PZC korenmolen Als ik de koningin ooit tegenkom, omhels ik haar RUDEN RIEMENS Gratie voor een drugssmokkelaar zaterdag 19 juni 2004 FOTOGRAFIE Taxichauffeur Pedro Ruyzing (46) kreeg in Thailand de dood straf wegens heroïnesmokkel, maar is al bijna vijf maanden thuis in Enkhuizen. Negen jaar zat hij in het beruchte Bangkok Hilton: „Ik snap niet dat mensen nog drugs smokkelen nu ze de risico's kennen." Ruyzing: „Het is raar om onder de douche te gaan. Ik wist niet hoe zo'n moderne kraan werkt met één hendel. Ik kreeg er wel water uit, maar ik moest mijn oroer roepen voor warm water. In de gevan genis in Bangkok hadden we een emmer om vvater over ons heen te gooien. Het is ook heel bijzonder om zelf het licht aan en uit te doen. Ik slaap nu weer op een matras en eet aan tafel. Dat is raar als je dat io lang niet hebt gedaan, ik begin er al weer ?en beetje aan te wennen. Dat ik mijn huis uit kan lopen als ik dat wil en de straat op gaan, dat is vrijheid! Ik hoef niemand meer .oestemming te wagen om een eitje te bak sen. Die mobiele telefoons, iedereen heeft zo'n ling! Ik ook, maar het duurde drie weken voor ik ermee kon bellen. Het is puur scien ce fiction hier! Ik zit iedere dag op het inter net en dan merk je wel dat je negen jaar oent weggeweest. Vorige week heb ik voor iet eerst een cd gebrand met muziek. Ik ken de alleen maar cassettebandjes van vroeger, iedereen is ook veel ouder geworden. Men den die zeggen: 'Hé, Pé, hoe is het?' Ik ken ze dan wel, maar ik weet hun naam niet meer. in het begin was het heel erg. Twintig keer Dp een dag hoorde ik: 'Hé, jij bent in Thai- and geweest. Mag ik je een hand geven?' An deren zijn in je gezicht vriendelijk en zeg gen achter je rug: 'Hadden ze hem daar maar gehouden.' ik was taxichauffeur, heb jaren niet gere den en nu ben ik weer een beetje op de weg. Het rijden zelf is niet zo'n probleem, maar iet verkeer wel. Nu hebben fietsers voor gang. De snelweg ga ik nog niet op hoor, veel te druk! Op den duur wil ik gewoon >veer op de taxi. Mijn baas wil me ook weer :erug. Als ik wil heb ik morgen een baan, maar ik durf nog niet. Ik heb nu een bij standsuitkering en woon bij mijn moeder in Enkhuizen. Ze geven me de tijd om te accli matiseren. Ik dacht eerst dat ik na twee of drie weken in Nederland zo weer aan de slag zou gaan, maar dat valt tegen. Het is hartstikke lastig. Ze zeggen dat je negen maanden nodig hebt om weer te wennen als je negen jaar bent weggeweest, maar ik denk dat het nog wel langer zal zijn." Ik word 's nachts wakker, badend in het zweet en ik weet niet waarom. Ik kan me geen dromen herinneren. Dan kijk ik om me heen en als ik zie waar ik ben is het weer goed. Ik ben ook ineens bang in het donker. Als ik 's nachts naar de wc ga, doe ik het licht aan anders durf ik niet. Op het station ook, dan zie ik al die mensen om mee heen, dan raak ik helemaal in pa niek. Ik ben voor een intake-gesprek bij de psycholoog geweest, die vindt dit volkomen normaal en zegt dat er wel wat aan kan wor den gedaan. Zij vinden dit normaal, maar ik niet. In Nederlandse gevangenissen word je begeleid en voorbereid op de vrijheid. In Thailand niet, je moet je maar zien te red den. Als je binnen een half uur je spullen moet pakken ben je juist helemaal niet voor bereid. Koningin Beatrix was op staatsbezoek in Thailand en op de vierde dag komen er in eens twee Thais naar me toe: 'Ze zeggen dat jij vandaag of morgen wordt vrijgelaten.' Dat hadden ze gehoord van de bewaker van de afdeling doodstraf. Die kijkt elke dag in een boek wie er van 'doodstraf' naar 'levens lang' gaat en wie er gratie krijgt. Ik ken die bewaker en ga naar hem toe. Hij zegt: 'Ja, er staan twee namen: die van jou en van die donkere jongen, George.' Ik had eerder al via vrienden van een Kamerlid ge hoord dat onze zaak op de agenda van de ko ningin stond. Maar ja, wat zijn wij nou op haar agenda? Je zit daar niet voor niets! Als ik de koningin ooit tegenkom, omhels ik haar! Ik ben alleen maar vrij omdat zij in Thailand was. Toen we op de tweede dag van haar bezoek tv zaten te kijken zei Machiel Kuijt nog: 'Dat is jouw naam die daar op dat papier stond.' Geintje. Ik zeg nog: 'Jongens hou op. Ik heb hier geen zin in!Hij belt me wel eens. Dan hoor ik de gevangenisgeluiden weer, het Chinees, het Thais. Het is gek, maar dan mis ik dat wel." „Ik werd omgeroepen, iedereen juichen. 'Ga maar zitten', zegt die bewaker. 'Ik heb hier een brief van de koning, je gaat naar huis.' Het was een complete verrassing, want er was in geen jaren een gratieverzoek ingewil ligd! Ik kreeg een half uur om mijn spullen te pakken. Ik had niet eens tassen, dus die Pedro Ruyzing: Sodemieter, ik heb toch geluk gehad." foto Erna Faust/GPD kreeg ik van de andere jongens. Ik had geen lange broek, geen schoenen, niets. Ik heb mijn kleren, foto's en brieven in vijf plastic tassen gestopt. Dat moest allemaal heel snel. Mijn andere spullen heb ik verdeeld on der de jongens: mijn tv, de ventilator en ook de kastjes waar mijn spullen in zaten. Die moet je van de bewakers kopen. Ik heb ze alle zes aan Machiel Kuijt gegeven. Toen ik klaar was ben ik op bed geploft: 'Zonder jullie ga ik niet weg.' Dat was even dollen! Het was een ongelofelijke droom. Ik moest tekenen voor van alles en nog wat. Dat ging allemaal razendsnel, maar bij de ingang liet de politie me tweeëneenhalf uur wachten. De bewakers van de avondploeg kwamen: 'Wat doe jij nou hier?' We hebben elkaar de hand gegeven. Na negen jaar ben je ineens niet meer ondergeschikt. Van de politie moest ik toch weer handboeien om. Ik zeg: 'Man ik ben vrijZij waren verant woordelijk tot ik in het vliegtuig zat. Toen we wegreden heb ik nog even achterom ge keken. Ik dacht: 'Dit was het dus, nu is het afgelopen!' Ze reden rechtstreeks naar het politiebureau en stopten me in een cel die nog veel smeriger was dan de Bangkwang. Na een half uur stroomden er allemaal men sen binnen met camera's en microfoons. Ik dacht nog: 'Wat moeten die hier?' Ze spra ken allemaal Nederlands. Ik werd uit de cel gehaald en. mocht aan tafel zitten voor inter views. Dat waren journalisten die met de koningin waren meegekomen. Alle kranten uit Neder land belden, iemand van de ambassade kwam feliciteren. Voor mij was het allemaal onverwacht, maar minister Bot had het in november al geregeld. Mijn ouders wisten het een week eerder ook, maar mochten niets zeggen." „De ambassade heeft me geweldig gehol pen. Ze zorgden dat ik na die nacht op het politiebureau een ticket en een noodpas had om het land uit te kunnen. Mijn vader was heel ernstig ziek en ik wilde geen dag langer blijven. Ik heb me in de gevangenis nooit druk gemaakt over mijn gezondheid, maar ik heb me wel afgevraagd of ik mijn ouders nog terug zou zien en of ik er levend weg zou komen. Toen ik in Nederland arriveerde lag mijn vader in het ziekenhuis. Twee maanden later is hij overleden. Een dame van de ambassade vroeg wat voor maat kleren en schoenen ik had, maar dat wist ik niet. Toen heeft ze op het oog wat ge kocht. Ze had op het vliegveld een kamertje geregeld waar ik me kon opfrissen en nieu we kleren aan kon doen. Met de ambassa deur heb ik mijn eerste ijskoude Heineken gedronken. Toen ik eindelijk in het vlieg tuig zat dacht ik: 'Ga nou omhoog! Stijg nou op!' Je blijft toch een beetje bang dat ze je er weer uithalen. We vertrokken, ik keek uit het raampje en zei: 'Dag Thailand.' Ik sta nu op de zwarte lijst, maar dat kan me niets schelen. Ik ben er lang genoeg ge weest. Op 24 januari stond ik op Nederlandse bo dem. Er lag sneeuw, dat is raar hoor! De an dere passagiers vroegen of wij ook op vakan tie waren geweest. Een Thaise stewardess verbood ons om uit te stappen: 'Je moet blij ven zitten, even wachten!' Vier marechaus sees haalden ons op. Je wilt niet weten wat er in de hal allemaal voor pers stond te wachten! Wij gingen via een zijuitgang bij de slurf naar beneden. Daar stond iedereen: familie en vrienden.... Ik ben op mijn knieën gegaan en heb de grond gekust, want dat had ik me voorgenomen." Ineens was ik in Nederland en moest ik me maar zien te redden. Ik leun zwaar op mijn vriendin die ik al achttien jaar kenen op andere mensen. Dat is niet leuk. Toenik in Nederland aankwam bestond ik gewoon niet meer: ik had geen SoFi-nummermeer, want dat vervalt na vijf jaar, en ook geen rij bewijs. Ik moest gewoon opnieuw worden geboren. Voor Machiel Kuijt, die de beschuldigingen aanvecht, is het allemaal veel erger dan voor mij. Ik ben een klootzak geweest en was gewoon schuldig. Klaar. Dan moetje boetenIk waarschuw altijd: 'Het is het niet waard! Doe het nou niet!' Maar de afge lopen drie jaar zijn er in Thailand vijftien man bijgekomen wegens drugs, onder wie tien Nederlanders. Had ik toen maar in de krant gelezen wat er dan met je gebeurt. Als je dat weet, denk je wel vijf keer na! Ik heb maar één keer nagedacht. Nu, na al die pu bliciteit over ons... Dan snap je gewoon niet dat mensen het nog risico nemen. Ik ben weken druk geweest met een boek dat in november uitkomt. Twee keer ben ik naar een school geweest om te vertellen over wat mij is overkomen. In Roermond had ik vier klassen achter elkaar, elk dne kwartier. Ik vertel en zij stellen vragen. De docenten waren verbaasd dat ik de klas zo stil kreeg, zelfs echte lastpakken hielden hun kop. Ik doe dat twee keer per maand via de stichting van de website www.prison- life.nl die opgericht is nadat ik in de gevan genis terecht was gekomen. Ik heb twee scholen gehad en ga nog naar Zwolle en Texel. Ik wil dat wel blijven doen. het is leuk en je kunt je verhaal kwijt! Het is een uitlaatklep. Ik geloof niet in God of zo, maar ik begin nu wel eens te twijfelen hoor. Hoe krijg ik het toch voor elkaar? Toen de doodstraf werd omgezet in levenslang dacht ik nog: 'Doe mij maar de doodstraf, ik wil hier niet eeu wig blijven.' Ik ben al die tijd zelfs niet ziek geweest, geen dag. De arts die me onder zocht toen ik terug kwam, was onder dein druk. Ik heb twaalf buisjes bloed gegeven, alles is onderzocht maar ik ben kerngezond Mensen vragen altijd hoe je dat uithoudt,ne gen jaar in zo'n gevangenis. Voor alles wat je wilt moet je betalen, als je niet betaalt krijg je niets. Je moet leren het spel te spe len, anders red je het niet. Mijn vriendin heeft er nooit aan getwijfeld dat ik het zou redden. Zij wist het, ik niet. Sodemieter denk ik dan, ik heb toch geluk gehad!" Theo Haerkens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 34