We hebben meer
doeners nodig
PZC
De werkdruk was altijd al hoog
We waren liever naar België vertrokken
RECREATIE
W5
zaterdag 3 april 2004
Dominique Buijsse:
„Je ziet veel productie
uit Nederland verdwijnen."
foto's Mechteld Jansen
Ford regelt het klimaat in
een deel van zijn fabrieken
ermee. VW, Opel en Renault
ook. Landbouwers gebruiken
het, net als sigarenfabrikanten
en wolspinnerijen. De hightech
klimaatsystemen zijn het resul
taat van vijftien jaar dag en
nacht sleutelen-. En .nóg moet Cli-
manova uit Eede zich telkens be-
Om aardappelen en uien goed te
kunnen bewaren, moeten tempe
ratuur en vochtigheid in een op
slagloods ideaal zijn. Harold en
Dominique Buijsse ontwikkelen
daarvoor een systeem en breng
en dat in 1985 onder de bedrijfs
naam Agrima (nu Climanova)
op de markt.
Een seizoensgebonden markt
die daardoor nogal grillig is.
Buijsse zoekt daarom al snel
naar afnemers in de industrie.
Uit de textielsector komen de
eerste geïnteresseerde klanten.
„Als het garen te droog is, heb
je kans op draadbreuk", legt
Buijsse uit. „Een gebroken
draad legt de weverij stil. De
juiste luchtvochtigheid voor
komt dat."
Aanpassingen aan het systeem
zijn nodig om het voor die toe
passing in te kunnen zetten.
„We hadden veel problemen
en moesten continu sleutelen.
Daardoor hebben we het sys
teem steeds meer doorontwik
keld. Het werkte eerst alsof je
bij wijze van spreken in en uit
een koelkast stapt. Snelle en gro
te wisselingen. Door de verbete
ringen kregen we dat effect on
der controle en konden we het
systeem gedoseerd in en uit scha
kelen."
Snellere computers en gevoeli
ger sensoren verfijnen de moge
lijkheden. Niet alleen de tex
tiel-, maar ook automobielindus
trie toont belangstelling. De
plekken in de fabriek waar au
to's worden gespoten blijken én
te warm én te stoffig. „We wa
ren nu in staat om de ruimtes te
koelen en de arbeidsomstandig
heden van het personeel te ver
beteren. Dat heeft zelfs stakin
gen voorkomen." Door een hoge
re luchtvochtigheid, neemt het
gewicht van stofdeeltjes toe, zo
dat ze op de grond neerslaan.
Minder stof op.de verse lak ver-
betert de kwaliteit.
•Maar de autofabrikanten bou
wen nieuwe en betere fabrieken
en willen voortaan zaken doen
met één toeleverancier. De aan
dacht van de industrie voor Cli
manova verslapt, zodat het be
drijf Zich ook gaat richten op an
dere sectoren, zoals sigarenfabri
kanten. „Als het buitenblad van
een sigaar droog is, breekt het.
Is het voldoende vochtig, dan is
het blad ijzersterk."
Verscheidene ondernemingen
kloppen in Eede op de deur.
Drukkerijen en wederom auto
mobielfabrikanten. Toch is het
systeem eind jaren '90 nog niet
optimaal, vindt Buijsse. „Met
water komen ook zouten en mi
neralen in de lucht. Die zetten
zich af op machines en tasten ze
aan, wat meer onderhoud bete
kent." Wederom door lang ont
wikkelen en sleutelen, is Cli
manova nu zo ver, dat die stof
fen eruit worden gehaald. Resul
taat: klimaatsystemen met zuive
re lucht en water. Positief ge
volg: meer opdrachten, hogere
omzet, meer werknemers (nu 17)
en een nieuw pand.
Al was Buijsse liever met het be
drijf naar het Belgische Malde-
gem vertrokken. „Nederland is
erg duur. Je ziet ook veel produc
tie uit Nederland verdwijnen.
Wat overblijft zijn hightech be
drijven, ondemenrrgen met
kennis. Ons nieuwe pand is
7000 euro duurder door veilig
heidseisen naar aanleiding van
de brand in Volendam. Dat geld
had ik liever in ontwikkeling ge
stoken. Maar als Nederlands be
drijf kom je moeilijk in België
binnen. Die Nederlanders staan
er immers bekend als betwe
ters."
Jeffrey Kutterink
Anja Bartels: „De bewoners heb
ben dat praatje echt nodig."
Tien jaar werkt Anja Bartels
uit Arnemuiden inmiddels
bij zorgcentrum Ter Reede in
Vlissingen. De werkdruk is vol
gens haar in al die jaren nauwe
lijks gestegen. „De druk was al
tijd al hoog", zegt ze. „Soms
gaat dat inderdaad ten koste
van de bewoners."
De zorgsector staat sinds jaar
en dag onder druk. De laatste
bezuinigingsronden die het Rijk
afkondigde, maken het er niet
beter op. Het leverde nieuwe ter
men op zoals pyjamadagen. Ver
der ontstond commotie toen be
kend werd dat bewoners van
een tehuis uit Boxtel voortaan
zelf hun toiletpapier moesten ko
pen.
„Dat soort extreme verslech
teringen hebben we hier geluk
kig niet", vertelt de bejaarden
verzorgster. „In een verzorgings
huis heb je daar net wat minder
last van dan in een verpleeg
huis."
Toch ontkomen ook de bewo
ners van Ter Reede niet aan de
veranderingen. „Veel medicij
nen die vroeger vergoed werden,
worden nu niet meer vergoed.
Er zijn er nog wel die door de
verzekeraar betaald worden,
maar dat zijn dan medicijnen
van een ander merk.-Bewoners
die voor een bepaalde kwaal al
jaren pillen krijgen, krijgen
daardoor ineens poeders of
drankjes. Dat is voor de bewo
ners erg verwarrend. Ze zijn
bang dat de andere medicijnen
slecht werken."
Anja vindt dat de zorg in Zee
land op provinciaal en gemeente
lijkniveau wel goed wordt aan
gepakt. „We hebben te maken
met een toenemende vergrij
zing. Daardoor zijn er binnen
kort veel meer zorgwoningen no
dig. In Zeeland wordt daaraan
gewerkt. Op Walcheren worden
best veel woonzorgcentra ge
bouwd en de mensen uit verzor
gingshuizen gaan meer in kleine
groepen wonen in de verschillen
de dorpen." Volgens Anja Bar
tels schuilt er wel een gevaar in
de kleinschalige woonvormen.
„Je hebt er natuurlijk niet de
voorzieningen dicht bij de hand
zoals die er in een verzorgings
huis zijn. En de kans dat de be
woners vereenzamen, is groter.
In een grootschalig verzorgings
huis is er altijd wel iets te zien."
Een groot pluspunt in de ontwik
keling van de zorg is volgens
Bartels de technologie. „Er zijn,
zeker als je dat vergelijkt met
tien jaar geleden, betere verzor
gingsproducten gekomen zoals
verband, zalf en producten voor
wondbehandeling. Er is nu meer
kennis dan destijds. Tegenwoor
dig worden er bijvoorbeeld
til-cursussen gegeven. Daar had
ik vroeger nog nooit van ge
hoord."
Ondanks de werkdruk die met
vlagen extreem hoog is, vindt
Anja het nog steeds de moeite
waard om in Ter Reede te wer
ken. „Als het druk is hebben we
geen tijd om een praatje te ma
ken mét de bewoners. Dat vind
ik heel erg. De bewoners hebben
dat praatje echt nodig. Maar als
het even rustig is, ga ik wel met
ze om de tafel zitten voor een
praatje. De mensen zijn dan zo
ontzettend dankbaar en dat
maakt dat dit werk leuk blijft."
Miriam van den Broek
George de Vink tikt na
drukkelijk met z'n
vinger op de tafel in zijn
werkkamer en herhaalt
voor minstens de vijfde
maal: „Het gaat om de be
trokkenheid, de bele
ving." De stafdocent toe
risme en recreatie van de
Internationale Hogeschool
Breda zegt met nadruk
dat een recreatie-onderne
mer die vanuit z'n eigen in
teresse iets toevoegt aan
z'n bedrijf een voorsprong
heeft op de concurrentie.
Als voorbeeld noemt hij het
boekenhotel in het Drentse
Doldersum. Alle kamers in dat
hotel zijn niet alleen voorzien
van douche, toilet, telefoon, tele
visie en boxspringbedden maar
ook van een goed gevulde boe
kenkast. En in de hal, de eet
zaal, de bar; overal staan en lig
gen leesboeken, fotoboeken, kin
derboeken, stripboeken, reisboe
ken, kookboeken en zelfs hier
en daar een wetenschappelijk
boek.
In vergelijking tot andere hotels
in die regio heeft het boekenho
tel een iets hogere bezettings
graad, weet De Vink. „Omdat
het zich onderscheidt van de
rest. En omdat de gasten erva
ren dat het boekenhotel geen
marketingtruc is maar alles
heeft te maken met de passie
van de ondernemer. Het zijn na
melijk zijn boeken die daar
staan. Het is geen bij elkaar ge
raapt zootje."
De Vink waarschuwt vervolgens
wel dat een bijzondere bedrijfs
formule nog niet garant staat
voor succes. „Want als de kok
van dat hotel dagelijks het eten
verpest is het zo gebeurd met
die zaak."
Te gemakkelijk
Jaarlijks komen zo'n 1,75 mil
joen toeristen naar het Zeeuwse.
Die kunnen kiezen uit honder
den campings, vakantiehuisjes
en hotels. Daarnaast moeten de
ruim zeshonderd Zeeuwse re
creatieondernemer ook nog eens
concurreren met de talloze colle
ga's uit Australië, Bretagne, Ca
nada, Drenthe, Florence en Grie
kenland. De hele wereld is im
mers bereikbaar, zegt Arno
Boomert. De voormalige eige
naar van recreatiepark Napo
leonhoeve bij Breskens weet dat
maar al te goed. „Sla de adver
tenties in een willekeurige re
creatieblad er maar op na", zegt
de kersverse directeur van het
recreatie-adviesbureau Boom
ert Business Coaching.
Ondanks de wereldwijde concur
rentie vindt hij dat nogal wat
van z'n vroegere Zeeuwse colle
ga's zich veel te weinig inspan
nen om klanten naar hun be
drijf te lokken en te vermaken.
Het moet Boomert van het hart
dat veel Zeeuwse recreatieonder
nemers nog steeds 'te gemakke
lijk geld verdienen'. „Zonder
problemen zitten ze de zes zo
merse weken vol. Daar hoeven
ze geen enkele moeite voor te
doen. Elk kippenhok, elke wei is
in die periode nog te verhuren
als vakantiehuisje of staan
plaats." Het gaat er echter om
of het ook lukt om klanten te
lokken in het voor- en nasei
zoen, vervolgt de recreatie-advi
seur. Lukt dat, dan is het ook
mogelijk een goed personeelsbe
leid te voeren en zijn de recrea-
tiebedrijven niet afhankelijk
van de luimen van wat losse
krachten. Ook vindt hij dat orga
nisatoren van zomerse evene
menten zoals braderieën en folk
loristische dagen pas een vergun
ning moeten krijgen als ze ook
iets in het voor- of naseizoen on
dernemen.
Boomert mist bij nogal wat on
dernemers de begeestering van
de eerste generatie campinghou
ders. „Dat waren boeren die
ruim vijftig jaar geleden hun
kansen zagen en met beide han
den aangrepen. Die waren ver
nieuwend bezig."
Hij vindt het vreselijk dat een
aantal recreatieondernemers zo
nonchalant omspringt met het
toeristisch product. Wat hem be
treft mogen collega's in samen
werking met de overheid ingrij
pen als een ondernemer de
markt verpest en slechte spullen
aanbiedt. „Die zouden ze in zo'n
geval zijn staanplaatsen- of bed
denquotum moeten afpakken",
zegt hij zonder terughoudend
heid. „Want zo'n ondernemer
verpest het voor de hele beroeps
groep en ondermijnt de Zeeuw
se economie."
Het moet hem ook van het hart
dat nogal wat recreatieondeme-
mers geen doeners meer zijn. Ze
stellen zich op als managers en
zijn niet bereid de handen vuil
te maken. Ze zijn niet bereid
even te helpen bij het op z'n
plaats zetten van een caravan of
het leeg maken van een vuilnis
bak. „We hebben veel meer doe
ners nodig", is dan ook een har
tenkreet van hem.
Olvarit
Meer service moeten ze bieden,
de recreatieondernemers. „Wel
ke Zeeuwse restauranthouder
heeft bijvoorbeeld een paar pot
jes Olvarit op voorraad?" Hij
geeft zelf het antwoord: „Wei
nig." En in welk restaurant lig
gen placemats met daarop de vo
gels van de streek? Van een safa
ri in Zuid-Afrika weet hij hoe
groot de toegevoegde waarde
van zoiets kleins kan zijn. „Wij
kruisten 's avonds op de place
mats de dieren aan die we die
dag hadden gezien. En raakten
zo ook nog eens in gesprek met
andere gasten." Cynisch merkt
hij op dat de eerste placemats
met daarop Zeeuwse fietsroutes
nog gemaakt moeten worden.
„Ze staan nu in boekjes die je
moet kopen. Da's toch geen pro-
motie", zegt hij met een klein
wegwerpgebaar.
In zijn Bredase werkkamer
merkt stafdocent De Vink op
dat het er tegenwoordig niet
meer zo toe doet waar iemand
op vakantie geweest is, maar
wat hij gedaan heeft. Het gaat
niet alleen om de mooie staan
plaats, maar ook om het meelo
pen met een strandjutter, het
ontdekken van zeldzame plant
jes op een van de bloemdijken
en de cursus vliegeren voor be
ginners. „Als een recreatie-on
dernemer zulke typisch Zeeuw
se zaken aanbiedt zorgt hij voor
tevreden klanten."
Emile Calon
Veel Zeeuwse
recreatie
ondernemers
verdienen nog
steeds te
gemakkelijk
geld
Het gaat niet
alleen om
de mooie
staanplaats