y luchtdruk Zo'n baantje als Van Hanegem zou ik ook wel willen RUDEN RIEMENS Rob Rensenbrink EU gekke is, dat ik daar helemaal geen last van had toen ik nog voetbalde. Ik leefde en ik voetbalde. Pas nadat ik was gestopt, merkte ik hoe zwaar dat leven was geweest. Zo erg is het nu niet meer, maar als er op tv voetbal is en op een ander net een goede film, dan kijk ik naar die film. Als ik moet kiezen tussen Nederland-Letland en Baan- tjer, dan kijk ik toch echt naar Baantjer. Ik ga ook nooit naar Ajax, al woon ik vlakbij, en niet naar het Nederlands elftal. Ja, alleen als ik word uitgenodigd, dan zie ik wat oud-collega's en dat is dan wel weer leuk. Nee, geen vrienden, in het voetbal maak je geen vrienden, daar heb je alleen collega's. Allemaal oud-internationals, die over het algemeen geen multimiljonair zijn gewor den door het voetbal, zoals tegenwoordig. Ik heb het geluk dat ik altijd voorzichtig ben geweest met mijn geld. Ik heb nooit gek ke dingen gedaan. Ik hoef niet elk jaar een nieuwe auto, ik hoef geen huis in Spanje en ik heb al 35 jaar dezelfde vrouw. Doordat ik altijd spaarzaam ben geweest, heb ik het me kunnen permitteren om na mijn voetbalcar rière niet meer te werken. Ik verlang er ook niet naar. Elke dag op staan om naar je werk te gaan, elke dag die druk om van negen tot vijf iets te doen, vre- selijk. Ik leid een saai leven, maar ik geniet er wel van. Nou ja, zo'n baantje als Van Ha negem zou ik nog wel willen. Assistent-bondscoach, jaja, voor vier ton een beetje pylonnetjes neerzetten. Hij praat veel met de spelers? Willem?? Dan moet je het hem wel héél nadrukkelijk vragen, want uit zichzelf begint hij echt niet, hoor. Ik ben niet jaloers op 'm, ik mag Willem wel, zoals geloof ik heel Nederland. Dat is toch weer zijn klasse, dat niemand hem dat misgunt, dat iedereen het leuk vindt. Hij is ook heel sociaal ingesteld, hij doet veel met geeste lijk gehandicapte kinderen en dat komt lief over. Willem en ik lijken veel op elkaar, wij maken ons om veel dingen niet zo druk. Ik ben nu eenmaal introvert, terwijl de meeste voetballers juist extravert zijn. Ik sta nooit vooraan bij het maken van groepsfoto's, ik sta liever achteraan. Daarom denk ik dat ik ook niet echt een trai ner had kunnen zijn. Het lijkt me zo ver moeiend om elke dag een groep van 22 spe lers te trainen, om daar iets van te maken. En je bent altijd de pispaal als je verliest. Als je dat wilt, moet je toch een bord voor je kop hebben. Ik heb ook altijd een beetje te gen die cursus opgezien en pas toen ik veer tig was, werd het voor oud-internationals ineens mogelijk om een verkorte trainerscur sus te volgen. Toen vond ik het al te laat. Ik woonde weer in Nederland, in Oostzaan, de kinderen waren elf en zeven, en dan had ik als trainer misschien naar België gemoeten of, veel erger, naar Saoedi-Arabië, zoals Ri- nus Israël. In mijn ééntje. Dat had ik er niet voor over. Dan zou je het alleen voor het geld doen en voor de zon." Behoudend „Ach, ik ben niet zo gedreven, ik heb geen passies. Alleen mijn kleinkinderen. Vier mei den en een jongen, tussen nul en zeven jaar. Ik voel me veel meer opa dan oud-voetbal ler. Ik lees wel eens over Gullit, die al een paar vrouwen heeft gehad, allemaal met een paar kinderen van wie er dan ook nog twee in Italië wonen die hij nooit ziet. Ik zou er niet tegen kunnen. Laat mij dan maar een beetje behoudend zijn. Als speler had ik die gedrevenheid wel. Ik heb er alles voor gedaan en gelaten. Ik ging nooit met mijn vrienden mee stappen en lag altijd om tien uur in bed. Nu zie ik wel eens jochies van veertien, vijftien jaar, die het ta lent hebben om ver te komen. Maar daar hoor je nooit meer iets van. Omdat ze het er niet voor over hebben. Ze gaan met vrien den naar de disco, eten en drinken waar ze trek in hebben. Nou is de verleiding tegen woordig ook een stuk groter dan in mijn tijd en ze hebben er ook meer geld voor. Ik ver diende in mijn eerste jaar als full-prof veer tienduizend gulden per jaar, op mijn acht tiende. Daarvoor had ik vier jaar gewerkt, in een kippenslachterij. Ik had op de am bachtsschool weliswaar geleerd voor tim merman, maar in de bouw kon je maar 25 gulden per uur verdienen en in die slachte rij veertig gulden. Geld was belangrijk, want wij hadden het thuis niet breed. Mijn vader werkte als sjou wer in de haven en mijn moeder moest in de huishouding werken om het gezin draaien de te houden. Ik ben in de watten gelegd, echt ontzettend verwend. Ze vonden het ge weldig dat ik voetballer werd en ze kwamen altijd naar mijn wedstrijden kijken. Mijn va der is een paar jaar geleden overleden, op zijn 92e. Een hele nuchtere man. Ik heb zijn karakter. De meeste Nederlanders kennen mij vooral door Oranje en door de WK's die ik heb gespeeld. Twee keer de finale ge haald. Twee keer tegen het gastland, dat is Als het een echte kans op een doelpunt va geweest, op het winnende doelpunt waar-j - schijnlijk, dan zou ik er ziek van geweest zijn. Maar dit was een onmogelijke hoek, j die bal kon er gewoon niet in, het was heelt knap dat ik 'm nog tegen de paal kreeg.lkj I heb er dus geen trauma van, ik droom er ook nooit van. Ik droom sowieso nooit va: voetbal." Het WK in Argentinië is wel een hoogtep: voor me geweest. Vooral de kwartfinalete gen Oostenrijk, die we met 5-1 wonnen, echt héél goed. Ging ik drie man voorbije legde de pal panklaar. Zulke acties zijn ve - leuker dan scoren. Toen liep het en dat is r het geheim van succes, maar tegelijk het r moeilijke. Want wanneer loopt het? Hetbe langrijkste is dat je zonder druk moet spe- 1 len. Trainers hebben de neiging de druk cc c spelers te vergroten, maar ze moeten die juist wegnemen. Maak het niet te moeilijk j Als je de bal hebt, moet je met z'n allen aa vallen en als je de bal niet hebt, moet je®* z'n allen verdedigen. Daar komt het uiten i delijk op neer. Als Nederland straks bij te EK in Portugal met plezier speelt, als zee; van genieten, dan komen ze ver, want des ploeg heeft de kwaliteiten om de halve fis; les te halen. I Ik ga tijdens het EK wel naar de wedstrij- den van Nederland op tv kijken, maar alk andere wedstrijden sla ik over. Ik merkdt je het voetbal als speler heel anders beleer dan als toeschouwer. Als speler ga je erhea maal in op, als kijker ben je kritischer. Ik heb een tijdje geleden Nederland-Brazife uit '74 terug gezien. Wij wonnen die halve finale met 2-0 en vonden dat we geweldig hadden gespeeld, maar nu heb ik geziendi het helemaal niet zo fantastisch was. We hebben vreselijk mazzel gehad, we haddes voor de rust al met 2-0 achter kunnen stas Als ik dat soort beelden weer zie, denk ik wel eens: waar blijft de tijd? Soms lijkt tol nog maar zo kort geleden dat ik in het Ncj derlands elftal speelde, maar ik ben nu tra echt 56 jaar en heb een stel kleinkinderffij Zou Jan Mulder dan toch gelijk hebben, alles na het voetbal surrogaat is? Het isnis niks hoor, als zestigduizend mensen voor? klappen, schreeuwen en je naam scande®: Dat is een geweldige kick en het is verleid lijk om daar in te blijven hangen. Frans dl Munck bijvoorbeeld, beroemd oud-keep®j van Oranje, die is inmiddels tachtig en denkt nog steeds dat-ie de Zwarte Panter! Ik leef niet in het verleden, daar ben ik vei te nuchter voor. Ik kan het makkelijk loe ten. Voorbij is voorbij." Dick Hofls? Het 'slangenmens' heeft kapotte knieën. Rob Rensenbrink (56) kan geen bal meer trappen, maar mist het voetbal niet. De eerste vijf jaar nadat hij was gestopt heeft hij alleen maar gevist. En ook nu doet hij het liefste niets. „Ik leid een saai leven." Rensenbrink: „Ik heb eigenlijk de hele dag pijn in m'n knieën. De rechterknie is het ergst. Het kan een paar dagen redelijk goed gaan, maar als ik dan bijvoorbeeld even op m'n hurken ga zitten of een rare be weging maak, is-ie de volgende dag zó dik van het vocht. Ik kan normaal al niet meer zo goed lopen, maar dan kan ik dagen hele maal niets meer. Vandaag of morgen zal er een kunstknie in moeten. Ik weet het nog precies: Ik was 32 jaar, om speelde een tegenstander en kreeg een enor me schop van achteren, even onder m'n rech terknie. Die schop heeft in één keer aan al les een eind gemaakt, geen profvoetbal meer, geen Nederlands elftal meer. Die knieën zijn in de loop der jaren alleen maar slechter geworden. Ik heb twee menis cusoperaties gehad, er zijn diverse keren stukjes kraakbeen uit gehaald, het lijkt ner gens meer op. Ik kan geen bal meer raken. Toch mis ik het voetbal niet. Nee, eerlijk. Het was een fantstische tijd, maar op een ge geven moment krijg je andere interesses. Misschien heeft het ook iets te maken met linkerspitsen, dat zijn toch aparte types. Wij zijn mensen van mooie acties, passeerbe wegingen, onverwachte dingen. Ik heb de bijnaam slangenmens ook gekre gen, omdat ik zo soepel langs mijn tegen standers gleed. Rechterspitsen zijn andere types, die maken ook wel acties, maar dat toch meer van: snel er langs en een voorzet. Wij willen altijd iets aparts. Kijk maar naar Keizer en tegenwoordig naar Thierry Henry en Arjen Robben. Typische linkerspitsen, een genot om te zien spelen. Omdat ze on voorspelbaar zijn." Stress ,,De eerste vijf jaar na mijn profcarrière was ik zo blij dat ik niet meer die stress, die enorme druk voelde om elke wedstrijd maar weer te moeten presteren, dat ik alleen maar wilde vissen. Niks aan mijn hoofd, maar totale ontspanning, alleen met je hen geltje langs het water zitten en naar die dob ber kijken. Ik wilde toen helemaal niets meer met het voetbal te maken hebben. Het Rob Rensenbrink: „Die nederlaag tegen de Duitsers; ik was er niet kapot van." foto Phil Nijhuis/GPD echt pech hebben, en twee keer verloren. Bij het WK van '74 in Duitsland hadden we een beter Nederlands elftal dan in '78 in Argen tinië. In de finale tegen Duitsland waren we moe, we liepen op onze laatste benen, dat weet ik nog wel. Maar als ik nu lees dat het kwam omdat wij alleen maar feest zouden hebben gevierd, dan vind ik dat vooral sen satiezucht. Ja, we lustten op z'n tijd een co- laatje-tic, maar dat was altijd al zo, ook als we een paar dagen in Zeist zaten. Vergis je niet, die trainingskampen zijn stomverve lend, je kunt geen kant op en het kaarten komt dan ook je neus uit. Johnny Rep zei pas nog dat hij uit die tijd een heleboel ver geten is. Dat vind ik een verstandige opmer king. Die nederlaag tegen de Duitsers was balen, maar ik was er niet kapót van. Ook niet na de nederlaag in 1978 in de finale tegen Ar gentinië: Ik word op straat nog bijna dage lijks aangesproken dat ik toen in de laatste minuut bij een stand van 1-1 tegen de paal schoot en we geen wereldkampioen werden. Ik vind dat niet vervelend, het is tenslotte een historisch moment geworden. Ik heb ook geen rotgevoel aan die bal tegen de paal overgehouden, omdat het geen kans was.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 22