PZC Meekrap schiet weer wortel De wilde dieren zijn even op vakantie Nieuwe teelt van oud gewas weerwoord Dwergkruid weer ontdekt 22 Breskens voor de oorlog 22 Wees niet bang voor meidoorn 23 Loodsen in de stille uurtjes 23 NAAR BUITEN Redactie bijlagen: 0113-315680 www.pzc.nl E-mail:redactie@ pzc.nl Postbus 314460 AA Goes Advertentie-exploitatie: Noord- en Midden-Zeeland: 0113-315520; Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770; Nationaal: 020-4562500. dinsdag 6 juli 2004 Ooit was meekrap één van Zeelands belang rijkste landbouwproducten. De provincie had zelfs lan ge tijd nagenoeg het mono polie op de Europese markt. In de tweede helft van de 19de eeuw ging het mis. De introductie van synthe tische kleurstoffen deed de vraag naar meekrap, waar mee textiel 'geroodverfd' kan worden, kelderen. Dat was het einde van de mee krapindustrie. Nu, zo'n 150 jaar later, wordt voorzich tig geprobeerd meekrap op nieuw wortel te laten schie ten in de Zeeuwse grond. Op Tholen doen tien boeren mee aan een project met het oude gewas. Onder hen: Jan de Wilde, akkerbouwer in de polders tussen Sint- Maartensdijk en Sint-Anna- land. Onder aan de dijk, aan de Meliasweg, ligt de boerde rij van familie De Wilde. Langs de oprit houden ganzen de wacht. Daar, verscholen in het groen, staan huis en schuren; er omheen liggen de akkers. Jan de Wilde en zijn vrouw ver bouwen op 75 hectare grond ak kerbouwgewassen als aardappe len, suikerbieten, cichorei, uien, tarwe, graszaad en bloemkool zaad; zomerbloemen als papa ver en witte dille; en sinds kort dus meekrap. In mei is ruim 2 hectaré'geplant. Nu, meer dan een maand later, zijn de stekjes al gegroeid tot kleine plantjes. De blaadjes voelen stug en ruw aan. „Meekrap is een tweejarig gewas", vertelt Jan de Wilde midden op zijn perceel, „vol gend jaar september gaan we oogsten." De Wilde heeft een spannende tijd voor de boeg, want het is maar afwachten of het lukt met die meekrap. Vroeger werden teelt, oogst en verwerking volle dig met de hand gedaan, nu moe ten speciale machines worden ontwikkeld. „Zo heeft een loon werker een plantmachine aange past. want normaal plant je met een machine op vlakke grond. En deze meekrap is geplant op bedden. Twee rijen per bed. Die bedden maken het oogsten mak kelijker." Het gaat bij meekrap immers niet om de plantjes bo ven de grond, maar om de wor tels eronder. Daarin zit de stof die nodig is voor de natuurlijke roodmaker. En door de meekrap op bedden te planten, zijn die wortels makkelijker uit de grond te krijgen. Er komt dan minder grond op de rooier. Er wordt nu ook al gewerkt aan het geschikt maken van een aardap- Jan de Wilde op zijn perceel meekrap: „Je weet pas zeker dat je het goed gedaan hebt als je gaat oogsten." pelrooier voor de meekrapoogst. „Maar de plantjes moeten eerst blad maken om ondergronds iets te kunnen doen", zegt De Wilde. Zijn meekrapveld zal over een jaar bedekt zijn met groene bladeren. Het gewas kan bovengronds 80 a 100 centime ter lang worden; de bladeren lig gen dan op de grond. De wortels worden 1 a 2 centimeter dik en 50 tot 80 centimeter lang. „On der de grond groeit een krop met wortels, een wortelpruik. De dikste wortels aan de boven kant worden gebruikt voor de kleurstof." Naast het ontwikkelen van ma chines brengt de nieuwe teelt van het oude gewas ook andere onzekerheden met zich mee. Het is steeds zoeken naar de juiste balans. „We willen het bijvoor beeld zo milieuvriendelijk moge lijk doen, maar er moet wel wat gespoten worden. Dus doen we proefjes. Deze teelt is voor alle betrokkenen nog een groot vraagteken. We zijn steeds aan het rekenen en aan het onderzoe ken. Je weet pas zeker dat je het goed gedaan hebt als je gaat oog sten." Meestoof Als de meekrap eenmaal geoogst is, moeten de wortels nog worden verwerkt. Vroeger werd dat gedaan in een mee stoof. Daar werden de wortels Meekrapplantje van ruim een maand oud. Zonder dauw geen regen, heet het in juli allerwegen gedroogd, gemalen en gezeefd. Straks moet dat in een fabriek gebeuren. Er wordt nog onder handeld over waar de verwer king zal gaan plaatsvinden; De Wilde kan daar nog niets over zeggen. Initiator van dit mee krapproject is Anco Sneep, ak kerbouwer in het West-Brabant se Dinteloord. Als directeur van het bedrijf Rubia Natuurlijke Kleurstoffen zocht hij boeren foto Willem Mieras met lichte klei die mee wilden doen aan het project. Naast de tien boeren op Tholen doen ook akkerbouwers bij Steenbergen, Wouwse Plantage en het Oost-Brabantse Erp mee. Het zijn de enige plekken in Neder land waar nu op grotere dan hobbyschaal meekrap wordt ge teeld. Aanleiding voor Sneep om de teelt van het oude gewas te be proeven zijn geluiden uit de markt, zegt De Wilde. „Vanuit de kledingindustrie is er vraag naar natuurlijke kleurstoffen. Je moet dan denken aan duurde re kledinglijnen." Uitdaging Jan de Wilde was snel enthou siast over het project. Hij vindt het een uitdaging. „Je moet dit niet doen omdat je uit financiële overwegingen een nieuw gewas nodig hebt. Je moet dat een stap voor zijn. Nu krijg ik de kans om mee te doen. Ik hou er wel van om wat te proberen. Ik zeg altijd maar zo: 'Als je aan de kant gaat zitten wachten, ge beurt er niks'. Ja, je loopt het ri sico dat het mislukt, maar dat is ondernemen. En je komt proble men tegen. Maar we zien het ze ker zitten. Aanstaand voorjaar planten we er nog eens twee hec tare meekrap bij." Carla van de Merbel Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen, suggesties en weerwoorden zijn welkom bij de redactie Buitengebied van de PZC: postbus 31, 4460 AA, Goes, fax 0113-315669, e-mail redactie@pzc.nl Er künnen daar flamingo's zitten, zegt een collega. En een uitgave van Staatsbosbe heer belooft 'wilde dieren'. Toch maar eens gaan kijken dus, in natuurreservaat Dijkwater, tus sen Sirjansland en Dreischor. Op zoek naar die exotische vo gels en misschien wel reeën. Vanaf de Weg door Dijkwater volg ik de uitgezette Stevensluis- wandeling. Via de Knotwilgen- dreef gaat het richting natuurge bied. Een informatiebord van Staatsbosbeheer vertelt over het ontstaan van Dijkwater. Het ge bied is het restant van de oude vaargeul, die vroeger Schouwen en Duiveland scheidde. Sirjans land en Dreischor waren toen nog overkanten. Na de waters noodramp van 1953 is de geul met een dijk afgesloten van de Grevelingen. Wat overbleef is een natuurgebied van ruim 130 hectare met de restanten van oude vaargeulen, dijkjes, gras land en bos, gelegen tussen land bouwgronden. De route voert door slechts een deel van het ge bied, de rest is verboden terrein. De wandeling gaat door een stukje bos en al snel over een dijkje langs een geul. Het water is hier zout, omdat op sommige plaatsen zeewater opwelt, zo meldde het informatiebord van zojuist. Een vader zwaan leert zijn drie witte en drie grijze kin deren zwemmen; moeder kijkt vanaf de kant ongerust toe op haar donzige kroost. Gelukkig is het hier niet diep. Je kunt makkelijk de zanderige bodem zien. Via een houten trapje het dijkje af, door het gras, richting de geul. Het staat vol met geurige, kleurige kruiden en onkruiden. Een kenner kan hier zijn hart op halen. Hier zouden flamingo's kunnen zitten. Of wilde dieren. Op het pad ligt poep. Koeien- vlaaien van een paar dagen oud, zo te zien. Maar behalve wat een den in het water is er niets dier lijks te bekennen. Het stukje geul verandert hier in een klein stroompje; het gras land gaat over in bos. En dan is het schrikken. Turend in de bos jes sta ik plots oog in oog met... een paar koeien. Gewone, Hol landse zwart-witte koeien. Niets om van te schrikken dus, maar toch. Onverstoorbaar staan ze daar, tussen wat strui ken en de eerste bomen van het bos. Zij lijken niet geschrokken. Ze kijken wel verbaasd, alsof ze willen zeggen: 'Wat kom jij hier nou doen?' Vanachter de strui ken blijven ze naar me gluren. De tocht gaat verder door het bos. Ineens schrik ik van elk ge ritsel. Vanachter elke boom kan iets tevoorschijn komen. Geluk kig zijn het hier maar kleine stukjes bos. Al snel loop ik weer aan de rand met aan de andere kant veilige akkers met tarwe. Het stikt in het bos van de vo gels. Niet dat ze te zien zijn, maar ze zijn des te beter te ho ren. Een 'gluurmuur', door Staatsbosbeheer langs het pad gezet, moet uitzicht bieden op deze vogels. Maar een tijdje tu ren door de gaten in de planken levert niet veel bijzonders op. Op het gras aan de overkant van een geul zitten een paar zwarte kraaien, dat is alles. Net aan de andere kant van de gluurmuur komt een dikke bromvlieg voor bij. Er moet hier veel meer zijn, maar je ziet 't niet. Hoeveel ge duld moet je hiervoor hebben? De route loopt nu een eindje weg van het natuurgebied en wijst de wandelaar de polder in. Twee boeren wieden zorgvuldig een stuk land. Het pad was al die tijd onverhard, maar nu gaat de wandeling verder over de Nieuwe Weg. Een verharde weg, waar ook veel auto's rij den. Bij de kruising Nieuwe- weg-Stolpweg-Noorddijk-Oude Polderdijk linksaf de Noorddijk op. Vanaf hier heb je goed uit zicht over dit deel van Duive land: de kerktoren van Sirjans land, een molen en verder alleen maar boerderijen. Je ziet slechts de rode daken in plukjes groen, temidden van de akkers. De schapen aan de Noorddijk ge ven aan waar het woord 'schaap achtig' vandaan komt. Wat kun nen die beesten staren. Daarvan win je het niet. Links van de dijk staat een huis met paardenstallen. Ernaast ligt een opslagterrein van water schap Zeeuwse Eilanden. Vroe ger waren hier een sluis, haven tje en gehucht met niet meer dan tien huizen, zo staat te le zen op alweer een informatie bord. Slevensluis was tot 1959 een landbouwhaventje; in dat jaar werd het gedempt. Hel werd niet meer gebruikt sinds de afdamming van Dijkwater. Daarvoor werd zelfs nog lange tijd een wekelijke beurtvaar- dienst onderhouden, via de Gre velingen, naar en van Rotter dam. Tot 1914 ging dat per zeil schip, daarna met een motor boot. De wandeling gaat verder rich ting beginpunt. En weer gaat het door een stukje bos, over grasland en door een nat gebied, waar de oevers met riet be groeid zijn. Veelzijdig is de rou te zeker. Maar de wilde dieren houden zich blijkbaar schuil in dat deel van het natuurgebied dat verboden terrein is voor mensen. En de flamingo's zijn waarschijnlijk blijven steken op de Grevelingen. Carla van de Merbel Stevensluiswandeling in natuur gebied Dijkwater (lussen Sir jansland en Dreischor): ca.4,5 km.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 21