li
Met de natuur weetje het maar nooit
Schorer rust aan het eind van de Sint Pietersdijk
1
Wordt het weer een warme zomer?
weerwoord
Natuur op
akkers
bedreigd
22
Woorden die
a eigenlijk
nie meuge
22
Bioboeren
houden
open dag
23
Veerboten
zorgen voor
deining
23
NAAR BUITEN
„Ijctie bijlagen: 0113-315680
jjftpzc.nl
Eedactie@pzc.nl
«WS 31.4460 AA Goes
iAiertentie-exploitatie:
JSen Midden-Zeeland: 0113-315520;
^Vlaanderen: 0114-372770;
tonaal: 020-4562500.
linsdag 15 juni 2004
dinsc
Voor de weerkundigen is
de zomer al begonnen.
Die rekenen vanwege de sta
tistieken van 1 juni tot 1 sep
tember. De astronomische
zomer 2004 vangt 21 juni
om 02.57 uur aan en eindigt
22 september om 18.30 uur.
Inmiddels zijn er enkele zo
merse dagen (temperatuur
tenminste 25 graden Cel
sius) achter de rug. Ligt er
een lange, warme zomer in
het verschiet? Daar valt
geen peil op te trekken. Sei
zoensvoorspellingen zijn
nog altijd vooral koffiedik
kijken.
Weerman Jos Broeke van
Meteo Zeeland waagt
zich niet aan een voorspelling
over de komende zomer. „Ik
vind het niet verantwoord in
een gebied met zo'n grote wissel
valligheid als West-Europa, tus
sen oceaan en continent. We zit
ten hier op de wip tussen ver
schillende weertypen. Ik begin
niet aan een seizoensverwach
ting."
Op basis van meerjarige feiten
wijst hij er op dat de zomers de
laatste tijd wel beter zijn gewor
den. „De mensen geloven dat
niet zo, maar de jaren vijftig en
zestig van de vorige eeuw waren
droevig. Er was één mooie zo
mer bij, 1959; de rest was naa
tje. Er zijn zomers geweest waar
bij Vlissingen niet eens tot een
zomerse dag kwam."
Volgens Broeke is er rond 1974
een omslag gekomen. Vier zo
mers uit de jaren negentig staan
bij de zeven warmste zomers
van de twintigste eeuw en ook
de nieuwe eeuw is warm begon
nen. Met name 2003 scoort zeer
hoog. Topzomer is nog altijd die
van 1947, met 840 zonuren in
drie maanden, tegen 565 nor
maal.
Vertraging
Jos Broeke legt uit dat het ver
schijnsel 'zomer' alles te maken
heeft met de stand van de aarde
ten opzichte van de zon. „Die
staat dan noordelijk van de eve
naar. Bij ons zijn de dagen lan
ger en de temperaturen hoger.
Op 21 juni staat de zon het
hoogst aan de hemel om daarna
weer terug te zakken." De
Zeeuwse weerman geeft aan dat
er wat de temperaturen betreft
ongeveer één maand vertraging
in zit. „De warmste periode in
het oosten van het land ligt eind
juli, aan de Zeeuwse kust begin
augustus. Het zeewater speelt
voor Zeeland ook een grote rol.
Dat bereikt de hoogste tempera
turen eind juli."
Het is geen wet van Meden en
Perzen dat er in de zomer de
meeste zonneschijn valt. Broeke
signaleert een zekere verschui
ving naar mei en juni. In de pe
riode 1971-2000 (weerkundigen
werken met 30-jarige periodes)
was het gemiddelde in mei 212
uur en in juli 213 uur. Evenmin
is zeker dat de zomer het droog
ste is; de droogste maanden zijn
eerder februari en april. Over
1971-2000 viel in het voorjaar
gemiddeld 144 millimeter en in
de zomer 184 millimeter. Droog
ste zomer is die van 2003 met 74
millimeter, met als tweede 1921
(85 millimeter). Het kan veel er
ger. Als supernatte zomer staat
1966 geboekt, met 411 millime
ter neerslag. Dat in Zeeland het
voorjaar naar verhouding dro
ger is dan de zomer, heeft een
duidelijke reden, zegt Broeke.
„Het zeewater is in het voorjaar
koud, je krijgt niet zo makkelijk
buien. Naarmate het zeewater
warmer wordt, neemt de buien
activiteit toe."
Broeke beseft dat mensen graag
tevoren willen weten welk weer
ze verwachten kunnen. Meer
daagse verwachtingen, die tot
ongeveer tien dagen vooruit kij
ken, zijn niets bijzonders meer.
„Je kunt de computermodellen
ook maanden vooruit laten reke
nen. Dat gebeurt ook, maar in
West-Europa met het wisselval
lige klimaat blijft het bijzonder
moeilijk. Er zijn wel gebieden
op de wereld waar je redelijke
seizoensvoorspellingen kunt ma
ken, zoals in de tropen en
Noord- en Zuid-Amerika."
Kijken naar de voorgeschiede
nis van de zomers, biedt geen
soelaas, stelt Jos Broeke. Gege
8
1992
18,4
17,8
17,3
17,2
1959
1983
PZC/Kew Lammes
KOUDSTE
SOMBERSTE
NATSTE
temp.
"C
"en
n"ma9
1907
14,3
1907
379
1966
411
1956
14,4
1988
421
1912
386
1916
14,6
1987
424
1930
359
1962
14,7
1956
429
1965
358
1965
1919
1913
1909
14,8
1977
432
1917
355
1954
1922
1903
15,1
1980
444
1998
332
1978
1924
1918
15,2
1954
452
1954
328
1923
1902
15,4
1909
470
1987
325
1979
1974
15,5
1981
472
1927
322
1961
1960
1915
15,6
1903
473
1956
316
vens zijn er genoeg, maar liefst
vanaf 1716. Vaste patronen - zo
van: op een koele mei volgt een
warme zomer - zijn echter moei
lijk uit te stippelen. „Er liggen
geen draaiboeken klaar voor de
ze zomer. Iedere keer grijpt de
natuur weer naar een nieuw sce
nario", aldus de weerkundige.
Statistisch gezien acht hij de
kans op een herhaling van de zo
mer 2003 - de op één na warm
ste in honderd jaar - zeer on
waarschijnlijk, 'maar je weet
het maar nooit'. Afgelopen drie
jaar hebben de weerkundigen
die zich met de lange termijn be
zig houden, redelijk gescoord.
Dat doet de roep om seizoens
voorspellingen, van één tot zes
maanden, alleen maar toene
men. Steeds betere (satel-
liet)waamemingen en snellere
computers kunnen de betrouw-
Niet te koel, niet
te zwoel, niet te
nat, niet te
droog: juni vult
de schuren hoog
Schapen op de Groene Boule
vard bij de Oranjemolen in Vlis
singen, vorig jaar augustus, tij
dens de droogste zomer van de
afgelopen eeuw.
foto Lex de Meester
baarheid vergroten. Net als
Broeke maakt het KNMI zelf
geen seizoensverwachtingen.
Instituten die dat wel doen, ko
men op basis van warmer zeewa
ter voor de kust uit op iets war
mer weer dan gemiddeld in de
kustgebieden van Noord
west-Europa, terwijl de kusten
van de Middellandse Zee juist
wat koeler kunnen blijven. Met
zo'n voorspelling kun je nog alle
kanten uit, vindt Broeke. „Het
is gemakkelijk te roepen dat het
een normale zomer wordt en ze
ker na vorig jaar ervaren we dat
als minder goed."
Waar de zonaanbidders in elk
geval naar uit moeten kijken
zijn langdurige hogedrukgebie-
den boven Scandinavië of
Oost-Europa. Dan komt er veel
warmte van het continent. Broe
ke: „Liggen de hogedrukgebie-
den bij de Azoren dan hebben
we een wisselvallige zomer met
zuidwesten-winden. Maar een
uitloper van de Azoren net tot
de Britse eilanden is voor Zee
land gunstig."
Rinus Antonisse
Buitengebied, is een wekelijkse
bijlage over natuur en
landschap, land- en tuinbouw,
streektaal en streekcultuur,
visserij, recreatie en vrije tijd.
Vragen, opmerkingen,
suggesties en weerwoorden
zijn welkom bij de redactie
Buitengebied van de PZC:
postbus 31,
4460 AA, Goes,
fax 0113-315669,
e-maïl redactie@pzc.nl
^^chorer, heet hij. Mr. Willem
Schorer. Een man met ge
voel voor schoonheid, dat kan
niet anders. En met veel macht.
Dat kan óók niet anders, als je
gedaan krijgt dat je voor altijd
aan het eind van de Sint Pieters
dijk mag rusten.
We maken deze keer een rondje
net boven IJzendijke. Een ein
dervolle wereld, waar Zacha-
rias, Sint Pieter en Amelia be
langrijke naamgevers van de pol
ders zijn.
Het regent, zacht en groeizaam.
Als er een graf in de route is op
genomen, hoort het weer een
beetje stemmig te zijn.
Willem Schorer heeft het deze
wandeling voor het zeggen. Zijn
grafkelder is begin- en eind
punt. En we lopen ook over de
Schorerweg. Een deel maar,
voor de weg na de kruising met
de Nieuwedijk overgaat in een
prachtige kinderkopjesbaan
met gras tussen de stenen, zijn
we al lang de Ameliapolder inge
doken.
Schorer was in de 18e eeuw een
Zeeuws notabele, die een groot
deel van zijn leven (1717-1800)
boegbeeld was van de Raad van
Vlaanderen, een zeer vooraan
staand rechtscollege. Hij kende
de omgeving van Biervliet en IJ
zendijke, had er bezittingen, en
was zeer geïnteresseerd toen
even voor 1780 de Hoofdplaat
polder werd bedijkt. Hij kocht
de Sint Pietersdijk en kon zich
zo in eigen grond laten begra-
Hedendaagse bestuurders heb
ben er de afgelopen jaren blijk
van gegeven dat ze Schorers
laatste rustplaats de moeite
waard willen laten zijn voor pas
santen. Een bordje met verkla
rende tekst, een bank om even
te bedenken waarom mr. Wil
lem voor deze plek heeft geko
zen. De tweede week van juni is
boven IJzendijke het passanten
seizoen kennelijk nog niet geo
pend. Schorers graf - een na
tuurstenen plaat met omheining
op de kruin van de dijk - gaat
schuil achter een woud van uit
gebloeid fluitekruid en brandne
tels. Het infobord is verdwenen
en het denkbankje moet van
mos ontdaan worden.
Het mooie van Schorers land is
dat het land zo mooi is. Zo hel
der. Zo overzichtelijk. De mees
te dijken, die destijds aangelegd
zijn om het land van de zee te
scheiden, zijn met populieren be
plant. Niet zo maar één rij,
maar twee, drie of vier. Ook al
is er geen wind, dan nog is er
een ruis. En die is te horen op de
Schorerweg. Verkeer dat zich
richting IJzendijke of Biervliet
haast, zie je in de verte rijden.
Maar je hoort het niet, zodat de
ruis overheerst. Er zijn mensen,
die het bladgelispel op band heb
ben opgenomen. Voor het geval
ze ooit moeten verhuizen naar
een minder populierrijke streek.
De Krabbegat- en Laurinaweg
vormen de zuidelijke en oostelij
ke poot van de wandeling. Re
gen in het voorjaar betekent dat
bijna niemand zich in de polder
laat zien. Boeren weten dat hun
gewassen in deze tijd aan een
groeispurt bezig zijn. Bonen,
aardappelen, vlas, graszaad, al
les straalt groei uit en kleurt
voorzichtigaan richting zomer.
Een perceel koolzaad staat in
volle bloei. Voor zover er nu
werk aan de winkel zou zijn,
hebben vogelverschrikkers op
de bonenpercelen die taak over
genomen. Geholpen door een op
een timer ingesteld kanon.
Is het om de eenzaamheid van
het land te verdrijven? Bij vrij
wel elke woning en op elke boer
derij zie je levende have rond
scharrelen. Vijf ezels, met tien
tot uitroeptekens gestrekte
oren, bevolken het erf achter
Schorers graf. De twee paarden
in het weiland achter de boerde
rij aan de Krabbegatweg hou
den elke wandelaar in de gaten.
Je ziet ze denken: gezellig, einde
lijk weer eens een levende ziel.
Ze knikken, ze wenken. Binnen
aaibereik torenen hun hoofden
hoog boven elke passant uit.
Vlaams bloed in de aderen, daar
valt niet mee te spotten.
Schapen zijn heel wat minder
op een vriendelijk woord ge
steld. Op het laatste stuk over
de Driewegenweg komen we
twee versgeschoren exemplaren
tegen in een langgerekte wei
langs de dijk. Eerst vluchten ze
zo ver als de prikkeldraadomhei
ning toelaat. Daarna gaat het in
blinde paniek in de tegenoverge
stelde richting.
De beboming van de Driewegen-
weg - een binnendijk - begint
pas ter hoogte van de Laurina
weg. Richting Driewegen vor
men de populieren een indruk
wekkend portaal.
Bij de bevrijding van
West-Zeeuws-Vlaanderen eind
1944 moeten veel van die dijken
al beplant zijn geweest. In het
nauw gedreven Duitsers hadden
zich ingegraven in de flanken
van de binnendijken. Oprukken
de Canadezen hadden een effec
tief middel om elke weerstand
te breken: ze reden met een
vlammenwerper over de dijk en
zetten alles in lichterlaaie. Wie
in een schuttersputje zat werd
geroosterd. De bomen vormden
een indrukwekkende, dodelijke
vuurboog.
Terug bij Schorers graf dringt
de vraag, waarom de vermogen
de Middelburger zich tussen
Hoofdplaat en IJzendijke liet be
graven, weer op. Een politiek
statement, misschien; er was in
zijn tijd nogal wat te doen over
het eigendomsrecht van de pol
ders.
Het gewenste antwoord? Loop
maar eens op de Schorerweg, de
Driewegenweg of een stukje on-
derlangs de Sint Pietersdijk.
Kijk vooral richting Hoofdplaat
en Driewegen.
Ja, daarom.
Jan van Damme
Rondje Schorers graf, ca. 5 km.