Innerlijk kun je weggaan PZC Al eeuwen uit de mode György Konrad Brakman lijkt op Simenon Jean Pierre Rawie woensdag 2 juni 2004 Het mag voor misdaadpuris ten een verwerpelijk en be spottelijk idee zijn, maar waar om zou de nieuwe roman van Willem Brakman niet ook pas sen binnen het stramien van de Maand van het Spannende Boek? Maarten 't Hart won zelfs ooit de Gouden Strop voor een spannend boek. Dat werd met gegrom en moordplannen ont vangen in het kleine gilde van Strop-kandidaten, die opeens niet meer zeker wisten of ze alle maal nog wel aan de beurt zou den komen om de prijs te win nen - tot dan toe zo ongeveer de enige zekerheid voor een thriller auteur in Nederland. Een literai re schrijver die de enige prijs wint voor thrillers, terwijl de bellettrie al zo veel prijzen kent. Het was niet eerlijk. Nu weet ik te weinig van de Ne derlandse thrillerschrijverij om te kunnen beoordelen of die prijs voor 't Hart terecht was destijds. Dus houd ik ook geen pleidooi om de prijs aan Willem Brakman toe te kennen, maar spannend is zijn nieuwe roman De Afwijzing wel. En als moord en doodslag criteria zijn waar mee boeken thrillers worden, dan is dat element in de jongste Brakman volop aanwezig. Enschede Het slachtoffer is de toneelspe ler Straatsma, die in een kunste naarskolonie woont nabij 'een oerlelijke stad, die er steeds weer in slaagt nog lelijker te worden' - onmiskenbaar Ensche de. Straatsma verschaft de ver teller van het verhaal, een schrij ver op leeftijd, onderdak, maar even later wordt de toneelspeler dood aangetroffen. Zelfmoord? Hier en daar ademt deze Brak man de sfeer van een ouderwet se Simenon. Het kan ook geen toeval zijn - want dat bestaat im mers niet - dat op de achterflap de naam Simenon valt. (Dit is Brakmans 51ste roman, 'een kwart van wat Simenon geschre ven heeft.') De speurneus be woont een pension, de hospita komt hem aan het eind van de dag zijn eten brengen. Van dat soort details. Maar het thriller- en detecti ve-element is wel geheel inge bed in een ouderwetse Brak man. Dat als waarschuwing voor de lezer die een stereotype thriller verwacht. De logische voortgang wordt herhaaldelijk onderbroken, soms denk je als lezer een alinea of pagina te mis sen, een enkele gedachtesprong is- al te kras. Brakman schrijft immers geen gewone romans, waarbij 'gewoon' dan lineair be tekent en met grote innerlijke lo gica. Zijn poëticale uitspraak, gedaan in interviews - 'Niet het bospad maar de struiken, is mijn devies' - komt niet voor niets in dit boek voorbij. Brak man heeft niets met de hoofdlij nen van een verhaal, niets met 'het bospad' volgens hem zit het avontuur in de bosjes langs het gebaande pad. Hij duikt die bos jes in, onverveerd. Theo Hakkert Willem Brakman: De afwijzing - Uit geverij Querido, 136 pag., 15,90. György Konrad foto Roland de Bruin/GPD e titel van het nieu we boek van de Hongaarse schrij ver György Konrad luidt Zonsverduistering. Haalde hij in zijn twee jaar geleden verschenen 'Geluk' herinne ringen op aan de Tweede We reldoorlog, in zijn tweede au tobiografische roman pakt hij de draad op in 1945. Het resultaat is een ihdrukwek- kend relaas over een leven on der de druk van vier decen nia communisme en een 'in nerlijke emigratie' naar het Westen. De woelige geschiedenis van het twintigste-eeuwse Mid den-Europa versus de nietig heid van het individu - het is dit thema dat het volledige werk van György Konrad heeft be paald. In zijn bekende trilogie, met de romans 'Tuinfeest' (1985), 'Melinda en Dragoman' (1991) en 'De stenen klok' (1994), krijgt de menselijke tra giek vorm door de dilemma's van stilzitten of bewegen, deel nemen of toekijken. Het zijn deze thema's die ook in zijn tweedelige autobiografie op de voorgrond staan. In 'Geluk' beschrijft Konrd hoe hij en zijn zusje naar familie in Boedapest afreizen om daar onder te dui ken, precies één dag voordat de joden voor deportatie naar Auschwitz bijeen worden gedre ven. Het boek eindigt op het mo ment dat hij vlak na de oorlog naar zijn geboortedorp Berettyóüjfalu terugkeert. Daar leeft hij vervolgens tussen hon derden weduwnaars die niet al leen hun vrouw, maar ook hun kinderen hebben verloren. Waar 'Geluk' eindigt, begint nu en dan naar een lerares en helpt hij het gezin een handje door te klussen in de ijzerwin kel van zijn vader. Op dat moment hebben we al leen nog maar een kwart van de ze lijvige biografische roman ge lezen. Zonsverduistering is een uitermate rijk boek, waarin een compleet beeld wordt gegeven van een uitermate woelige perio de. Konrad schrijft met name over zijn studententijd, de ont staansgeschiedenis van zijn schrijverschap en de jaren waar- Zonsverduistering, als de twaalf jarige György het bericht ont vangt dat zijn neef, Laszló (La- ei) Kun weldra arriveert. Samen met zijn zusje wordt hij onder de hoede genomen van deze 37-jarige man, die als een kost- winnende surrogaat-vader fun geert, zolang de 'in mei 1944 weggevoerde ouders niet uit een of ander kamp' terugkomen. Een paar maanden keren zowel de vader als de moeder terug en kan het oude leven langzaam maar zeker weer beginnen. En dan breekt voor Konrad de tijd van de vrijheid aan, gaat hij zo in hem in eigen land een publica tieverbod was opgelegd. En na tuurlijk staat hij uitvoerig stil bij het beslissende jaar 1956, als Russische tanks Hongarije bin nenrollen om vervolgens met ge weld een einde te maken aan het regime van Imre Nagy. Censuur Beklemmend zijn de pagina's waarop Konrad beschrijft hoe hij zich staande moet zien te houden onder het communisti sche juk. Zijn post wordt gecen sureerd, zijn telefoon en kamer afgeluisterd. En wat doen die twee mannen voor zijn deur? Konrad maakt duidelijk dat hij langzaam maar zeker aan de si tuatie gewend raakte. En: 'Ik hield er rekening mee dat ik tot het eind van mijn leven illegaal zou blijven.' Konrad krijgt twee keer de mogelijkheid aangereikt om naar het Westen te vluchten, maar besluit in zijn land te blij ven. En vooral in zijn stad Boe dapest, waarvan hij de schoon heid voortdurend bezingt. In zijn eigen stad legt hij zich toe op zijn 'innerlijke emigratie': het schrijven van zijn boeken die alleen maar in het Westen worden uitgegeven. Tedere ande re levensstrategie, zowel een bin nenlandse aanpassing als een emigratie naar het Westen, zou ik als iets geforceerds hebben gezien.' Zonsverduistering is een indrukwekkend boek over een indrukwekkend leven. Het is bovendien een boek waaruit voortdurend het gevoel spreekt dat het geschreven móest wor den. Want bovenal portretteert Konrad zichzelf niet als een soort held, maar als iemand met de innerlijke noodzaak tot het maken van literatuur: 'Alles wat belangrijk is, komt voort uit de beslissing die ik in mijn puber teit heb genomen: dat ik schrij ver wilde worden.' Jacob Moerman György Konrad: Zonsverduistering. Vertaald door Robert Kellermann - Uitgeverij De Bezige Bij, 398 blz., 23,50. Toen je vanochtend tegen zessen terug moest naar je 'echtgenoot', nam ik je lege glas en goot het vol met wat in lege flessen aan droes en drab nog overschoot. Maar ach, mijn lieflijke maitresse, zo is de nadorst niet te lessen van wat je mij te proeven bood. Zo'n kort genot telt soms het meest; wij waren slechts éen nacht geheven (het is niet alle dagen feest). Doch ik verklaar hier ten gerieve van elke druiloor die dit leest: het is een Gouden Nacht geweest. Jean Pierre Rawie Is er vooruitgang in de kunst? De historie van de kunst lijkt een laaiend vuur dat langzaam dooft, met af en toe een onge dachte opflakkering. Welk boek kan het werk van Homeros nog overtreffen? Welk gebouw kan grandiozer zijn dan het Par thenon? Weinigen zijn zo diep van dit besef doordrongen als Jean Pierre Rawie. Daarom wil hij dingen doen die al 'eeuwen uit de mode' zijn. De Verzamel de verzen van deze dichter zijn om die reden een wonder van te gendraadsheid. Z'n artistieke collega's vinden doorgaans dat alles anders moet. Alsof de mogelijkheden daarvoor onbeperkt zijn. Zeker in de beeldende kunst zijn juist de grenzen bereikt. Verder kun je niet meer gaan, de op het oog riante laan is een doodlopende steeg. Ook in de Nederlandse poëzie zijn veel dichters monter tegen een blinde mum' aan het bonken. Ben ik eigenlijk wel postmodern genoeg, lijkt menig poëet zich af te vragen. Rawie doet nadrukkelijk niet mee. Hij lijkt de lezers juist toe te roe pen: ben ik wel ouderwets ge noeg? Wat de lezers maar al te graag horen. Hij heeft over zijn bizarre posi tie nagedacht en doet er alles aan om die te onderbouwen. Hij bedient zich niet alleen van een vooroorlogse techniek, maar ook van een ouwelijke toon. Hij wisselt zijn eigen werk af met vertalingen van beroemde dode dichters. En hij herhaalt nog maar eens dat hij in een verkeer de eeuw vertoeft: 'Wie noem je werkelijk je tijdgenoten/ van de miljoenen tussen wie je leeft?' In feite probeert hij alles dat naar een bepaalde tijd verwijst uit te wissen. Hij vermijdt angst vallig concrete details en heeft een voorkeur voor abstracte al gemeenheden. Rawie schrijft niet over een liefde, maar over dé liefde. Hij heeft met zijn poë zie een duidelijk doel voor ogen: 'In een zorgvuldig onderhouden perk/ kom je opeens een aai' regels tegen/ en ziet je naaraf een granieten zerk.' Hij denkt alvast aan het gra£' in plaats van aan het kladbl^ Blijkbaar staat hij 's morgf' op met het voornemen: sw weer eens een paar regels b®; len die klassiek zullen wordK Dat klinkt belachelijk, en!* zijn ook belachelijk, al die*. zenloze gemeenplaatsen voor onsterfelijke diepzinnig^ den door moeten gaan. Heel w de, want al doet hij het weid* hij kan het zo goed: gedich? schrijven waarin het bloed f het leven klopt, gedichten o£' geliefden, gedichten over zj ouders, gedichten zonder anti behang of ouderwets gordijn/ Aanvankelijk beantwoordde! aan zijn eigen cliché: 'Ik wis:- wijn en tranen uit mijn baar Was zulk een avond wel zi: ochtend waard?' De drank ko? te hem bijna het leven, en i het ziekbed verrees een heelg laten Rawie. Een man die J op voorhand bij alles neerh 'Het was niet anders dan i. was.' Een dichter die zich erf neerlegt dat hij de mindere: zijn van de grote voorgange Het is in het leven en int' kunst bij hem altijd heri Nooit meer beloften, alleen u nadagen. Eén lange hulde a het besef dat vroeger alles bel was. Mario Molegit Jean Pierre RawieVerzamelde n zen - Uitgeverij Bert Bakker, i pag., met cd, €25,-. Rudy Kousbroek Magritte o vredig, koeien in de straten - al leen al daarom zou ik mij onmid dellijk thuis voelen in de wereld stad Brussel. Deze foto werd daar gemaakt in 1914 in de rue des Éperonniers (Sporenmakerstraat?); nauwkeurig onderzoek met een vergrootglas leert dat Brusselse koeien in 1914 nog vijf of zes poten hadden. Brussel is een magische stad, dat is ook goed te zien op de schilderijen van René Magritte. Het geniale van Magritte's wereld schuilt niet alleen in het beeld maar vooral ook in het woord. Naar het schijnt besteedde Magritte veel tijd en moeite aan het bedenken van titels voor zijn schilderijen, die hij meestal niet al van tevoren in zijn hoofd had; vaak werden daar vrienden en kennissen uit de wereld van het Surrealisme bij betrokken. Soms was hij met een vondst achteraf niet tevreden en enke le van zijn schilderijen zijn meermalen van naam veranderd. Een boeiend spel, dat ik meer dan eens met geestverwanten heb gespeeld, is proberen een eigen titel voor een schilderij van Magritte te verzinnen. Daarbij blijkt steeds weer hoe moeilijk het is de titels van Magritte zelf te evenaren: ze zijn werkelijk deel van het kunst werk. Indachtig aan dit spel heb ik gepro beerd een passende titel voor deze foto te be denken. Hier volgen er een paar: - les voies et les moyens - la terre promise - a la rencontre du plaisir - la clef des songes - au seuil de la liberté In het Frans klinkt het altijd beter, in het Ne derlands is het gewoon 'de wegen en de midde len', 'het beloofde land', 'de genieting tege moet', 'de sleutel der dromen' en 'op de drem pel der vrijheid'. Zo kun je wel doorgaan - 'herfst', 'het verlangen', 'de herinnering', 'het verdriet' - dat roept allemaal de sfeer van Magritte's schilderijen op, maar ze zijn niet raadselachtig genoeg. Wat is de opzet? Het to nen van mysterie, het zaaien van twijfel aan de werkelijkheid. Ach, die koe met haar lieve vlekjes - in feite zijn het twee koeien, vandaar die extra poten, de ene verbergt de andere. Ze staan voor een wagen, geloof ik. Ze hebben nog horens, tegen woordig worden die er afgezaagd. Ze staan voor de etalage van een apotheek, ze symboli seren de geneeskracht. Het opschrift boven de ramen luidt: L. Duvieusart, apotheker, leve rancier van hunne majesteiten de Koning en de Koningin. Dan, daaronder, op de ramen zelf: Apotheker van hunne hoogheden de Graaf en Gravin van Vlaanderen en van Prins en Prinses Albert van België. Albert wordt daar dus nog niet als koning aan geduid. Er zijn twee mogelijkheden: of de op schriften zijn van vóór 1909 en waren in 1914 nog niet veranderd, of anders is de foto zelf van vóór 1909; Albert is dan inderdaad nog kroonprins en we bevinden ons onder het ze genrijke bewind van Leopold II. Deze Congo-eigenaar met zijn apostolische baard is naar het schijnt nog serieus van plan geweest om Nederland binnen te vallen en mi litair te onderwerpen. Had hij dat maar ge daan! Een gemiste kans: Nederland zou nu een deel van een groot beschaafd land zijn ge weest. Leopold H zou voor de grandeur heb ben gezorgd die Nederland mist, met veel standbeelden en monumentale gebouwen - denk aan het fabelachtige Paleis van Justitie van Joseph Poelaert - plus beter onderwijs, een betere keuken, betere omgangsvormen, be tere bewegwijzering en beter bier. Dromen hoe dit Verenigd Koninkrijk er uit zou hebben gezien is een onderhoudend tijd verdrijf. De Gordel van Smaragd zou Bel- gisch-Indië hebben geheten en Tjalie Robin son zou een 'Indische Belg' zijn geweest. Ook zouden wij (dat wil zeggen 'de Noordelijke provincies van België') bij de Eerste Wereld- Foto uit Belgique 1900 (1975) oorlog betrokken zijn geweest. Als ik daar aan trekdieren zou dan misschien betekenen dat denk verandert de foto van de rue des Éperon niers nog een keer van gedaante: het zou kun nen dat de foto dateert van na 4 Augustus 1914, en de aanwezigheid van die koeien als alle beschikbare paarden gevorderd waren door het leger. Het is duidelijk wat dan de ti tel bij deze afbeelding moet zijn: ceci n'est pas une vache', 'dit is geen koe'. de Rc be de Pc W< pr ds K. 3t< to 3e

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 24