Heilige plaatsen kunnen zonder gezag Goud en zilver aan een kreukvrij lint Sari Nusseibeh huis. In de jaren negentig werd Nusseibeh doelwit van de Li- kud-radicaal Uzi Landau, des tijds Israëls minister van open bare veiligheid. Landau, zich op werpend als kampioen van Israëls aanspraken op het Arabi sche deel van Jeruzalem, om schreef de Palestijnse academi cus laatdunkend als 'het nette gezicht van het terrorisme'. Hij liet diens kantoor in de Al-Quds Universiteit - Nusseibeh was daar inmiddels rector - sluiten „ter voorkoming van ondermij nende activiteiten." In september 2000 begon de tweede Palestijnse intifada, die al snel aanzienlijk gewelddadi ger verliep dan de eerste. Han zaterdag 1 mei 2004 Nusseibeh (54) is blij met de prijs - de Freedom of Worship-medialle - en verheugt zich al op zijn bezoek aan Neder land, al is hij er niet helemaal zeker van welke eer hem ten deel is gevallen. „Het Roosevelt Instituut, is het niet? Ik had het vandaag even op internet willen opzoeken, maar ik ben er niet aan toe gekomen", zegt hij ver ontschuldigend. Nusseibeh komt uit een aanzien lijke Jeruzalemse familie, die haar wortels in de stad traceert tot minstens de zevende eeuw. Een islamitisch geslacht. Maai de vraag of hij zichzelf be schouwt als praktizerend mos lim brengt hem even in verwar ring. Zijn hand strijkt door zijn weelderige witte kuif. „Niet in de strikte zin", besluit hij uiteindelijk. „Ik ben meer unitaristisch georiënteerd, zeg maar in de richting van een vere niging van islam, jodendom en christendom." Unieke band Dan herinnert hij aan de unieke band die zijn familie al meer dan vijfhonderd jaar onder houdt met het christendom in Jeruzalem, als sleutelbewaar ders van de Kerk van het Heilig Graf. Als de Nusseibehs de enige toegangsdeur niet zouden De boekhandel van het American Colony Ho tel aan Nablus Road in Oost-Jeruzalem. Geen passender plaats voor een gesprek met dr. Sari Nusseibeh dan dit walhalla voor liefhebbers van litera tuur over de islam en het Midden-Oosten. De man die op 8 mei in Middelburg een van de Four Freedom Awards krijgt, mag interna tionaal dan bekend zijn ge worden als vredesactivist, zelf ziet hij zich vooral als academicus. Filosofie in de middeleeuwse islamitische wereld is zijn vakgebied. bewaken, zouden de rivaliseren de christelijke gemeenschappen die elk een deel van het gebouw beheren, elkaar buitensluiten. Zo gespannen zijn de verhoudin gen. De familie heeft altijd een be langrijke rol gespeeld in het bestuursapparaat. Sari's vader, Anwar Nusseibeh, was gouver neur van Jeruzalem, minister van defensie in de Jordaanse re gering en Jordaans ambassa deur in Londen. De band met Engeland heeft Sari verder aan gehaald. Hij studeerde filosofie en econo mie in Oxford en stuurde later Jamal, de oudste van zijn vier kinderen, naar Eton. Zijn vrouw, Lucy, is de dochter van de Britse filosoof J.L. Austin. Na zijn promotie aan de Ameri kaanse Harvard Universiteit in 1978 aanvaardde Nusseibeh een docentschap aan de Birzeit Uni versiteit bij Ramallah op de Wes telijke Jördaanoever. Aanvanke lijk probeerde hij zich te ont trekken aan iedere bemoeienis met politiek, maar aan Birzeit is dat niet vol te houden. Zijn pogingen de door de Israëli sche bezetting verhitte gemoede ren te bedaren werden hem niet door iedereen in dank afgeno men. Activistische studenten en docenten verweten hem zijn libe rale achtergrond en zijn intensie ve contacten met Israëlische aca demici. Ook na het uitbreken van de eerste Palestijnse intifa da, in 1987, bleef Nusseibeh de Palestijnen voorhouden dat vreedzaam verzet voor een beter resultaat zou zorgen dan ge weld. En tot afgrijzen van zijn radicalere volksgenoten pleitte hij voor het bestaansrecht van Israël, naast een gedemilitari seerde Palestijnse staat. Radicalen hebben het nooit op Nusseibeh begrepen gehad. Na een van zijn colleges aan Birzeit - notabene over liberalisme en verdraagzaamheid - werd hij afgetuigd door een groep ge maskerde Fatah-jongeren. Met kneuzingen en een gebroken arm belandde hij in het zieken maart plaatste in de grootste Pa lestijnse krant. Buig de intifada om van een gewapende strijd naar vreedzaam verzet, was de strekking. Vorig jaar al baarde Nusseibeh opzien in de Palestijn se gebieden met een advertentie waarin hij zich principieel uit sprak tegen zelfmoordaansla gen. Maar het initiatief dat hem het meest na aan het hart ligt is 'De Stem des Volks', dat hij lanceer de in juli 2002. Een simpel vre desplan - niet meer dan een hal ve pagina - waarvoor hij samen met zijn Israëlische partner Ami Ayalon zoveel mogelijk steun wil winnen. Ayalon is voormalig commandant van de Israëlische marine en oud-hoofd van de Shin Bet, Israëls veiligheids dienst. Het plan in een notedop: twee staten - Israël en Palestina - met Jeruzalem als hoofdstad van bei de. Jeruzalem wordt een 'open stad', met vrijheid voor alle godsdiensten en zonder Israëli sche of Palestijnse soevereini- teit over de heilige plaatsen. De bestandslijn van 1967 vormt de basis voor de grens, waarbij in onderling overleg wijzigingen mogelijk zijn. Palestijnse vluch telingen en hun nakomelingen kunnen terugkeren naar de Pa lestijnse staat, maar niet naar Israël. De Palestijnse staat wordt gedemilitariseerd; de in ternationale gemeenschap waar borgt haar veiligheid en onaf hankelijkheid. „Het conflict tussen ons en de Israëliërs gaat niet om het naak te bestaan", licht Nusseibeh toe. „Het is een grensconflict, dat kan worden opgelost. Dat moe ten we in het achterhoofd hou den bij alles wat we zeggen en doen." Nusseibeh en Ayalon hebben tot nu toe ruim driehonderddui zend handtekeningen weten te verzamelen: 130.000 aan Pales tijnse kant en 175.000 aan Israë lische. Geen slecht resultaat als je bedenkt hoe gevoelig een kwestie als de terugkeer van Pa lestijnse vluchtelingen ligt. Nusseibeh, wiens moeder uit het nu in Is.raël gelegen Ramle stamt, begrijpt dat als geen an der. Toch aarzelt hij niet het ini tiatief te verdedigen op bijeen komsten in Palestijnse dorpen en steden. De reacties lopen uit een. Nusseibeh: „In pamfletten zijn we uitgemaakt voor van alles en nog wat. Maar er is ook positie ve respons. Ik heb zelfs telefoon tjes gekregen uit gevangenissen van Palestijnse gedetineerden die zeiden het met ons eens te zijn en nu handtekeningen ver zamelen." Ad Bloemendaal Dr. Sari Nusseibeh den vol werk dus voor de activist tegen wil en dank. Al snel stelde hij vast dat de Pales tijnen te keer gaan als een kip zonder kop. En dat vindt hij nog steeds. „Aan de Palestijnse kant heerst chaos. Er is geen strate gie, er is geen programma en er is geen duidelijk actieplan. Men reageert voornamelijk op wat Israël doet. Daarom hebben we besloten onze oproep te doen." Advertentie Hij doelt op de opmerkelijke ad vertentie die een groep bekende en onbekende Palestijnen („ei genlijk was het een initiatief van mijn vrouw Lucy") in foto EPA Het lint is voor haar gevoel wat aan de korte kant, maar wel mooi glad gestre ken. Dat doet Illy Vermaire namelijk zelf. Een dag voor de uitreiking van de Four Freedoms Awards legt ze de linten onder de strijkbout. Zoals ze er ook al sinds de eerste uitreiking in 1982 voor zorgt dat de ceremo nie gladjes verloopt. Vijf medailles worden op acht mei uitge reikt: een gouden en vier zilveren. Alleen de ontvanger van de Four Freedoms Medal - dit jaar is dat secretaris-generaal van de Verenigde Naties Kofi Annan - krijgt een (24 karaats) gouden ereteken. De laureaten die voor één van de vier vrijheden een me daille ontvangen, worden in zuiver zilver onderscheiden. Op de voorzijde prijkt de beeltenis van Franklin Delano Roosevelt, de Amerikaan se president die in 1941 de vier vrijheden benoemde en naar wie de prijs is vernoemd. Boven zijn hoofd is zijn naam gegraveerd, eronder Freedom Medal. Op de achterzijde staan de vier vrijheden in tekst en beeld. Aan de randen staat: The Four Freedoms en speech worship want fear. In het midden verbeelden vier figuren deze vrijheden. Iemand met een blad voor zich (meningsuiting), iemand met de han den, tegen elkaar, ten hemel geheven (gods dienst), iemand met een mand voedsel (ge brek) en iemand met schild en speer (vrees). De medaille hangt aan een lint met in het midden een brede blauwe baan, geflan keerd door smallere witte banen en een dun ne rode rand. Het lint moet om de nek wor den geschoven en middels een drukkertje worden vastgemaakt. Illy Vermaire (44) van de Roosevelt Stich ting, die de uitreiking mede organiseert, draagt de zorg over de medailles. Zij moet ze bestellen bij de eigenlijke uitreiker van de onderscheidingen, het Franklin and Eleanor Roosevelt Institute in New York. „Maanden van tevoren krijg ik ze binnen. Ik heb ze graag op tijd, dat geeft rust." Ze worden als pakketje opgestuurd naar de Amerikaanse ambassade in Den Haag. Als één van de chauffeurs van de provincie in Den Haag is, neemt hij het pakketje mee. Vermaire: „Er zit een zegel op en dat wordt door mij opengemaakt. Er kan onderweg dus niks misgegaan zijn." Toch is het eerste wat ze doet na opening controleren of de medailles heel zijn. Eén keer bleek een oogje kapot te zijn. Dat kon nog op tijd gerepareerd worden. „Maar we kunnen natuurlijk niet hebben dat er bij het omhangen één kapotgaat en valt." Uit voorzorg herhaalt Vermaire de controle re gelmatig. De dag voor de uitreiking neemt ze de on derscheidingen uit de dozen om ze in orde te brengen voor de ceremonie. „Ik strijk de linten, zodat er geen vouwen meer in zitten. Dat is geen opdracht, ik heb het ooit zelf be sloten. De hele dag moet in orde zijn, daar hoort dit soort details ook bij. Zo'n ge kreukt lint ziet er toch niet uit." Poetsen hoeft ze de medailles niet. Ze zit er nooit met haar vingers aan. Haar handen steken in zachte witte handschoentjes. Maurits Sep Illy Vermaire foto Ruben Oreel Dalai Lama: Four Freedoms Award Gravin Marion Dönhoff: vrijheid van meningsuiting Gerhart M. Riegner: vrijheid van godsdienst Sadako Ogata: vrijwaring van gebrek Zdravko Grebo: vrijwaring van wees Ruud Lubbers: Four Freedoms Award Ruud Lubbers Koning Juan Carlos: Four Freedoms Award John Hume: vrijheid van meningsuiting Dominee Lord Runcie: wijheid van godsdienst Arisen Zonder Grenzen: wijwaring van gebrek Shimon Peres: vrijwaring van wees

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 30