De tent is
vertrokken
Bestelbusjes zijn vaak een gevaar op de weg
PZC
25
Veranderingen in
vakantieland
zaterdag 3 april 2004
waar een rits nieuwe gebouwtjes is op
getrokken rond kampeerplaatsen.
„Dat is het allernieuwste, een gebouw
tje per caravan waar ze water en
stroom uit betrekken en dat dienst
doet als douche en toilet. Meer gemak
en comfort, zoals individueel sanitair,
dat wil de klant. En hij kan het beta
len, hij is vele malen rijker geworden
dan in die beginjaren."
De tent is volgens hem 'feitelijk ver
trokken'. En hoe lang de caravan nog
meegaat? Het onderkomen telt een gro
te groep trouwe gasten, die hun spul
nog regelmatig vernieuwen. Maar het
is ook een vergrijzende groep. „Jonge
mensen kamperen niet meer. Ik tart
iedereen: Vraag op een verjaardag aan
jongeren of ze van plan zijn een cara
van te kopen. Er zal geen vinger de
lucht ingaan."
„Jongere mensen stellen hoge eisen.
Ze hebben veel geld en weinig tijd.
Die kopen gemak en comfort. Dat
doen ze met alles, dus ook met vakan
ties. Die nemen dus liever een bunga
low of een appartement. Een caravan?
Die moet je poetsen, stallen, onderhou
den. Nee, dan nog liever zo'n
kant-en-klare tent, die veel meer is
dan een tent. Da's makkelijk en je
hebt gegarandeerde kwaliteit."
Van Koeveringe laat geen traan om de
gang van zaken. Het is dat de ruimte
in Zeeland voor uitbreidingen beperkt
is ('terecht, daar moeten we zuinig op
zijn'), maar verder pleit eigenlijk alles
voor verdere verstening van vakantie
verblijven.
Bungalow en appartement hebben de
toekomst. De vraag ernaar groeit ge
staag. Niet voor niets zijn de afgelo
pen twintig jaar overal langs de kust
bungalowparken uit de klei gestampt.
De ligging luistert minder nauw dan
voor appartementen, die locatiegevoe-
liger zijn. Die bouw je niet midden in
de polder, die zet je aan het water, bij
een haven, op een plek met beweging
en vertier die uitzicht biedt op het va
kantieplaatje uit de folder.
Verstening klinkt misschien lelijk, en
naast het ruimtebeslag kleven er nog
wel een paar bezwaren aan. „Steen,
daar zit je erg aan vast, en je moet op
passen voor permanente bewoning,
dat is slecht", zegt Van Koeveringe.
Maar verder ziet hij vooral voordelen.
Het plaatje, om te beginnen. Rode
puntdaken die boven dijk en struik
uitsteken, ogen fraaier dan de opeen
hoping van plat, wit plastic die een
camping nu eenmaal is.
Verder wijst Van Koeveringe graag op
de economische pluspunten voor Zee
land. „Neem een toerist van buiten de
provincie met zo'n dure, nieuwe toer-
caravan. Waar koopt hij die? Niet in
Zeeland. Dat geld gaat onze neus voor
bij. Hij betaalt hier wat voor zijn
standplaats, gaat nog eens een keer
uit eten en dat is het dan. Kijk dan
eens naar een huis. De bouw, de over
dracht, het onderhoud, de verzeke
ring, de huur, al dat geld blijft in Zee
land."
Seizoensverlenging
Minstens zo belangrijk is de factor sei
zoenverlenging. Een beetje camping
draait van april tot oktober, daarmee
houdt het op, terwijl huis en apparte
ment het jaar rond worden verhuurd.
„Dat is dus goed voor de plaatselijke
middenstand en horeca die hun omzet
structureel hoger zien worden. Het is
goed voor de werkgelegenheid. Veel
minder seizoenarbeid, veel meer vaste
krachten."
„Wij hebben een bungalowpark in
Limburg, daar hebben we praktisch
alleen nog vaste mensen in dienst. En
die betere bezetting geeft je bedrijf na
tuurlijk een veel steviger draagvlak,
wat de voorzieningen voor de gasten
weer ten goede komt. Op dit soort par
ken zijn de supermarkt, het zwembad
en het restaurant het hele jaar open."
De beleidsmakers zien en verwelko
men het, een deel van de ondernemers
gaat erin mee. Iedereen kan de veran
deringen langs de kust zien: van tent
naar caravan naar bungalow. Maar
niet alle bedrijven haken in. Ze zijn te
klein om de investering op te brengen,
of de baas - een vijftigplusser zonder
opvolger - heeft er gewoon geen zin
meer in. Campingbaas Piet de Keu-
ninck uit Cadiand stond zelf ook voor
de keuze. Tien jaar terug maakte hij
al een mooi plan voor een art village
Cadzand, vakantiehuizen gegroepeerd
rondom een cultureel centrum. Het
had het einde betekend voor de cam
ping en daar wilde de familie niet
aan. Op dit ogenblik legt hij de laatste
hand aan een plan voor een apparte
mentencomplexje met fitness en sau
na. „Het is simpel. Als je verder wilt,
moet je zoiets doen, want dat wil de
gast."
Jan Jansen
Het seizoen schrijft het voor: Als blad en bloesem ontluiken,
wordt de sleurhut bevrijd uit de winterstalling. Nu zijn het
nog vooral groenwerkers en loodgieters die de campings bevol
ken, maar ook dat is een voorteken: de toerist gaat zijn gerieflij
ke vakantieverblijf weer betrekken. Geen tent meer, eerder een
bungalow.
Campingbaas Piet de Keuninck
Net de foto's uit de oude doos van
de familie gezien. Ze tonen de
knusse, kleine schaal van de beginja
ren. Een paar legertenten, uit plaat op
getrokken huisjes en tot vakantiever
blijf omgebouwde busjes staan ver
spreid over een kaal weiland bij Cad-
zand-bad. Slim van boer De Keu
ninck, het brengt meer op dan grazen
de koeien.
Geen wonder dat de rondleiding over
camping Welgelegen door kleinzoon
Piet de Keuninck (53, fulltime recrea
tie-ondernemer) nu iets wegheeft van
een trip met de tijdmachine. Zestig
jaar later is alles anders. In een oogop
slag wordt ook duidelijk waarom de
camping sinds enkele jaren park moet
heten. Wie kampeert er nou nog? Het
is een term van toen.
Nu zit de vakantieganger in een luxe
verblijf. In De Keunincks splinternieu
we straatje met stacaravans staan op
trekjes die het woord caravan ver ont
stegen zijn. Keuken, badkamer, slaap
kamers, zithoek, terras, het is er alle
maal, ruimbemeten en comfortabel.
Iets verderop zijn aan toercaravans
voortenten gekoppeld die met het ori
gineel alleen nog een veredeld soort
tentdoek gemeen hebben, ze verdubbe
len de verblijfsruimte, het zijn meer
huisjes dan tenten, die bouw je niet
meer zelf op, daar komt de fabrikant
voorlangs.
Stroom
„Zo'n spulletje kost al gauw vijftigdui
zend euro, net zoveel als een nieuwe
stacaravan", weet De Keuninck. Op
het nu nog lege terrein voor losse gas
ten maakt hij een hulpeloos gebaar.
„Ik krijg problemen met de stroom.
Die nieuwe caravans zijn zo luxe,
daar zit alles op en aan. Tot en met air
co. Dat vreet dus elektrisch."
De kaalheid van het eerste uur zou
ook niet meer kunnen. Alles heeft een
randje groen gekregen, ter aankleding
en ter bevordering van de privacy van
de gasten. Ook al zo'n artikel waar
steeds meer vraag naar is. Net als trou
wens voorzieningen op het park.
Waar kinderen vroeger genoegen na
men met één schommel naast duin en
strand, moet Welgelegen zich nu mani
festeren als kindvriendelijk met alom
speelhoekjes en op de kleintjes afge
stemde decoraties. Tot in de wasruim
te toe zijn kinderwensen gehonoreerd.
De familie-annalen vertellen dat het
begon in grootmoeders tijd, nog voor
de oorlog. Op de te kleine boerderij
(opa werkt ernaast bij het water
schap) gaat zij ijs maken voor de
groeiende stroom toeristen. Van oude
telefoonpalen timmert opa een schom
mel en een speelrek in elkaar.
Bij de gegoede burgerij is Cadzand
dan al in trek als badplaats. Hotels als
Noordzee en De Blanke Top verwelko
men de betere stand. De De Keu
nincks haken in op de dan ook bij 'de
gewone man' toenemende hang naar
strandplezier. Een paar jaar na de
start van de ijsverkoop beginnen ze
als eersten in die contreien een cam
ping.
De onderkomens zijn simpel. Oude
bussen, gammele huisjes en vooral ten
ten. De zwartwit-foto van een man
voor zijn tentje schetst hem ten voeten
uit: de toerist van de jaren veertig is
blij dat-ie er is, comfort past nog niet
in het plaatje.
Na de oorlog verandert alles, met na
me in de jaren vijftig. Dankzij een oor
logserfenis, een granaatinslag in de
boerderij krijgt de familie Mai'shall-
hulp. Ze bouwen er een nieuw huis
van, met daaraan vast een kantine, toi
letten en een wasruimte.
De Keuninck: „Tot die tijd groef mijn
opa elk jaar een nieuwe put in de wei.
Dat was de wc." Het wordt nu menens
met het bedrijf, ook al zijn de omstan
digheden nog altijd onvergelijkbaar
primitief. De gasten stuurden hun
spullen van tevoren op met Van Gend
van Loos. Kisten vol kleren, potten,
pannen en nog veel meer arriveerden
voor de mensen uit. Opa verkocht stro
om de bedden te vullen. Dat knisper
de en stak in het begin behoorlijk,
maar na een paar nachten kon je er
toch redelijk op slapen. Tja, er was ge
woon niet beter."
Het zijn overzichtelijke tijden met
overzichtelijke campings, een jon
gens-, een meisjes- en een gezinsge
deelte. Hoe valt de opmerkelijke be
langstelling van oom agent voor het
meisjesgedeelte te duiden? Zedenmees
ter? „In die beginjaren kwamen ze el
ke avond controleren of er toch geen
jongens in de tenten van de meisjes za
ten. Verder niet veel te doen zeker."
De caravan is dan nog nauwelijks be
kend. Kamperen doe je in een tent.
Een simpele tweepersoons, wat latei-
het summum van ruimte, de bunga
lowtent. Maar zijn de jaren zestig niet
Camping Welgelegen, met een van de eerste kampeerders na de oorlog.
Een nieuwe voortent is tegenwoordig meer een voorhuis, voorzien van alle com
fort. foto's Peter Nicolai.
de tijd van revolutie? Daar zorgt in va
kantieland de beroemde Kip-caravan
voor. Wat een gemak, wat een ruimte.
Doe maar of je thuis bent...
„Mijn vader, die de camping toen had
overgenomen, kreeg met steeds meer
eisen te maken. De VW-reglementen
schreven voor hoe je met je gasten
moest omgaan, wat je ze moest bie
den. En met die caravans kwam de
vraag naar water, stroom en riolering.
Dat hebben we met hulp van de gas
ten aangelegd. Vanaf het begin van de
caravan was er een hang naar groter
en luxer, en naar een ruimere stand
plaats. En die ontwikkeling lijkt de
laatst tijd alleen maar sneller te
gaan", zegt De Keuninck.
Het bewijs is te vinden op zijn eigen
camping. Een nog maar vijf jaar oude
stacaravanstraat ziet er behoorlijk
chic uit, maar de bouwsels zijn vol
gens de jongste normen alweer te
klein en staan te dicht op elkaar. Als
de gasten dat niet zeggen, doet de
brandweer het wel. In de pas aangeleg
de straat zijn caravans en standplaat
sen dus weer ruimer. En luxer natuur
lijk. Je zult in je vakantie zonder ka-
bel-tv zitten...
De ontwikkeling heeft weinig gehei
men voor Henk van Koeveringe, direc
teur van Roompot Recreatie in Kam
perland. Op dezelfde manier begon
nen als Welgelegen, een camping op
een boerderij, en eerst ter plaatse
groot geworden met zaken als een
zwemparadijs, een jachthaven annex
bungalowpark en een manege, is
Roompot nu een conglomeraat van
zo'n tien recreatieparken in heel Zee
land, Brabant en Limburg.
De boekingscentrale bedient nog meer
bedrijven. In Zeeland horen onder
meer Hof Domburg en Zeebad in Bres-
kens erbij. Dan krijg je nogal wat sig
nalen van toeristen. Van Koeveringe
wijst naar een hoek van het terrein
De Bovag wil de APK-keuring voor bedrijfs
wagens en bestelbusjes vervroegen.
foto Phil Nijhuis/GPD
Bestelauto's worden in Nederland zó in
tensief en zó slordig gebruikt, dat vele
rvan al ruim voor de eerste APK-keuring
drie jaar) als onveilig moeten worden
De Bovag bepleit dan ook een
erdere keuring. Is het echt zo droef gesteld
de Nederlandse bestelauto?
de brug in de garage staat een bestelau-
3 van anderhalf jaar oud. De kilometer-
tand is 83.000. Deze auto hoeft nog lang
iet naar de eerste APK-keuring. Maar zou'
het bij keuring halen? Als de monteur
an Renault-dealer Stam in Amersfoort
laai- is, is het wel duidelijk: deze auto zou
olgens de normen van de APK op een aan-
il punten worden afgekeurd. Bovendien
ijn er nog wat 'adviespunten', ofwel din-
en die nu nog net in orde zijn, maar die
'el snel aan reparatie toe zijn.
zegt Boudewijn Hamel van de Bo-
belangenorganisatie van de autob-
„Dat bedoelen wij nu als we zeggen
at het onjuist is dat bestelauto's op dezelf-
e manier worden gekeurd als personen-
voor de eerste keer na drie jaar. Dat
in het belang van de verkeersveilig-
eid echt eerder."
onderzochte Renault heeft een schroef
de linkervoorband, een bijna geheel afge-
rechterachterband, een lek in de uit
laat, een kapotte voorlamp, achterlicht en
mistachteriicht en een afgesleten koppe
lingspedaal. In beide voorwielen zit speling
in de ophanging. „Nu kijken we alleen
maar naar de dingen die de APK regelt, dat
zijn echt de minimumeisen. Vaak zijn nog
andere zaken defect die eigenlijk gerepa
reerd zouden moeten worden", zegt chef
werkplaats Roel Ligthart.
Hij verbaast zich allang niet meer dat be
stelauto's op een relatief jonge leeftijd ern
stige gebreken vertonen. „Deze auto's wor
den heel slordig bereden, tegen of over het
maximum van hun kunnen aan."
'Slordig' is een term die de lading niet goed
dekt, blijkt ook bij bezoek aan een andere
garage. Uit een bestelauto wordt alles ge
haald wat erin zit. Sommige auto's maken
weinig kilometers, maar worden zwaar be
laden. Vaak wordt er plankgas mee gereden
op de snelweg. Dat geldt bij voorbeeld voor
bedrijfswagens in de bouwsector. Andere
bedrijven maken veel kilometers, bij voor
keur op topsnelheid, zoals koeriersbedrij
ven. Weer andere auto's doen veel korte
stadsritten en maken onzacht kennis met
het moderne straatmeubilair van paaltjes,
drempeltjes en rotondes.
Van de gevolgen van dat laatste is een mooi
voorbeeld te zien bij Mercedes-dealer Van
Kooy in Amersfoort. In de garage staat een
bestelauto die wordt gebruikt in het distri-
butieverkeer in de stad. Achter de cabine is
op het chassis een grote gesloten laadbak
met deuren geplaatst. Chef werkplaats
Geert Hilhorst bukt zich en wijst op een se
rie zo te zien stevige bouten, die de con
structie bij elkaar houdt. „Door al dat
stoepje op, stoepje af bij stadsritten zijn die
bouten uitgerekt. De bak zit eigenlijk los.
Als dat nog lang doorgaat, scheuren de be
vestigingspunten af en kan de laadbak in
het ergste geval eraf vallen. Daar moet je in
het verkeer niet aan denken."
Ook bij dit garagebedrijf ziet men af en toe
hoofdschuddend aan hoe de bestelbussen
en andere beroepsvoertuigen binnen 'strom
pelen'. „Gebroken veerbladen, fuseekogels
die kraken, amper functionerende remmen,
banden waarbij je tegen het canvas aan
kijkt."
Hij wijst op een gerepareerde bus van een
koeriersbedrijf, die net APK is gekeurd.
„Daar is voor 3.000 euro aan verspijkerd
om de minimumnormen te halen. Er is nog
veel meer kapot, maar dat vond de lease
maatschappij niet de moeite waard."
Moderne bestelauto's (voertuigen tot maxi
maal totaalgewicht van 3.500 kilo, rijbe
wijs B) rijden heel erg goed, zegt Bo-
vag-woordvoerder Hamel. „Vroeger was
een bestelvoertuig een werkauto. Hij maak
te herrie, reed stug en nogal langzaam. De
cabines van nu zijn comfortabel met lekke
re stoelen. De motor is goed geïsoleerd.
Zo'n auto rijdt eigenlijk als een gewone per
sonenauto."
Dat geldt ook voor de prestaties. Topsnelhe-
den van 150 kilometer per uur en meer zijn
geen uitzondering. Turbo-dieselmotoren
zorgen ook voor een prima acceleratie. „Ge
koppeld aan het comfort zorgt dat er voor
dat ook vol beladen bestelauto's flink door
kunnen jakkeren op de snelweg en vlot mee
komen in het stadsverkeer", aldus Hamel.
Dan nog is het sommige chauffeurs niet ge
noeg. Moderne motoren worden 'afgere
geld' door elektronica. Een computer be
paalt vermogen, hoeveelheid ingespoten
brandstof en daarmee snelheid, acceleratie
vermogen en uitlaatgas-uitstoot. Handige
jongens kunnen die fabriekscomputer, het
motormanagement, bijstellen ('chip tu-
nen'). Door de milieubeperkingen te verwij
deren en de motor puur te programmeren
op vermogen, kan zomaar twintig procent
worden gewonnen.
Bij Van Kooy in Amersfoort, waar ze net
als Stam niet aan dit soort praktijken doen
(de fabriek verbiedt het), weten ze van een
grote Mercedes-bestelbus die nu een top
heeft van 200 kilometer per uur. De eige
naar wil vlot door Duitsland naar Italië
kunnen rijden.
„Ook zonder dit soort trucs nodigt de mo
derne bestelbus uit tot flink doorrijden,
leeg of vol. De overheid zou daarop moeten
reageren door de APK-keuring te versnel
len: niet na drie, maar al twee jaar na de
aanschaf. In dat laatste jaar worden die au
to's zó veel slechter dat het onveilig
wordt", aldus Hamel. Hij verwijst naar de
Duitse en Belgische situatie, waar bestelau
to's al heel lang onderscheiden worden van
gewone personenauto's. „Wij maken in Ne
derland dat onderscheid nu ook al met
taxi's en ambulances, die moeten na één
jaar worden gekeurd. Dan kan het toch ook
met bestelauto's?"
Natuurlijk heeft de Bovag ook een commer
cieel belang in deze discussie. Een
APK-keuring kost gemiddeld, inclusief
eventuele enkele kleine reparaties, 100 eu
ro. Per jaar levert een vervroeging van de
APK voor bestelauto's ongeveer 10 miljoen
euro op. Dat is een flink bedrag, maar
slechts een schijntje van wat er omgaat in
de autobranche als geheel (ongeveer 35 mil
jard euro).
„Het gaat ons vooral om de verkeersveilig
heid", zegt Hamel. „Wij vinden het een on
prettige gedachte dat op de Nederlandse
wegen bestelauto's rondrijden waarvan
banden, remmen, veren of stuurinrichting
of verlichting niet meer deugen. Dat is ge
vaarlijk voor de inzittenden - die er vaak
geen benul van hebben - en voor andere ver
keersdeelnemers
James McGonigal