PZC
Gemêleerd leven in
een oud stadshart
Ik ben de stoffeerder van de natuur
sgdactie bijlagen: 0113-315680
(W/W-Pzcn'
•.inailiredactie s-pzc.nl
Postbus 314460 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
\oord-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
7eeuws-Vlaanderen: 0114-372770;
tonaal; 020-4562500.
zaterdag 22 mei 2004
Keukemarket
10 JAAR ZEKERHEID
Keukenmarket loopt voorop in service kwaliteit
10 jaar garantie op
keuken, apparatuur
én werkblad
Midden in het oude cen
trum van Middelburg
wordt een nieuwe woon
wijk gebouwd: het Hof van
Sint Pieter. De appartemen
ten en herenhuizen in nieu
we stijl moeten aansluiten
bij de sfeer van de omliggen
de straten. Winkels en hore
ca liggen om de hoek, maar
het hofje is een oase van
rust.
Het heeft jaren geduurd,
maar nu is de kogel door
de kerk. Op het terrein tussen
de Sint-Pieterstraat, Spanjaard
straat en de Dam komen huizen
te staan. „Vanaf het moment
dat de voormalige hbs de deu
ren sloot, heeft dit plan in mijn
lade gezeten", vertelt Carla Min-
derhoud, manager Ontwikkelbe-
drijf bij Woongoed Middelburg.
De afgelopen tien jaar is heel
wat afgepraat over de invulling
van het oude schoolterrein.
Omwonenden vonden dat er te
veel woningen kwamen op een
kleine oppervlakte. Ze vreesden
verlies van privacy, schaduw en
geluidsoverlast, maar ook een
aantasting van de monumentale
sfeer van de binnenstad. „Die
vrees is niet meer dan terecht,
een dergelijk nieuwbouwproject
vraagt om een voorzichtige aan
pak", geeft Minderhoud toe.
Op het terrein moeten binnen
nu en een jaar tien eengezinswo
ningen en elf appartementen ver
rijzen. De Zweedse architect
Bengt Ahlqvist ontwierp het hof
in samenwerking met architec
tenbureau Rothuizen, Van
Doom, 't Hooft. Makelaardij
Orisant werd in een vroeg sta
dium bij de plannen betrokken,
omdat zij de verkoop voor haar
rekening neemt.
In het hof komt een mix van
koop- en huurwoningen in vijf
verschillende types. Makelaar
Peter Verburg van Orisant: „Je
kunt geen monumentale panden
nabootsen. Zo'n huis is niet te
evenaren omdat je met bouwei-
sen van deze tijd te maken hebt.
Maar de architectuur van het
hof straalt de sfeer uitvan 'oud
bouw'."
Een tiental koopwoningen
draagt de naam herenhuis. Ach
ter de hoge gevels met smalle ra
men schuilt een grote leefruim
te. waar zonlicht royaal kan bin
nenvallen. Dat is vooral te dan
ken aan de serres aan de achter
kant van de huizen. Door de ser
re lopen binnen en buiten
vloeiend in elkaar over.
De huizen hebben wat woonop-
pervlakte betreft niets weg van
de smalle 'pijpenlaatjes' zoals
oude herenhuizen ook wel ge
noemd worden. Zijn de kamers
en tuinen van originele heren
huizen smal en diep, in het hofje
zijn ze breed en ondiep.
Om aan de wensen van omwo
nenden tegemoet te komen zijn
ramen aan de oostkant van het
hofje op de eerste en tweede ver
dieping achterwege gelaten, dat
wordt aan de voorkant ruim
schoots goedgemaakt. Elke wo
ning krijgt een eigen parkeer
plaats of garage, een must in het
centrum van de stad. De wijk
wordt autoluw gehouden.
Nieuwe functie
Het oude schoolgebouw aan de
Sint Pieterstraat is blijven staan
en krijgt een nieuwe functie.
Dat deel is samen met de aan
grenzende nieuwbouw bestemd
voor psychiatrische patiënten
van Emergis. Er wordt een be
schermende woonvorm met 22
kamers gerealiseerd, waarin
cliënten een eigen plekje krij
gen. Op de locatie zal 24 uur per
dag begeleiding aanwezig zijn.
Momenteel wonen de cliënten
nog in het Graaf Mauritshuis
aan de Middelburgse Koepoort
straat.
„Dit gebouw voldoet niet meer
aan de eisen van deze tijd", ver
telt Vincent van den Dries, team
leider Langdurige Zorg en Wo
nen bij Emergis. Hij vertelt dat
de kamers in het Graaf Maurits
huis klein zijn, de gangen lang
en donker. Geen opbeurende om
geving dus. Ook hebben de be
woners geen eigen faciliteiten.
Philip van Ooteghem (links) en Marga Smalheer bekijken samen met begeleider Vincent van de Dries hun toekomstige behuizing in het
voormalige schoolgebouw foto Ruben Oreel
In het nieuwe onderkomen is er
beduidend meer ruimte en luxe.
Een andere belangrijke voor
waarde waaraan het nieuw
bouwproject van Emergis moet
voldoen is dat de bewoners zich
veilig voelen in de omgeving.
Door de rust is het hofje een uit
stekende locatie.
Dat wil niet zeggen dat de bewo
ners contact met de omwonen
den niet op prijs stellen. Integen
deel, ze hopen juist op integra
tie in de wijk. Wonen in een 'ge
wone' wijk is een belangrijke
schakel in de overgang van het
traditionele 'medische model'
naar een 'sociaal model' waarbij
welzijn en ondersteuning voor
op staan.Van den Driesis blij
dat integratie een belangrijk
speerpunt van de zorg is gewor
den.
Eigen voordeur
Instellingen zetten alle zeilen
bij om te voldoen aan een huise
lijke omgeving en een scheiding
van wonen en dagactiviteiten.
In de nieuwe locatie worden
drie woongroepen gerealiseerd,
met ieder een eigen voordeur.
De bewoners moeten zelf hun
steentje bijdragen door de bood
schappen te doen en om de
beurt te koken.
Een ruime meerderheid van de
bewoners heeft te kampen met
schizofrenie. Een van hen is
Marga Smalheer (49). Zij lijdt
onder psychoses waardoor het
leven op eigen houtje te zwaar
werd. Een paar jaar geleden
heeft ze opnieuw geprobeerd om
alleen te wonen, maar daar
heeft ze slechte ervaringen aan
over gehouden. Voor geen goud
gaat ze nog weg uit de bescher
ming van de groep. Huisgenoot
Philip van Ooteghem (24): „Ik
zie het wonen hier als een tus
senstation." Ook hij heeft een
lange weg achter zich. Via een
ziekenhuisopname en een ver
blijf in het hostel van Emergis
kwam hij in het Mauritshuis te
recht.
„Ik had last van waanideeën, nu
slik ik medicijnen waardoor de
psychoses onderdrukt worden",
Artist's impression van het Hof van Sint Pieter in
de bestaande bebouwing. illustratie Orisant
vertelt van Ooteghem over zijn
ziekte. De bewoners leren in de
bescherming van het Maurits
huis leven met hun psychische
handicap.
Afspiegeling
Naast de beschermende woon
vorm van Emergis krijgt ook de
Stichting voor Regionale Zorg
verlening een plekje in het Hof
van Sint Pieter. Beide zorginstel
lingen huren hun huisvesting
van Stichting Woongoed. Vol
gens Carla Minderhoud van
Woongoed is het bijzonder dat
op de Hof van Sint Pieter derge
lijke zorginstellingen een plekje
krijgen. „Een stedelijke locatie
is erg geliefd en er kan veel geld
aan verdiend worden." Woon
goed streeft naar gemêleerde
wijken, die een afspiegeling zijn
van de maatschappij. De huur
woningen worden voor een deel
bekostigd met de winst van de
koopwoningen. „Zorgvoorzie
ningen timmeren aan de weg.
Het traditionele bejaardente
huis maakt plaats voor klein
schalige zorg. Wij zijn zo'n acht
jaar geleden al op die ontwikke
ling ingesprongen", vertelt Min
derhoud.
Speciale seniorendorpen of ste
den, zoals die in Amerika verrij
zen, zijn voor haar een gruwel.
„In Amerika worden mensen
erg in hokjes en vakjes ge
plaatst. Gelukkig is dat hier een
stuk minder", zegt ze.
„Het is toch hartstikke leuk
voor senioren om spelende kin
deren voor de deur te hebben en
tegelijk is het voor de ouders
ook een veilig idee dat er men
sen zijn die een oogje in het zeil
houden."
Anita Jansen
foto Ruben Oreel
In de serie
woonberoepen staat
wekelijks een beroep
op het gebied van
wonen centraal. De
weest uiteenlopende
personen komen aan
wdivan stucadoor en
architect tot
ambtenaar
welstandscommissie
of glazenwasser.
Vandaag:
chef tuincentrum
Naam: Jos Wielemaker
Woonplaats: Middelburg
Beroep: Chef tuincentrum
Belangrijkste gereedschap:
Mijn handen
Hij ziet zich wel tot zijn vijfenzestigste
werken op 'zijn' tuincentrum aan de
Veerseweg in Middelburg. Verstraten-Wal-
hout, met anderhalve hectare aan 'tuinspul',
is zijn tweede huis. Jos Wielemaker (44)
werkt er nu zo'n 27 jaar en kan zich geen le
ven zonder voorstellen. De contacten met de
meest uiteenlopende mensen en niet in het
minst het werk in het centrum zelf kleuren
zijn dagen.
Wielemaker begon er als hovenier. „Destijds
zaten we aan de andere kant van de Veerse
weg. Het tuincentrum was toen nog van mijn
heer Verstraten. Een stacaravan als kantoor,
kantine en opslagruimte en 1200 vierkante
meter grond, dat was het. Oud-eigenaar Verst
raten richtte het centrum vlak na de waters
noodramp in '53 op." Sinds een jaar of zeven
tien is Wielemaker chef-tuincentrum. Hij
draagt zorg voor de inkoop en de verkoop,
geeft adviezen en houdt de dagelijkse gang
van zaken in de gaten. Maar een administra
tieve baan heeft hij allesbehalve. Hij hanteert
nog dagelijks de snoeischaar. „Zonder mijn
handen, mijn snoeischaar en mijn zakmes zou
ik de dag niet doorkomen", grinnikt Wielema
ker.
In de ochtendzon loopt hij langs de bedden
met vaste planten. Een afdeling waar hij
graag vertoeft. Het is maandagochtend vroeg,
dus is het nog niet druk. Tijd om over zijn pas
sie te vertellen. „Als jongen was ik al geïnte
resseerd in de natuur. Toen lag ik al op mijn
knieën in de duinen bij Valkenisse, met mijn
loepje en verrekijker, om te zien wat er alle
maal groeide en bloeide. Die belangstelling is
altijd gebleven. Na mijn opleiding aan de
Groene School, toen nog in KapeUe-Biezelin-
ge, ben ik bij het tuincentrum gaan werken.
De eerste dertien jaar echt met mijn handen
in de grond. Ik heb schitterende tuinen aange
legd. Ook een aantal open tuinen, zoals die
van mevrouw Zwaan in Wemeldinge en de
Tintelhof
„Op een gegeven moment merkte ik dat ik de
contacten met de klant onderhield, terwijl
mijn collega in de tuin aan het werk was. Ik
vond die gesprekken met de klanten eigenlijk
wel heel leuk om te doen. Overleggen, advise
ren, dat ligt me wel. Toen ben ik die kant op
gegaan. Weet je, als je in een tuin werkt, heb
je altijd met één klant te maken. Nu zie ik er
op een dag tientallen. Je krijgt met veel ver
schillende mensen te maken. Soms komen ze
zelfs per bus, nadat ze bijvoorbeeld een
open-tuinenexcursie hebben gemaakt. Zo heb
ik eens een hele bus met nonnetjes gehad.
Prachtig was dat. Dat waren echte tuinlief-
hebbers. Ik heb nooit geweten hoeveel dozen,
kratjes en tassen met planten er in één bus
konden. De chaffeur werd er helemaal zenuw
achtig van."
Wandelend langs diverse vaste planten noemt
Wielemaker de ene Latijnse naam na de an
der op, mèt de bijbehorende eigenschappen
van de planten. „Een kwestie van ervaring.
En wat ik niet weet, zoek ik op." Vervolgens
gaat het richting rozen. Eén van Wielemakers
favorieten. „Ik hou van rozen, het liefst enkel-
bloemige. Die vind ik prachtig. Ik aquarelleer
thuis en dan schilder ik ook altijd enkelbloe-
migen." Lachend: Misschien hou ik er van
omdat dubbelbloemige te moeilijk zijn om te
schilderen."
Op dit moment ziet de hij een trend richting
minimalistische tuin. „Veel grind, een strakke
vijver en een paar struiken. Maar ik verwacht
dat er binnenkort wel weer meer kleur gaat
komen en dat de meer natuurlijke tuin terug
komt."
De chef-tuincentrum heeft al heel wat klant
jes zien komen en gaan. „Je ziet heel verschil
lende types. Mensen die echt met een lijstje
komen en mensen die hun kar volladen met
bloeiend spul. Die laatste groep ergert me wel
eens. Die pakken maar wat en merken dan
een paar weken later dat hun tuin is uitge
bloeid. Dan zijn ze teleurgesteld. Ik benadruk
altijd dat klanten moeten letten op de bloei
tijd. Kom bever drie of vier keer per jaar, dan
een keer. Dan is de verleiding ook niet zo
groot om in één keer een lading bloeiende
plantjes te kopen."
„De natuur is altijd een passie van me ge
weest. Wat ik nu doe is het allerleukste wat je
kunt bedenken. Mijn werk is ook mijn hobby.
Ik zou niets anders willen. Ik zie mezelf als
stoffeerder en boetseerder van die natuur. Ik
ben er ook altijd mee bezig. Hetzij thuis in de
tuin of anderszins.
Annemarie Zevenbergen