Wereldroem dankzij de
truc met het zoutvaatje
Pompen of verzuipen; honderd jaar redden we nog wel
PZC
23
Fred Kaps
vertoont nog
één keer zijn
kunsten
zaterdag 1 mei 2004
ressantste gesprekken met buitenland
se collega's van hem."
Hoe relaxed Fred Kaps ook over
kwam tijdens het interview voor Ach
ter Het Nieuws in 1961, spanning en
twijfel voelde hij wel degelijk op de
drempel van een unieke, derde wereld
titel. Barry: „Het was mijn moeder die
zei: 'Hup, naar Luik, je kunt het
Maandagavond waren er nooit optre
dens en moest Nel vaak Dick Koorn-
winder opbellen. Koornwinder: „Dan
zei ze dat Bram een beetje met z'n ziel
onder z'n arm rondliep en vroeg Nel
of ik langs kon komen
Dat deed de vriend, bewonderaar én
goochelaar maar al te graag. De mees
ter gaf tips en de leerling, die zelf
brons haalde bij het wereldkampioen
schap in 1970, deed niets liever dan
proberen hem te slim af te zijn. „Hij
heeft een gigantische invloed op mijn
leven gehad. Ik studeerde chemie in
Utrecht, maar door Bram ben ik goo
chelaar geworden. Hij deelde alle ge
heimen van het vak met mij."
Af en toe ging Kaps op bezoek bij
Koornwinder, die in een studenten
huis aan de Leidseweg woonde. „Dan
raakte m'n hospita helemaal in pa
niek. De grote Fred Kaps op bezoek?
'Ach, had het toch even gezegd, dan
had ik nog snel de tuin kunnen aan
harken'."
Eng
Bram Bongers vond het maar niks. be
kendheid. Als iemand hem vroeg of
hij de beroemde goochelaar was, ant
woordde hij dat dat zijn broer moest
zijn. Barry en Gaby, inmiddels allebei
veertigers, hielden het ook liever stil
wie hun vader was. Gaby: „We merk
ten er dus niet heel veel van. Ja, soms
keek iemand naar binnen of werd er
een handtekening gevraagd. Er waren
vrienden en vriendinnetjes die niet bij
ons durfden komen omdat ze het eng
vonden." Barry: „Iedereen wil altijd
weten hoe hij 'het' deed. Voor ons is
dat nooit belangrijk geweest: al wist:
je het, nadoen was toch onmogelijk
Ze zijn trots op hun vader, die uitge
breid is te zien op de dvd Fred
Kaps...Seeing Is Believing.', die Koorn
winder mede samenstelde. Opvallend
is het bescheiden repertoire, in de
loop der jaren keren steeds dezelfde
trucs terug. Koornwinder: „Dat is nu
juist het uitzonderlijke. Je ontdekt als
toeschouwer steeds iets nieuws, hij
wist het publiek telkens keer weer te
verbijsteren. Hij wist wonderen te ma
ken."
Over één fragment zijn de dochters
minder te spreken. Het is een optre
den bij Snip en Snap, niet lang voor
zijn dood in 1980, toen hij overleed
aan de gevolgen van kanker. Kaps
lijkt zijn ongenaakbaarheid kwijt. Hij
transpireert hevig en je hoort hem wat
geforceerd meeneuiiën met het orkest.
Hier staat geen magiër meer, maar
een mens van vlees en bloed. Gaby:
„Hij was ziek en ik wist dat hij zich
niet goed voelde. Het deed pijn om dat
fragment te zien."
De briljante truc met het eindeloze
zout, dat almaar uit de rechterhand
van Kaps blijft stromen, staat in meer
dere varianten op de dvd. Bij Mies
Bouwman flikte hij het kunstje zelfs
met afgeknipte mouwen. Het was ver
moedelijk z'n beroemdste truc. Eens
in de zoveel tijd stopte er een vracht
wagen in de Peltlaan, om de voorraad
aan te vullen. „Mama had na zijn
dood voldoende zout voor de rest van
haar leven."
Eddy Steenvoorden
Hij kon het niet laten, Fred Kaps.
Was hij voor een show in Japan,
bleek het te mistig om een mooie foto
van een gezelschap te maken bij de
heilige berg Fuji. Wat doet een magiër
dan? Die tikt fluks een flinke poster
van een zonnige berg op de kop en ge
bruikt 'm als achtergrond voor de
kiek. Voila: minimale investering,
maximaal resultaat. Weergoden zou
den de grootste goochelaar ter wereld
niet klein krijgen!
Manipuleren. Betoveren. Uitdagen.
Plagen. Het zat Kaps allemaal in het
bloed. Hij genóót ervan. Trainen? Met
die superieure, ironische lach hielp hij
interviewer Arie Kleywegt van de ac
tualiteitenrubriek Achter Het Nieuws
uit de droom, vlak voor het behalen
van z'n derde wereldkampioenstitel -
een nooit meer geëvenaarde prestatie
- in 1961.
Trainen? Geen sprake van, meneer
Kleywegt. Spelen! Op de bühne staan,
goed, dat was werken, maar verder
spéélde Kaps alleen maar. Zijn verbijs
terende vingervlugheid? Een hobby,
meneer. De een houdt van vissen, een
Fred Kaps amuseert zich met kunst
jes, want hij houdt nu eenmaal niet
van stilzitten. Zo simpel is het.
Ook thuis, aan de Peltlaan op Kana
leneiland, mocht hij graag spelen. Het
was er vaak de zoete inval wanneer be
roemde goochelaars uit alle hoeken en
gaten naar Nederland kwamen voor
een congres of een optreden. Dan
móesten ze natuurlijk bij de meester
langs. Daar werden ze gastvrij ont
haald. Dochter Barry herinnert zich
de bezoeken als de dag van gisteren.
„We hadden het goed, maar deden
geen gekke dingen. Een nootje, een
tuccie, een borrel. Dan zaten ze de he
le nacht te goochelen en hadden ze
ontzettend veel lol."
Opjutten
Met een borreltje op konden de colle
ga's elkaar flink opjutten, weet Dick
Koornwinder nog. Jarenlang kwam
hij wekelijks bij de familie over de
vloer. „Geheimhouding van de truc is
natuurlijk belangrijk voor een gooche
laar. Bram nam zich voor niks te ont
hullen, maar wilde soms tóch laten
zien dat hij geniaal was."
Kapper/amateurgoochelaar Piet Ver
machthebber Soekarno wilden bezoe
ken was dat goed, mits ze Fred Kaps
meenamen. Prins Bernhard was gek
op de magie van Kaps en nodigde hem
vaker uit voor z'n verjaardag. Dochter
Gaby: „Dan zeiden Barry en ik: 'Goh,
papa gaat weer 's naar de koningin',
en vroegen we of we deze keer nou
eens mee mochten. Maar helaas..."
Barry ging wel vaak mee naar optre
dens, ook in het schnabbelcircuit. Ze
zag hoe pa in de kleedkamer lang
zaam in trance raakte. Hij vergat haar
nog weieens en dan zei Willy Alberti,
de vader van Willeke: 'Meissie, ik re
gel wel een stoel voor jou.' Napraten
was er nooit bij. Na het optreden stak
pa z'n kop onder de kraan en binnen
tien minuten zaten ze weer in de auto.
Barry: „Dat vond ik weieens jammer,
foto: collectie Dick Koorenwinder/GPD
hoor. Dan wilde ik nog graag een
handtekening van André van Duin of
Rob de Nijs, maar dat zat er niet in.
Hij wilde naar huis."
Thuis. Bram Bongers trouwde in 1952
met jeugdliefde Nel, jawel, de dochter
van zijn leermeester, kapper Piet. De
ouders van Bram hadden een
lunchroom, Ruteck's. De twee leerden
elkaar op school kennen. Het huwe
lijk werd gevierd met een optreden
van de bruidegom. Een prachtige foto
toont Nel, die tussen geamuseerd toe
kijkende goochelaars staat en zicht
baar onder de indruk is van de presta
ties van haar kersverse echtgenoot.
Barry: „Ze liet zich niet kennen, hoor.
Mijn vader had een talenknobbel,
mijn moeder, een ras-Utrechtse, niet.
Ondanks dat tekort voerde ze de inte-
Fred Kaps, drie keer wereldkampioen goochelen.
schragen herkende die genialiteit al
snel. Bram liet zich door hem als ne
genjarig joch knippen, met zijn twee
broers. Na de knipbeurt kregen ze
steevast een snoepje, maar toen die
een keer op waren, leerde de kapper
broertje Lou een truc met verdwijnen
de lucifers. Dat liet Bram niet over
zijn kant gaan. Hij nam het trucje
over en was vervolgens niet meer bij
de kapper weg te slaan.
Welbeschouwd werd Fred Kaps aan
de Sijpesteijnkade geboren. Een paar
jaar later, aan het eind van de mulo
werd dat nog eens onderstreept. De
ouders van Bram lieten een beroeps
test doen waar uit rolde dat hij ge
schikt was voor de kunstacademie.
Tenminste, dat was de officiële uit
slag. In een toelichting stond: 'We heb
ben er niets op tegen als deze jongen
doorgaat met goochelen'.
Goochelen zóu hij, aanvankelijk on
der het pseudoniem Mystica, later als
Fred Kaps. Volgens Barry had hij die
naam met z'n vrouw Nel in Barcelona
een keer in het telefoonboek geprikt.
Dick Koornwinder houdt het op een
variant van Daks. „Die firma ver
kocht regenjassen en adverteerde met
heel mooie letters. Daar had Bram een
zwak voor, hij had ook een mooi logo
laten maken van de initialen FK."
Sjah
Hoe het ook zij, Fred Kaps werd we
reldberoemd. De sjah van Perzië liet
hem 'invliegen' voor een optreden.
Toen zakentycoons Verolme en Zwols-
man in de jaren zestig de Indonesische
Fred Kaps. 's Werelds groot
ste goochelaar ooit. Keizer
der magiërs. Drie keer wereld
kampioen, voor het laatst in
1961. Woonde het grootste deel
van z'n leven als Bram Bongers
in Utrecht, Kanaleneiland. Z'n
mooiste truc? Dochters Barry en
Gaby:„Dat waren wij."
Beroemdste truc: het nimmer
leegrakende 'zoutvaatje'. „Mama
had na zijn dood voldoende zout
voor de rest van haar leven."
Op een nieuwe dvd vertoont hij
nog eens zijn mooiste optredens.
Het zit de bewoners van de Hollandse
delta niet mee. Terwijl de zeespiegel
stijgt, daalt de bodem. Terwijl het klimaat
verandert en er meer regen in kortere tijd
gaat vallen, verandert ook nog eens de loop
van de depressies. Daardoor blijven de
buien straks ook nog eens mooi het stroom
gebied van de grote rivieren volgen. Valt
Nederland op termijn nog wel droog te hou
den? De Delftse hoogleraar Van den Akker
heeft op die vraag een even simpel als ont
luisterend antwoord: Nee.
Niet meteen schrikken. Met wat kunst- en
vliegwerk kunnen we de boel nog wel een
aantal eeuwen droog houden. De Delfste
hoogleraar hydrologie Kees van den Akker
is in zijn vakgebied een optimist. Terwijl
sommigen van zijn collega's al over hon
derd jaar grote stukken van Nederland
door de golven verzwolgen zien worden,
geeft hij ons nog wel even de tijd.
„Honderd jaar redden we nog wel. Zelfs
met allerlei nieuwe technieken zullen we er
niet aan ontkomen om over vijfhonderd of
duizend jaar grote delen van Nederland op
te geven; om te zeggen: 'Nederland, het was
leuk voor duizend of tweeduizend jaar.
maar nu is het op.' Het is eigenlijk een heel
simpel sommetje. Sinds we 800 jaar gele
den begonnen zijn met drooglegging is de
bodem alleen maar ingeklonken. Waar al
leen maar weg gaat en niks bij komt, is het
op een gegeven moment over en uit."
Deltawerken
De Delftse hoogleraar is geen pessimist die
een beetje zwartgallig zit te wachten op
zijn eigen Hollandse Apocalyps, blij is ie
mand die er voor heeft doorgeleerd om het
water buiten de deur te houden. Een tech
neut die liever vandaag dan morgen langs
de Nederlandse kust gaat experimenteren
met het vanaf grote diepte oppompen van
zout kwelwater. Zelf verwacht hij veel van
deze innovatieve manier om met name die
pe droogmakerijen leefbaar te houden
„We denken dat er heel veel aan te doen is,
maar dan moet je wel de ruimte krijgen om
iets te doen. Het grote probleem is dat we
juist bezig zijn om heel veel kennis af te
bouwen. Het idee was dat Nederland na de
Deltawerken af was. Ja, dank je de koe
koek."
Als er de afgelopen jaren iets is aange
toond, dan is het wel dat het Nederlandse
watersysteem aan alle kanten aan de grens
van zijn capaciteit zit. Een stevige regenbui
in het Westland en de komkommers drijven
de kassen uit. Hevige regenval in het
stroomgebied van de grote rivieren en we
hebben bijna een grote overstroming.
„Er is berekend dat in extreme gevallen de
watertoevoer bij Lobith nog tweeduizend
kubieke meter per seconde meer kan zijn
dan toen het land van Maas en Waal bijna
overstroomde. Wat doen we als dat water
op ons af komt? Ergens een poldertje onder
water laten lopen is slechts een druppel op
een gloeiende plaat. Reken maar uit: als je
dit soort hoeveelheden water moet bergen,
staat een gebied van een kilometer bij een
kilometer in iets meer dan acht minuten
een meter onder water."
Voordat er weer ergens gebouwd gaat wor
den, moeten we er eerst voor zorgen dat het
watersysteem op orde is. Dat is zijn belang
rijkste boodschap. Daarmee voelt hij zich
een roepende in de woestijn. „Als er ergens
wordt gebouwd, is het watersysteem nog al
tijd de sluitpost. Het is verschrikkelijk
moeilijk om dat binnen de politiek te verko
pen. Want je komt altijd met beperkende
maatregelen. Als een probleem als het nade
rend einde van de voorraad aan fossiele
brandstoffen al niet hoog op de politiek
agenda staat, wat moeten wij dan doen?
Roepen dat je ergens niet moet bouwen om
dat je anders over honderd of tweehonderd
jaar in de problemen komt?"
Bij Gouda staat een grote nieuwbouwwijk
in de planning, in de Zuidplaspolder, de
diepste polder van Nederland. Zes meter on
der NAP, terwijl de Hollandse IJssel er op
vier meter boven NAP direct langs loopt.
„Ik zou daar dus nooit gaan wonen. Ik ga
niet zes meter onder NAP wonen, dat doe
ik niet. Op college maak ik altijd het grap
je: ik ben niet voor niks op de Utrechtse
tweede boezem of desnoods via gesloten
pompen terug naar zee te pompen. Wat we
nu doen is toch een beetje krakkemikkig. Je
pompt het water pas weg op het moment
dat je het de grond uit ziet komen."
Grootschalige experimenten met nieuwe
technieken ziet de hoogleraar echter niet zo
snel van de grond komen. Ze kosten veel
geld en ruimte, en: 'met name uit de natuur-
hoek krijg je te horen: Laat dat water nou
gewoon zijn gang gaan Wie dat zegt, be
seft niet dat je het zonder ingrijpen gewoon
niet houdt. Nederland bestaat bij de gratie
van de techniek. Wie dat bestrijdt, daag ik
uit om alle gemalen veertien dagen uit te
zetten en dan te kijken wat er gebeurt. We'
bestaan bij de gratie van het pompen of ver
zuipen."
Slecht nieuws
Nederland moet niet alleen investeren in
nieuwe technieken voor droge voeten, het
land moet ook anders worden ingericht. De
hoogleraar is niet bang om flinke stenen in
de vijver te gooien. Voor de boeren die zo-
mer en winter hun landerijen droog willen
houden heeft hij slecht nieuws. Met hun
roep om een droge bodem, versnellen zij het
inklinken van de polders en daarmee de on
dergang van Holland.
..Misschien is het beter om natte natuur te
introduceren op de plek waar nu nog boe
ren zitten. Daarmee kunnen we dan de boel
een beetje langer rekken Wonen onder
zeeniveau? Tja, daar zullen we toch ook een
keer van af moeten. „De volgende nieuwe -
stad moeten we op de Veluwe gaan bou
wen. Dan krijg je te horen: handen af van
de natuur? Die paar wilde zwijnen? Het
Vondelpark heeft een grotere biodiversiteit
dan de Veluwe. Welke idioot die hier in de
tijd van de Romeinen binnenkwam, ging er
nou in de diepste put wonen? Niemand! Die
mensen gingen op een zanddonk wonen.
Wat doen wij? Op de Veluwe laten we an
derhalf hert rond lopen en zelf gaan we in
Moeraswijk wonen. Dat is een volstrekte
ontkenning van ieder normaal gevoel van
de mens
Ruud Sep
Eikerzee, 1953 foto Zeeuws Documentatiecentrum
heuvelrug gaan wonen, in Veenendaal, op
negen meter boven NAP. Waarom bouwen
we op zes, zeven meter onder NAP? Het zou
de boel toch wakker moeten schudden wan
neer een techneut dat roept."
„Ik zeg wel eens: eens in de tien jaar moet
er iets gebeuren om ons wakker te houden.
Het effect van een overstroming is na tien
jaar goeddeels weggeëbd. In Limburg wil
len ze al weer gaan bouwen langs de rivier.
We leren het nooit, hè. Ik pleit hier niet
voor een nieuwe watersnoodramp. Mis
schien zou je de hele Tweede Kamer eens
bij windkracht 8 aan de Waal moeten zet
ten. Op zo'n lullig dijkje waarachter de gol
ven een meter hoog zijn en waarbij vijf me
ter lager een boerderij staat, en dan vragen:
wie zou daar willen wonen?"
De waterhuishouding in Nederland kan be
ter, daar is Van den Akker van overtuigd.
„We hebben de traditionele methoden: weg-
draineren, bergen en wegpompen. Daar
kun je al een heleboel mee redden, als je
maar genoeg ruimte krijgt. Om de zoute
kwel tegen te gaan kun je ook heel anders
te werk gaan. Je kunt diepe putten slaan en
het kwelwater oppompen om het via een