Minicursus 'etikette'
PZC
Wil
Beter onderzoek naar voedselallergie
Let op het etiket
ZILVERGRIJS
Spoedgeval
zaterdag 8 mei 2004
Wie kijkt er nog op een etiket? Voor de
houdbaarheidsdatum of de bereidingswijze
misschien, maar niet om wijzer te worden
over de inhoud en herkomst van pak of blik.
Toch valt er veel te ontdekken in de brij van
ingrediënten, voedingswaardes en
E-nummers.
55FHANS VAN ALEBEEK
Koopt u een blik to
matensoep waar
genetisch gemodi
ficeerde maïs in
verwerkt is? Nee,
zeggen veel consumenten dan
stellig want alleen al de term
'genetisch gemodificeerd' zorgt
voor een vieze smaak in de
mond. Fabrikanten die in labo
ratoria met eten rommelen,
daar moet niemand iets van
hebben. Toch is de kans groot
dat u al heel veel 'Franken-
stein-voedsel' gegeten heeft of
in kast heeft staan.
Sinds kort moet in heel Europa
op een etiket vermeld worden
of er genetisch gemodificeerde
producten in verwerkt zijn.
Het gaat dan om grondstoffen
waarmee 'geknutseld' is, bij
voorbeeld maïs en soja(meel)
die in heel veel soepen en sau
zen verwerkt worden. Het erfe
lijk materiaal is zodanig ver
knipt en veranderd dat de nieu
we planten bijvoorbeeld min
der vaak bespoten hoeven te
worden of beter bestand zijn
tegen bepaalde rupsen.
Voor boeren en fabrikanten
zijn deze 'supersoja en -maïs'
natuurlijk geweldig. Met min
der kosten en bestrijdingsmid
delen halen ze doorgaans een
veel hogere opbrengst. De teelt
van genetisch gemodificeerde
soja en maïs is de afgelopen ja
ren dan ook als een raket om-
hooggeschoten. Wereldwijd
wordt nu al op zestig procent
van de soja-akkers 'knutsel-so-
ja' geteeld. Samen 36,6 miljoen
hectare. Dat is negen keer Ne
derland vol met gentech-soja,
waar de consument eigenlijk
nauwelijks iets van af weet.
Maar is het veilig? Is het ge
zond? Op die twee belangrijke
vragen probeert het Voedings
centrum in Den Haag ant
woord te geven in de publieks
campagne over genetische mo
dificatie. Een eet- of koopadvies
Etiketten staan bomvol informatie, alleen de consument kijkt er amper naar.
geeft het centrum echter niet.
„Bewust niet", zegt woordvoer
ster Patricia Schutte. „Wij ge
ven de informatie, de pro's en
contra's van genetisch gemodi
ficeerd voedsel, en laten de
Aan allerlei voedingsmiddelen worden
stoffen toegevoegd om ze bijvoorbeeld
mooier te maken of langer houdbaar.
Al deze hulpstoffen worden uitvoerig
getest. Pas als blijkt dat toevoeging aan
een product geen aanwijsbaar gezond
heidsrisico oplevert, worden ze tot de
Europese Unie toegelaten en krijgen ze
een E-nummer. Waar staan al die num
mers nou voor?
Kleurstoffen: E100-E180
Zorgt voor mooiere kleur en uiterlijk.
Worden nu minder gebruikt dan vroe
ger
Conserveermiddelen: E200-E290
Maakt producten beter houdbaar.
Voorkomt bacteriën, schimmels en gis
ten.
Antioxidanten: E297-E321
Voorkomt ranzig worden van vet en
gaat verkleuring tegen.
Soms van natuurlijke stoffen als vitami
ne C.
Rijsmiddelen: E500-E541
Voor het rijzen van deeg zonder gist.
Bakpoeder; (zelfrijzend) bakmeel is
bloem met bakpoeder.
Verdikkingsmiddelen: E400-E485
Maakt product dikker en steviger.
Bijvoorbeeld zetmeel als bindmiddel
voor vocht.
Emulgatoren: E322-E495
Zorgt voor menging van vet en water.
Bijvoorbeeld als vervanging van eieren.
Stabilisatoren: E322-E495
Zorgt dat zwaardere delen niet naar de
bodem zakken.
Voorkomt bijvoorbeeld dat cacao in
chocomel naar de bodem zakt.
Zuurteregelaars: E500-E530
Regelen zuurgraad waardoor andere
hulpstoffen beter werken.
Versterkt werking van kleurstoffen.
Azijn maakt bijvoorbeeld rode kool en
bietjes roder.
Voedingszuren: E260-E297
Zorgt voor frissere smaak, betere kleur
en soms langere houdbaarheid.
Bijvoorbeeld citroenzuur en -sap, azijn
zuur en melkzuur.
Antikiontermiddelen: E529-E570
Voorkomt klontering van poedervormi-
ge levensmiddelen.
Bijvoorbeeld om keukenzout of kant
en-klare saus strooibaar te houden.
Smaakversterkers: E620-E650
Betere smaak.
Benadrukt smaak van bepaalde ingre
diënten. Bijvoorbeeld VeTsin (gluta-
maat).
Zoetstoffen: E420-E421 en E950-
E967
Zoete smaak.
Kinderen bereiken snel de veilige grens.
Te veel zoetstof kan bij iedereen maag
darm-klachten veroorzaken.
(Bron: Voedingscentrum)
keus aan de consument zelf.
Als die bewust wil eten, zal hij
zich wel moeten informeren."
Schutte benadrukt dat voedsel
waar genetisch gemodificeerde
producten in verwerkt zijn, in
elk geval niet ongezonder is
dan natuurlijk voedsel. Een an
der verhaal is het effect op het
milieu. Greenpeace bijvoor
beeld is mordicus tegen 'knip-
en plakwerk' met planten, om
dat het gevaar bestaat dat deze
gewassen zich vermengen met
andere, normale planten in de
natuur. Met alle gevaren van
dien, aldus de milieu-organisa
tie.
Greenpeace vindt het ook bela
chelijk dat op vlees, eieren,
kaas en melk niet hoeft te
staan of er gentechnologie aan
te pas is gekomen. Want kip
pen, koeien en varkens eten
immers volop genetisch gema
nipuleerd voer zoals maïs. Pa
tricia Schutte vindt die kritiek
onterecht: „Dieren verteren de
ze eiwitten dus er is niets aan
de hand. Je ziet geen verschil
met de normale bouwstoffen."
Het Voedingscentrum heeft
30.000 informatiepakketten
klaarliggen voor consumenten
die meer willen weten over
Foto Roland de Bruin
gentechnologie. Vanaf deze
week moeten fabrikanten op
het etiket verplicht vermelden
of er genetisch gemodificeerde
producten in verwerkt zijn.
Maar consumenten kijken niet
of nauwelijks op etiketten. Ter
wijl daar toch heel veel infor
matie te halen valt, aldus
Schutte.
Om al die kleine lettertjes en
cijfertjes te kunnen lezen, zit
er daarom ook een mini-loepje
- in de vorm van een doorzich
tig bankpasje- in het infopak-
ket plus een verklaring van de
belangrijkste begrippen en ge
tallen die er op een etiket voor
komen. Alles bij elkaar een ver
helderende minicursus 'etiket-
te'. Waarbij aangetekend moet
worden dat heel veel fabrikan
ten zich daar van meet af aan
niet netjes aan houden. Eerst
mogen de oude voorraden na
melijk opgemaakt worden. Het
kan dus nog wel een paar
maanden duren voordat op alle
etiketten de vereiste informa
tie - al dan niet met loepje - te
rug te vinden is.
Voor meer informatie of het aan
vragen van een informatiepakket:
www.voedingscentrum.nl of tel. 070
- 306 88 88.
rti*OTM»]EI4Ti]
Afstoting
Een beenmergtransplantatie verloopt met minder afweer
verschijnselen als de ontvanger voor de transplantatie
wordt bestraald met ultraviolet licht. Dit schrijft M. Mirad
(Stanford University, Palo Alto) in het vakblad Nature Me
dicine op grond van experimenten bij muizen. Het UV-
licht blokkeert de werking van de zogeheten Langerhans-
cellen, cellen die belangrijk zijn bij het ontstaan van onge
wenste reacties na een transplantatie. Als UV-licht ook
transplantaties bij mensen beter laat verlopen, start een
transplantatie in de toekomst wellicht met een zonne
bankkuurtje.
Vet
Het hormoon adiponectine, aangemaakt door vetcellen,
zet het lichaam aan tot meer verbranding van vet en kool
hydraten, constateert Y Qi (University of Pennsylvania, Phi
ladelphia) in het vakblad Nature Medicine op grond van
proeven bij muizen. Muizen met overgewicht die het hor
moon kregen toegediend, verloren gewicht zonder dat zij
minder gingen eten. Adiponectine is daarom mogelijk
bruikbaar bij de behandeling van overgewicht, meent Qi.
Mozart
Luisteren naar muziek
van Mozart stimuleert
de activiteit van een
aantal genen in her
sencellen die betrok
ken zijn bij het maken
van nieuwe verbindin
gen tussen hersencel
len. Althans bij ratten,
meldde F. Rauscher
(University of Wiscon
sin, Madison) tijdens
het Cognitive Neuro-
science Symposium in
San Francisco. Hier
mee levert Rauscher
een biologische onderbouwing van haar waarneming van
tien jaar geleden dat ratten, maar ook studenten na het
luisteren naar muziek van Mozart beter presteerden in tes
ten. Andere soorten muziek zouden dit effect niet hebben,
aldus Rauscher.
Ijzer
Een tekort aan ijzer in het lichaam (bloedarmoede) leidt
niet alleen tot vermoeidheid, maar tast reeds bij üchtere
vormen van ijzertekort het leervermogen en geheugen
aan. Door het tekort aan te vullen met ijzertabletten her
stelt het leervermogen weer tot het oude niveau. Dit stelde
L. Murray-Kolb (Pennsylvania State University) tijdens een
congres van de American Physiological Society op basis
van onderzoek onder honderd vrouwen.
Moeder en dochter
Moeders die dagelijks bekvechten met hun tienerdochters
kunnen opgelucht ademhalen. Hoe meer ruzies, des te
hechter is de band tussen moeder en dochter. Dit beweer
de T. Apter (Cambridge University) tijdens de British Psy
chological Society's Annual Conference op grond van een
drie jaar durend onderzoek onder 23 moeder-dochterpa-
ren. Volgens Apter zijn de ruzies een manier om eikaars
beweegredenen beter te leren kennen en zo de onderlinge
band te versterken.
Kangeroeën
Door een baby direct na de geboorte minstens een uur
huid-huid contact te laten hebben met de moeder (kange
roeën genoemd) is de baby enkele uren later rustiger en
slaapt de baby beter dan baby's die niet zijn 'gekangeroed'.
Dit schrijft S. Ferber (universiteit Haifa) in het vakblad Pe
diatrics op grond van onderzoek onder 47 moeders-met
kind. Volgens Ferber verzacht het huid-huid contact voor
de baby de overgang van baarmoeder naar wijde wereld.
De hal van de semi-overheidsinstel-
ling, waarvan de naam er nu even niet
toe doet, was helemaal leeg. Toch
moest ik een volgnummertje trekken
'Maar...' wilde ik ertegen inbrengen.
De ambtenaar achter het loket wees
echter onverbiddelijk naar het bordje
met 'Volgende klant svp'. We zijn alle
maal klant tegenwoordig, bij de Belas
tingdienst even goed als bij de Sociale
Dienst of in de gevangenis; nu weet u
meteen waar het woord 'bajesklant'
vandaan komt. Je hebt helemaal niets
te kiezen en je moet het al helemaal
niet wagen om je om te draaien en
met een 'Nou, u kunt mij niet helpen,
dan kijk ik toch lekker effe verder' het
pand te verlaten.
Het belletje ging en ik was aan de
beurt.
'Zo vertelt u het nu maar eens.' Ik leg
de mijn geval uit.
'U moet aan het loket hiernaast zijn.'
Hij liep achter het loket met me mee
naar het loket ernaast.
'Zo vertelt u het maar eens,' hernam
bij de dialoog.
Waar...' probeerde ik het weer.
'Hier heb ik de juiste papieren.'
Mijn geval paste kennelijk niet in het
stramien. Dit leidde tot grote commo
tie. Belendende collega's werden ge
raadpleegd, die met luide stem him
commentaren door de ruimte lieten
schallen. De chef werd erbij geroepen,
er werd getelefoneerd, naar andere
vertrekken gelopen waar ik mijn amb
tenaar driftig gebarend en indringend
°P de anderen in zag spreken. Je kon
bi elk geval niet zeggen dat er geen
werk van werd gemaakt.
Het bleek dat mijn formulier niet
voorzag in mijn gevorderde leeftijds-
categorie of omgekeerd, dat weet ik
niet meer precies. Er waren formulie
ren voor de werkenden, voor de ge
pensioneerden, maar de tussenklasse;
de vutters en/of fpu'ers, nee, daar was
bij deze dienst, wonderlijk genoeg,
niet in voorzien. Op het hoogtepunt
van deze crisis leek het er even op dat
deze bureaucratische problematiek
zou leiden tot algehele implosie van
de semi-overheidsinstelling.
Ik had me intussen plechtig voorgeno
men om me niet met het bekende
kluitje in het onbekende riet te laten
sturen. Vooral als ze met de meer ge
vorderde leeftijdscategorie te maken
hebben, constateer je hier en daar nog
wel eens de nauwelijks onderdrukte
reflex: dit is te moeilijk, hier begin ik
niet aan, die ouwe trapt daar wel in en
neemt daar wel genoegen mee. Maar
ook in de seniorencategorie heeft de
emancipatie toegeslagen: de ouwe laat
zich niet zo maar wegsturen en eist op
z'n minst uitleg.
En, oh wonder van ambtelijke flexibi
liteit, uiteindelijk werd besloten om
mijn geval tot een speciaal geval te be
noemen. Mij viel zelfs een spoedbe-
handeling ten deel. Hoera, dat schoot
op!
En wat betekende dat?
'Wat ik zeg, u wordt met spoed behan
deld.'
'En wanneer mag ik dan een reactie
van u tegemoetzien.'
'Nu waarschijnlijk binnen drie maan
den.'
'Maar...', en omdat ik van tevoren wist
dat ik niet verder dan dit ene woord
zou komen, trachtte ik er al het strie
mende sarcasme in te leggen, waar
over ik maar beschikte.
"We doen wat we kunnen.'
Door GERARD AKKERMAN
Voedselallergie is een groeiend
probleem. De gevolgen kun
nen zo ernstig zijn dat mensen
er aan overlijden. Aanleiding
genoeg, verzekert allergoloog
en internist Ewoud Dubois van
het Academisch Ziekenhuis
Groningen, om er bovenop te
zitten. Zo hebben ruim zes
keer zoveel mensen als tien
jaar geleden last van een voed
selallergie. Het aantal ernstige
gevolgen, zoals shocks met
soms een dodelijke afloop, is
eveneens fors toegenomen.
Pinda-allergie is volgens aller
goloog Dubois 'een echte kil
ler'. „Ieder jaar sterft er een
aantal jonge gezonde mensen
aan een pinda-allergie."
Volgens Dubois heerst er veel
onduidelijkheid over voedselal
lergie. Veel ouders zijn onze
ker omdat ze niet weten of
hun kind allergisch is en wat
de risico's zijn. Met enkele an
dere specialisten is Dubois
ruim een jaar geleden in het
AZG gestart met het centrum
voor kinderallergologie. Bij
zonder aan dit centrum is de
'voedselprovocatie-unit', waar
bij kinderen uitgebreid worden
getest om te kijken of ze aller
gisch zijn en hoe ernstig die al
lergie dan is.
Dat testen gebeurt door de kin
deren kleine hapjes voedsel te
geven met daarin stoffen ver
werkt waarvoor ze mogelijk al
lergisch zijn, bijvoorbeeld pin
da's, melk of tarwe. Niet in ie
der hapje zit de stof. Dus het
kind weet niet, als het iets eet,
of daar wel of niet de stof in
Pinda's kunnen heftige allergische reacties oproepen met zelfs een shock of de dood als gevolg.
Foto Jacques Peeters
zit. De arts weet het ook niet.
„Het moet zo eerlijk mogelijk
gebeuren. Anders zou je als
hulpverlener aan de hand van
je reacties kunnen verraden of
er iets in zit of niet."
Met de test is het volgens Du
bois mogelijk een hele goede
diagnose te stellen. In de hap
jes wordt de hoeveelheid stof
opgevoerd, zodat ook de ernst
van de allergie kan worden
vastgesteld. De testen zijn niet
geheel zonder risico, omdat pa
tiënten al op een hele kleine
hoeveelheid stof van bijvoor
beeld de pinda heftig kunnen
reageren en in shock kunnen
raken. Dat kan binnen enkele
minuten gebeuren. „Om de vei
ligheid te verzekeren, zijn er
heel strenge maatregelen ge
troffen."
De intensive care wordt tevo
ren gewaarschuwd mocht er
iets misgaan en er is adrenali
ne aanwezig om de gevolgen
van een shock ongedaan te
kunnen maken. Adrenaline is
het enige middel dat in zo'n
geval werkt. Bij een shock is er
vaak sprake van vernauwing
van bloedvaten en luchtwegen
waardoor de bloeddruk daalt,
mensen benauwd worden en
het bewustzijn verliezen. Adre
naline zorgt voor verwijding
van de bloedvaten en luchtwe
gen.
Het is de reden waarom kinde
ren met een ernstige voedselal
lergie altijd een epipen bij zich
hebben met adrenaline. Bij een
shock kan dan direct door om
standers adrenaline worden
toegediend. In de tweehonderd
tot nu toe verrichte testen heb
ben zich nog geen problemen
voorgedaan. Shocks zijn uitge
bleven en adrenaline was niet
nodig.
De testen geven ook meer dui
delijkheid over hoe vaak aller
gieën werkelijk voorkomen.
„Consultatiebureaus doen bij
jonge kinderen onderzoek
naar koemelkallergie. Zij stel
len dat het in dertig procent
van de gevallen voorkomt, uit
onze testen blijkt het slechts in
acht procent van de gevallen
om een echte koemelkallergie
te gaan."
Een goede diagnose maakt het
volgens Dubois mogelijk ou
ders en kinderen goed voor te
lichten en tips te geven over
wat ze beter wel en niet kun
nen eten. Probleem daarbij is
dat de labels op voedselproduc
ten vaak onvolledig zijn. In
veel producten zijn pinda's ver
werkt, zoals veel sauzen, ter
wijl dat niet op het etiket staat.
Daarom blijven risico's aanwe
zig en zal het kind een epipen
bij zich moeten hebben.
Een medicijn is er nog niet.
Daar wordt, samen met voed
seldeskundigen van de Univer
siteit van Wageningen, wel aan
gewerkt, maar dat zal volgens
Dubois nog wel een tijdje op
zich laten wachten. Er zijn
plannen om de aanpak van
Groningen ook in andere zie
kenhuizen toe te passen.