Laten we
zeggen:
het verstand
Büch krijgt een plaats in zijn mooiste museum
PZC
Ik doe
balletje
25
Dieren
Rudy Kousbroek, lijstduwer Partij voor de
zaterdag 5 juni 2004
Aan grote namen geen gebrek als het over de Partij voor de Die
ren gaat. Ze komen weliswaar lang niet allemaal op de lijst te
recht, maar ze zorgen zeker voor rumoer in het polderland. Maarten
't Hart was maar al te bereid op de lijst te figureren. Helaas, hij had
geen geldig identiteitsbewijs. Toen wilde Harry Mulisch wel even
zijn schouders eronder zetten. Weer helaas, hij meldde zich te laat
aan. Dus staan er nu voor de Europese verkiezingen - donderdag 10
juni - daadwerkelijk slechts twee intellectuele stemmentrekkers op
de lijst van de Dierenpartij. De op Texel zetelende Jan Wolkers, die -
als we hem goed lezen - in zijn jongere jaren toch echt wel een vlieg
kwaad kon doen.
En Rudy Kousbroek. Strijdbaar schrijver en dichter, notoir katten
liefhebber en - zoals hij zelf zegt - voorstander van een stille revolu
tie die 'het verstand' laat zegevieren.
Kousbroek (1929) staat nummer
19 op de lijst van Marianne Thie-
me. De laatste plaats, letterlijk een
'lijstduwer'. Zelfs als hij door een on
verwacht groot aantal voorkeurstem
men recht zou kunnen doen gelden op
een zetel in het Europees Parlement,
dan zal hij dat niet doen. Al zijn stem
men gaan naar de lijsttrekker, daar
heeft hij een verklaring voor moeten
tekenen. „Trouwens, wat moet je nou
in Straatsburg, Brussel? De Partij
voor de Dieren is meer een partij voor
Nederland dan voor Europa. De Polen
hebben echt geen dierenpartij, die blij
ven gewoon wreed."
Hoe komt iemand als Rudy Kous
broek op de lijst van de Partij voor de
Dieren terecht?
„Op een gegeven moment, bij de laat
ste kamerverkiezingen, hoorde ik over
het bestaan ervan. Iemand in mijn
kennissenkring kende Marianne Thie-
me en wist dat zij geen idioot is. Het
was in de tijd van al die verschrikkelij
ke ruimingen, die massaslachtingen
van varkens. Ik heb er de partijpro
gramma's op nagekeken: er was er
niet één die er een punt van maakte.
De dierenpartij bleek al gauw op een
zekere populariteit bij schrijvers en
intellectuelen te kunnen rekenen.
Daar heeft de partij gebruik van ge
maakt door mensen in die hoek te be
naderen."
U hebt het al meteen over 'die ver
schrikkelijke ruimingen'.
„Ja. We hebben varkens gehad,
koeien, kippen, etcetera. In alle geval
len zou het mogelijk geweest zijn om
te vaccineren. De enige reden waarom
dat niet gebeurde is winzucht. Ameri
ka importeert geen gevaccineerd
vlees. De reactie daarop zou moeten
zijn: dan maken de Amerikanen maar
hun eigen vlees, wij gaan door met die
ren inenten. Dat is een goed voorbeeld
van waar een dierenpartij krachtig op
kan aandringen."
„Voor mij is de houding ten opzichte
van dieren een graadmeter, een graad
meter van civilisatie. In een land waar
dieren behoorlijk behandeld worden,
zullen alle andere rechten ook behoor
lijk geregeld zijn. Dan weet je dat je
in een natie bent waar je niet 's nachts
van je bed gelicht kan worden door de
staatspolitie, dan weet je dat vrouwen
er niet gediscrimineerd worden. Die
ren staan het laagste op de ranglijst,
dus waar ze vrouwen discrimineren
komen dieren helemaal niet aan bod.
Als je in een land bent waar dieren
een behoorlijk bestaan hebben en min
of meer beveiligd worden door wetge
ving, dan weet je dat je in een be
schaafd land bent."
U denkt in eerste instantie aan het
welzijn van boerderijdieren.
„Zeker, want die vormen een grote
economische factor. Het feit dat er in
die sector miljoenen omgaan is met
een de link met de echte politiek. In
tweede instantie gaat het me om alle
dieren. Pas nog was in het nieuws dat
de hondenfokkerij in Nederland
wordt aangepakt. Typisch Neder
lands, dat er onder erbarmelijke om
standigheden honden worden gefokt
met geen ander doel dan er geld aan te
verdienen."
Er bestaan organisaties als de Dieren
bescherming en Greenpeace, is er dan
nog een Partij voor de Dieren nodig?
foto Jeroen Poortvliet/GPD
prettige huisdieren kunnen worden.
Nee, ik eet geen varkensvlees. Noem
het een koosjere voorkeur die niet op
religie gebaseerd is."
Vinden we dit soort ideeën in het pro
gramma van de Partij voor de Dieren
of alleen in het programma van Rudy
Kousbroek?
„Allebei een beetje, allebei een beetje.
Ik denk dat Marianne Thieme dichter
bij mij staat dan bij de Dierenbescher
ming. Maar hoe veel dichter, daarvoor
durf ik mijn hand niet in het vuur te
steken. Ik van mijn kant hoop dat ik
de mensen op de lijst kan beïnvloe
den. Meer een lijstbeïnvloeder dan
een lijstduwer dus."
„Enfin, uiteindelijk moet er een ver
standige politiek voor de exploitatie
van dieren komen. Ik stel me een par
tij van het verstand voor - zo noem ik
het maar even - die nooit, nóóit men
sen zal misleiden. Die kant gaat het in
feite al een beetje op. In West-Europa
althans. Eén van de dingen die mij het
bezoeken van verre landen pijnlijk
maakt is hoe slecht ze er met dieren
omgaan. Ook Indonesië, lees Du Per
ron, waarin beschreven wordt hoe een
aap levend wordt gevild."
Aan de andere kant: te veel ge
knuffel kan ook kwalijk zijn.
„Biologen doen nogal schamper over
het vermenselijken van dieren. Poes
jes in jurkjes. Ik ben daar niet zo te
gen. Het vermenselijken van dieren
staat aan de grondslag van alle po
gingen om dieren op hun eigen meri
tes te waarderen. Daar ontkom je niet
aan als je je probeert in te leven in een
dier. Zelf hecht ik me ontzettend aan
huisdieren. We hebben hier in huis
drie katten: Ginger, de oudste, Ingrid
de moederpoes en zoon Bruin. En een
koikarper, Julius. En Hector, het
konijn van mijn dochter. Het vermo
gen van mensen om zich aan dieren te
hechten, en het corresponderende
vermogen van dieren om zich aan men
sen te hechten, dat is een wonder. Ja
zeker, een wonder."
Jan van Damme
Rudy Kousbroek: „...zelf hecht ik me ontzettend aan huisdieren..."
„Ik wil niet bij groepen horen, die die
ren belangrijker vinden dan mensen.
Een bepaald soort freaks, zal ik maar
zeggen, die ook voortdurend aan het
ijveren zijn tegen vivisectionisme.
Niet dat ik daarvoor ben, maar het is
een marginale groep in de wereld van
mensen die van dieren houden. En
daar heb ik het niet zo op. Ik heb ten
tijde van de ruimingen me nogal ge
keerd tegen de Dierenbescherming.
Op het hoogtepunt van de slachtingen
van varkens werd er opeens een cam
pagne tegen het klonen gelanceerd.
Dat duidt op zuiver gebrek aan ken
nis. Het was speculeren op de onwe
tendheid van het grote publiek. Propa
ganda, gericht op onwetendheid en
schuldgevoel. Ze denken in hun dom
heid dat ze op die manier zieltjes kun
nen winnen voor de Dierenbescher
ming. Ik ben géén lid van de Dierenbe
scherming. Daarom. Je komt dan in
hetzelfde schuitje te zitten met men
sen die ik toch beschouw als halvega
ren. Er is toch echt enige kennis van
biologie voor nodig om te weten wat
klonen is."
„Greenpeace is ook zo'n organisatie,
die zichzelf waar moet maken. Je zag
het aan die hele toestand met de sloop
van de Brent Spar, het olieplatform
van Shell. Greenpeace is dan inwen
dig zo georganiseerd, dat het onmoge
lijk wordt om ongelijk te bekennen.
Natuurlijk doen ze ook goede dingen,
maar het is hen te vaak om macht te
doen."
Denkt u niet dat wetenschappers in
hun enthousiasme te ver kunnen
gaan, bijvoorbeeld op het gebied van
genetische manipulatie?
„De lust tot gewin kan maken dat je
van alle verworvenheden van de we
tenschap misbi-uik maakt. Ik ben niet
principieel tegen genetische manipula
tie. In Frankrijk heb je José Bove, die
ten strijde trekt tegen wat hij noemt
la malbouffe, het slechte eten, McDo
nalds en al die andere vette happen
die industrieel worden gemaakt. Wat
dat betreft sta ik volkomen aan zijn
kant. Maar hij beschouwt gemanipu
leerde groente als het absolute kwaad.
Dat is het natuurlijk niet. Het kwaad
zit niet in het principe, maar in de toe
passingen om iemands bankrekening
te spekken."
„Vivisectie, een ander emotioneel
onderwerp. Naar mijn bescheiden
mening kunnen we niet zonder. Het
feit dat de levens van miljoenen kinde
ren gered zijn door het vaccin tegen
kinderverlamming, dat zou zonder
dierproeven niet mogelijk zijn ge
weest."
Wat is wat u betreft het belangrijkste
item in het programma van de Partij
voor de Dieren?
„Het batterijsysteem. Daar moeten we
vanaf. In feite: waar we vanaf moeten
is van veel vlees eten. Nee, ik ben geen
vegetariër. Maar de manier waarop
het eten van vlees wordt aangemoe
digd, dat het zo goedkoop mogelijk ge
produceerd moet worden, dat heeft
niets anders dan verschrikkelijke ge
volgen. Mensen zouden minder vlees
moeten eten. In economische termen
zeg je dan: vlees zou tien keer zo duur
moeten zijn. Dat is het antwoord. Wat
dat betreft vind ik dat je een samenle
ving niet op haar beloop kunt laten
met als enig leidend principe het
marktmechanisme. Dat leidt tot
gruwelen. Als je de zaken niet op hun
beloop laat kun je ervoor zorgen dat
vlees tien keer zo duur wordt. Een
met humaniteit behandeld dier kan
geen bron van goedkoop vlees zijn. In
mijn ogen is dat een beginsel."
„Zo geredeneerd zou je in de maat
schappij moeten kunnen ingrijpen.
Vooral sinds de val van de Muur is dat
een soort anathema geworden. De re
sultaten zien we om ons heen. Het on
gebreidelde marktmechanisme, vol
gens mij is dat een ideologie, zoals het
communisme dat ook was. Niet geba
seerd op de rede, mensen geloven erin.
Het marktprincipe als motor van de
samenleving, dat klopt gewoon niet.
Je ziet het iedere keer, als bijvoor
beeld de spoorwegen worden gepriva
tiseerd. Er wordt zoveel mogelijk geld
uitgehaald en zo weinig mogelijk inge
stopt, dat is inherent aan het begin
sel."
„Voor de consumptie van vlees zou je
een marktprincipe kunnen hanteren.
Zodanig dat er een prijs wordt be
taald, die een behoorlijke behandeling
van het vee mogelijk maakt. Wie zich
niet aan dat principe houdt, zou zich
straf op de hals moeten halen."
Daarmee hebben we het over een ande
re maatschappij-ordening.
„Ja, maar niet als ideologie."
Hoe dan wel?
„Door wetenschappelijke criteria te
ontwikkelen en die zo goed mogelijk
toe te passen. Neem het batterijsys
teem. Er is betrekkelijk objectief vast
te stellen wanneer een dier goed be
handeld wordt. En het is ook betrekke
lijk objectief vast te stellen dat een
batterij daartoe geen ruimte biedt.
Een batterijsysteem gaat tegen de
aard van dieren in, ze lijden eronder.
Dus: de bestudering van diergedrag
en de verspreiding van de kennis op
dat terrein is ontzettend belangrijk.
De enige ideologie die je in die bena
dering kunt vinden is dat winst niet
de motor van de samenleving mag
zijn."
„Misschien maak ik de indruk een
soort wetenschapsfreak te zijn. Dat is
niet zo. We hebben een behoorlijk we
tenschappelijk inzicht in wat een
mens nodig heeft om te leven. Hoeveel
plantaardige en dierlijke proteïnen en
zo meer. Het lijkt me redelijk dat we
daar dan ook naar leven."
„Het is - zoals ik het zie - zoals we om
gaan met drank. De gemiddelde opvat
ting is: een beetje drinken mag, heel
zwaar drinken is verkeerd en aan kin
deren wordt geen alcohol geschonken.
Dat kan dienen als een paradigma,
een voorbeeld van hoe je met dit soort
kwesties moet omgaan. Als we het
over vlees eten hebben: een enkele
keer veel voor een groot diner, soit,
maar voor de rest zijn er alleen onder-
houdsdoses nodig."
„We hebben een zeker inzicht in de
evolutie, er zijn primitieve en hoger
georganiseerde dieren. Ik vind het
eten van vis bijvoorbeeld minder pijn
lijk dan het eten van kalf. Ook: ik eet
liever een schapenbout dan een bief
stuk. Een schaap vind ik een wat pri
mitiever dier dan een koe. Dat is ook
zo. En varkens, die staan eigenlijk bo
ven ons. Ik hou erg veel van varkens,
niet om te eten maar als dier. Ze zijn
aardig, ze zijn intelligent. Met een an
der fokprogramma zouden het hele
Neem nu onze rode vroegere hulpkat Ginger, sinds de
dood van de diepbetreurde Vincent zelf hoofdkat ge
worden: in zijn jeugd kreeg hij van ons een superball: een
balletje van gecomprimeerd rubber met zo'n fabelachtig
stuitvermogen dat het, als je het op de 24ste verdieping uit
een raam laat vallen, weer helemaal omhoog komt tot aan
je hand.
Nu heeft ons huis een nauwe, steile en bochtige zeventien-
de-eeuwse trap: daar lieten wij dat balletje vaak voor hem
stuiteren; de sprongen die dan door zowel hem als het bal
letje gemaakt werden tarten iedere beschrijving. Dat is al
onweerstaanbaar op het niveau van zeg maar pingpong-
spelende katten, maar dat is hier bijzaak; waar het om
gaat is dat wij na een poosje midden in de nacht gewekt
werden door het karakteristieke pok-pok-pokgeluid van
de superball in het trappenhuis. Dat balletje lag zeker nog
boven, dachten wij, en sliepen weer verder. Maar wat later
klonk het geluid opnieuw, en daarna nog eens, zodat we
tenslotte gingen kijken wat er gebeurde. Het bleek dat ons
wonderdier, midden in de nacht besluitend dat het weer
tijd werd, met de superbal in zijn mond naar boven ging.
Ik zag hem langskomen met die bal in zijn bek, ongeveer
even groot als zijn snorbollen (montes mystacum) zodat er
drie van leken te zijn.
'Wat doe je?', vroeg ik.
'Ik doe balletje', was het antwoord in zijn ronde honing-
kleurige ogen waarmee hij me smeltend van liefde aan
keek.
Rudy Kousbroek in De Groene Amsterdammer, december
1997
Het dodobotje is één van de bekendste voorwerpen uit de collectie van Boudewijn Büch.
foto Roland de Bruin/GPD
De witte handschoenen van Boudewijn
Büch, waarmee hij zijn kostbaarste
boeken aanpakte, hangen over het 'Verza
melde werk' van Goethe. Te midden van tal
loze andere objecten uit de verzameling van
Büch staan ze voorlopig in een kastje in de
boekenzaal van Teylers Museum in Haar
lem. Met ongeveer honderd boeken uit de na
latenschap van de schrijver vormen ze het
langdurige bruikleen dat Teylers Museum
van de erfgenamen heeft ontvangen. In fe
bruari 2005 worden de voorwerpen in een
passende setting tentoongesteld.
Boudewijn Büch had in het najaar van 2002
zijn hoofd nog niet neergelegd of er ont
stond binnen de familie meteen een fikse ru
zie over de erfenis. De zaak liep zo hoog op
dat de rechter besloot een vereffenaar in de
hand te nemen die erop moest toezien dat
de zaak eerlijk werd verdeeld. Op aanraden
van vrienden van Büch en waarschijnlijk
Boudewijns broer Menno werd besloten dat
een deel van de erfenis naar een aantal Ne
derlandse musea moest. Teylers Museum,
dat Boudewijn het 'mooiste museum in de
wereld vond', viel ook in de prijzen.
Teyler-directeur Marjan Scharloo: „We zijn
in het huis van Boudewijn aan de Keizers
gracht in Amsterdam geweest. Een klein mu
seum op zich. Het had iets droevigs om daar
rond te lopen. We hebben gekeken wat bij
de collectie van Teylers Museum paste, ze
ker niet alleen naar de waarde van de voor
werpen. Wat we wilden, was een representa
tieve dwarsdoorsnede die een compleet
beeld zou geven van de verzamelaar Büch.
We hebben de uitgekozen zaken op een lijst
gezet en een voorstel gedaan. We zijn met
het resultaat erg blij. Vooral de boeken vor
men een welkome aanvulling op onze collec
tie."
Er hangt een wat triest, ingetogen licht in
de boekenzaal. Hier zou Boudewijn het wel
naar zijn zin hebben gehad. In een kastje
staan de borstbeeldjes van Goethe, Welling
ton en andere grote mannen die Boudewijn
bewonderde. Maar ook de kaartjes voor een
Stones-concert dat Boudewijn bijwoonde
liggen in het kastje. Dat Büch echt alles wil
de hebben van zijn geliefde Goethe, ook
kitsch, bewijst een sneeuwdoosje, waarin
we het naar believen kunnen laten sneeu
wen over de grote Duitse schrijver. Maar na
tuurlijk zijn er ook de beeldjes van de dodo,
het dodobotje, de brief van Roy Orbison, het
beslag van de grafkist van de geleerde Mus-
schenbroek en tal van andere curieuze za
ken.
Op een lezenaar ligt een eerste druk van
Goethe's Atlas zur Farbenlehre und Optik,
een kostbaar boek, waarin zich de veilingan
notatie nog bevindt. „We hebben zo'n klei
ne honderd boeken gekregen", zegt Schar
loo. „Veelal reisverslagen. Soms zelfs publi
caties van voor 1780, de tijd dat ons mu
seum werd opgericht. Ze vormen een belang
rijke aanvulling. We willen alles als een
klein monumentje bij elkaar houden. Kijk,
nu weten we allemaal dat Boudewijn een
heel belangrijke televisiefiguur is geweest.
Maar over vijftig jaar zegt dat de mensen
weinig meer. Je kunt wel in zo'n huis gaan
rondlopen met een tijdelijke verstandsver
bijstering maar als museum moet je wel tot
in de eeuwigheid op deze zaken passen."
De kunstvoorwerpen en meubels van Boude
wijn Büch worden op 22 september bij So
theby's in Amsterdam geveild. Het Haarlem
se veilinghuis Bubb Kuyper zal de 100.000
boeken van Büch gaan veilen. Het Letter
kundig Museum in Den Haag krijgt de lite
raire nalatenschap van de schrijver in be
heer.
Cees van Hoore