De taal van het hart ontcijferd PZC Onderzoek naar reacties op infectieziekten W15 Sportbelasting op het hart DOKTER THUI De verjaardag zaterdag 15 mei 2004 „Luister naar je eigen lichaam en ben alert op signalen als hartbonzen, duizeligheid of kortademigheid. Niet elk hart kan de inspanning van een duursport bijbenen." Cardioloog Jan Hoogsteen stelt dat het soms gezonder is om te stoppen met het lopen van marathons en in plaats daarvan te gaan golfen. Door SASKIA VAN DER MAAT Er zijn grenzen aan de belast baarheid van het hart. Deze boodschap, die de Veldho- vense sportcardioloog Jan Hoogsteen al jarenlang uit draagt, begint door te dringen in de (top)sport. Met de dramatische beel den uit de jaren negentig in herinne ring, toen enkele renners uit het wie- Ierpeloton een plotselinge hartdood stierven, bagatelliseert de wielerorga nisatie UCI hartproblemen niet langer. Zelfs de voetbalbond KNVB erkent dat een hartcontrole geen overbodige luxe meer is voor topsporters, hoewel voet bal niet een van de meest belastende sporten is voor het hart. Wielrennen is dat wel. Toch overleden enkele maan den geleden de jonge voetballers Marc- Vivien Foé (28) en Miklós Feher (24) op het veld aan een hartstilstand. Voor sommigen is het zelfs het best om te stoppen met intensieve duur sport. Dit advies gaf Hoogsteen in 1994 aan proffenner Danny Nelissen, maar die sloeg het in de wind. „Hij is inderdaad wereldkampioen geworden. Maar enkele jaren daarna lag ie in het Dr. Jan Hoogsteen Foto Vincent Wilke ziekenhuis met hartklachten." Stoppen met je favoriete duursport zal voor iemand die voor zijn plezier wiel- rent of hardloopt niet onoverkomelijk zijn. Anders ligt het voor een profes sionele duursporter. „In de topsport draait alles om sociale status en spon soring. Het lichaam wordt verhuurd aan de commercie. Er bestaat een enorm spanningsveld tussen commer cie en gezondheid. De medische keu ring staat vaak nog onderaan het prio riteitenlijstje. De medici zouden de renners tegen zichzelf in bescherming moeten nemen. Maar zover is het nog niet. Er rijden nog steeds enkele ren ners rond in het wielerpeloton die er niet thuishoren." Een plotselinge hartdood is overigens volgens de cardioloog nauwelijks te voorkomen. „Je kunt niet alles in een vroeg stadium opsporen. Zware licha melijke inspanningen geven een grote belasting op het hart. Duursporters lo pen dus meer risico op een plotselinge dood. Maar het vroegtijdig willen op sporen van dit gevaar is als zoeken naar een speld in een hooiberg. Als je 200.000 sporters onderzoekt, zul je er tien vinden met hartafwijkingen. Daarvan zal er één overlijden." Jan Hoogsteen, autoriteit op het ge bied van sportcardiologie, doet sinds 1991 in het Maxima Medisch Centrum in Veldhoven onderzoek naar de effec ten van duursporten op het hart. Hij nam onder meer de medische keuring en begeleiding van de wielrenners van de profploegen TVM en PDM voor zijn rekening. Zelf is hij ook een fervent duursporter: ,,'s Zomers fiets ik ritten als Diekirch-Valkenswaard of Luik-Bas tenaken-Luik. Ook train ik veel in de Franse Alpen. In de winter doe ik aan marathonschaatsen in competitiever band." In zijn proefschrift, waarop hij on langs is gepromoveerd, heeft Hoog steen als eerste in Nederland aanbeve lingen opgesteld waarmee cardiologen hartrisico bij wielrenners, marathon lopers en andere duursporters kunnen herkennen. Zodat collega-cardiologen bij duursporters een rode draad voor hun handelen hebben. „Iemand kan een sport beoefenen die niet geschikt is voor zijn hart. Als diegene stopt met deze inspanning, verdwijnen ook de klachten, want hartritmestoomissen zijn vaak inspanningsgebonden." Hart klachten hoeven volgens de sportcar dioloog niet alleen het gevolg te zijn van intensief sporten. „Ook aangebo ren afwijkingen kunnen een rol spe len. Daar zou je normaal prima mee kunnen leven, maar door de duursport wordt de aandoening 'opgewekt'." Voor zijn proefschrift: onderzocht Hoogsteen de oorzaken van hartstil stand bij wielrenners en andere duur sporters. Daarnaast bracht hij andere hartafwijkingen in kaart, zoals het sporthart en hartritmestoomissen. „Een typisch verschijnsel bij duurspor ters is het sporthart. Dit is een ver groot hart, waarbij de hartslag in rast traag is." De sportcardioloog volgde vijf jaar lang een groep van 17- en 21- jarige renners. „Bij deze jonge sporters was al te zien dat ze een vergroot hart hadden, maar ze hadden nog geen klachten. Hartafwijkingen heb ik niet gevonden. Waarschijnlijk was de on derzoeksperiode daarvoor te kort. De meeste hartproblemen ontstaan pas na tien tot vijftien jaar intensieve duursport. Op cellulair niveau kan zich dan littekenvorming gaan ont wikkelen in het hart. Dat vormt de ba sis voor ritmestoomissen." Hoogsteen raadt amateur-duursporters boven de veertig jaar aan om zich een malig te laten testen bij een Sport Me disch Adviescentrum. Deze centra zit ten verspreid door het land, onder meer in Veldhoven en Geldrop. „Als blijkt dat iemand een hoge bloeddruk heeft, kan die persoon beter geen sport kiezen die veel bloeddrakverho- gende momenten kent, zoals gewicht heffen of wielrennen - tenzij de bloed druk medisch behandeld is." „Door goede adviezen kun je voorko men dat klachten verergeren. Het pro bleem is dat de meeste cardiologen al les weten van het hart, maar niets van duursporten. Voor hen is het moeilijk om specifieke klachten te herkennen die horen bij een duursporter. Dat zijn niet alleen de veelgehoorde klachten zoals kortademigheid of pijn op de borst. Duursporters kunnen ook kla gen dat ze veel meer zweten dan nor maal of dat ze duizelig worden in rust toestand. Het is belangrijk dat een car dioloog deze signalen oppikt, want die kunnen duiden op hartritmestoomis sen. Dit is de meest voorkomende hartaandoening onder duursporters. Meestal is zo'n stoornis onschuldig, maar soms kan het een eerste signaal zijn voor een ernstiger hartaandoe ning en in uitzonderlijke gevallen lei den tot een hartstilstand. Gelukkig zijn veel hartritmestoomissen goed te behandelen." Lage druk belasting Middelmatige drukbelasting Hoge drukbelasting Lage volume belasting biljart bowlen cricket golf schietsport basketbal softbal tafeltennis tennis dubbelspel volleybal badminton hardlopen langlaufen snelwandelen squash tennis enkelspel veldhockey voetbal Middelmatige volume belasting autoracen boogschieten duiken motorsport paardrijden hardloop sprint kunstschaatsen rugby schermen surfen basketbal ijshockey hardlopen, middel- -lange afstand teamhandbal Hoge volume belasting bergbeklimmen bobsleeën gewichtheffen karate/judo turnen waterskiën windsurfen zeilen bodybuilding skiën waterpolo worstelen zwemmen boksen decatlon kanoën/kajakken roeien schaatsen wielrennen Drukbelasting: Bij een hoge drukbelasting jaagt het hart de bloeddruk omhoog. Volumebelasting: Bij een hoge volumebelasting moet het hart veel bloed rondpompen gedurende lange tijd. In rust pompt het hart vijf tot zes liter bloed per minuut rond, bij inspanning kan dit oplopen tot 35 li ter per minuut. Uit: Cardiologie aspects of endurance athletes Sars Het virus dat de ernstige longaandoening Sarsveroor- zaakt, verspreidt zich niet alleen via direct contact tussen mensen, maar mogelijk ook door de lucht. Dit concludeert I. Yu (universiteit Hong Kong) in het medisch tijdschrift New England Journal of Medicine na een analyse van 187 gevallen van Sars in een flat gebouw. De besmettingen vielen samen met de weg die warme, opstijgende lucht in het gebouw aflegt. Keizersnee Een vrouw die bevallen is via een keizersnee hoeft bij een volgende bevalling niet per se opnieuw via een keizersnee te bevallen. In 50 tot 80 procent van de gevallen is een 'gewone' vaginale baring moge lijk. Dit schrijft W. Spaans (Universiteit van Amster dam) in het proefschrift waarop hij vandaag promo veert. Spaans stelt hierin een lijst op van voorwaar den waaraan voldaan moet worden wil een gewone bevalling kans van slagen hebben. Voordeel van een gewone bevalling is de geringere kans op complica ties bij moeder en kind, constateert Spaans. Epilepsie Sommige mensen met epilepsie hebben mogelijk baat bij het eten van voeding die rijk is aan het meervoudig onverzadigde vetzuur DHA. Een laag ge halte aan dit vetzuur vergemakkelijkt, althans bij ratten, het ontstaan van epileptische aanvallen. Dit meldde T. Heniy (Emory University, Atlanta) tijdens een congres voor neurologen. Extra DHA in de voe ding verminderde de gevoeligheid voor de epilepti sche aanvallen. Aangezien ook mensen met epilepsie gemiddeld lagere concentraties DHA in het bloed hebben, onderzoekt Henry nu het effect van extra DHA in de voeding van epileptici. Botontkalking Een eenvoudige manier om bij oudere vrouwen het risico in te schatten op ernstige botontkalking is na te gaan hoeveel de vrouw in lengte is 'gekrompen' tijdens het ouder worden. Vrouwen die vijf cm of meer zijn gekrompen, hebben zodanige botontkal king dat zij een grote kans lopen tijdens een val een heup te breken. Dat schrijft S. Kantor in het vakblad Journal of Clinical Densitometry op grond van on derzoek onder 2100 vrouwen. Een krimp van minder dan een cm wijst doorgaans niet op noemenswaardi ge botontkalking. Auto-immuniteit Geef je moeder maar de schuld, lijkt op te gaan voor kinderen met juveniele dermatomyositis. Dit is een auto-immuunziekte waarbij de spieren worden aan getast. Deze aandoening wordt mogelijk op gang ge bracht door lichaamscellen die tijdens de zwanger schap van de moeder in het kind zijn gekomen, stelt A. Reed (Mayo Clinic and Medical School, Rochester) in het vakblad Journal of Immunology. Bij kinderen met juveniele dermatomyositis trof Reed veel meer van dergelijke cellen aan dan bij gezonde kinderen. In die cellen was bovendien een gen actief dat af weerreacties op gang brengt. Opwarmen Door een patiënt na een operatie waarbij gebruik is gemaakt van een hart-longmachine en waarbij de li chaamstemperatuur van de patiënt is verlaagd tot 30 graden, zo langzaam mogelijk (0.49 graden per mi nuut) op te warmen, blijft de kans op tijdelijke over verhitting van de hersenen zo gering mogelijk. Dit meldde H. Grocott (Duke University, Durham) tij dens een congres voor anesthesiologen op grond van zeven jaar ervaring. Oververhitting van de hersenen kan leiden tot hersenschade. Door PAUL VAN DIJ Om zeven uur stapte ik verwach tingsvol mijn bed uit. Het moest een bijzondere dag worden die vrijdag. Ik was immers jarig. Het fijne van een praktijk aan huis is dat thuis ook meteen je werk plek is. Zoals elke ochtend inspec teerde ik de wachtkamer, de spreekkamer en de ruimte van mijn assistente. Mijn mond viel open. De laptops (computers) van de spreekkamer en van de assisten te waren verdwenen! Keurig afge koppeld lagen de snoertjes als stil le getuigen van een nachtelijke in braak. Op deze verrassing had ik niet gerekend. Wat belabberd nam ik plaats op mijn versierde stoel. Maar gezon gen werd er niet bij het ontbijt. We dachten na hoe het moest zonder de medische gegevens van onze pa tiënten, zonder de afspraken die mensen hadden gemaakt, zonder de mogelijkheid recepten uit te draaien. Alles staat immers in de computer. Wie doet in vredesnaam zoiets lul ligs. Het moet iemand uit onze praktijk zijn, zeiden we tegen el kaar. Want behalve de praktijk- computers was er niets gestolen. Met kunst- en vliegwerk werkten we het spreekuur af die ochtend. Gelukkig hadden we een back-up van alle gegevens en met hulp van nieuwe computers kon er de dagen erna weer gewerkt worden. We maakten ons veel zorgen over de gevoelige gegevens die gestolen waren. Maar de politie stelde ons gerust. Daar zijn ze niet in geïnte resseerd. Alles wordt snel gewist om te voorkomen dat het spoor naar de dader leidt. Bovendien zijn de gegevens afgeschermd met al lerlei codes. Het ergste is dat we het vertrou wen kwijt zijn. Patiënten zijn ge wend aan onze vrije en open prak tijk. We zijn nu gedwongen om stadse maatregelen te nemen in de omgang met de patiënten. Op dinsdagochtend belde er ie mand aan die zei: 'ik weet wie de computers heeft gestolen. Het is ie mand uit jullie eigen praktijk'. En hij gaf zoveel details over de dief stal en het gestolene dat het niet kan missen. Opvallend was ook dat de verdachte patiënt twee dagen voor mijn verjaardag op het spreekuur was geweest. Voor de politie is alles echter onvoldoende aanleiding om verdachte aan te houden. Wat moet je nou als huisarts met zo'n situatie. Een patiënt moet ver trouwen hebben in de dokter maar de dokter moet ook de patiënt ver trouwen. Kan ik zonder dat het be wijs is geleverd een brief schrijven naar de dader met de mededeling: 'ik wil niet langer uw huisarts zijn want ik denk dat u mijn compu ters hebt gestolen'? Het is inmiddels de woensdag na mijn verjaardag. De assistente belt halverwege de ochtend en zegt: 'je raadt nooit wie er om half twaalf een afspraak voor het spreekuur heeft gemaakt'. Door JOYCE DE BRUIJN Hoe reageerden Nederlanders en andere Europeanen vorig jaar op de uitbraak van sars in het Verre Oosten. Liepen ze met een grote boog om htm Chinese landgenoten heen? Meden ze vliegreizen naar Azië en dachten ze bij een koorts aanval meteen aan sars? Of vonden ze het allemaal maar overdreven poeha en profiteer den ze lekker van die goedkope last-minutereis naar Thailand? Om erachter te komen hoe mensen over sars denken, be ginnen het Erasmus Medisch Centrum en de GGD Rotterdam en omstreken een groot inter nationaal onderzoek. Ze zijn vooral benieuwd naar het 'waarom' van deze reacties. On derzocht wordt bijvoorbeeld welke invloed de media heb ben op de publieke opinie. De onderzoeksresultaten moeten de GGD's in Nederland helpen een goed voorlichtingsbeleid op te zetten voor het geval een dergelijke ziekte ooit in Neder land uitbreekt. „Wat we bij dit soort uitbraken zien, is dat Nederlanders een grote behoefte hebben aan in formatie", vertelt prof. dr. M. Donker, directeur van de GGD Rotterdam en omstreken. „Wat we dus onmiddellijk doen, is alle juiste en relevante infor matie op onze site zetten." Hoofd Maatschappelijke Ge zondheidszorg van het Eras mus MC, prof. dr. J. P. Macken- bach, weet echter dat er grote verschillen zijn in de manier waarop landen omgaan met Hoe verschillendemensen reageren op de uitbraak van gevaarlijke infectieziekten, zoals het uiterst besmettelijke sars-virus in het Verre Oosten, is het onderwerp van onderzoek van de GGD en het Erasmus Medisch Centrum. Foto EPA/Patrick Lln een onheilstijding als sars. „We hebben er nog maar weinig er varing mee. maar we weten uit eerste onderzoeken dat in Fin land een veel kleiner deel van de bevolking met sars bezig was. Veel minder mensen wa ren zich daar bewust van de be smettingsrisico's. Of dat nou rationeel was of niet, we willen graag weten hoe dat komt. Dan krijg je een idee hoe je, zonder paniek te zaaien, mensen moet mobiliseren om aan hun eigen veiligheid te gaan denken. Want we zullen zeker vaker met dit soort uitbraken te ma ken krijgen." Begin vorig jaar sloegen het Erasmus MC en de GGD de handen ineen om beter bewa pend ten strijde te trekken te gen infectieziekten. „Waarom toen pas? We hebben een poos de illusie gehad dat we infectie ziekten onder controle hadden. Maar klassieke infectieziekten als tuberculose zijn weer terug. Vorig jaar hadden we een stij ging van twintig procent. Bo vendien krijgen we te maken met nieuwe ziekten als sars. Dat komt doordat de wereldbe volking zo mobiel is geworden. Als mensen blijven op de plek waar ze zitten, hou je infectie ziekten makkelijker in de hand." Mackenbach: „Een ander grie zelig fenomeen is dat bacteriën steeds vaker ongevoelig wor den voor antibiotica. Vroeger waren infectieziekten vrij mak kelijk te bestrijden. Een andere goede reden voor samenwer king was dat we in het naastge legen academisch ziekenhuis heel goed onze behandelme thoden kunnen beproeven, maar dat we daar geen preven tief beleid kunnen ontwikke len." Samen hebben ze al enkele on derzoeken gedaan, waarvan de eerste resultaten nu bekend zijn. Tijdens de sars-epidemie in Azië bijvoorbeeld, werd on derzocht hoe de Chinese bevol king in Rotterdam zich hield. Donker: „In 2003 is gebleken dat een grote groep Chinese Rotterdammers niet op bezoek is gegaan in het thuisland. De Chinezen bleken zich ontzet tend bewust van de risico's. Sommige mensen meden zelfs in Rotterdam het contact met landgenoten." Er bleek ook grote behoefte aan voorlichting in eigen taal. Waarop de GGD de sars-folder van het ministerie van Volksge zondheid in het Kantonees en in het Mandarijn-Chinees liet vertalen. Vurige wens van Mackenbach en Donker is om met uitge breid wetenschappelijk onder zoek een goed inzicht te krij gen in de manier waarop een infectieziekte zich verspreidt, in welke bevolkingsgroepen de ziekte voorkomt en in welke varianten hij wordt aangetrof fen. Een stap in die richting is gezet met een studie naar de 'zieken huisbacil' mrsa. Mackenbach: „Er zijn inmiddels aanwijzin gen dat de bacil niet zozeer in het ziekenhuis van patiënt tot patiënt wordt overgedragen, maar dat hij zich vooral buiten de muren van het ziekenhuis verspreidt. Maatregelen zul je dus wellicht buiten de muren van het ziekenhuis moeten gaan treffen." Donker: „Net als bij tuberculo se zou je dan onderzoek kun nen doen om actief te achter halen met wie een besmet per soon contact heeft gehad. Zij zouden met extra hygiënische maatregelen kunnen voorko men dat de bacil zich ver spreidt. Je kunt die mensen ook aanraden niet in een zie kenhuis op bezoek te gaan."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 43