Voetbal kan ook erg benauwend worden
Colijn liet Nederland onrustig slapen
PZC
'sLANDS STUURMAN
STEMT H.C0LIJN
Foppe de Haan verlaat
Heerenveen
N21 VAN LIJST27
zaterdag 8 mei 2004
Nog een paar wedstrijden en
dan is het gebeurd. Foppe
de Haan, de populaire hoofdtrai
ner van Heerenveen, wil zich
niet langer laten opslokken door
het voetbal. ,,Het is een prachtig
mooie sport, maar voetbal kruipt
in alle lege ruimtes die in het le
ven ontstaan."
2^oals zijn kleinzoons zich erop ver
heugen, zo ziet Foppe de Haan op
tegen de dag van morgen. Op het pro
gramma staat zijn laatste thuiswed
strijd als trainer van Heerenveen. Wil-
te (7) en Jesse (5) hebben de eer om
hand in hand met de keeper het veld
op te stappen. De aanblik van die
twee ventjes, dribbelend over het gras
van het eigen Abe Lenstra-stadion,
zal hun opa zeker bevallen.
Het overige gedoe rondom het duel
met opponent AZ, daar ziet De Haan
als een berg tegenop. „Mensen gaan
dingen zeggen. Mooie dingen, net als
bij een begrafenis. Alsof ik alles al
leen heb gedaan in plaats van met een
heleboel anderen. Ik voel me be
zwaard op zulke momenten."
Foppe de Haan is kleiner dan ver
wacht, heeft een paar kromme benen
en blauw-grijze ogen in een bruinge
brande kop. Veel mensen zijn gechar
meerd van de voormalige gymleraar
uit Nes omdat hij zo 'gewoon' is geble
ven. Op de radio werd de markante
Fries zelfs eens omschreven als knuf
felbeer. Hij kan er wel om grijnzen, al
is het niet van harte. Zo'n troetel
naampje past niet bij hem.
„Tja, gewoon. Ik ben ook een beetje
gewoon. Er zijn trainers die staan met
hun lange jas en hun pet op langs de
lijn en sluiten zich af. Als ik word aan
gesproken door een supporter, dan
praat ik met die persoon. Als iemand
mij fatsoenlijk wat waagt, geef ik ant
woord. Dat vind ik normaal. Ik heb
geen last van dat stempel. Ik heb dit
liever dan dat ze mij autoritair vin
den."
Dat hij opziet tegen het afscheid is
niet zo raar. De Haan en Heerenveen
zijn al heel lang samen. De inmiddels
zestigjarige trainer kwam in 1985 in
dienst bij de club. Bij een andere vere
niging heeft De Haan nooit gesollici
teerd.
„Als je solliciteert, heb je het ergens
niet naar je zin. Ik ben daar nooit echt
mee bezig geweest, dus wilde ik blijk
baar niet weg. Dat heeft niet te maken
met een gebrek aan ambitie. Je bent
ook ambitieus als je ergens blijft om
een club beter te maken. Ik heb altijd
het gevoel gehad dat ik midden in de
wereld stond. Ik heb er van alles naast
gedaan. In mijn beginperiode bij de
club was ik ook nog docent op het
CIOS, later heb ik trainerscursussen
gegeven voor de KNVB."
„Ik wilde het mijn gezin ook niet aan
doen om steeds te moeten verhuizen.
Van trainer Han Berger weet ik dat
hij 24 keer is verhuisd en dat zijn
vrouw en kinderen dat beslist niet
leuk vonden. Ik woon ook op een fan
tastische plek. Als ik thuiskom, is het
net of ik op vakantie ben. Wil je dat
opgeven, dan moet er wel iets heel
moois voorbijkomen. Dat is niet ge
beurd, waarschijnlijk was mijn imago
op een bepaald moment ook zo dat ze
dachten: die vent wil daar toch niet
weg."
Terpdorpen
Hij bleef bij Heerenveen. De Haan
voelt zich het best in Friesland. Terp
dorpen en kop-hals-rompboerderijen,
daar houdt hij van. Toen zijn wouw
in verwachting was van hun oudste
dochter Jildau keerde het paar uit En
schede, waar Foppe destijds werkte
als gymnastiekleraar, terug naar het
'heitelan'. Hij wilde niet dat zijn kind
zou opgroeien op het flatje acht hoog
in Twente. Zelf wilde hij de ruimte
hebben om te schaatsen. Twee keer
deed De Haan mee aan de Elfsteden
Foppe de Haan: ,,Ik denk dat ik liever een paar pieken heb in mijn leven, dan een vorm van stabiel geluk."
tocht. De beruchte van 1963 schaatste
hij niet uit omdat hij een uur had zit
ten wachten op een kameraad, maar
in 1986 gleed hij ruim op tijd over de
eindstreep.
„Ik ben een mens en een Fries", stelt
De Haan, die op een zaterdag in 1943
werd geboren in Lippenhuizen, een
veendorp tussen Drachten en Heeren
veen. De streek waar hij opgroeide, de
Friese Wouden, was arm en rood. Voet
bal kleurde zijn jeugd. Hij speelde
's middags na de thee op het schapen
weitje en later ook bij de eerste voet
balvereniging in zijn geboortedorp
met de prachtige naam THOR, Tot
Heil Onzer Ribbekasten.
Foppes vader was wagenmaker. Toen
daarmee geen geld meer was te verdie
nen, verhuisde het gezin naar Grouw,
waar vader De Haan ging werken in
een houtfabriek. Foppe was dertien
jaar. „In die tijd ben ik snel groot ge
worden. Mijn moeder zonk weg in de
pressies, zij ging gebukt onder het le
ven. Het ergste was dat je niet wist
hoe ze was als je thuiskwam uit
school. Soms was ze heel lief, soms
knettergek. Soms lag ze nog op bed.
Dan moesten wé zelf voor eten zorgen
en de boel aan kant maken. Het was
allemaal heel onvoorspelbaar.
„Dat is lastig op een leeftijd waarop
het volgens mij juist belangrijk is dat
het stabiel is. In zo'n situatie kunnen
twee dingen gebeuren. Of het gaat he
lemaal mis, of je moet het zelf oppak
ken. Mijn zusje en ik hebben dat laat
ste gedaan. Ook al was het 's morgens
een puinhoop, we moesten toch naar
school. Ik heb geleerd om door te zet
ten. De knop om te draaien, een schot
je te zetten tussen het ene en het ande
re moment."
„Voor mijn gevoel is het allemaal al
honderd jaar geleden. Het heeft me ja
ren heel erg beziggehouden, maar het
gaat steeds verder van me af. Mijn
moeder pleegde zelfmoord toen ze 57
jaar was, in het vaartje voor de deur.
De politie heeft haar gevonden. Is dat
vreselijk? Dat kun je je afvragen. Het
renveen. Hij wil meer rekening hou
den met haar.
„Zij was altijd het vijfde wiel aan de
wagen. Voetbal slokt je op. Mensen
denken ook dat je over niets anders
kunt praten. Ik merk dat ik steeds
meer moeite heb om me los te maken
van het voetbal. Dat heeft niet zo veel
te maken met niet kunnen relativeren.
Toen ik bij Heerenveen begon, had ik
is aan de ene kant heel triest, maar
het was ook een opluchting."
„Ik heb meer last gehad van de dood
van mijn schoonvader. Hij was bak
ker. Wat een prachtige man was dat.
Hij heeft zijn hele leven gewerkt, ge
werkt en gewerkt, om op zijn zestigste
met zelfverdiend pensioen te kunnen
gaan. Op zijn 59ste stierf hij aan een
hersentumor."
Tragiek
Ook Foppes vader overleed betrekke
lijk jong, aan de ziekte van Parkinson.
De tragiek in de verhalen van zijn
naasten schetsen de achtergrond van
zijn keuze om het nu kalmer aan te
doen. „Ik ben nu nog gezond." Hoe
wel hij het niet hardop zegt, zal ook
De Haans vrouw Geke een belangrij
ke rol hebben gespeeld bij zijn beslis
sing om te stoppen als trainer van Hee-
tegelijk mijn baan bij het CIOS. Ik
had nooit veel tijd om lang bij dingen
stil te staan. Ik moest me steeds van
het ene op het andere concentreren."
„Als ik thuiskwam was er het gezinsle
ven. Maar nu zijn Geke en ik met z'n
tweeën, onze twee dochters zijn uit
huis. De lege ruimtes die in de loop
der jaren zijn ontstaan, worden zo
makkelijk gevuld met voetbal. Ik vind
het een geweldige sport, maar de druk
en de spanning worden daardoor
steeds groter. Dan is voetbal benau
wend."
Veel andere dingen zijn belangrijker
dan voetbal, vindt De Haan. Hij
noemt de gasboringen in de Wadden
zee, het voornemen van het kabinet
om bouwen in het Groene Hart toe te
staan, de beslissing om soldaten te stu
ren naar Irak. „Natuurlijk is mijn
naam onlosmakelijk verbonden aan
voetbal, maar dat betekent niet dat ik
nergens anders een mening over heb.
Voetbal is mijn werk."
„Kijk, je wordt geboren en je moet
dood. Daar tussenin heb je een wereld
aan keuzen. Dat zijn cruciale momen
ten. Ik heb op een bepaald moment ge
kozen voor voetbal. Ik had ook best
trainer kunnen blijven van Drachtster
Boys. Dan was de ruimte om andere
dingen te doen groter geweest. Mis
schien was ik dan ietsje gelukkiger ge
weest. Maar dat weet je nooit", grijnst
hij. „Ik ben beland in het topvoetbal.
Daar zijn de resultaten groter en is de
blijdschap groter."
Ook de ellende is er echter groter. Fop
pe de Haan, die nu al bijna veertien
jaar trainer is van het eerste elftal lag
meerdere malen onder vuur. Vorig sei
zoen liep het allemaal ook lang niet
lekker. De Haan zou door zijn onder
wijzersachtergrond te veel theoreticus
zijn. Zijn dieptepunten zijn de momen
ten waarop het voetballen niet wil.
„Als trainer ben je een soort puzze
laar. Het ene moment past het, het an
dere moment niet meer. Soms heb ie
het gevoel dat niks past. Dat zijn de
ergste momenten." „Er is zo'n mooi
verhaal van Barry Hughes uit de tijd
dat hij trainer was van Haarlem. Zijn
team hing ergens onderaan in de eredi
visie en moest tegen Utrecht, dat
'fucking' Utrecht, zoals Hughes het
omschreef. Onderweg reed de spelers
bus door het Amsterdamse Bos, daar
zag Hughes een gezinnetje een tent op
zetten. Hij dacht toen: ben ik onder
weg naar dat vreselijke Utrecht, waar
we altijd verhezen, en die mensen heb
ben gewoon een mooie dag. Hij won
foto Jan Zeeman/GPD
en kwam tot de conclusie dat die men
sen in die tent nooit zo'n mooie dag
zouden meemaken als hij toen. Ik
denk dat ik liever een paar van die pie
ken heb in mijn leven, dan een vorm
van stabiel geluk."
Duidelijke taak
Foppe de Haan gaat voor de KNVB in
Zeist werken als coach van Jong Oran
je. Hij moet een team klaarstomen
voor de Olympische Spelen van 2008.
„Ik wil maximaal twee dagen in de
week aan het werk in Zeist. Ik wil een
duidelijke taak, ze moeten me niet
vangen in uren." Hij blijft als advi
seur aan Heerenveen verbonden. „Ik
kom alleen als me wat wordt ge
vraagd. Ik loop niet zomaar binnen."
„Ik zet nu een streep. Dit is het defini
tieve einde van een leven. Ik kan het
fantastisch beredeneren en ik vind het
ook prima dat het zo gaat. De emotie
die eronder zit? Ik heb er verdriet van.
Nee, dat is een te groot woord. Ik be
grijp dat dit zo moet, laat daar geen
misverstand over bestaan. Die emotie
schakel je niet zomaar uit. Ik ben ie
mand die zich hecht. Aan mensen, aan
mijn omgeving."
„Ik ben ook niet klaar met Heeren
veen/Daar ben ik nooit klaar mee. Ik
ben een échte supporter. Ik blijf be
trokken. Ik weet zeker dat ik straks,
aan het begin van het nieuwe seizoen
veel zenuwachtiger ben voor wedstrij
den dan nu. Ik kan het makkelijk aan
anderen overlaten, maar ik zit straks
op de tribune wel in mezelf te zeuren,
als een sprekende pop."
Jantina Russchen
Herman Langeveld is een biograaf met een pro
bleem. Na elf jaar lang met militair, Shell-direc-
teuren ARP-premier Hendricus Colijn (1869 - 1944),
geleefd te hebben, moet hij uiteindelijk constateren
dat zijn waardering voor de politicus steeds geringer
wordt. Op het einde van het zojuist verschenen twee
den laatste) deel van de biografie concludeert Lan
geveld zelfs - niet zonder reden - dat Colijns politiek
epalle belangrijke punten heeft gefaald.
Een land krijgt het bestuur dat het verdient, en in dit
geval bewijst dit cliché zijn bestaansrecht. Colijn kun
jo verwijten te weinig te hebben gedaan om Neder
land goed door de crisis van de jaren dertig en de
daaropvolgende aanval van Duitsland te leiden. Zelfs
!°en er - economisch en militair - nog mogelijkheden
^stonden het beleid aan te passen, liet Colijn na de
juiste stappen te nemen.
bangeveld beschrijft Colijn als een politicus, die flirt
te met het fascisme (a la Mussolini) maar uiteindelijk
a's een rechtgeaard conservatief streefde naar een
sterk gezag, en een mindere rol van het parlement. Co-
"inwas een reactionair en daarbij naïef, hij veronder
stelde dat Hitier alleen naar het oosten keek en dacht
DlJna dat Nederlands-Indië belangrijker was voor het
Moederland dan Nederland zelf.
udprobleem met Langevelds biografie is eigenlijk
yooral dat de historicus te duidelijk zijn eigen pohtie-
ieopvattingen laat doorklinken in zijn massale werk
hAhü totaal meer dan 1200 pagina's. Hij mag gelijk
ben met zijn oordeel, een goed wetenschapper pro-
^hzijn eigen mening buiten beschouwing te laten.
Hij zorgt dat de feiten voor zichzelf spreken. Dat
neemt niet weg dat Colijns verzet tegen het loslaten
van de gouden standaard (een devaluatie van de gul
den) leidde tot een verscherping van de depressie in
Nederland. Toen Nederland in september 1936 als
laatste devalueerde, viel de schade niet meer te repa
reren. Langeveld betoogt dat Nederland uiterlijk in
maart 1935 - toen België loskoppelde - die beslissing
had moeten nemen.
Voor deze stelling valt wel wat te zeggen, vooral als
je ziet dat het aanpassingsbeleid niet leidde tot een
betere concurrentiepositie op de internationale mark
ten, maar ook de binnenlandse bestedingen niet
vergrootte. Dat kwam doordat de landbouw - belang
rijk voor de export - buiten beschouwing bleef. Door
dat de consumenten de landbouwsteun moesten op
brengen, bleven de kosten van levensonderhoud
hoog. Dat had weer gevolgen voor de lonen en de ex
portprijzen.
Volgens Langeveld was Colijn zich bewust van deze
tegenspraak, maar kon hij onder invloed van achter
ban en parlement niet anders. Kun je van een sterke
regeringsleider juist niet verwachten dat hij soms be
sluiten neemt, die tegen de algemene gevoelens in
gaan? Aan de andere kant beargumenteerde de pre
mier zijn starre vasthouden aan de gouden standaard
met een verwijzing naar wel gedevalueerde landen,
die het economisch niet beter zouden doen dan Neder
land. Langeveld toont aan dat Colijn voor deze opvat
ting - bewust of onbewust - gebruik maakte van ver
keerde cijfers.
„Misschien kan men het beste stellen dat Colijn op
dit punt een uiterst selectief gebruik maakte van de
gegevens die hem ter beschikking stonden." Het is
nogal wat! Bij het verschijnen van deel 1 van de bio
grafie, in april 1998, ontstond nogal wat opwinding
over de weinig vleiende beschrijvingen van Colijn die
Langeveld gaf, maar ook diens verwijten aan me
de-historici dat ze Colijn te weinig kritisch hadden
benaderd. Vooral op de protestantse Vrije Universi
teit kwam de beschuldiging dat Colijn als officier aan
het begin van de eeuw oorlogsmisdaden had gepleegd
op Lombok en er royaal over naar het thuisfront had
geschreven, hard aan. Een anti-revolutionaire held
tuimelde van zijn voetstuk, en nam tegelijkertijd en
kele gelauwerde protestantse historici mee.
Ook in deel 2 speelt Nederlands-Indië een belangrij
ke rol. Vertrouwde Colijn er - wat Nederland betreft
- op dat Hitier vooral belangstelling had voor
Oost-Europa, hij was er zich sterk van bewust dat Ja
pan de oliebronnen van het huidige Indonesië nodig
had. Hij deed in ieder geval moeite de verdediging
van de kolonie te verbeteren. Het geld werd overigens
gevonden door de Nederlandse verdediging te ver
waarlozen.
Langeveld bewijst dat Colijn, net als de Britse pre
mier Chamberlain, geloofde in appeasement - het slui
ten van compromissen met Hitier om zo een oorlog te
voorkomen. In geen geval kan Colijn daarom gezien
worden als de Nederlandse Churchill. Nadat Colijn
steun had. uitgesproken voor het beleid van Cham
berlain was het gedaan met de waardering van de
kant van de Britse oorlogspremier. Churchill zag in
zijn Nederlandse collega een defaitist die zich neerleg
de bij de Duitse overheersing van Europa.
Liefje
In tegenstelling tot deel 1 verscheen deel 2 van de bio
grafie zonder al te grote controverse. Juist de periode
van Colijns politieke werk is redelijk goed beschre
ven. Daar vielen dus geen verrassingen te verwach
ten, of het moest zijn dat Langeveld nog eens aan
toont hoe reactionair en anti-parlementair Colijn ei
genlijk wel was.
Anders is het met het persoonlijk leven van Colijn.
Langeveld toont aan dat het gerucht dat de premier
er een vriendin op na hield - waarschijnlijk - waar is.
Ook al heeft Colijn het altijd ontkend. De Duitse Hei-
ga Schulz had hij in Berlijn begin jaren dertig ont
moet. Zij zou eind jaren dertig naar Argentinië zijn
verhuisd.
Langeveld zelf heeft in diverse interviews duidelijk
gemaakt blij te zijn dat zijn werk af is. Van een zwart
gat is in ieder geval geen sprake, zegt hij bijvoorbeeld
in universiteitsblad Ad Valvas. „Eerder een gevoel
van oplucting. Het is achter de rug."
Louis Burgers
Herman Langeveld: Schipper naast God. Hendrikus
Colijn, 1869 - 1944, deel 2 - Uitg. Balans, €29,95 (pa
perback, alleen in combinatie met deel 1). €37,50 (ge
bonden).
Hendrikus Colijn aan het roer: verkiezingsposter van
de Anti-Revolutionairen in 1925.