PZC
Zeeuwse economie zoekt haar eigen weg
In deze bijlage ook gesprekken met
werknemers in diverse
sectoren. En er is aandacht voor
vindingrijke ondernemers.
Werken in Zeeland.
„We waren liever naar
België vertrokken.
Werk. Daarover gaat het in deze
bijlage. Over de dagdromen van
destijds. Over ontwikkelingen en
kansen. Welke kant moeten de
recreatieondernemers op? En:
welke mogelijkheden biedt
de zorgindustrie?
Redactie: 0113-315680
www.pzc.nl
E-mail:redactie@ pzc.nl
Postbus 31,4460 AA Goes
Advertentie-exploitatie:
Noord-en Midden-Zeeland: 0113-315520;
Zeeuws-Vlaanderen: 0114-372770;
Nationaal: 020-4562500.
zaterdag 3 april 2004
foto Mechteld Jansen
Net als water zoekt de
economie haar eigen
weg. De Zeeuwse worstelt
en blijft ternauwernood bo
ven. Zij groeit, maar is wel
één van de langzaamste
groeiers van Nederland.
Haar zwakte is de eenzijdig
heid, stellen economen.
Trekt de nationale econo
mie weer aan, dan kan de
Zeeuwse daar niet ten volle
van profiteren. Meer balans
is nodig. Maar de economie
laat zich niet sturen.
De Zeeuwse economie wijkt
sterk af van die in andere
regio's De eilandenstructuur,
de landbouw, de ligging aan
zee, de aanwezigheid van twee
zeehavens en een aantal belang
rijke (internationale-) vaarrou
tes dragen daartoe bij. Ook de
discussie over rust, ruimte en na
tuur beïnvloedt de ontwikkelin
gen.
De industrie is sterk aanwezig,
met name de chemie (Vlissin-
gen-Oost, Kanaalzone) en ha
ven- en transportactiviteiten.
Het is ook de sector die het mees
te geld verdient, blijkt uit cij
fers over 2003 van het Regio
naal Platform Arbeidsmarktbe
leid Zeeland. De handel en repa
ratiebedrijven zorgen voor de
meeste banen. De toeristenin
dustrie is eveneens van wezen
lijk belang. En in tegenstelling
tot wel eens wordt gedacht
speelt ook de landbouw nog
steeds een rol van betekenis
(juist ook in het kader van na
tuur- en landschapsbeheer).
De Zeeuwse economie is be
paald geen hardloper, consta
teert het Centraal Bureau voor
Statistiek. De nationale groeide
tussen 1996 en 2001 met 3,3 pro
cent, de Zeeuwse met 1,5 pro
cent. Daarentegen heeft Zee
land minder last van de econo
mische crisis in de informatie-
en communicatietechnologie
(iet) en zakelijke dienstverle
ning, eenvoudigweg omdat die
sectoren veel minder prominent
aanwezig zijn dan in andere re
gio's.
De komst van grote industrieën
begin jaren '60 veranderde de
Zeeuwse economie drastisch.
Het Rijk stimuleerde bedrijven
zich in Zeeland te vestigen door
flinke subsidies te geven. Zo
zijn onder meer Total, Hoechst
(nu Thermphos) en Pechiney er
gekomen. Toen de geldpot leeg
was, kwamen er geen grote on
dernemingen meer bij.
Banenmotors
Hoewel ze veel geld in het laatje
brengen, zijn ze niet meer de ba
nenmotors van weleer. In de
loop der jaren is door tal van re
organisaties veel werkgelegen
heid bij de grote bedrijven verlo
ren gegaan. Nieuwe arbeids
plaatsen kwamen vooral tot
stand in het midden- en kleinbe
drijf.
Die ontwikkeling zet zich door.
De overschakeling naar een ken
niseconomie gaat gepaard met
het verplaatsen van productie
naar het buitenland. Nieuwe
technieken en producten wor
den ontwikkeld in de buurt van
(technische) universiteiten en
laboratoria. Daar is wetenschap
pelijke kennis aanwezig. Net als
ondernemingen die veel geld
kunnen steken in nieuwe techno
logie en wetenschappelijk onder
zoek. Dat is aan Zeeland niet be
steed en een belangrijke reden
dat er in Zeeland relatief weinig
iet-bedrijven zijn. De Roosevelt
Academy zal daarin, in elk ge
val de eerstkomende jaren, geen
verandering brengen. Het gaat
immers om een brede academi
sche basisopleiding (een bache
lor-programma). Na de oplei
ding moeten studenten zich el
ders specialiseren.
Bedrijven staan door schaalver
groting en kostenreductie steeds
meer onder druk. Voorbeelden
in Zeeland daarvan zijn: Pechi
ney (begin dit jaar overgenomen
door het Canadese Alcan), de
KSG (scheepsrompen worden
gebouwd in Polen), Atofina (het
Franse moederconcern stelt ho
gere rendementseisen), Therm
phos (is overgenomen door een
Kazachstaanse investeerder), de
Vitrite (Philips verplaatst steeds
meer productie van lampen en
lampvoetjes naar Oost-Europa)
en Dow Chemical Benelux (we
reldwijde bezuinigingen).
Concerndirecties bezien waar
producten efficiënter en goedko
per kunnen worden gemaakt.
Dat Zeeland daarbij hoog
scoort, is niet vanzelfsprekend.
Het aantrekken van nieuwe be
drijven naar Zeeland is (voorals
nog) geen succes, ondanks de op
richting ruim drie jaar geleden
van de Stichting Economische
Promotie en Acquisitie Zeeland
(Sepaz). Hoe nobel het streven
ook is, het laat zien dat econo
mie zich niet laat sturen. De aan
wezigheid van diep vaarwater
en ruimte alleen, is niet genoeg.
Veel heil wordt verwacht van de
Westerschelde Container Termi
nal. Al stellen critici grote vraag
tekens bij het verwachte aantal
van 2700 banen. Zij gaan eerder
uit van 800. Bovendien stellen
ze de aantrekkingskracht van
de terminal aan de kaak. De be
drijven die op de terminal af ko
men, doen een aanslag op de
(schaarse) rust en ruimte.
De criticasters vragen zich af of
politici sterk genoeg in hun
schoenen staan om ongewenste
ontwikkelingen te voorkomen.
Of de WCT er komt is nog onze
ker. Komt die er niet, is dat on
getwijfeld voor een aantal be
drijven een reden om naar el
ders te verhuizen (overslagbe
drijf Kloosterboer heeft dat al
aangekondigd).
Gedwongen door het besluit van
de Raad van State, de (interna
tionale economische ontwikke
lingen en de discussie over de
rust en ruimte, zoekt Zeeland
naar alternatieven.
Critici van de productie-econo
mie, zetten in op de zorgecono-
mie. Zeeland is in die gedachte
de plek voor (gefortuneerde)
ouderen om te genieten van rust
en ruimte. Zij consumeren en
doen een beroep op allerlei vor
men van zorg.
Lacherige toon
Een serieus alternatief? Dat is
onzeker. Niemand kan voorspel
len of het in de nabije toekomst
veel banen en geld oplevert.
Toch zet de provincie voorzich
tig een nieuwe economische
koers in. Niet dat ze de havens
en industrie in de ban doet. Inte
gendeel. Maar de aanvankelijk
lacherige toon over de zorgeco-
nomie en uitbreiding van het
toerisme verdwijnt. De provin
cie laat onderzoeken of die secto
ren de Zeeuwse economie kun
nen versterken.
De rol van het provinciebestuur
in het economische krachten
spel is bescheiden. Want vanuit
het Middelburgse Abdijcomplex
valt de AEX-index niet te beïn
vloeden, laat staan de wereld
handel, waar nogal wat Zeeuw
se bedrijven van afhankelijk
zijn. Maar het dagelijks bestuur
kan wel ertoe bijdragen dat het
economisch klimaat zo aange
naam mogelijk is. Zo kan het
zorgen dat bedrijventerreinen
goed bereikbaar zijn en er goed
bij liggen en dat er voldoende
opleidingen en personeel voor
handen is.
Hoe de provincie die bescheiden
rol kan spelen, schrijft het dage
lijks bestuur om de vier jaar op
in het Provinciaal Sociaal Eco
nomisch Beleidsplan. Het laat
ste dateert van 1998-2002. Het
nieuwe, voor de periode van
2004-2007, moet eind dit jaar op
tafel liggen.
De provincie wedt vooralsnog
op twee paarden: het versterken
van industrie en van het toeris
me. Tegelijkertijd zet ze in op
het bewaren van de rust en ruim
te. Zoeken naar een balans in de
economische ontwikkeling van
Zeeland, komt vooral neer op
het maken van keuzen. Want
toestaan van ongebreidelde
groei op alle gebieden, maakt
van Zeeland op termijn het ste
delijk gebied dat ze nu juist niet
wil zijn.
Jeffrey Kutterink