waarvan de een ontbreekt, een houten iet, haarplukken, een wollen ieai en veel handschoenen gaar nooit een paar gelijke), ferwijl de zwerfster zich sla- rrd houdt in een afbraakpand, ordt zij bezocht door een rouw, die haar gezicht en lijf af- ist en er vervolgens met haar jffer vandoor gaat. Ze is ge- ad alleen gelaten te worden - wijzing volgt me als een hond vandaar dat ze zo verbaasd is it ze de diefstal laat gebeuren. trage, onnadenkende regel- rat die haar leven leefbaar akt, wordt er zodanig door rstoord dat ze gedwongen ordt zich haar geschiedenis te doneren. larden ie levensgeschiedenis wordt oor Azzopardi in flarden ver- Id, volgens de manier waarop •hersens van de zwerfster on- veer moeten functioneren. De formatie komt heel langzaam, opliciet en verward tot de le er, maar langzaam worden de edenen helder waarom zij is |aan zwerven, Aan het eind fordt ook duidelijk waarom kaar koffer is gestolen. In enke- e ontroerende passages komen fan meer lijntjes bij elkaar, die aanvankelijk raadselachtig wa ren. De ontroering zit hem voor de le zer misschien het meest in het gegeven dat de zwerfster nauwe lijks woorden kan vinden voor taar motieven: ze is het kwijt, ie manier om dingen uit te leg gen. .We zouden wel willen pra ten over het verleden, als dat mocht, maar dat verleden is ver warrend, vroeger is alleen maar een verhaal, en soms veroor zaakt dat pijn." Des te knapper fat Azzopardi er wel een boek overheeft kunnen schrijven, een boek zelfs dat poëzie weet te ma ken van een zwerversleven, al moetje er als lezer wel wat moei te voor willen doen haar daarin te volgen. Peter van Vlerken hzat Azzopardi: Herinner mij - waling: Lilian Schreuder. Uitgeve- Pe Bezige Bij320 pag., 19,90. woensdag 14 juli 2004 Verwondering en verbazing wilde hij wekken met zijn houtsneden. We kennen ze alle maal, de befaamde prenten van de graficus Maurits Escher. 'Klimmen en dalen' uit 1960, met mannetjes die trappenlopen en tegelijk omhoog en omlaag lij ken te gaan; 'Waterval' uit 1961, waarin op dezelfde manier met perspectief en constructie wordt gegoocheld. En al die andere ico nen. Minder bekend is het werk dat de jonge Escher maakte in de ja ren twintig en dertig. Ook hout sneden van een grote perfectie, maar zonder de ingebouwde raadsels. En geen fantasievoor stellingen, maar natuurgetrouw weergegeven landschappen en dorpsgezichten, bijna allemaal in Italië. Escher woonde tussen 1923 en 1935 met zijn vrouw in Rome. Elk voorjaar trok hij rond in Zuid-Italië om tekenin gen te maken. Die werkte hij ver volgens in de winter uit tot hout sneden en litho's. Foto's speel den hierbij geen rol, dat waren gewoon vakantiekiekjes. Foto's De werken uit de Italiaanse pe riode zijn permanent te zien in het Haagse museum Escher in het Paleis. Met een kleine expo sitie op de derde etage diept het museum deze episode nu uit, door reproducties van de pren ten te combineren met foto's uit de albums van de familie Escher en met recent gemaakte foto's van de door Escher vastgelegde plekken. Ook hier gaat het om verwonde ring en verbazing, maar dan an ders dan bij de beroemde pren ten. In de eerste plaats is het de kunstenaar zelf, die zich steeds weer verbaasde over de schep ping. Die gevoelens probeerde hij via zijn kunst over te breng en op de toeschouwer. Escher paste hier dus geen vertekenin gen en verdraaiingen toe, maar accentueerde alleen de dingen die hem opvielen in het land schap. Waardoor vaak een sprookjesachtig effect optreedt. Dat doet zich bijvoorbeeld voor bij houtsnede 'Morana, Cala bria' (1930). Het dorp Morana ligt als een berg tussen de ber gen. Door een spel met zwarte en witte lijnen geeft Escher de bijzondere atmosfeer weer, die tussen de bergen hangt. Uit een foto in het familiealbum is af te leiden dat hij het dorp gespie geld heeft afgebeeld. De foto toont een bergdorp, de prent een soort visioen. Het is de ma gie van Escher. Kantwerk Dat fata morgana-effect treedt ook op bij de houtsnede 'Pineta van Calvi' (1933) die een Corsi- caans stadje toont met op de voorgrond een baai. Ook hier een spel met licht en donker, want we kijken vanuit een don ker pijnbomenwoud - de takken omlijsten het geheel als kant werk - over de zonovergoten baai naar Calvi. Fascinerend maar luguber is de litho die Escher in 1932 maakte, na een reis naar Sicilië'. Hij be zocht daar in het plaatsje Gangi een grafkelder waar gemummifi ceerde lijken van priesters te 'be wonderen' zijn. Escher tekende vier staande mummies, de inge droogde hoofden spookachtig boven de priesterkleding. Eron der plaatste hij de liturgische tekst Ite, missa est (gij zijt heen gezonden). Eén werk uit de Italiaanse perio de vormt een brug naar Eschers latere oeuvre. In 1931 maakte hij een litho van het plaatsje Atrani aan de kust van Amalfi. Dit schilderachtige kuststadje gebruikte hij zes jaar later in het werk 'Metamorfose I', waar in het langzaam verandert in een blokjespatroon, waaruit uit eindelijk een Aziatisch poppetje tevoorschijn komt. Daarna is het afgelopen met de landschap pen en wordt Escher in toene mende mate in beslag genomen door de 'vlakverdeling', de grote vlakken die hij deels' naar Moors voorbeeld geheel vulde met in elkaar grijpende figuur tjes. Eén uitgangspunt zou ech ter altijd hetzelfde blijven, ont hulde de kunstenaar in 1955 aan zijn zoon. 'Ik geloof dat het maken van prenten, zoals ik dat doe, bijna alleen een kwestie is van: het zo verschrikkelijk graag goed willen doen.' Herman Rosenberg Expositie Escher in Italië - Museum Escher in het Paleis Den Haag (Lan ge Voorhout 74), t/m 12 september. Foto van Morano, 1930 trips in een kunstmu seum. Kan dat wel? De Amerikaanse teke naar Robert Crumb is de eer ste om er vraagtekens bij te plaatsen. De overzichtsten toonstelling van zijn werk in Keulen bewijst echter dat het kan. Het woord 'nerd' lijkt uitge vonden voor Robert Crumb: antiek colbertje, hoedje, bril met jampotglazen en sor- ry-dat-ik-besta-houding. Een man voorgoed veroordeeld tot een leven als buitenstaander. Zelfs in de hoogtijdagen van het hippiedom, beschreven in de ver halen rond zijn bekendste crea tie Fritz the Cat, hoorde hij er niet echt bij. Zijn haar bleef kort. Hij was veel te bescheiden om op blote voeten en met een bamboefluit in de hand op een bloemenveld te gaan dansen. Bo vendien moest hij niks hebben van pop. Crumb bleef bij zijn voorliefde voor muziek uit de jaren twin tig. De radio absorbeerde alle kleine, verschillende, funky en obscure muzikale stijlen die be stonden en vormde ze om in gro te gestandaardiseerde stromin gen. Zijn succes bracht de Ame rikaan in werelden die nog min der de zijne waren. Van een on betekenende undergroundteke- naar - een non-entiteit zoals hij het zelf noemt - werd hij in kor te tijd een stripster, die in kanto ren moest vergaderen met aller lei belangenbehartigers en advo caten. Crumb werd er behoor lijk recalcitrant van. Met zijn strips ging hij het randje opzoe ken. „Ik dacht: dus ze houden van me, eens kijken of ze dit ook aankunnen." De kunst is ook zo'n wereldje dat Crumb de krie bels bezorgt. Hij wil zijn pu bliek leuke plaatjes en boeiende verhalen voorschotelen. Dat mu sea in toenemende mate interes se tonen voor zijn werk streelt zijn ego, maar tegelijkertijd koestert hij een diep wantrou wen tegen het circus van vernis sages, moeilijk kijkende ken ners en hun volzinnen over die pere betekenislagen. Op de tekening op het affiche en de catalogus voor de over zichtstentoonstelling in Keulen speelt hij met dat gegeven. Het is een zelfportret van Robert Crumb die de cruciale vraag stelt: Yeah, but is it art? Om daar meteen aan toe te voegen: You tell ME, I don't know. Niet geheel toevallig zit de tekenaar achter een koffietafeltje, de plek waar de connaisseurs graag qua- si-nonchalant hun kunstboeken uitstallen. Is het werk van Crumb kunst? Als de vraag ooit te beantwoorden was, dan is het wel aan de hand van de omvang rijke dwarsdoorsnede die in Mu seum Ludwig te zien is. Het ant woord valt desalniettemin lastig te geven. Ieder zijn eigen defini tie van kunst. Platenhoezen Crumbs werk laat in ieder geval niemand onbewogen. Geen mens zal schouderophalend aan zijn tekeningen voorbijlopen. In Keulen lachen veel bezoekers hardop. Anderen gruwen al bij het horen van zijn naam: een gemêleerde groep variërend van conservatieven tot radicale femi nisten Crumb heeft de hand aan de pols van zijn tijd. Met name Robert Crumb wordt gezien als chroniqueur van de jaren zestig en zeventig. als chroniqueur van de jaren zes tig en zeventig verdient hij een plaats in de geschiedenisboekjes tussen de foto's van Woodstock, Vietnamdemonstraties en lo- ve-inns. Tot slot: Crumb be waart altijd voldoende afstand. Fritz the Cat mag dan door ve len gezien worden als een lof zang op de vrije seks en drugsex perimenten van het hippietijd perk, als het er op aan komt is de hoofdpersoon net zo bekrom pen als de kleinburgers waar hij zo graag tegenaan schopt. Zelf als de tekenaar zichzelf tot on derwerp kiest, lijkt hij alle zwakheden te doorgronden. En nergens wordt het pose. De tentoonstelling in Keulen laat ook goed de veelzijdigheid van zijn werk zien. Het gaat om meer dan aaibare diertjes, fallus sen en rijkelijk vloeiende lichaamssappen. Fraai en min der bekend zijn de platenhoezen die Crumb in de loop der jaren ontwierp. Uitgesproken realistisch is zijn recente serie In the praise of strong women, waarin hij zijn voorliefde voor grote, stevige vrouwen (veel bil, veel borst en veel been) nog eens botviert in portretten. Tennisster Serena Williams is te zien, maar ook Monica Lewinsky. De Maas trichtse kunsttweeling L.A. Rae- ven (Liesbeth en Angelique die hun broodmagere lichamen door de hele wereld tentoonstel len) vormt de uitzondering die de regel bevestigt. Enige nadeel van de expositie: het is veel, heel veel. Crumb moet jaren van zijn leven heb ben zitten arceren, waardoor zijn tekeningen goed bekeken moeten worden. Ze staan ook nog eens vol met kleine details en hij is niet zuinig met tekst. Wie naar Keulen wil, moet ruim de tijd nemen. Maar het loont de moeite. Paul van der Steen Expositie: Robert Crumb - Yeah, but is it art? - tot 12 september te zien in Museum Ludwig in Keulen. Info: www.museum-ludwig.de ^en zondvloed maakt iedereen wel eens Jmee met een intensief leven of bij slecht weer. Maar sommigen hebben nog weet van de enorme overstroming die vol lens de bijbel plaatsvond als straf voor de 'de zonden die onze verre voorouders had den begaan. Noach bouwde een ark om de Problemen het hoofd te bieden en de conti nuïteit van de schepping te bewaken. Er 1 geen dag voorbij of je denkt aan het sle slakkenpaar dat zich haast om de van Noach op tijd te halen. Geregeld week je je het hoofd over de vissen die zich «kroegen of en hoe zij in Noachs scheepke ®°esten komen. Hot woord zondvloed heeft echter niks met ronde te maken. Het is ontleend aan het Middeleeuwse Duitse sintfluot, dat Luther Sindflut. Het woord is samenge teld uit het bekende woord vloed en een woord sin, dat 'altijd, voortdurend, aanhou- end betekende en dat we nog vinden in de naam van het plantje zenegroen, 'altijd vloed', maar omdat zich zondig voelende mensen de grote vloed als een terechte straf ervoeren voor het kwaad dat ze gedaan had den en nog van plan waren te doen, las men het woord als zondvloed. Een vorm van volk setymologie. Nog een voorbeeld: vlugschrift. Is het een in derhaast geschreven brochure? Nee, oor spronkelijk gaat het terug op het Duitse Flugschrift, dat een vertaling is van het Franse feuille volante, letterlijk 'vliegend blad'. Het Duitse Flug hangt dan ook samen met fliegen, wat verzamelaars van Duitse Flugzeuge zeker weten. Vlugschrift heeft niets met Vlug' te maken. Je kunt er ge woon de tijd voor nemen. Deze voorbeelden van ingeburgerde onjuis te etymologieën vallen te lezen in Honds draf van Nicoline van der Sijs. Het is een leerzaam boekje over de oorsprong van Ne derlandse woorden. In de negentien hoofd stukjes van deel één vertelt ze de echte ety mologie van Nederlandse woorden, in de 35 bladzijden van deel twee bespreekt ze de volksetymologie: de woorden die taalkun dig 'ontspoord' zijn. In het laatste hoofd stuk staan er veel in korte stukjes opgesomd en die zijn allemaal interessant en vele zijn verrassend. Neem nu doodgemoedereerd, dat niets te maken heeft met gemoed. Het is een verbastering van gemodereerd, dat 'ge matigd, aangepast' betekent. Het is een af- doodgewoon zo. In het eerste deel van Hondsdraf komen aan de hand van voorbeel den allerlei aspecten aan de orde van het on derzoek naar de geschiedenis van woorden. Zelfs wordt in de eerste hoofdstukken de manier van werken van de historische taal kunde uiteengezet. Dat er klankwetten zijn, dat talen historisch met elkaar samenhan- leiding van het aan het Frans ontleende woord modereren. Dat gemodereerd kreeg de betekenis 'leukweg, doodkalm'. Door de taalgebruikers werd deze vorm aangepast onder invloed van gemoed. Ter versterking werd er dood voor gezet zoals in doodkalm en doodleuk. Volksetymologie ontstaat gen. En hoe je met vrucht een etymologisch woordenboek kunt raadplegen. Zo wordt van de woorden hond en draad uitgelegd waarom in een etymologisch woorden in het eerste geval allerlei verwante vormen uit de niet-Germaanse talen staan vermeld, ter wijl dat onder het trefwoord draad niet zo is. De reden is simpel: draad is in het Ger maans gevormd en kent geen Indo-europese verwanten. In een van de hoofdstukjes wordt ook ver teld waarom sommige samengestelde woor den wel in een etymologisch woordenboek staan en andere niet. De meeste samenstel lingen zijn transparant. Zo behoeven tand arts, handdoek en hoerenloper niet in een etymologisch woordenboek. Wie de oor sprong van de delen kent, doorziet ook de etymologie van de samenstelling. Anders is het gesteld met woorden waarvan een deel niet meer voorkomt. Zo kennen we gom (man) alleen in bruidegom, galen (zin gen) alleen in nachtgaal, wie (heilig) alleen in wierook, en vagen (vegen, schoonmaken) slechts in vagevuur, wegvagen. In andere woorden is zelfs een deel zo veranderd dat de oorsprong niet meer helder is. Wie ziet in litteken en likdoorn nog lijk (lichaam), in sprinkhaan het woord springen en in knof look het Middelnederlandse clof (kloof)? De overvloed van voorbeelden maakt Honds draf tot een boeiend en informatief boek over de geschiedenis van de Nederlandse woordenschat. Klanknabootsingen (grienen, tjiftjaf), woordvorming in het Bargoens (blaffert, luimkit), leenwoorden (doerak) en leenverta lingen (maandag), verkortingen (spar) en af leidingen (deksel, lengte) worden behandeld en deze systematische benadering geeft aan dit boekje een uitgekiende helderheid. Aan het eind van het boek, in de uitvoerige be spreking van raadselachtige volksetymolo gieën kun je ten slotte niet alleen lezen waar een kattebelletje voor 'een klein brief je' vandaan komt, maar ook dat de uitdruk king Joost mag het weten via allerlei tussen fasen en omwegen betekent 'de duivel mag het weten'. Als je daar aangekomen bent. weet je ook (volgens de regels van het alfa bet) of hondsdraf iets met een rennende hond te maken heeft. Lo van Driel Nicoline van der Sijs: Hondsdraf. Waar komen on ze woorden vandaan- Sdu Uitgevers, 154 pag., 12,50 "rijp» v

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 25