Nog net droge voeten Het grote huis rechts was een grenscafé PZC Kwa, 'k gae de wekker opwinne Nieuwe Raadkaart ^EK\ to Agenda dinsdag 20 april 2004 Datgene waar je het meeste rekening mee moet houden en waar nie mand enige invloed op kan uitoefenen is de water stand. De getijden worden bepaald door de aantrek kingskrachten van de zon en de maan. Wanneer de zon en de maan ten opzich te van de aarde op één lijn staan, is het nieuwe maan of volle maan. In beide ge vallen is het springtij. Bij volle maan is het getijde iets hoger dan bij nieuwe maan omdat de aarde dan tus sen de zon en de maan in staat en de aantrekkingskrachten van deze hemellichamen elkaar ver stevigen. Springtij en noord westerstorm. Op 20 maart was het nieuwe maan, maar door de noordwes terstorm was het erg hoog wa ter. Op 21 maart was het spring tij. Springtij komt meestal 36 uur na volle of nieuwe maan. Worstelend tegen de wind lie pen we die zondag in Het Ver dronken Land van Saeftinghe. Sommige zilvermeeuwen had den al een nest. We werden at tent gemaakt op een broedend ganzenpaar, want het mannetje maakte ons met veel gesnater en vleugelgeklap duidelijk dat we daar niet welkom waren. Voor zijn voeten lag zijn vrouwtje te broeden. Veel vogels waren er niet. Als het stormt, blijven ze ook graag dicht bij de grond. De dag daarvoor was het water al erg hoog geweest. Daardoor waren we gewaarschuwd. Rui me marges in acht nemend, lie pen we onbezorgd te genieten van de storm en het ruwe oer- landschap. Het hoge water van de vorige dag had voor veel af slag gezorgd. Dat is niet zo mooi. Wat wel mooi is, zijn de schitterende oeverwallen, die de gelaagdheid van Saeftinghe prachtig laten zien, wanneer er weer een stuk afgebroken is. In de geulen stond meer water dan normaal en we moesten vaak uit de geulen klimmen en over de schorren lopen. Bij noordwester- storm wordt het water van alle kanten in de geulen van Saef- tinghe geblazen. We moesten on ze weg nogal eens wijzigen en omlopen door het hoge water en we besloten ook maar op safe te spelen en recht naar de dijk te rug te wandelen. We kwamen nog verschillende geulen tegen die snel onder liepen. We heb ben droge voeten gehouden, maar dat was soms maar op het nippertje. Geulen Toen we op de dijk stonden en eens omkeken naar het Verdron ken Land van Saeftinghe leek het een rustig groen grasveld. De geulen zijn verborgen zodat het lang duurt voordat je vanaf de dijk het water binnen ziet ko men. Wij besloten te wachten op het hoogste punt van het spring tij, zodat we konden zien hoe hoog het water zou komen. Het kwam heel hoog. Heel Saefting he stond blank. Door de storm veranderde het vredige groene De brug naar de Noord in Het Verdronken Land van Saeftinghe. foto's Mare den Toonder De PZC sponsort Het Zeeuwse Landschap. In 'Natuurlijk Zeeland' doen medewerkers van deze stichting verslag van wat er speelt in de Zeeuwse na tuurgebieden: onverwachte vondsten en bijzondere ge dragingen passeren weke lijks de revue. En natuur lijk ook de successen en mislukkingen in het be heer. De brug naar de Noord enkele uren later. grasveld in eert woeste zee met hoge golven. Alle hoge gedeel ten stonden onder water. Zo'n hoog tij heeft natuurlijk ook na delige gevolgen. Toen het ter rein weer begaanbaar was, zijn we terug gegaan. De gans snater de niet meer. Verdrietig zat het ouderpaar op een hoog gelegen graspol. Het nest was verloren. Veel vogels verloren hun nest en moeten weer opnieuw beginnen met broeden. Zo gaat dat in zo'n dynamisch natuurgebied. Verschillende malen per jaar ko men zeer hoge stormtijen voor. Toch blijft het indrukwekkend, en ook gevaarlijk. Veel mensen onderschatten het gevaar en we ten niets meer van getijden. In Het Verdronken Land van Saef tinghe mag je alleen onder lei ding van een gids het gebied in trekken, waarbij de vertrektij den en de duur van de excursie mede bepaald worden door de getijden. Hierbij wordt een rui me veiligheidsmarge in acht ge nomen en de gidsen zijn op de hoogte van de te vernachten wa terstanden. Toch zijn er altijd weer mensen die dit onzin vinden en probe ren op eigen gelegenheid een eindje het schor in te lopen. Zon dag ook weer. Verrast door het plotseling opkomende water konden ze niet meer dat ene ver boden geultje terug oversteken en stonden hulpeloos te wach ten. Gelukkig werden we ge waarschuwd en konden we nog op tijd ingrijpen, maar wat ge beurt er als er niemand in de buurt is? [/INITIAALRRJHet ge- tijdenverschil is in Het Verdron ken Land van Saeftinghe glo baal ruim 5,2 meter. Bij Bath, tegenover Saeftinghe, bedraagt de vloedgolf 200 miljoen kubie ke meter. Dat betekent dat er ge middeld zoveel water Saefting he binnenstroomt. Brak Bij springtij komen er nog een aantal kubieke meters bij. Plan ten en dieren die in dit gebied leven moeten, kunnen verdra gen dat ze vaak onder water staan. Ze moeten ook het zout kunnen verdragen, want bij Sae ftinghe is het water brak. Wat er overblijft zijn sterke, zeldza me planten. Zoogdieren komen er nagenoeg niet voor, wel veel vogels. Wat je na een vloed en zeker na een springvloed kan vinden is dood plankton. Het wordt ook wel zeeschuim ge noemd. Dat dode, plantaardige of dierlijke materiaal drijft op het water en blijft aan de kant op de slikken liggen. Wanneer je het tussen de vingers fijn wrijft en het voelt korrelig aan, is het fytoplankton. Als het slijmerig aanvoelt is het zoöplankton. Diny de Putter Diny de Putter is medewerkster externe betrekkingen en gids in Het Verdronken Land van Saef tinghe. Er zijn toch nog weer reac ties binnengekomen over het drogen van appeltjes. De heer Gideonse uit Wemeldinge kan het weten, want hij was zelf bakker en schrijft dat ze in de ruimte boven de oven op papie ren suikerzakken te drogen wer den gelegd. De opbrengst was voor de bakkersknecht. Dat het ook zonder bakkersoven kan, schrijft de heer Koster mans uit Halsteren. „Bij ons werden eens per jaar vier was manden met geschilde appels op gehaald en naar de steenfabriek van Guillaume de Leeuw - die inmiddels niet meer bestaat - ge bracht. Naast de oven waar de holle bouwsteen in gebakken werd, werden die manden gezet. Enkele dagen later kregen we een volle mand terug.'' Mevrouw Slabbekoorn-Rijn uit Brouwershaven bracht de appel tjes naar de 'coöperatie' aan de Bierkade in Goes. De geregen appels, met een lengte van een meter, werden in een teil gelegd, gebracht en gehaald. Het kostte een gulden. Na de oorlog gingen de appeltjes naar de grasdroge rij van Timmerman in Goes. En nu, nu legt ze ze op de radiator en dat gaat ook. De kleinguus smulle d'r nog even graag van. We laten nu de appeltjes voor wat ze zijn en gaan naar de reac ties op het al dan niet bekend zijn met het woord klamoaten. En jawel, tot in Duitsland toe. Mevrouw Van de Linde uit Kort- gene schrijft dat ze bij een Duit se mevrouw diende die het woord klamotten gebruikte als ze haar spullen of kleren bij el kaar zocht. Mevrouw Kruse uit Middelburg kent het woord uit Twente en ook uitgesproken als klamotten. Tikketeêle is ook bekend. Me vrouw Doeleman uit Zierikzee schrijft hetrvolgende. „In ons ge zinnetje is tikketeêlen een ge vleugelde uitdrukking, vooral bij gedonder in de auto. We ken den het van onze, helaas overle den, favoriete Nieuwerkerkse buurvrouw. Als we met vakan tie gingen en de kinderen zaten in de auto te mieteren, zeiden wij: 'Wat zegt buurvrouw Van Felius?' Een driestemmig ant woord volgde: 'Nie tikketeêle!' Niet dat ze ermee stopten, maar toch!" Wanteweven is ook her en der bekend, evenals verschillende variaties van reêze (rijgen). De heer Van der Vlugt uit Sint-Maartensdijk komt met een synoniem voor wanteweven: reêmele. 'Zit toch nie zö te reêmelen.' Het woord reêmele staat niet in het dialectenwoör- denboek, wel reême, maar dat betekent 'een jaap geven of hard werken'. De familie De Putter schrijft: „Ook in Zeeuws-Vlaanderen kennen we wanteweven en reese- len. 'De reesel bloedkoralen is gebroken.'" Volgens de heer Ver- hage uit Hansweert is een reêze een compleet snoer en één rij is 'een toertje kraelen'. Maartje Stuut uit Zierikzee schrijft: „Bij ons thuis hadden we het altijd over een (klein) rêêstje of een (grote) rêêste krae len. Een veel voorkomende be zigheid van kleine meisjes was kraelen rêêste." En over reêe: „Mijn vader zei altijd 'kwa, 'k gae meneige es oprêêë, en dan bedoelde hij dat hij zich netjes ging maken om de deur uit te gaan." Mevrouw Stuut vraagt zich af waar het woordje kwa nou eigenlijk vandaan komt? „Als mijn vader op visite zat en van plan was op te stappen, zei hij 'kwa, ik gae es opstappe'. Als mijn opa de visite weg wilde hebben zei hij: 'kwa, 'k gae de wekker opwinne' of 'kwa, 'k gae nae bédde. Een'bekend zinnetje bij ons was ook: 'kwa zei bure, ma ze bleef nog een ure'." Stuut veronderstelt dat kwa een algemeen bekende uitdrukking was om op te stappen. Was? Is! Het wordt volgens mij nog vaak gebruikt. Kwa kondigt in de re gel een actie aan. Het Woorden boek der Zeeuwsche Dialecten geeft diverse voorbeelden. 'Kwa, 'k za m'n padje es ge kor te.' En als variatie op 'kwa zei bure': 'Kwa, zei Jan, mae 't kwam d'r nie van.' Ook de varia tie kwan wordt vermeld en dat komt ook in andere diale'cten voor. Steeds in de betekenis van 'kom aan'. Je mag veronderstel len dat het afgeleid is van oude vormen van dat woord. In elk ge val niet van het Franse quoi. Mevrouw Olivier uit Den Haag schrijft over uitdrukkingen met een plaatsnaam erin, maar meldt ook het woord joek'illen. Daarmee worden joekbobbels bedoeld of moggebulten. Joek'il len is typisch voor Schou- wen-Duiveland. Een andere fraaie uitdrukking die ze zich herinnert is 'voe schobberde bonk loape' oftewel 'voor schan daal erbij lopen'. Veel reacties zijn er op de waag naar krachttermen. En de rij met uitdrukkingen met een Zeeuwse plaatsnaam is 'zö groat as olf Yense, mae je kan voe de weerlicht nog an toe nie op aol- les glieke reagere'. Engel Reinhoudt In de studio van Zeelandnet in Kamperland wordt zondag (25 april) een toneelstuk in het Zeeuws opgevoerd. Het stuk heet Ut Nehalenniabeeld ofwel de Colijnse en Kurtjeense twis ten. Aanvang 14.30 uur. Reserve ren via 0113-695614. Groeien uit Nieuw -Namen (Belgische grens) ten. Het voornaamste middel van bestaan was immers de vis vangst (mosselen, garnalen, bot)." Veel vissersboten uit Nieuw-Namen (en ook uit Kield- recht en Meerdonk) hadden om streeks 1900 hun thuishaven in Emmadorp. Het kenteken van de vissersschepen uit Nieuw-Na men was overigens CLN (Clin- ge). Goossens geeft aan dat Nieuw-Namen op een roest bruin gekleurde zandheuvel ligt, die ongeveer zes meter bo ven Normaal Amsterdams Peil uitsteekt. „Het dorp kreeg be kendheid toen het 'zandgelaag' - nu meester Van der Hey- den-groeve - officieel werd opengesteld in april 1983. Het is een natuurreservaat, ook be kend door zeldzame schelpen soorten." Trouwe inzender C.F. Stevense uit Middelburg noemt als uitba ter van het grenscafé vóór de fa milie Boogaert, de familie Van Duyse. De douanepaal stond in het stukje niemandsland tussen België en de douane en was be doeld om de invoerders van goe deren erop te attenderen dat ze aangifte moesten doen. „De paal was geverfd in schuine ba nen rood, wit en blauw." Stevense merkt op dat de straat alleen in het midden was gepla veid met kinderkopjes. „De zij kanten van de straat waren vooral 's winters een grote mod derpoel. De bewoners verhard den deze zijkanten zelf maar, met lege schelpen van mossels en krukels." Deze inzender wijst op de kerk, waarvan de to ren midden achter op de kaart goed te zien is. „Een neo-goti- sche door P. Soffers ontworpen kerk, in 1860 gewijd aan Sint-Joseph. De toren die op de kerk stond is in 1912 afgebro ken. Later is er een nieuwe to ren naast de kerk gebouwd." Nieuw-Namen heette vroeger Hulsterloo. Het was tot aan het eind van de zestiende eeuw een centrum van Mariaverering. Na overstromingen in de zestiende eeuw, bleef van Hulsterloo wei nig over. Het inwonertal steeg weer na de inpolderingen in oos telijk Zeeuws-Vlaanderen. De mensen waren katholiek en hoorden tot de parochie Kield- recht. De bisschop van Breda bepaalde in 1858 dat het Neder landse deel van de Kauter een eigen parochie moest krijgen. In 1860 kreeg die de naam Nieuw-Namen. Dat is een ver wijzing naar het oude dorp Na men, dat nu verzonken ligt in het Verdronken Land van Saef tinghe. Namen werd in 1717 de finitief opgegeven; de kerkklok hangt niet in Nieuw-Namen, maar in Graauw. Eén inzender herkende de paal Rijksrechten wel, maar plaatste die in Sint-Jansteen. De win naars van de waardebonnen zijn: H. Verplancke-van Kerst- haver, Nieuw-Namen, J. van den Elshout, Hulst en C.F. Ste vense, Middelburg. Rinus Anton isse Leoni Verdurmen stuurde in maart 1906 een prentbrief kaart aan mejuffrouw zuster Van Vliet in het Sint-Joris Gast huis te Delft. Groeten uit Nieuw-Namen staat aan de voorzijde. Met voor alle duide lijkheid tussen haakjes de toe voeging Belgische grens. Dorps bewoner H. Verplanke-Van Kersthaver schrijft dat de grens van Kieldrecht met Nieuw-Na men te zien is, met zicht op de Dorpsstraat, tegenwoordig de Hulsterloostraat geheten. „Ik herken mijn geboortedorp Nieuw-Namen, voor de dorpsbe woners de Kauter. Het is het meest oostelijke dorp van Zeeuws-Vlaanderen", meldt R. Goossens-van der Heyden uit Oostburg. „Enkele tientallen meters richting de kerk ben ik geboren. Het grote huis rechts op de foto was een grenscafé, op de gevel 'Zeeuwsch-Vlaanderen bij H.J. Boogaert'. Rechts van de kaart (niet zichtbaar) was het vroegere grenskantoor." Op de grenspaal is vaag het woord 'Rijks rechten' te lezen. Inzender Goossens vertelt dat in de jaren dertig-veertig van de vorige eeuw er in het dorp nog vrouwen waren die kleder dracht droegen. „Onder meer zwarte lange rok en jakje, met voor een witte schort en op het hoofd een sierlijk mutsje. De mannen droegen schipperspet Van het zuiden naar het noorden van de pro vincie is in de collectie van Hans Linden- bergh maar een kleine stap. De gebouwen op de kaart vertonen stadse allures. Vraag is: om welke plaats gaat het en wat is de naam van de straat? Gegevens over de situatie toen en nu zijn wel kom. Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk zaterdag 24 april worden gezonden naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; per fax: 0113-315669; per mail: redactie@pzc.nl. Drie waardebonnen worden verdeeld onder de in zenders van goede oplossingen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 20