Mens én natuur bedreigen het Zwin Verlaten fort is de ultieme hangplek weerwoord Vleermuis eet elk uur 600 muggen 23 Gezellig zo'n verjaerdag 23 Fietsen in Zeeuws- Vlaanderen 25 Touwladder hangt al buitenboord 25 NAAR BUITEN in: un3-3iböbu ïsdag 8 juni 2004 Zo'n zeventig jaar gele den bestonden er se rieuze plannen om de kust strook tussen Knokke en Breskens vol te bouwen. Protesten hadden succes: geen boulevard en het Zwin werd beschermd. Eerst in België, later ook in Neder land. Het werd het eerste be- heergebied van de in 1936 gevormde stichting Het Zeeuwse Landschap. Toch gooide het waterschap in 1956 de Zwingeul dicht; een actie die teruggedraaid moest worden. Opnieuw wordt het Zwin bedreigd, behalve door de mens nu ook door de natuur zelf. Het is rustig in het Zwin. De sombere junidag lokt toch toeristen naar het strand. Maar het wachten is op de grote golf zomergasten. Die nemen zonder gêne en besef van natuurwaar den het gebied in bezit. In de duinenrij gaapt een breed gat. Het zit er al eeuwenlang en ooit was het de toegangspoort tot de handelsstad Brugge. Verzan ding maakte die functie, on danks hevig tegenstribbelen van de mens, onmogelijk. Daardoor kon het Zwin uitgroeien tot een internationaal befaamd natuur gebied, met als belangrijk ken merk de doorbraakgeul ofwel slufter, restant van de verzande stroomgeul. Het door de straffe wind witge- kuifde vloedwater gulpt met kracht het land binnen. Op het oog wordt een flink deel van het Zwin enige tijd verlengstuk van de Noordzee. Grenspaal N369 uit 1869 duidt op tweestromen land, dus op de aanwezigheid van lange tenen en gevoeligheid tussen landen. Het Zwin is een grensoverschrijdend natuurge bied, het grootste deel in Vlaan deren, een klein deel - met de Zwinmonding - in Nederland. Strand Op het strand zijn vliegeren en honden uitlaten de favoriete be zigheden. Van het plankier over de strandvlakte (meer aange legd om de natuur wat te be schermen dan de recreanten te pleizieren) wordt nauwelijks ge bruik gemaakt. Het is veel leu ker om er een eind naast te ver pozen en planten roepen toch geen au. In het Vlaamse deel is de hoogbouw van Knokke niet te ontwijken. Dat geldt ook voor de internatio nale zeedijk, in 1872 aangelegd om landhonger te bevredigen: bedijking van de internationale Willem-Leopoldpolder. Die dijk - hoewel niet berekend op rij zing van de zeespiegel - sluit het Zwin abrupt af van het land en de kleine, maar zeer waardevol le natuurgebieden die daar lig gen. Er mag dan geen 'gouden boulevard' tot stand zijn geko men, de bebouwing is wel vér op gedrongen. Bijvoorbeeld de Zwinhoeve, volgepropt met (sta)caravans. Dwars door de slufter staat een De slufter van het Zwin verzandt. Retranchement De internationale zeedijk werd in 1872 aangelegd. rij palen. Herinnering aan een recente olievervuiling, waarbij trouwens ook door het aanleg gen van een tijdelijke dam flink werd huis gehouden. De palen verhinderen niet dat het vloed water volgens het eeuwige ritme van de getijden twee keer per 25 uur binnendringt. Steeds min der sterk, want de slufter ver zandt, vooral door zandtrans- port vanaf de Noordzee. Het in braakgat in de duinenrij wordt geleidelijk opgevuld. Zo verliest het Zwin zijn waarde als leefge bied voor bijzondere planten en dieren, waaronder met name ve le vogels. Immers, het gebied be staat bij de gratie van de over spoeling met Noordzeewater. De rijke bodemfauna, de bijzon dere plantengroei en de geva rieerde vogelstand zijn in de eer ste plaats daaraan te danken (en niet te vergeten de fossiele haaientanden). Natuurlijk zijn er de schorplanten als lamsoor (Zwinneblomme in Vlaanderen en in augustus zorgend voor een paarse gloed), zeekraal, zeeas ter, zoutmelde, schorrekruid en Engels slijkgras. Er groeit ech ter ook een aantal zeldzame vloedmerkplanten: gele hoompa- paver, zeevenkel, zeekool, strandbiet, gelobde melde en kustmelde. Op de ladder van gewoon naar uniek, winnen deze vloedmerk- planten het van vogelsoorten als kokmeeuw, tureluur, kluut en gans (al zitten die laatste liever op de aangrezende Zwinweide, waar ook wel ooievaars te zien zijn). Het gebied scoort hoog als 'tankstation' voor trekkende vo gels. Grote groepen strandlo- pers onderbreken hun verre rei zen, zoals rosse grutto, kanoe ten, groene en zwartpootruiter. Uitwaaiend op het duin dringen die bijzonderheden van het Zwin niet meteen door. Een ka le vlakte lijkt het. „Dat is in Zee land al bijna zeldzaam", lacht districtshoofd René Beijersber- gen van beheerder stichting Het Zeeuwse Landschap (HZL). Hij erkent dat het Zwin met zijn 300 hectare voor een buiten dijks gebied klein en besloten is. „Het is zeker niet het mooiste gebied, omdat de natuur te wei nig haar eigen gang kan gaan. En dat is toch een belangrijke voorwaarde." Overgangen Beijersbergen is gecharmeerd door de bijzondere overgangen. „Van zandplaat naar geul, van duin naar schor. Heel mooi." Hij vindt dat er. te veel in het Zwin wordt gerommeld en ook de aanwezigheid van vele recre anten doet er geen goed aan. Vliegen de zwaluwen laag, komt beslist een regenvlaag foto's Peter Nicolai Cadzand-bad „Voor de ontwikkeling van spe ciale natuurgebieden heb je rust nodig. Er moeten niet overal mensen lopen." De betrekkelij ke kleinschaligheid onder streept dat. „Als je naar de sluf ter op Texel kijkt dan is die qua karakteristiek hetzelfde, maar wel twee keer zo groot. Dan heb je veel meer mogelijkheden." De beheerder signaleert dat de druk op het gebied in elk geval een zeldzame vloedmerkplant, de gele hoornpapaver de kop kostte. „Bij het maken van de zanddam als oliekering is er zand overheen gegaan. De plant is gelijk verdwenen. Mooie mei desoorten, zeewolfsmelk en zee winde zitten ook op de tocht." Uitbreiding van het Zwin ziet Beijersbergen voor natuur en re creatie als een aanwinst. Rinus Antonisse Buitengebied is een wekelijkse bijlage over natuur en landschap, land- en tuinbouw, streektaal en streekcultuur, visserij, recreatie en vrije tijd. Vragen, opmerkingen suggesties en weerwoorden zijn welkom bij de redactie Buitengebied van de PZC: postbus 31, 4460 AA, Goes, fax 0113-315669, e-mail redactie@pzc.nl Vlissingen telt, naast het be kende fort Rammekens, nog een groot overblijfsel uit de voormalige verdedigingslinie oostelijk van de stad. Vlak bij de Buitenhaven ligt fort De Ruy- ter. Het verschil tussen de twee kan haast niet groter zijn. Waar het goed onderhouden fort Ram mekens schittert als toeristische trekpleister, liggen de restanten van fort De Ruyter er haveloos bij. Een betonnen bouwval, scheefgezakt en overwoekerd met onkruid. Ook de route er naartoe is voor bezoekers weinig aantrekkelijk: de weg van de voormalige Olau-lijn naar de kust voert langs industrie en verlopen lood sen. Voor fietsers een kleine bar rière, voor wandelaars een taai stuk. Dus rijden we er met de au to langs tot we groen zien. Daar, bij de weilanden, parkeren we op de Havenweg voor een omme tje langs het fort. Hoewel, fort. Fort De Ruyter, dat dateert uit 1914, mag eigenlijk niet eens fort heten. Door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kwam het nooit verder dan de bouw van de fundamenten. De asfaltweg splitst hier in een hoog en laag deel: boven- of on- derlangs de dijk. Het fort ligt in de oksel van de dijk, dus we lo pen onderlangs, waar grote windmolens het beeld en het ge luid bepalen. Het waait flink en de wieken draaien hard rond. Fort de Ruyter is snel gevonden. Daar ligt het, op een modderig veldje, als een gezwel in het landschap dat Vlissingen zo snel mogelijk wil vergeten. Als om dat te benadrukken zijn twee windmolens pal op de oude res ten geplaatst. Het complex blijkt onverwacht groot en spannend. Er zijn bun kers om in te schuilen, muurtjes om op te klimmen en open ka mers om in springen. Tenmin ste, op de plekken waar braam en brandnetel nog een gaatje la ten. Een ultieme hangplek, uit het zicht van de bewoonde we reld. En zo wordt het beton nu waarschijnlijk ook gebruikt, ge zien de lege chipszakjes en een enkel bierflesje. Omdat het weer druilerig is, blij ven we er niet al te lang hangen. We willen verder, richting Rit- them. Maar oh, teleurstelling. De weg loopt dood op de water zuiveringsinstallatie. Verbods borden en hekken met prikkel draad belemmeren de doorgang. Dat wordt kiezen: óf dwars door de schapenwei de dijk over, óf terug naar de splitsing van de weg en dan de dijk op. Vanwege de modder kiezen we de laatste optie. Bij wandelen hoort een bepaal de geur. Het heet niet voor niks een frisse neus halen. Het moet ruiken naar zee, naar bomen, naar gras of naar mest. In ieder geval niet zoals het hier ruikt. Chemisch. Dat zal wel uit de op slagtanks komen. En vervolgens een brandlucht. Want we passe ren het oefenterrein van de brandweer. Gelukkig is daar de zee, en de wind die alle nare luchtjes weg waait. Kijk, daar vaart een gloednieuw fietsvoetveer de dik ke mist in. Even later doemt de andere swath op, om de haven in te draaien. Hier kun je op een bankje uren zitten. Het is er stukken minder druk dan aan de stadse kant van de haven en het uitzicht op de Westerschelde is er minstens zo mooi. Gelegen tussen de populaire groene boulevard van Vlissin gen en natuurgebied Ramme- kenshoek is dit stukje dijk het stiefkindje. Je gaat er niet zo snel heen. Maar je vraagt je af waarom. Grote zeeschepen pas seren onwaarschijnlijk dichtbij. Een loodsbootje komt aangeva ren en haakt hier aan. Vanaf de kant zijn de activiteiten goed te volgen, zelfs in dit grijze weer. Wie rust zoekt, is hier op zijn plek. Wie wil vissen ook trou wens. En met al dat gladde as falt is de route ook heel geschikt voor fietsen, buggy's of rolstoe len. We lopen een eind in oostelijke richting. Links lammetjes, rechts meeuwen. En wind, veel wind. Als we uitgewaaid zijn ste ken we het tweede trapje over de dijk over, naar het Kortcns- wegje. Langs een aardappelveld leidt de weg richting Ritthem. Hier begint de bewoonde wereld weer. Een paar huizen, een mini- camping. Maar nog voor we echt het dorp inlopen, gaan we links de Schotteweg in. Een pol derweg met aan weerszijden een groene haag. Metershoge bere- klauw staat in de berm, en af en toe is er een doorkijkje naar wei land of akker. We hoeven nu alleen nog maar rechtdoor te gaan om weer bij ons vertrekpunt aan te komen. Over het bruggetje, langs Hoeve Weltevreden. Spectaculair is de route niet, wel groen. En na de frisse zeewind is het heerlijk om hier een tijdje beschut te lopen. Anita de Jong Rondje Fort de Ruyter bij Vlis singen, circa 4,5 km.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 21