f
moet het
in je hoofd
Nieuwe veerboten maken grote hekgolven
j' V"\
•Vv
Er zit niet veel vaart in
de ontwikkeling van de
biologische landbouw in
Zeeland, ambiteuze bedoe
lingen van de provincie ten
spijt. Het aantal bedrijven
dat omschakelt van gang
baar naar biologisch stag
neert. De consument staat
niet bepaald rijen dik voor
de schappen met biologi
sche waar. Het is een beetje
het kip-ei-verhaal. Moet er
eerst veel vraag zijn voor
dat het aanbod groeit, of
.omgekeerd? Hoe het ook zij,
komend weekeinde houden
"biologische boeren en tuin
ders in heel Zeeland open
dagen, met speciale aan
dacht voor de natuur op het
boerenbedrijf.
Dat de biologische bedrijven
hun deuren openen voor
het publiek, is een goede zaak,
vindt Anita de Moor, die zich bij
de provincie bezig houdt met
duurzame landbouw. „Een open
dag is hét moment waarop men
sen kennis kunnen maken met
de biologische landbouw. Mis
schien kunnen ze dan een 'klik
tussen de oren' maken. De men
sen moeten het even kunnen be
leven. Velen vragen zich nu af:
wat is die biologische landbouw
eigenlijk?"
Aantal weidevogels
gaat sterk achteruit
v: tAi*
Open dagen van de biologische landbouw
dinsdag 15 juni 2004
gf-v?- yf/ .W y ,r«. w#«'
/r<
rts -t
5
-On y -■-
v--/, -.
v
V
%>A -A
-•■■ -
'V
,-v.
if-** -
'■f- - v-5 -
Een boer wiedt zijn land.
Door een kijkje te nemen op een
bedrijf kunnen de mensen zich
prima op de hoogte stellen van
de werkwijze van de boeren,
stelt De Moor. „Bedoeling is na
tuurlijk dat ze er zoveel waarde
ring voor krijgen, dat ze de bio
logische producten ook gaan ko
pen en gebruiken." Ze gelooft
dat er in dit verband ook sprake
kan zijn van een zekere 'emotio
nele waardering', in die zin dat
mensen bewust gaan kiezen
voor gezond en veilig geteelde
producten.
Volgens De Moor kan de biologi
sche landbouw een steuntje in
de rug nog altijd hard gebrui
ken. Aan de keten van produ
cent tot en met consument is
wel het een en ander te verbete
ren. „Er moet ontzettend veel ge
daan worden aan de promotie",
betoogt de provinciaal medewer
ker. Ze geeft aan dat het aantal
biologische bedrijven in Zee
land rond de vijftig schommelt.
Nieuwe bedrijven waren vorig
jaar een groentekwekerij, een
pluimveehouderij en een krui-
denbedrijf. Van de biologische
bedrijven is een aantal nog in
omschakeling, dat wil zeggen:
de gangbare bedrijfsvoering is
losgelaten en daarmee ook ge
bruik van kunstmest en bestrij
dingsmiddelen. Het kost enige
tijd voordat zo'n bedrijf het pre
dikaat 'biologisch' kan verwer
ven.
Het aantal verwerkers van biolo
gische producten is vorig jaar
gedaald van 41 naar 37. Voor
die daling zijn verschillende re
denen. De rode draad is dat be
drijven de biologische markt uit
proberen en op zoek zijn naar
foto Phil Nijhuis/GPD
foto Anne Marie Kamp/GPD
manieren om de producten op
een financieel-economisch ren
dabele basis te verwerken en te
verhandelen. Voor twee van de
gestopte bedrijven bleek het
goedkoper om de biologische
producten zoals plantui en con
serven, elders in te kopen en
door te verkopen, in plaats van
een eigen productielijn in stand
te houden.
Initiatieven
Een handelsbedrijf lukte het
niet een plaats te verwerven in
de handel in biologische knolsel
derij. Er zijn ook nieuwe initia
tieven, waaronder een mosterd
makerij en een bedrijf dat groen
te verwerkt en diep vriest voor
een afzetcoöperatie. De Moor
stelt dat er behoefte is aan pro
jecten waar meerdere partijen
in de keten gezamenlijk per ge
was of product knelpunten op
lossen. En er is behoefte aan ac
tiviteiten richting consument,
want zonder méér afzet komt de
vaart er nooit in.
Vandaar de open dagen, lande
lijk een initiatief van het plat
form Biologica en in Zeeland on
dersteund door de Zeeuwse Mi
lieu Federatie. Er is een aardige
verscheidenheid aan bedrijven
dat meedoet, die elk proberen
de open dag wat meer te laten
zijn dan een kort kijkje op het
erf.
Rinus Antonisse
De Zeeuwse bedrijven die meedoen aan de
open dagen zijn:
De Bierkreek, Zevenhofstedenstraat 9, IJ-
zendijke, kwekerij rozen en bosplantsoen,
09.30-16.00 uur, zaterdag en zondag, met
bijenhouder, een clown, excursies; natuur:
vleermuisbunker, akkerranden, hagen, amfi
biepoelen, hoogstamboomgaard.
't Molentje, 't Molentje 4, IJzendijke, akker
bouw, 13.00-22.00 uur, zaterdag, met rond
leiding, cultuur in de schuur en optreden
Mallerband; natuur: akkerranden, drinkput
ten, hagen, knotwilgen, hoogstamboom-
Zuidbos, Zuidbosweg 17, Noordgouwe, kwe
kerij groenten, 09.30-16.00 uur, zaterdag,
met groenteproeverij, wedstrijd houtzagen,
imker, demonstratie onkruidbestrijding.
Ter Linde, Oranjezonweg 1, Oostkapelle.
biologisch dynamische fruitteelt,
09.30-16.00 uur, zondag, met sap proeven,
diverse andere activiteiten.
'I Huis ter Mee, Rijnburgseweg 2, Oostkapel
le, legkippen en mestkuikenbedrijf,
09.30-16.00 uur, zondag, met proeverij ge
grilde kip en soep; natuur: schapen en hoog-
stammen.
Ter Linde, Lijdijkweg 1, Oostkapelle, akker
bouw, melkvee, kaasmakerij, groenten,
09.30-16.00 uur, zondag, met proeverij en
Vogelbescherming Neder
land doet een dringend ap
pèl op de ministers Veerman
van LNV en Dekker van VROM
voor het behoud van de weidevo
gels. Centraal staat een duurza
me ruimtelijke bescherming van
weidevogelgebied tegen bebou
wing en andere aantastingen.
Maar ook, nu Nederland binnen
kort een half jaar voorzitter van
de Europese Unie is, meer ruim
te voor weidevogels in het Euro
pees landbouwbeleid. Aanlei
ding is de dramatische achteruit
gang van de weidevogels; ook
2004 is een verloren seizoen.
Het appèl voor de weidevogels
is Chiel Jacobusse van stichting
Het Zeeuwse Landschap uit het
hart gegrepen. „Dat het drama
tisch slecht gaat, kun je vanuit
de Zeeuwse situatie alleen maar
driedubbel onderstrepen." Hij
is geschrokken van de resulta
ten van onderzoek dat de stich
ting in de eigen weidevogelgebie-
den hield. „We doen dat al lan
ger, maar dit jaar extra, omdat
we de indruk hadden dat het
met name in de kleinere terrei
nen slecht gaat. Die indruk is be
vestigd."
Volgens Jacobusse komt in een
aantal weidevogelgebieden nau
welijks een ei uit, laat staan dat
er een kuiken groot wordt. Hij
noemt ajs voorbeeld de weel in
de Heerenpolder bij Wolphaarts-
dijk. „Normaal hebben we daar
meer dan vijftig broedparen.
Als er nu vijf nesten uitgekomen
zijn, mogen we blij zijn. In de
Reep zie je hetzelfde." Jacobus
se denkt dat de kleinere weide
vogelgebieden, onder de tien
hectare, zo goed als verloren
zijn voor de weidevogels.
Hij erkent dat Zeeland geen ech
te weidevogelprovincie is als bij
voorbeeld Friesland. „Maar de
laatste tijd is Zeeland in belang
gestegen, omdat het naar ver
houding goed ging. Dat komt
mede door de aanleg van nieu
we, natte natuurgebieden. En in
de Yerseke Moer blijkt dat jé
met goed weidevogelbeheer suc
ces kunt boeken. Maar voor het
eerst in 25 jaar vertoont de grut
to in de moer een dip: vijf pro
cent minder. Dat is nog niet dra
matisch, maar in het licht van
de landelijke ontwikkelingen en
die in de kleine terreinen, is het
geen best signaal. We moeten
heel zwaar de alarmbellen laten
rinkelen."
De tureluur is in Zeeland de be
langrijkste soort, op de voet ge
volgd door de kluut. De grutto
ging vooruit. „Het was vroeger
in Zeeland een zeldzame vogel.
Hij houdt niet zo van zout. Door
het teruglopen van de klassieke
weidevogelgebieden elders, van
gen we in Zeeland meer zoeken
de grutto's op", vertelt Jacobus
se. Buiten de natuurgebieden zit
ten de dieren alleen in de tradi
tionele weiden. „Die hebben we
nog wel wat, zoals op het Platte
van Walcheren, stukjes op
Schouwen en langs de Zeeuws-
Vlaamse kreken en weitjes in de
Poel."
Belangrijke weidevogelgebie
den zijn de Yerseke- en Kapelse
Moer, de Scherpenissepolder, de
Blikken bij Oostburg, het Platte
van Walcheren, de inlagen langs
de kust van Noord-Beveland en
Schouwen-Duiveland en de
Zwaakse Weel. Jacobusse: „De
natuurgebieden zijn het belang
rijkst, zowel oude als nieuwe.
Met name van de nieuwe is het
een aangename verrassing dat
ze zo goed scoren voor de weide
vogels. De kleine gebieden drei
gen aan hun succes ten onder te
gaan."
Er is voor de teloorgang van de
weidevogels niet één hoofdoor
zaak aan te wijzen, stelt Chiel
Jacobusse. Het is een optelsom.
„Misschien wel de belangrijkste
oorzaak is dat Nederland zo
klein wordt. Het is steeds druk
ker op het platteland. Dat is op
zich toe te juichen, maar heeft
gevolgen voor de rust van de
weidevogels, waardoor de eie
ren vaker een prooi van roofvij-
anden worden. Ook de toename
van de vijanden - naast de mens
zijn dat vos, kraaiachtigen, her
melijnen, reigers, zilvermeeu
wen - speelt mee. En waar vroe
ger in de wei één koe stond,
staan er nu vijf. Dat geeft meer
vertrapping van nesten."
De HZL-medewerker onder
bouwt zijn betoog met voorbeel
den. Zoals de aanwezigheid van
een modelvliegclub midden in
de Yerseke Moer. En illegaal eie
ren rapen. „Er is een circuit van
vogelhandel. Je kunt grutto's ko
pen als je de weg weet. De leg-
sels zijn geld waard. Voor een
heel kleine hobby worden heel
grote belangen geschaad." An
der voorbeeld is het verstorende
zeekraal snijden in weidevogel
terreinen.
Het is een gevoelig punt, maar
Jacobusse windt er geen doekjes
op. De oprukkende vos doet ook
geen goed aan de weidevogels
tand. „Er zijn vossenburchten
in de Yerseke Moer, de Blikken,
de Sophiapolder. De vos is in
heel Zeeland gesetteld. We kun
nen moeilijk om ieder gebied
een tankgracht aanleggen. Wel
kunnen we waar mogelijk een
waterbarrière maken. De
grond-roofvijanden hebben een
hekel aan water."
Nestkast
In het spoor van Vogelbescher
ming pleit Jacobusse voor een
andere benadering van de weide
vogelgebieden. „Ze moeten
groot en nat zijn. Het heeft geen
zin kleine gebieden in te rich
ten. Dat werkt heel even en daar
na gaat het mis. Je moet begin
nen met 25 hectare, dat is een
minimumoppervlakte; het rust
gebied moet groter zijn. Elke sto
ring in de broedtijd is er één te
veel. Je moet de gebieden onaan
trekkelijk maken voor de vijan
den en de kat niet op het spek
binden: geen nestkast voor een
torenvalk in een klutenkolonie
zetten."
Rinus Antonisse
kramenmarkt; ook camping en huisver
koop.
De Ring, Ring 33-34, Oud-Sabbinge, fruitbe-
drijf, 09.30-16.00 uur, zaterdag, met proeve
rij appelsap en rode bos, rondleiding; ook
diverse natuurmaatregelen.
Eindelienge, Zandweg 54a, Ritthem, veehou
derij, groenteteelt, 10.00-16.00 uur, zater
dag, met rondrit paard en wagen, demon
stratie werkende paarden, bezichtigen paar
den werktuigen.
Consumptieve Kwekerij, Korteweg, Zonne-
maire, bijzondere groenten, kruiden, (eetba
re) bloemen, zaterdag 09.30-16.00 uur, met
proeverij eigen producten, rondleiding.
De grutto: voor het eerst in 25 jaar is het aandeel van deze vogels in
de Yerseke Moer gedaald. foto Aad van Paassen/GPD
Er komt wat voorbij varen
op de Westerschelde. Vijf
tigduizend zeeschepen per
jaar, op weg naar Antwer
pen, Gent, Temeuzen. De
Westerschelde is één van
de grootste loodsgebieden
ter wereld. Nederlandse en
Vlaamse loodsen zorgen
voor een veilige afwikke
ling van al die scheepvaart.
In deze rubriek wordt weke
lijks bericht over het reilen
en zeilen van de loods-
dienst.
Wat een hekel hebben ze
aan die nieuwe veerboten
op de Westerschelde, de Prinses
Maxima en de Prins Willem
Alexander. Aardige schepen om
te zien, daar niet van, maar een
hekgolven dat ze maken. „Voor
al 's avonds, als het donker is,
kun je daardoor verrast wor
den", weet stuurman Henk de
Ridder van de redeboot van het
Nederlands Loodswezen inmid
dels uit ervaring. „Dat is niet
leuk meer."
Zeker bij het beloodsen van
schepen, op het moment dat de
loods op de loodsladder wil stap
pen, kan het verraderlijk zijn.
Komt er onverwacht zo'n hek-
golf aanrollen, die de redeboot
even omhoog en omlaag duwt.
Vlak achterlangs de Prins Wil
lem Alexander varend, valt de
deining nog mee. En het is ook
overdag. De Ridder zwaait iets
af, neemt wat snelheid terug bij
het passeren van de hekgolf en
koerst verder richting Koop
manshaven. De beurt zit erop.
„Jennie, we zijn terug", meldt
kapitein Peter Willeboordse, die
in wisseldienst met De Ridder
de redeboot vaart. Stuurt de
één, dan zit de ander bij de tele
foon en het radarscherm. „Twee
de beurt", laat Jennie van de re-
dedienstcoördinatie weten. Een
Vlaamse redeboot moet als eer
ste het water op. De bemanning
van de Explorer kan even een
kopje koffie doen in de kantine,
helemaal onderin het gebouw
van de loodsdienst aan de bin
nenstadskant, aan de Noordzee
straat.
Nog maar net binnen, volgt al
een oproep in codetaal. „Een
N6W voor jullie." Een Neder
landse loods moet naar een zes
de klasse-schip dat uitgaat via
de West, via de vaargeul langs
de Zeeuws-Vlaamse en Vlaamse
kust. „Zesde klasse", verklaart
Willeboordse, „dat is een be
hoorlijk grote." Het blijkt de
MSC Flaminia te zijn, een con
tainerschip van 304 meter lang
en veertig meter breed. Echt een
grote jongen voor de Wester
schelde. Twee loodsen gaan
mee, één als passagier. Die kan
straks een extra inkomend schip
doen. „Hoeven we niet speciaal
naar de loodsboot op zee te va
ren. Die MSC Flaminia is toch
behoorlijk snel."
Buiten op de Westerschelde
drijft op veel plekken wit
schuim op het water. „Mei-sop
bedoel je", reageert De Ridder,
terwijl hij even laat zien hoe de
waterjets van de redeboot wer
ken. „Dat heb je altijd in mei.
Niets aan de hand." Hij tuurt
over het water. „Wat een mooi
leven hebben we toch, je zou er
bijna voor betalen." Met dit
weer - zonnetje, kalme zee - wel
ja en ook met deze redeboot die
goed is uitgebalanceerd.
Met het prototype van de nieu
we Nederlandse redeboten, de
Voyager uit 1993, ging het eerst
niet zo lekker, weet Wille
boordse zich te herinneren.
,,'Bonkie', noemden we de Voya
ger, omdat die zo tekeer kon
gaan." Het probleem bleek in de
lengte te zitten. De Voyager was
achttien meter. De volgende zijn
drie meter langer gemaakt, in
de neus. Die varen beter, al
thans nadat op alle schepen de
motoren van duizend pk waren
vervangen. De oude motoren
konden het gewenste toerental
niet halen. „Ach", zegt Wille
boordse, „met elk schip heb je
in 't begin wel wat, zeker als je
iets nieuws wilt ontwikkelen."
De MSC Flaminia is gewisseld.
De Ridder maakt nog een pi
rouette in het water - 'hé, Henk
niet spelen', roept Willeboordse
- en draait weg achter het con
tainerschip. En plotseling is
daar de Prins Willem Alexan
der, bijna uit het niets. De Rid
der stuurt bij en schiet voor
langs de veerboot. „Dat heb je
er ook nog mee."
Harmen van der Werf