PZC
Een droom
in stoom
krijgt vorm
Spoorwegmuseum Goes
26
28
29
Hldactie10113-3*15680
E|S«ie@P«-"l
Sus31-4460AAG°eS
^Mid£z"eland: 0113-315520;
Öl»an®ren:0114-372770:
gÏÏ!020-45625OO.
jterdag 10 april 2004
Pier
Van
Kinc
van Hooijdonk, een koopje
Van gedeputeerde tot gastheer
n achter tralies
remise
spoorlijn
Vlissingen-Bergen op Zoom
toekomstige locatie I
hoofdgebouw
jmet overkapping
I aansluiting
I op NS-net
I museumspoorlijn
'naar Hoedekenskerke
Een droom in stoom wordt
langzaam werkelijkheid:
het spoorwegmuseum in Goes.
Een mooie droom - dat zeker,
maar voor de buitenwacht lijkt
het bovenal ook langzaam te
gaan. Wie het eindresultaat wil
zien, moet voorlopig over veel
geduld of een groot voorstel
lingsvermogen beschikken.
Sinds vorig weekeinde rijdt de Sto
omtrein Goes-Borsele (SGB) weer
door de Zak van Zuid-Beveland. Op
zon- en feestdagen, en in de zomer
maanden zelfs zes dagen in de week,
vertrekt de trein vanuit Goes, langs
's-Gravenpolder en via Langeweegje
naar het eindstation in Hoedekensker
ke, om daarna terug te keren naar het
vertrekpunt.
De toeristische museumspoorlijn be
staat al ruim dertig jaar. Zo'n 170 en
thousiaste vrijwilligers restaureren
locomotieven en rijtuigen, doen het on
derhoud van het materieel en de spoor
baan helemaal zelf en zorgen ervoor
dat de trein rijdt, doorgaans stipt op
tijd. Het station in Hoedekenskerke is
in de loop van de tijd steeds meer aan
gekleed. Daar is het spoor- en land
schapspark De Pluimweide ontstaan
met onder meer een minitrein voor
kinderen.
Voor het aankleden van het gebied
rond het vertrekpunt in Goes bestaan
ook al enige tijd ideeën, die de SGB
vijf jaar geleden bundelde in een Mas-
terplan. Het streven was in pakweg
vijftien jaar een heus spoorwegmu
seum te realiseren, waar het spoorweg
bedrijf uit de jaren dertig in al zijn fa
cetten zo getrouw mogelijk wordt na
gebootst.
Twee opvallende elementen uit het
Masterplan werden al snel op specta
culaire wijze gerealiseerd. Begin 2001
werd het seinhuis, dat dateert van
1920 en bij het station in Middelburg
stond, in zijn geheel verplaatst naar
Goes. Diezelfde zomer werd de histori
sche goederenloods (1876) in Middel
burg in twaalf stukken gezaagd, naar
het SGB-terrein vervoerd en daar op
nieuw opgebouwd.
Sinds vorig jaar presenteert de Stoom
trein zich tevens als spoorwegmu
seum, wat betekent dat bezoekers
voor of na hun tripje naar Hoedekens
kerke ook op het emplacement in
Goes kunnen rondkijken. Wie een
compleet en aangeharkt museum ver
wacht, zal enigszins worden teleurge
steld. Een rondwandeling maakt snel
duidelijk dat er nog heel veel moet ge
beuren. Voor een groot aantal, nog
niet gerestaureerde historische ele
menten geldt echter: het lijkt niet wat
het is. Er schuilen vaak topstukken
uit de Nederlandse spoorwegcollectie
in, maar de historische betekenis is
nog voor lang niet iedereen herken
baar.
De SGB realiseert zich dat terdege,
zegt Ronald Smits, de levende locomo
tief van het Masterplan. „We moeten
heel zorgvuldig zijn in onze communi
catie en ervoor zorgen dat we geen ver
wachtingen wekken die we pas over
drie jaar kunnen waarmaken."
De Stoomtrein is om die reden onder
meer bezig met het opleiden van vrij
willigers die bezoekers kunnen rond
leiden en vertellen wat er te zien valt
en wat de verdere plannen zijn. „We
moeten voorkomen dat mensen naar
huis gaan met het idee dat ze niets
hebben gezien. Daarom gaan we het
publiek duidelijk maken wat de bete
kenis is van de spullen waar ze tussen
lopen. Tot nu toe waren we er niet op
toegerust bezoekers te laten proeven
van al dat cultuurhistorisch erfgoed."
De SGB maakt voorlopig ook min of
meer pas op de plaats met de uitvoe
ring van het Masterplan. Dat betekent
dat de komende tijd geen grote infra
structurele projecten op het terrein
worden uitgevoerd. „Je kunt het pu
bliek niet jarenlang confronteren met
een bouwput. Daarom gaan we eerst
afmaken en detailleren wat we nu heb
ben."
Er is, hoewel niet altijd direct zicht
baar, sinds 1999 al veel gebeurd. Het
emplacement, in de jaren twintig aan
gelegd voor de tramlijnen richting
Hoedekenskerke, Wolphaartsdijk en
Wemeldinge, was in de loop der jaren
flink vervuild geraakt door steenkool
en olie. Stichting Bodemsanering NS
heeft daarom in 2001 en 2002 een in-
grijpende sanering uitgevoerd, waar
bij het terrein soms tot drie meter
diep is afgegraven. De SGB heeft tege
lijkertijd het gehele sporenplan op
nieuw ontworpen en aangelegd, ge
schikt voor de toekomstige treinen
loop. Daarvoor werden zeventig
vrachtwagens met spoordelen en bal
last van Lage Zwaluwe naar Goes ge
bracht.
De goederenloods uit Middelburg is
helemaal opgeknapt en op aanspreken
de wijze verbouwd tot restaurant, dat
een jaar geleden werd geopend. De be
strating (originele kinderkopjes) en de
sporen zijn zo aangelegd dat de vroe
gere overslag van goederen kan wor
den uitgebeeld. Vanuit het eveneens
gerenoveerde seinhuis worden in de
toekomst weer de armseinen en wis
sels op het terrein bediend.
Bij de werkplaats is een takkenbossen-
loods neergezet en de originele water
kolom uit 1927 nagebouwd. Verder
zijn onder meer historische lichtmas
ten te zien en is een handbediende
overweginstallatie geplaatst. Nabij de
lijnwerkplaats is vorig jaar, samen
met de gemeente Goes, een parkeerter
rein aangelegd.
Kleinere zaken
„We hebben nu ongeveer de helft van
de infrastructuur gerealiseerd", zegt
Smits. „De komende tijd besteden we
vooral aan het vervolmaken van het
een en ander. Het gaat om een scala
aan dingen, zoals het afmaken van het
schilderwerk aan de goederenloods,
verdere verlichting van het terrein en
het plaatsen van andreaskruisen."
„Het zijn kleinere zaken, die bij el
kaar ook heel veel tijd kosten. Boven
dien gaat het reguliere onderhoud ge
woon door. Zo moet binnen nu en an
derhalf jaar vier kilometer spoor op
de lijn naar Hoedekenskerke worden
vernieuwd. Dan praat je toch over
5000 bielzen en 8000 ton ballast die
moeten worden aangevoerd. De spoor
lijn is een rijksmonument. Daarom
willen we ook alles met authentieke
materialen doen. We zijn nu eenmaal
een museum, dus het moet historisch
verantwoord blijven."
De SGB heeft zelf maar een beperkte
begroting. Goede contacten in alle de
len van de spoorwegwereld zorgen er
voor dat talloze spullen die elders
overbodig zijn geworden, in Goes een
nieuw leven krijgen. De uitvoering
van het Masterplan werd in 1999 ge
raamd op ruim acht miljoen euro.
Schenkingen, hulp van derden, heel
veel uren vrijwilligersinzet en bijdra
gen van overheden zorgen ervoor dat
de Stoomtrein ook met een vrijwel le
ge beurs een compleet museum van de
grond weet te krijgen. Smits: „Een
groot voordeel is dat veel mensen die
bij ons de scepter zwaaien, in het be
drijfsleven wel gewend zijn om dit
soort omvangrijke projecten te doen
en met grote bedragen om te gaan."
Het jongensboek, zoals de Goese wet
houder Charles Linssen de ambities
van de SGB vorig jaar noemde, is voor
lopig nog niet af. Tegenover het instap-
perron moet een replica komen van
een stationsgebouw zoals dat bijvoor
beeld in Zwolle staat, inclusief onder
meer een vertrekhal, wachtlokalen en
dienstruimtes. Dat deel van het spoor
krijgt een overkapping. Een groot
deel van de historische kap van
Utrecht Centraal, honderd meter lang
en twaalf meter hoog, is eind 2002 ge
demonteerd en naar Goes vervoerd.
Met de overkapping ontstaat gelijk
een overdekte stallingsruimte voor de
locomotieven en rijtuigen.
Achter het stationsgebouw is een his
torisch ingericht stationsplein ge
dacht met een tramlijn in stijl. Ver
spreid over het terrein moeten diverse
attributen uit de spoorhistorie komen,
zoals armseinen, een draaischijf, een
watergebouw, een weegbrug, een la-
en Brabant. Op de lijn naar Roosen
daal gaat een authentieke internatio
nale D-trein rijden, zoals die in de ja
ren dertig de verbinding Vlissin-
gen-Berlijn onderhield. De rijtuigen
worden getrokken door een locomo
tief die de SGB zelf wil bouwen. De
verbinding Goes-Vlissingen wordt in
de toekomst onderhouden door een
elektrische binnenlandse trein uit hal
verwege de jaren dertig.
Het zijn allemaal ambities die zijn
sneller zijn opgeschreven dan verwe
zenlijkt. Zeker als je, zoals de SGB,
geen concessies wilt doen aan de au
thenticiteit. Een jarenlange speur
tocht heeft inmiddels een groot aantal
oorspronkelijke rijtuigen opgeleverd
die precies in het plaatje passen. Met
enige regelmaat arriveert er, al dan
niet in bedenkelijke staat, een nieuwe
aanwinst in Goes. Deze week nog
werd een bagagewagen liit 1920 ver
welkomd, na een lange tocht door
Duitsland en België.
Geduld
„Ook voor onze collectie rollend mate
rieel hebben we een Masterplan ge
maakt", vertelt Smits. „Daarin heb
ben we onze toekomstige collectie be
schreven. Die is zo opgebouwd dat
een samenhangend beeld ontstaat."
Daarin is ook een belangrijke plaats
ingeruimd voor het goederenmateri-
eel. „Het goederenvervoer was, als on
derdeel van de Industriële Revolutie,
in de jaren dertig het hart van het
spoorwegbedrijf. Nu is dat precies om
gekeerd en staat het personenvervoer
voorop. Op goederengebied hebben
we inmiddels een collectie die nage
noeg compleet is. Van alle typen heb
ben we een of meerdere exemplaren."
Voorlopig valt er nog veel op te knap
pen, terwijl in één rijtuig al jaren
werk kan zitten. Geduld is daarom
het devies. Als Smits een inschatting
moet maken van de termijn waarop
bijvoorbeeld de D-trein naar Roosen
daal kan gaan rijden, dan houdt hij
het op 'een jaar of zeven'. Ook de op
bouw van de stationsoverkapping laat
op zich wachten. De poten waarop de
kap rust staan nog in Utrecht en kun
nen pas aan de SGB worden overge
dragen bij de vernieuwing van het sta
tionsgebied, waarvan de datum nog
ongewis is. De overkapping wordt één
project met de bouw van de replica
van het Zwolse stationsgebouw, even
eens een immense onderneming.
„Daar is de komende jaren nog geen
zicht op."
Dat alles er ooit komt en dat het Mas
terplan dus volledig werkelijkheid
wordt, staat voor Smits niettemin
vast. Alle ideeën zijn goed doordacht,
de haalbaarheid is bewezen en de ei
gen organisatie blijkt meer dan gemo
tiveerd zijn. Het eerste deel van het
museum is op hoofdlijnen gereed en
zal, verwacht de SGB, de komende ja
ren al een volwaardige attractie blij
ken te zijn. En bovendien, de reis zelf
kan net zo boeiend zijn als het eindsta
tion.
Rolf Bosboom
Het Museumterrein
1. Tram uit 19.19, in de loop der jaren omgevormd tot pekelwagen.
2. Restauratierijtuig uit 1926, onderdeel van verschillende interna
tionale treinen.
3. Stalen rijtuig 2e klasse uit 1923, vaak 'blokkendoos genoemd'.
Maakte deel uit van proefserie. Door SGB in oorspronkelijke staat
gerestaureerd.
4. Bagagewagen uit 1915, gebouwd voor sneltrein Londen-Vlissin-
gen-Berlijn. De afgelopen veertig jaar gebruikt als woonhuis in Ber
gen op Zoom.
5. Smalspoorgoederenwagen uit 1929, gebouwd voor
Zeeuws- Vlaamse Tramweg Maatschappij (ZVTM).
dingmal en een kolenbunker. Alles is
erop gericht de spoorse bedrijvigheid
uit de jaren dertig zo goed mogelijk in
beeld te brengen en bezoekers uit te
nodigen daaraan deel te nemen.
Het is bovendien de bedoeling dat er,
behalve met Hoedekenskerke, verbin
dingen met Roosendaal en Vlissingen
komen. Op die manier wil het mu
seum publiek trekken uit Walcheren
Sleutelen aan treintjes
foto's Willem Mieras
takkenbossenloods