Een snufje zout op de zeesla 25 De zegeningen van een bijensteek 27 i Shell blaast te hoog van de toren 29 i Oranjekoorts in Albufeira ff» M v Veerse Meer Vers water in Colijnsplaat Kamperland NOORD - BEVELAND Kortgene Zandkreekdam met doorlaatmiddel Wolphaartsdijk bijlagen: 0113-315680 uil edactie@pzc.nl 31,4460 AA Goes ntie-exploitatie: pn Midden-Zeeland: 0113-315520; Vlaanderen: 0114-372770; al: 020-45625 00. dag 24 april 2004 foto's Camile Schelstraete het bedieningshuis zijn trouwens de schuiven geïnstalleerd waarmee Rijks waterstaat het doorlaatmiddel kan af sluiten. „Dat is nodig omdat het toch een primaire waterkering blijft en om dat we gebonden zijn aan het afge sproken peil." Hoewel er gemiddeld 40.000 liter per seconde door de pijpen stroomt, zal de werveling van het water enkel tot een paar honderd meter voorbij de dam merkbaar zijn. Het getijtijverschil, dat in de Oosterschelde meters be draagt en zodoende bij de pijlerdam een schuimende, kolkende watennas- sa oplevert, blijft in het meer beperkt tot amper een decimeter. Zelfs verzou ting is een betrekkelijk begrip. Het water in het Veerse Meer is met onge veer tien promille nu al brak. In de Oosterschelde wordt ruim vijftien pro mille zout gemeten, een gehalte dat Rijkswaterstaat in het meer hoopt te benaderen. Dat bestempelt de opera tie tot een voorzichtige zoutinjectie. Een snufje zout op de zeesla, dat moet het doen. En toch verwacht bioloog Eugène Dae- men van Rijkswaterstaat Zeeland daar een fikse verbetering van. Het Veerse Meer is volgens hem nu soort- arm vanwege de grote schommelingen in het zoutgehalte. Veel organismen kunnen daar slecht tegen en zullen straks veel beter af zijn, terwijl algen en zeesla minder kans krijgen. „Het moet allemaal nog blijken na tuurlijk, maar de verwachting is dat het meer weer zal gaan lijken op de Oosterschelde en dat is uiteraard goed nieuws." Daarnaast is er het perspectief van een rijkere visstand. „Het zou best kunnen dat je in de nieuwe situatie soorten uit de Oosterschelde, zoals platvissen, ook aantreft in het Veerse Meer. Misschien wordt dat wel een echte broedkamer, daar heb je name lijk rustig water voor nodig. We heb ben het vanwege dit karwei een paar jaar terug onderzocht en toen bleek er al veel jonge haring in het meer te zit ten." Sportvissers Zal die wetenschap ook het beeld ople veren van sportvissers op het nieuwe kunstwerk? Rijkswaterstaat moedigt het bepaald niet aan. Integendeel, er zal eerder een verbodsbord verschij nen. Maar de praktijk bij een verge lijkbare sluis in de Grevelingen laat zien dat vissers die visioenen hebben van volle netten, zich slecht laten te genhouden. Ze gooien nu eenmaal graag de hengel uit waar stroming is, want daar kun je vis verwachten. En stroming is een on vermijdelijk gevolg van de uitholling overdwars in de Zandkreekdam. Jan Jansen londerbrekers, klaar om geplaatst te worden T Terkeersader en waterke- V ring. De Zandkreekdam tussen Zuid- en Noord-Beve land is het, typisch Zeeland, al lebei: schakel in een drukke noord-zuid verbinding, en scheidslijn tussen Oosterschel de en Veerse Meer. De laatste jaren is dit Deltawerk vervol maakt. Dankzij een tweede brug over de sluis behoort het beruchte, zomerse verkeersin- farct op dit punt tot het verle den. En nu is het water aan de beurt. In de dam ligt een nieuw 'doorlaatmiddel', om een ver vuild meer door te spoelen met zout water. Weg met de zeesla soep. De vertroebeling door algenbloei maakt er een onzichtbare bela ger van, maar het is wel degelijk glib berige zeesla die aan je bloten benen friemelt. De in het Veerse Meer pootje- badende recreant krijgt er de kriebels van. En later in het seizoen teistert de stank van het rottende wier zijn reuk orgaan. Vervuiling. Het is slecht nieuws voor een als Zeelands pronkjuweel ontwor pen waterpartij. Dat ontwerp dateert van de jaren zestig en is een direct ge volg van de Deltawerken. In 1960 wor den eerst de afsluitcaissons in het oos telijke gat gesleept en ontstaat de Zandkreekdam, een jaar later volgt de afsluiting aan de westkant, de Veerse Dam. Het Veerse Gat wordt binnenwa ter, het Veerse Meer. Daar kan het in die jaren sterk groeiende toerisme zijn voordeel mee doen, denken de beleidsmakers. Ze planten bos, leggen haventjes en par keerterreinen aan, laten oude platen opbloeien. En ze krijgen gelijk. Dag jesmensen, zwemmers, wandelaars, fietsers, sportvissers en waterspor ters, allemaal komen ze af op de glans van dit nieuwe juweel. Maar al sinds de jaren tachtig is ook de keerzijde te zien: vervuiling en ver loedering. Gebrekkig onderhoud, op snelle winst beluste recreatie-onderne mers en slordige toeristen zijn debet aan de verloedering. Vervuiling ont staat doordat nitraatrijk polderwater onbelemmerd in het stilstaande water stroomt, terwijl te veel recreanten het meer aanzien voor stortplaats en toi let. Het resultaat is uitbundige algengroei en op de diepere plaatsen gebrek aan zuurstof; en overal aan de randen vindt zeesla zijn stek. Het pronkju- .weel dreigt zijn glans te verliezen. Betrokken overheden en instanties Middelburg k zien dat ook wel in. Jarenlang overleg heeft pas een gezamenlijke 'gebiedsvi- sie' voor het Veerse Meer opgeleverd vol streefbeelden en verbeterpunten. Het is een glossy boekwerkje gewor den. De moeilijkheid is alleen dat zulk papier geduldig is, dat er te veel partijen aan meeschrijven die met een platte beurs op zak de pen ter hand ne men. Boompje groot, plantertje dood, zo on geveer zal het met dit plan gaan. Met één uitzondering: de vervuiling wordt nu al aangepakt. Na jaren van aarze ling en geldgebrek liet Rijkswater staat zich dan toch overtuigen door Zeeuwse belanghebbenden om einde lijk werk te maken van dat 'doorlaat middel'. Het is de remedie, denkt iedereen, te gen zuurstofgebrek en zeesla. Leid het water van de heldere Oosterschelde onderdoor de dam naar het troebele Veerse Meer en door die zoutinjectie zal alles beter worden. Twee jaar gele den begon het en nu nog wemelt het op de dam van de bouwvakkers, graaf machines en torenhoge kranen. Maar, de klus is bijna klaar. Een timmerman slaat de laatste spij kers in zijn bekisting, een duiker con troleert of de betonnen elementen van de drempel in het meer goed op hun plek staan, een reuzenkraan tilt brug- delen op het soort oplegger dat melige chauffeurs graag sieren met de leuze 'ik heb de langste'. Druk, druk druk. Maar over een maand moeten ze alle maal weg zijn, verzekert projectleider Daniël de Kramer. Rare kronkels Dan stroomt met het tij het water on belemmerd het Veerse Meer in en uit door een onder de dam verstopt door laatmiddel (verzin eens een andere naam, riep pas nog commissaris van de koningin Wim van Gelder, maar hij is nog niet tevredengesteld). Dan hoeft ook het landverkeer geen rare kronkels meer te maken langs de laag wel altijd wat zoeter blijven dan het diepere water. Zout is zwaarder dan zoet. „Bovendien regent het en blijven ze vanuit de polders lozen op het meer." Deels lost dit probleem zichzelf op om dat bij eb in de Oosterschelde water uit het meer naar zee stroomt en dat zal voornamelijk de zoete bovenlaag zijn. Verder houdt een drempel op de bodem van het Veerse Meer vlakbij het doorlaatmiddel de zoutstroom te gen. Gelijk peil Heikel punt is nog wel het onnatuurlij ke verschil tussen zomer- en winter- peil. 's Winters staat het water in het meer zeventig centimeter lager. Dat gebeurt om waterschap en boeren te gerieven; zij willen het overtollige wa ter uit de polder kunnen lozen. Een streefbeeld uit de gebiedsvisie rept van een gelijk peil het hele jaar door. Maar dat zou een investering van nog eens ettelijke miljoenen vergen in de afwatering van het aangrenzende ge bied. Aangezien dat geld er niet is, laat men, een beetje morrend, voorlo pig alles bij het oude. Diep onder een kloeke dam twee tach tig meter lange kokers leggen van 5,5 bij 3 meter (daar kwamen uiteindelijk de rekenmodellen op uit), is een klus die spektakel oplevert. Zo moest de aannemingscombinatie Zandkreek dam twee caissons uit 1960 uit de weg ruimen en over de zo ontstane diepe bouwput twee noodbruggen leggen. Wie nog de beelden voor ogen heeft van een menigte slepers die de grote bakken naar de sluitgaten sjort, kan zich iets voorstellen bij de omvang van het karwei. Maar toch blijft van al dat spektakel straks weinig over. De 'fietstunnel- tjes', zoals De Kramer de betonnen ko kers noemt, liggen onzichtbaar onder zand en klei. Alleen de wanden van in- en uitlaat en een bedieningshuis getuigen van hun aanwezigheid. In meer te brengen? De Kramer: „Daar zijn jarenlang steeds verder verfijnde rekenmodellen op losgelaten. Uitein delijk is besloten dat één doorlaatmid del volstaat, mits in de goede maat. Aan de Veerse Dam hoeven we niks te doen. Volgens de modellen kruipt het water uit de Oosterschelde als een zouttong over de bodem van het meer in westelijke richting. Binnen een jaar bereikt het de Veerse Dam. Dan heb je alleen nog wat wind en stroming no dig om zout en zoet met elkaar te ver mengen." Volgens de projectleider zal de boven- bouwput. De Kramer vraagt begrip voor de aarzelingen van Rijkswater staat. Ook deze dienst moet bezuini gen en het Zandkreekdam-project is, met meer dan twintig miljoen euro, een duur karwei. Aanpassingen om het landverkeer door te laten stromen, bijvoorbeeld twee tijdelijke bruggen over de bouwput, drijven de prijs op. Bovendien is er lange tijd twijfel over effect en omvang van het doorlaatmid del. Hoe hoog en hoe breed moet het worden? En volstaat één sluis wel, moeten we niet ook de Veerse Dam doorsteken om genoeg zout in het Projectleider Daniël de Kramer - BEVELAND

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 23