Kunst kan een groot vraagteken zijn
PZC
Leven onder
een vergrootglas
Damien
Hirst
24! György Konrad na de oorlog
25 Herakles geeft democratie stem
27 Koren laten Middelburg zingen
Beeldende
giganten in
Den Haag
Nauwelijks een half jaar geleden bood
het Haags Gemeentemuseum Malachi
Farrell een tentoonstelling, waarbij hij de
trekkers van speelgoedpistooltjes - op een
wals van Strauss - ritmisch liet overgaan.
Nu produceert hij luchtbellen in de Hofvij
ver. 'Vlakbij de werkkamers van de minis
ters. Politici produceren ook voornamelijk
luchtbeden.
Vraag de doorsnee beeldend kunstenaar
wat hij of zij met het werk bedoelt te zeggen
en een vernietigende blik gepaard aan stil
zwijgen is je deel. Hoe kun je zoiets doms
vragen? Maar bij de Ier Malachi Farrell (Du
blin, 1970) vertelt elk werk een verhaaltje.
Niet altijd meteen even zichtbaar, maar wel
degelijk aanwezig. Zo presenteerde hij re
cent in Texas een serie zilverkleurige mecha
nische vissen in een vervuilde vijver; elke
vis voorzien van een vlaggetje om aan te ge
ven in welke mate landen bijdroegen aan de
milieuverontreiniging. „Midden in het ge
bied van Bush en er werd tot mijn verba
zing heel enthousiast op gereageerd."
Het zijn eigenlijk altijd politieke state
ments, die Farrell afgeeft. „Of vraagtekens
die ik plaats. Maar de vraag stellen is op
zich vaak al een statement." Zijn markt-
kraampjes met wapentuig in Den Haag
maakten zijn boodschap over de wapenhan
del meer dan duidelijk. Het Legermuseum
in Delft heeft nu overigens belangstelling
voor deze installatie. Zijn met klimop over
woekerde elektrische stoelen - tevens voor
zien van geluidsfragmenten - geven duide
lijk zijn visie op de doodstraf.
En zo zijn er tal van maatschappelijke
vraagstukken die Malachi Farrell op eigen
zinnige wijze aansnijdt. De wijze waarop de
pers met nieuws omgaat, de manier waarop
soldaten in het leger worden gedrild, de don
kere kant van voetbal.
Critici omschrijven hem wel als de rapper
van de beeldende kunst, omdat hij met beel
dende kunst omspringt zoals rappers met
taal en poëzie.
Maar het uitdragen van die boodschap gaat
bij Malachi Farrell hand in hand met tech
niek en natuur. Natuurlijk voelt hij zich
daarbij schatplichtig aan de Zwitser Jean
Tinguely, bekend van zijn speelse kunstma
chinerieën, „maar het is niet zo dat ik één
bepaalde kunstenaar volg of navolg. Tingue
ly was meer bezig met de geest van het fysie
ke. Voor mij is er meer een mix van bood
schap, techniek en de natuur. Want tech
niek is ook cultuur en natuur. Daarom ben
ik twaalf jaar geleden ook speciaal naar de
Rijksacademie in Amsterdam gekomen.
Wat jullie in Holland niet aan kennis op dit
gebied hebben met je windmolens en water
beheersing. Daarin komen voor mij alle be
langrijke elementen samen."
Zijn bubbels in de Hofvijver heeft Farrell
dan ook al in die tijd in Amsterdam ontwik
keld. „Ik doe niet zoveel in de openbare
ruimte. Dan kom je in een competitie met
de bestaande omgeving die het heel moeilijk
maakt. Met mijn soort werk van robots, ma
chines, mechanische poppen en geluidsfrag
menten is dat vaak ook te gecompliceerd en
dan wordt het ook te duur. Maar nu breng
ik 400 tot 500 meter slang in het water. Zo
als vissers hun netten uitzetten. Die slangen
worden met stenen op de bodem gehouden
en een machine brengt er met behulp van
Malachi Farrell foto Frank Jansen/GPD
compressoren en een klein computerpro
gramma lucht in. Telkens met andere tussen
pozen en op verschillende manieren. Zo ont
staat een spel van bubbels in het water.
De installatie heet ook simpelweg 'Bubbels'.
„Overal waar ik het doe is het anders. In de
Amsterdamse grachten geeft het een ander
effect dan in een Franse rivier. Soms lijkt
het net alsof er een soort monster van Loch
Ness zwemt."
„Bubbels betekent wel zoiets als niks. Het
grappige van deze locatie is natuurlijk dat
het zich afspeelt in het water voor de rege
ringsgebouwen. Vlakbij de werkkamers van
de ministers. Politici produceren immers
ook voornamelijk luchtbubbels."
Malachi Farrell woont al enkele jaren met
vrouw en inmiddels een baby in Parijs. In
Frankrijk verkoop ik het best, niet zozeer
aan particulieren maar vooral aan de over
heid, aan instituten. Ik leef als een zigeuner,
ik ga waar ik werk vind. Dus het ene mo
ment Texas, nu in Den Haag en straks in
New York."
Coos Versteeg
In voorgaande edities van Den
Haag Sculptuur - de jaarlijk
se beeldententoonstelling op het
fiLange Voorhout en langs de Hof
vijver - stonden 'Modelvrou-
y-wen' centraal, of 'het carnaval
«der dieren' of 'de mens in bewe
ging'. Bij deze zevende afleve
ring (4 juni tot en met 12 septem-
per) gaat het om Giganten - Eu
ropese Spraakmakers.
Zie het maar als een metafoor
voor het uitdijende Europa.
Door de recente uitbreiding van
cie Europese Unie met tien nieu-
,,we lidstaten, neemt Europa
"gaandeweg ook gigantische vor
men aan. Kunstenaars uit liefst
25 landen representeren meer
dan drie maanden in Den Haag
de hedendaagse Europese
kunst. Dus geen Rodins, Légers,
Dali's of Henry Moores, maar
stuk voor stuk levende artiesten
uit alle uithoeken van de Oude
Wereld: van Griekenland tot Po
len en van Portugal tot Estland.
In 33 sculpturen - soms inder
daad van gigantische afmeting -
verbeelden zij hun kijk op de Eu
ropese samenleving: in brons, in
kunststof, keramiek, staal, hout
en textiel. In duidelijk herkenba
re vorm zo goed als in symbo
liek, luchtbellen, geluid en ab
stracte beeldtaal. Soms schreeu
werig, met een groot gebaar,
dan weer ingetogen, in zichzelf
gekeerd. Als boodschap, getuige
nis, als knipoog, speldenprik of
als esthetisch samenspel met de
bestaande omgeving.
Talenten
Als extra element in de tentoon
stelling hebben twaalf jonge
aanstormende talenten een spe-
ciale opdracht gekregen. Kunste
naars uit de tien nieuwe EU-lan-
den, als ook twee veelbelovende
jeugdige Nederlanders. Met als
thema 'Kunst de grote communi-
icator' dingen zij mee naar de
[Den Haag Sculptuur Orange
Prijs. Een jury bestaande uit
Wim van Krimpen (directeur
Haags Gemeentemuseum), Roos
van Put (recensent beeldende
kunst) en Jaap Guldemond (con
servator museum Boijmans-Van
Beuningen) zal de twaalf spe
ciaal voor deze tentoonstelling
gemaakte beelden beoordelen.
Bezoekers van Den Haag Sculp
tuur die van buiten de stad ko
men. worden al op het Koningin
Julianaplein begroet door een
gigantische toegangspoort -
L'Art de Triomphe - opgebouwd
uit grote containers door het
J Zweedse kunstenaarsduo FA+
(Ingrid Falk Gustavo Aguer-
re).
Drie kunstwerken, van respec
tievelijk Anthony Gormly, Tobi
as Putrih en het duo Little
Warsaw, wisselen voortdurend
van locatie en 'De man van Den
Haag' van Henk Visch balan
ceert op een koord - hoog boven
het Tournooiveld - heen en weer
tussen de Hofvijver en het Voor-
|hout.
Coos Versteeg
Info www.denhaagsculptuur.com
Expositie: Giganten - Europese
Spraakmakers - 4 juni t/m 12 sept.
Lange Voorhout en Hofvijver in Den
Haag. 33 monumentale kunstwerken
uit binnen- en buitenland.
9itedactie bijlagen: 0113-315680
vww.pzc.nl
^-mail:redactie@pzc.nl
'ostbus 31, 4460 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
vjoord- en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Jeeuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Nationaal: 020-4562500.
i/voensdag 2 juni 2004
amien Hirst ver
baasde in de jaren
negentig vriend en
vijand met zijn kunst. Hij ex
poseerde doorgezaagde
haaien op sterk water en een
rottende koeienkop in een vi
trine. Nu is hij prominent
aanwezig op het Voorhout in
Den Haag. Met een beeld van
ruim zes meter hoog is Hirst
in elk opzicht de grootste
trekker.
De ene kunstenaar maakte
een schilderij van een vrou-
wenkop, duister, donker en on
heilspellend. Meer dan een boze
stiefmoeder zoek je er niet ach
ter. Totdat het oog valt op de af
drukken van kinderhandjes, die
tezamen het portret vormen en
de dame in kwestie een meedo
genloze kindermoordenares
blijkt te zijn. De andere kunste
naar stuurde haar beslapen bed
in voor de prestigieuze Turner
Prize, met op de lakens vlekken
van urine en drank, lege pakjes
sigaretten en condooms. Het
was het bed waarin de artieste
dagen depressief verbleef, onder
wijl bedenkend of ze nu wel of
niet zelfmoord zou plegen. En
weer een ander exposeerde een
in stukken gezaagde tijgerhaai.
De namen achter deze spraak
makende kunstwerken zijn res
pectievelijk Marcus Harvey, Tra-
cey Emin en Damien Hirst; stuk
voor stuk bekend als yBa's,
young British artists die in de
jaren negentig geen groter ge
noegen leken te scheppen dan in
het shockeren van de kunstwe
reld. Met Damien Hirst als aan
voerder, als meest spraakmaken
de, als enfant terrible; het lieve
lingetje van Charles Saatchi wel
licht - ooit vermaard reclamema
ker en later dé motor achter de
Young British artists. Want hij
was het die deze generatie we
reldwijd onder de aandacht
bracht, die deze hedendaagse
avant-garde met uitstekend ge
voel voor publiciteit op de kunst-
kaart zette
De term shock art is meerdere
malen gebezigd wanneer de
yBa's in het nieuws kwamen. En
dat ze in het nieuws kwamen
was een feit: was het niet door
hun kunst dan wel door puntige
uitspraken. Zo zei Hirst over
zijn beesten op sterk water:
„Het treurige van mijn doorge
sneden koeien is dat ze meer per
soonlijkheid hebben dan de
koeien die vrij in de wei lopen."
En over zijn tijgerhaai: „Ik wil
de het echte, ik wilde dat men
sen zouden denken: dat zou mij
kunnen opeten."
Damien Hirst wordt in 1965 te
Bristol geboren. In de vroege ja
ren tachtig volgt hij zijn kunst
opleiding aan het Goldsmith's
college, een prestigieuze oplei
ding in South East Londen. Een
opleiding ook die bekend staat
omdat een groot aantal (oud)stu-
denten de Turner Prize krijgt of
op zijn minst wordt genomi
neerd (Gary Hume, Sam Taylor
Wood, Steve Mc Queen, Gillian
Wearing). Hirst ontvangt deze
belangrijkste Britse kunstonder
scheiding in 1995 - in 1992 was
hij al genomineerd.
Hij weet al de aandacht op zich
te vestigen als hij in de late ja
ren tachtig optreedt als curator
van de tentoonstelling 'Freeze'.
Hirst is dan nog in opleiding en
brengt werk van zowel tweede
als derdejaarskunstenaars-
in-spé onder de aandacht. Hij
stelt dat zich een nieuwe rich
ting binnen de Engelse kunst
aankondigt.
De kunst die wordt getoond is
niet eens zo spraakmakend,
maar Hirst toont een neus te
hebben voor wat, wanneer, hoe
een succes is. 'Freeze' is dan ook
een tentoonstelling die in Britse
kunsthistorie wordt gezien als
een gebeurtenis van mythische
omvang. In die tijd ontstaat
zelfs een nieuw woord, de
Freeze-generation.
Dood
In Saatchi's boek '100, the work
that changed British Art' wordt
Damien Hirst omschreven als
iemand die telkens weer de
schoonheid en poëzie in de dood
heronderzoekt. Maar hoe se
rieus kun je een kunstenaar ne
men die hetzelfde trucje nog
maals herhaalt met een schaap
en varken? Soms wel, soms niet
in stukken gesneden.
Hirst is een kunstenaar die tel
kens weer een nieuwe truken-
doos opentrekt en die zichzelf
nogal voorspelbaar herhaalt. De
rottende koeienkop, een galerie
met tropische vlinders, een in
stallatie van een medicijnkastje
met allerhande middeltjes, pille
tjes en drankjes, altijd weer
vindt hij wel iets om de vergan
kelijkheid van onze aardse we
zentjes op shockerende wijze
aan de kaak te stellen. Maar het
zelfde effect dat optreedt bij
pijn die je na een tijdje weer ver
geet, gebeurt ook bij de kunst
van Hirst. Hij geeft je een gewel
dige visuele klap in het gezicht
en daar blijft het uiteindelijk
bij.
Humor
De roem van Damien Hirst is
dan ook tanende. Het voormali
ge enfant terrible nadert inmid
dels de veertig, heeft een gezin
gesticht en teert thans vooral op
dat wat eens was. Hij voegt nu
regelmatig de factor humor toe
in zijn werk, relativeert op soms
humorvolle wijze. Maar wat sto
rend wordt binnen zijn kunst is,
dat hij zaken onder een vergroot
glas legt die al zodanig indruk
wekkend zijn, dat het uitkleden
tot op het bot of opblazen van
het formaat, weinig toevoegt
aan dat wat je toch al weet. Een
voorbeeld hiervan is zijn
'Hymn' uit 1999. Een beeld dat
iedereen kent uit zijn schooltijd:
het werd namelijk gebruikt in
de lessen biologie om te laten
zien waar welke organen zich
bevonden in het menselijk
lichaam. Alles kon er uit ge
haald worden. Hirst blaast zo'n
pop op tot reuzenformaat. Het
werk zou een nieuwe richting in
de kunst van Hirst aangeven, hij
zou zich van zijn grappige kant
laten zien.
Ook bij het uit 2003 stammende
werk dat nu in Den Haag staat,
spreekt de kunstenaar in de
overtreffende trap. 'Charity' is
gebaseerd op de pop die in de ja
ren vijftig in Engeland voor win
kels op het trottoir stond. Men
moest genereus geven, menigeen
stak de pop dan ook kleingeld
toe. Hirst breekt de rug open en
toont zowel het gehanteerde
breekijzer als rondzwervend
kleingeld. Waarmee hij emoties
onder een vergrootglas legt. Wel
licht wil hij een uitspraak doen
over het geweld in de huidige sa
menleving, waar gehandicapte
bejaarden worden beroofd en
omgebracht. Hirst staat niet be
kend als iemand die op subtiele
wijze communiceert, 'Charity' is
daarvan weer eens het bewijs.
Maar nu hij voor de zoveelste
keer schaalvergroting toepast,
begint zijn werk toch patheti
sche vormen aan te nemen. Hij
weet de toeschouwer niet meer
te verrassen. Alsof hij nog niet
door heeft dat de hype van de
yBa's allang voorbij is.
Roos van Put
Charity (2003) van
Damien Hirst voor
Het Paleis in Den Haag.
foto Jacques Zorgman