Moederschap als carrière Afasie: ineens sprakeloos Paracetamol Senioren onder elkaar Overgewicht Naast alle andere onheil blijkt overgewicht nu ook nog de kans op nierstenen te vergroten. Hoe ernstiger het overge wicht, des te zuurder is de urine en des te groter is de kans op de vorming van nierstenen, concludeert N. Maal- ouf (University Texax, Dallas) in het vakblad Kidney Inter national op grond van een onderzoek bij 5000 mensen. Zware baan Ook altijd het gevoel datje harder werkt dan je collega's? Dat gevoel is heel natuurlijk, stelt A. Hamilton (University College, Londen) in het vakblad Current Biology. Als je zelf een taak uitvoert, onderschat je namelijk de zwaarte van de taak die iemand anders op dat moment uitvoert, con cludeert Hamilton uit een onderzoek. Hierbij liet zij men sen het gewicht schatten van een doos die iemand anders moest optillen. Tilde de proefpersoon tegelijkertijd zelf ook een zware doos op. dan onderschatte hij stelselmatig het gewicht dat de ander moest tillen. Afweer Geregeld jezelf lichamelijk stevig inspannen versterkt je afweer tegen infecties. Dit constateert D. Nemet (Univer sity of California, Irvin) in het Britsh Journal of Sports Me dicine op grond van een onderzoek bij elf tieners. Na ruim een uur worsteltraining was bij de jongens sprake van een aanzienüjke toename van diverse soorten afweercellen in het bloed. Abortus Anders dan in het verleden is gesuggereerd, lopen vrou wen die een abortus of miskraam (spontane abortus) heb ben gehad, geen verhoogd risico op borstkanker. Dit schrijft de Collaborative Group on Hormonal Factors in Breast Cancer in het medisch tijdschrift the Lancet op grond van een analyse van gegevens van 83.000 vrouwen. Deze gegevens zijn afkomstig uit 53 eerdere onderzoeken in 16 verschillende landen. Pijnstiller Niet alleen aspirine, ook de pijnstiller pa racetamol (acetami nophen) houdt moge lijk verband met het ontstaan van astma op latere leeftijd, schrijft G. Barr (Columbia University, New York) in het vakblad American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine. In een langlopend onderzoek onder ruim 120.000 mensen vond hij dat mensen die maandelijks vijf tien paracetamolletjes of meer slikken zestig procent meer kans hebben astma te krijgen dan mensen die nau welijks paracetamol gebruiken. Ofschoon er nog geen re den is paracetamol te mijden, is het, gezien het grote ver bruik van paracetamol, zinnig dit verband verder te onder zoeken, meent Barr. Langslapers Niet alleen een tekort aan slaap, ook teveel slapen (meer dan acht uur per dag) leidt overdag tot concentratieproble men en een gevoel niet goed te zijn uitgerust. Dit meldt M. Grandner (University of California, San Diego) in het vakblad Psychosomatic Medicine op grond van een onder zoek onder 100 volwassenen. Waarom ook langslapers zich niet goed uitgerust voelen, is (nog) onbekend. zaterdag 10 april 2004 Het moederschap moet onderdeel worden van je carrière. Compleet met inkomen en pensioensopbouw. Gynaecoloog Egbert te Velde. Foto GPD/Marco Hofste Dat is volgens professor Egbert te Velde (65) de enige manier om de vergrijzing te stoppen. Gynaecoloog Te Velde, bekend van de slogan 'een slimme meid heeft haar zwangerschap op tijd' nam onlangs afscheid van het Universitair Medisch Centrum (UMC) Utrecht. Allergie Het langer dan gebruikelijk uitstellen van het geven van vaste voeding aan kinderen heeft geen beschermend effect tegen het optreden van eczeem, astma of allergieën. Dit concludeert A. Zutavem (Dr von Haunersches Kinderspe- tal. München) in het vakblad Archives of Disease in Child hood op grond van een onderzoek onder 642 kinderen. Ó^ThéTma van den berg Het is een gigan tisch probleem, zegt gynaecoloog professor Egbert te Velde. „Een Ne derlandse vrouw krijgt gemid deld 1.6 kind. In andere wes- terSe landen is het kindertal nog kleiner. Dat betekent dat binnenkort een gering aantal jonge volwassenen een veel grotere groep ouderen moet onderhouden." Een van de oplossingen ligt volgens hem voor de hand: „Er moeten meer kinderen wor den geboren." Een boodschap waarvan Te Velde zo'n 35 jaar geleden al zijn levenswerk maakte. Eerst als algemeen arts in Afrika. Later als vrou wenarts en wetenschappelijk onderzoeker van het toenmali ge AZU-ziekenhuis, het huidi ge Universitair Medisch Cen trum (UMC) Utrecht, waar hij ach over allerlei vruchtbaar heidsstoornissen zou buigen. Dat leidde in 1981 tot éen nieuw operatieprogramma. En driejaar later tot de oprichting van de In Vitro Fertilisatie iMJkliniek, waarmee Utrecht de derde in Nederland werd. Ie Velde was de motor achter een nieuwe ontwikkeling. Zo introduceerde hij in de Utrechtse kliniek als eerste de sperma-injectie (icsi). Onder een microscoop wordt dan één zaadcel vastgepakt en met een naald in de eicel gebracht. Dankzij deze techniek kan ook een man met heel weinig zaad cellen vader worden. De Utrechtse ivf-kliniek scoort momenteel ook als een der hoogsten in Nederland. Een kwart van de ivf behandelin gen slaagt. Met icsi is dat zelfs dertig procent. En daarmee heeft Te Velde met zijn team inmiddels ruim 1200 kinderen op de wereld geholpen. Kritiek op Te Velde was er ove rigens ook. Vooral vanwege de voorwaarden die zijn kliniek stelt Zo worden alleen paren, onder wie ook lesbische stel len, behandeld. Vrouwen mo gen niet ouder zijn dan 45 jaar Te Velde: 'Alleen financiële waardering voor het moederschap kan balans samenleving en economie herstellen'. Foto Franco Gori en het aantal behandelingen blijft doorgaans tot zes be perkt. Te Velde: „Ivf is een prachtige uitvinding. Veel mensen die vroeger onvruchtbaar bleven, kunnen nu kinderen krijgen. Maar dat wil niet zeggen dat het leven altijd maakbaar is. Dat bijvoorbeeld vrouwen van boven de vijftig en alleenstaan den kinderen moeten krijgen. Uit ervaring is gebleken dat kinderen beter af zijn in een warm nest met twee ouders dan bij één ouder alleen." Te Velde is ook fel tegenstan der van het feit dat mensen nu de eerste ivf-behandeling zelf moeten betalen: „Als dit zo doorgaat, krijgen we hier Ame rikaanse, commerciële toestan den. Neem bijvoorbeeld een oudere vrouw die carrière heeft gemaakt. De vrouw heeft daar geen partner nodig. Ze kan in een kliniek sperma uit kiezen van een knappe, intelli gente en sportieve donor en na een jaar heeft ze voor 80.000 dollar een knap jongetje in huis. Het is de vraag of wij dat hier ook willen." Ivf uit het ziekenfonds staat eveneens haaks op de aanpak van ver grijzing. En daar is het volgens Te Velde hoog tijd voor: „Nie mand heeft kunnen bevroeden dat de pil zulke gevolgen zou hebben. Maar het is een feit. Er worden te weinig kinderen geboren om de economie draaiende te houden. Vrouwen worden nu gedwongen om te werken. Met het oog op een hoger gezinsinkomen een suc ces. Maar het betekent op lan gere termijn wel dat de vergrij zing nog harder aankomt." Met de slogan 'Een slimme meid heeft haar zwangerschap op tijd', waarschuwde Te Velde al eerder voor de risico's van de uitgestelde kinderwens. Vrouwen zijn op latere leeftijd minder vruchtbaar en de kans op complicaties tijdens zwan gerschap en bevalling zijn ook aanmerkelijk groter dan bij jonge moeders. In zijn af scheidsrede pleitte Te Velde voor herwaardering van het moederschap: „Zwangerschap wordt nu, in economische zin, als een ziekte beschouwd. Iets wat je eigenlijk niet moet overkomen. Dat inzicht moet drastisch veranderen. Moeder schap moet erkend worden, een onderdeel van iemands carrière worden. Ook qua in komen en pensioensopbouw." Te duur? Dat valt volgens Te Velde nog te bezien: „Het is de enige manier om meer kinde ren geboren te laten worden, en zo samenleving en econo mie weer in balans te bren gen." Door ALBERT DE BEER Er zijn bijzonder onaardige senioren die de milde glans van het patina missen waarmee de ouderdom be dekt heet te zijn. De scherpe botten van hun venijnige aard steken on barmhartig door de huid van him ziel. Vandaar dat de kop boven dit verhaal misschien wel knus, aardig en gezellig klinkt, maar het niet per se is. Mensen onder elkaar, of papa gaaien onder elkaar, zijn tenslotte evenmin altijd knus en gezellig. Het volgende, waar gebeurde voor val illustreert dit overduidelijk. Wij - mijn vrouw en twee vrienden - hadden afgesproken dat we een berg zouden bestijgen: in het Franse deel van Zwitserland. Nou ja 'bestijgen', het kwam erop neer, dat we er ge woon tegenop liepen, in ons geval niet eens met bergschoenen maar °P gympen. De Bella Tolla heette hij, die berg, een naam die wij vanwege zijn ongenaakbare grimmigheid meteen omdoopten in 'Aya Tolla'. We komen na veel gezwoeg en ge hijg op de top aan en jawel hoor: na tuurlijk zijn we niet de enigen. En zoals dat bijna altijd en overal ter wereld het geval is, wanneer je er gens aankomt en er al anderen aan wezig zijn: die anderen zijn altijd Nederlanders. Zo ook nu. Een ouder echtpaar heeft reeds bezit genomen van het kleine plateautje, dat de top vormt. De man kijkt wantrouwig naar ons nieuwkomers. Dacht hij net het rijk voor zich alleen te hebben, dringen vreemden in zijn territorium. Het scheelde niet veel of hij had er de vlag al geplant, niet die van het ko- jnnknjk maar zijn eigen persoonlij ke vlag. Het liefst had hij het pla teautje helemaal in bezit genomen, niet in naam van het staatshoofd, maar in naam van zichzelf. Ik haal mijn panoramakaartje te voorschijn en begin de mijnen uit te leggen, welke berg welke naam heeft. „Dat is de Mont Cervin", zeg ik wij zend. „Nee, dat is de Matterhom", zegt de ander. Het is zo'n type dat altijd al les heeft en vooral gelijk. Een duur jack, knickerbocker met van die kousen met zo'n flosje eraan, prach tige bergschoenen, een verrekijker, kompas en natuurlijk ook een hoed je met een pluimpje. En niet te ver geten: een vrouw, die net iets wil gaan zeggen, maar door hem met een wordt afgekapt met: „Hou even je mond, ja!" Met een van haat vervulde blik zit ze naar hem te kijken, in plaats van te genieten van het adembenemende panorama. Kun je nagaan wat een etter. „Nee", zeg ik, „kijk maar, hier staat het", en ik wijs op het Franstalige panoramakaartje. „Mont Cervin." „De Franse benaming voor Matter hom", zegt de man en er klinkt dui delijk minachting mee. Hij acht ons verder dan ook geen blik waardig, maar staat door zijn kijker te turen. Wij zeggen niets meer en besluiten gewoon van het landschap te genie ten met Matterhom EN Mont Cer vin. Als we weggaan kan ik het niet la ten, half voor de grap, te vragen: „U bent toevallig toch geen aard rijkskundeleraar geweest?" „Jazeker wel", antwoordt de man, terwijl hij ferm door zijn kijkertje loert. Door joyce de bruijn Het leven van een mens met af asie staat vaak compleet op zijn kop als hij na een intensieve be handeling thuiskomt. Om deze mensen niet in een zwart gat te laten vallen, staan de 24 vrijwil ligers en zes part-timers van het Afasiecentrum Rotterdam en omstreken klaar. Mensen met afasie kunnen er terecht voor trainingen die variëren van het leren communiceren met hulp middelen tot het voeren van een fundamentele discussie. Afasie is een taalstoornis die is veroorzaakt door hersenletsel als gevolg van een hersenin farct, een hersenbloeding of een ongeval. Coördinator Mia Verschaeven van het Afasiecen trum Rotterdam pakt er een blocnote en een pen bij. „Ik ben heel erg gewend om dingen te kenend uit te leggen", zegt ze. „Mensen met een ernstige afa sie kunnen dikwijls alleen com municeren door te tekenen of dingen aan te wijzen in onze speciale gespreksboeken. Ze be grijpen je ook beter als je het gesprek weergeeft in trefwoor den." Ze tekent het onderdeel van de hersenen waarmee we onze taal gebruiken. „Het centrum van onze taalbeheersing is de bete kenisvorming. Daarin zitten beelden en associaties van woorden. Daaromheen zit een soort woordenboek. We zoeken een woord bij een bepaald beeld. Bij mensen met een ern stige afasie is er kortsluiting op getreden in de verbinding tus sen het centrum van de taalbe heersing en dat woordenboek." Wie wordt getroffen door een ernstig hersentrauma, gaat na een ziekenhuisopname vaak naar een revalidatiecentrum. Maar na een half jaar wordt zo'n behandeling daar meestal afgerond. Tegen die tijd zijn de patiënten meestal weer in staat om zich thuis te redden. „Maar in het revalidatiecentrum moe ten ze van alles tegelijk op nieuw leren. Ze moeten zorgen dat ze zich weer kunnen voort bewegen. Ze leren zichzelf was sen en aankleden. Kortom alle functies uit het dagelijks leven. Daarbij moeten ze ook opnieuw leren spreken. In zes maanden tijd leer je dat nooit allemaal." De vraag naar meer oefening van het communicatievermo gen is enorm, bleek na de start van het Afasiecentrum in 1998. „De vraag is groter dan het aan bod", zegt Verschaeven. „Aan vankelijk waren we twee dagen per week open. Nu vijf dagen. We groeien hier in deze ruimte uit ons jasje. In principe mogen mensen blijven komen tot ze hun leerdoelstelling bereikt hebben. Wanneer dat is, kun nen ze zelf bepalen. Al moet het doel natuurlijk wel reëel zijn en moet er wel gewerkt blijven worden. Want we zijn een leercentrum, geen so ciëteit." Mia Verschaeven, coördinator van het Afasiecentrum, is gewend haar woorden kracht bij te zetten met tekenin gen. Foto GPD/Niels van der Hoeven De een wil zelf weer boodschap pen doen en een maaltijd ko ken. De ander wil een eenvou dig gesprekje voeren met de bu ren. Weer een ander wil zijn krantje 's ochtends kunnen le zen én begrijpen. Het Afasiecentrum richt zich niet op de dingen die de patiënt niet kan, maar probeert zoveel mogelijk de Testmogelijkhe den' te benutten. „Kijk, het wordt nooit meer zoals het vroeger was", erkent Verschae ven. „Maar zo gaat dat met meer ingrijpende dingen in een mensenleven. Na de geboorte van een kind wordt je leven ook nooit meer hetzelfde als vroeger. We proberen dat de mensen te laten aanvaarden." De grote kracht van het cen trum zit in het lotgenotencon tact. „Ook een deel van onze vrijwilligers heeft afasie. Men sen zien van elkaar wat ze be reikt hebben. Dat geeft hen hoop." Verder is er ook aandacht voor de partners van mensen met af asie. Want die blijven niet al leen zitten met een dierbare die helemaal is veranderd. „Je kunt je nauwelijks voorstellen wat er op zo'n partner afkomt. Die staan er soms ineens helemaal alleen voor. Moeten veel taken die de dierbare vroeger had, zelf uitvoeren." Verschaeven maakt zich zorgen over de toekomst van het cen trum. Door de bezuiningen zul len de bezoekers mogelijk ei gen bijdragen moeten gaan be talen en dat is niet voor ieder een haalbaar. Bovendien be staat de kans dat mensen min der lang de tijd krijgen om hun doelstellingen te bereiken. Verschaeven moet er niet aan denken dat ze mensen hun les sen moet gaan ontzeggen. „Wie ben ik om te zeggen dat ie mand uitgeleerd is? Je kunt nog jaren blijven doorleren. Wij hadden een man die zich tot doel had gesteld dat hij de kop pen in de krant kon lezen. Op een gegeven moment kon hij dat. Toen wilde hij ook de arti keltjes lezen. Moet ik dan tegen hem zeggen: nee, je kunt nu de koppen lezen. Nu is het klaar?" Het Afasiecentrum heeft on langs het boek 'Woorden en Da den' uitgebracht, waarin wordt verteld hoe het is om afasie te hebben en hoe het praten, le zen en schrijven werkt in het hoofd. Meer informatie is verkrijgbaar bij het centrum, telefoonnummer 010- 4587619 en op internet: www.a/a- sie.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 57