Het kan ook de buurman zijn
Een stukje Midden-Oosten in het hart van Europa
27
Terroristische groepen
zaterdag 27 maart 2004
wordt beloond met het paradijs.
Jongens die zich overgeven aan de pu
riteinse vorm van de islam weten vaak
weinig van de traditionele islam,
blijkt uit het relaas van de broer van
de 'twintigste kaper' van 11 septem
ber Zacarias Massaoui. Hij was dege
ne die in Amerika vlieglessen nam,
maar niet geïnteresseerd was in opstij
gen en landen. In augustus 2001 werd
hij opgepakt en wacht nu in een Ame
rikaanse cel op zijn berechting. Zijn
broer Abd Samad Massaoui schreef
een boek over de vraag hoe Zacarias
zo ver komen.
De jongens groeiden op in Frankrijk
zonder enige kennis van de islam en
het Arabisch. Na zijn studie techniek
vertrok Zacarias naar Londen waar
hij in de ban kwam van de puriteinse
islam van Abu Hamza, de eenogige
strijder die een training in Afghanis
tan had gevolgd. Abd Samad waar
schuwt in zijn boek dat juist kennis
van de islam jongeren kan behoeden
voor de puriteinse islam. Alleen dan
hebben zij voldoende bagage om te
doorzien hoe 'vals' de puriteinse islam
is.
In de moskee zal de inlichtingendienst
potentiële terroristen waarschijnlijk
niet vinden, zegt Van Bruinessen. „En
al helemaal niet in die twee moskeeën
die steeds onder vuur liggen, de Eind-
hovense Al Fourqaan moskee en de
Amsterdamse Al Tawheed. Die zijn in
middels te bekend." Plaatsen waar
veel jongeren komen, zoals café's, lig
gen volgens hem meer voor de hand.
Zondaar
Ronselaars zoeken eerder half crimine
le types dan hele vrome moslims. „Ide
aal is de tot inkeer gekomen zon
daar." Het geloof dat iemand direct in
de hemel komt wanneer hij in de jihad
sterft kan een goede motivering zijn
voor iemand die vreest door zijn crimi
nele verleden in de hel te komen, al
dus Van Bruinessen.
Jihadstrijder worden is niet voor ieder
een weggelegd, blijkt uit het boek van
Massaoui. De jongens worden totaal
losgeweekt van hun familie. Juist jon
geren die niet op goede voet staan met
hun familie zijn een makkelijke prooi.
De puriteinse islam geeft hen een nieu
we familie. Als ronselaars vinden dat
ze er klaar voor zijn, ondergaan de re
kruten een training, bijvoorbeeld in
Pakistan of Afghanistan.
Geestelijk en lichamelijk is deze slo
pend. De rekruut slaagt er bijvoor
beeld nooit in alle opdrachten meteen
goed uit te voeren, het is nooit goed ge
noeg. Tegelijk worden hem de groot
ste daden van andere extremistische
'broeders' voorgehouden. Hén is het
wel gelukt. Zo worden de jongens ge
hersenspoeld totdat ze uiteindelijk be
reid zijn hun leven voor de goede zaak
te geven.
Het is belangrijk dat moslims in Ne
derland niet het gevoel krijgen dat ze
tweederangsburgers worden, stelt
Maurits Berger. Dat is de voedingsbo
dem waarop extremisme gedijt. Mos
lims zelf zijn daar somber over. „Er
wordt op dit moment zeer negatief ge
discussieerd over de islam", zegt Kha-
lid Kasem, die na 11 september 2001
de stichting 'Ben je bang voor mij?' op
richtte om het wederzijdse begrip tus
sen allochtonen en autochtonen te ver
groten.
„Wij vinden zelf dat we een vredelie
vend geloof heoben, maar de meeste
Nederlanders vinden de islam agres
sief."
Moslims moeten volgens Kasem
steeds opnieuw vertellen dat ze tegen
de aanslagen zijn, maar Marokkanen
zijn door de aanslagen in Casablanca
van vorig jaar zélf slachtoffer. „Wij
staan dichter bij de afschuwelijke ge
volgen van aanslagen dan de gemiddel
de Nederlander."
Mayke Calis
Ook Nederland telt moslimter
roristen die bereid zijn te
sterven voor zo veel mogelijk
slachtoffers. Wie zijn het? En hoe
herkennen we ze? Vaak zijn ze re
latief jong, hoog opgeleid en
gaan als een kameleon op in hun
omgeving. Moslims in Nederland
vrezen een heksenjacht.
Het kan dus ook je buurman zijn,
met wie je gisteren zo gezellig
stond te praten. Als de aanslagen in
Madrid iets duidelijk hebben gemaakt
is het wel hoe 'gewoon' een terrorist
oogt. Neem hoofdverdachte Jamal
Zougam (31). Geen man met een lange
baard die gebeden prevelend rondliep
in een djellaba, maar een succesvol za
kenman met Lacoste-shirts, die lachte
met zijn buren en flirtte met de meis
jes. Buurtbewoners waren met stom
heid geslagen toen zij hoorden dat
juist hij was opgepakt.
Ook Mohammed Atta, het brein ach
ter de aanslagen van 11 september
2001, was een goed opgeleide student
uit Hamburg en had volgens sommige
getuigen een vriendin in Amerika met
wie hij drank en cocaïne gebruikte.
Natuurlijk kleedden zij zich westers,
zegt islamoloog Martin van Bruines
sen. „Iemand die een aanslag gaat ple
gen gaat er niet bijlopen als imam el
Moumni, eerder als Ayaan Hirsi Ali."
Ook Nederland moet serieus rekening
houden met aanslagen van moslimex
tremisten, zeggen inlichtingendien
sten. Premier Balkende roept op tot
waakzaamheid, maar hoe dat precies
moet zegt hij er niet bij. Voor wie moe
ten we eigenlijk bang zijn? Achter ie
dere westers geklede moslim kan blijk
baar een potentiële terrorist schuil
gaan. Of moeten we voor de zekerheid
iedere moslim verdenken? In Neder
land is nog niet veel bekend over het
profiel van moslimterroristen. Buiten
landse ervaringen bieden wel aankno
pingspunten. In het Midden-Oosten
bijvoorbeeld, Israël uitgezonderd, blij
ken de gewelddadige activisten vooral
mannelijke bèta-studenten of net afge
studeerden te zijn, geen arme sloe
bers, maar jongens uit de lagere mid
denklasse. Na hun studie komen ze
vaak niet aan de bak omdat ze geen
contacten hebben met de (corrupte)
overheid. „Het zijn potentiële succes
verhalen die geen succes worden",
zegt arabist Maurits Berger.
Jong
Een Britse terroristenexpert, die ano
niem wil blijven, verklaart dat veel
moslim-activisten relatief jong zijn,
dertigers of nog jonger. Hij verdeelt ze
in twee categorieën: de 'herborenen',
die niet extreem religieus zijn opge
voed, maar door sociaal economische
problemen zijn geradicaliseerd. Bij
voorbeeld omdat ze geen baan konden
vinden en het gevoel hadden uitge
kotst te worden vanwege hun af
komst. Fundamentalistische mullahs
maken hier dankbaar misbruik van,
aldus de expert.
Naast dé 'herborenen' zijn er 'bekeer
den', zoals de Amerikaanse John Wal
ker en de Britse Richard Reid. Deze is
beter bekend als de 'shoebomber'. De
'bekeerden' hebben met elkaar ge
meen dat ze oorspronkelijk geen mos
lim zijn, maar op de een of andere ma
nier overtuigd raakten van de zegenin
gen van het moslimfundamentalisme.
Niet alleen hoger opgeleiden, ook jon
ge studenten en scholieren behoren
tot de doelgroep van de potentiële ter
roristen. Van de twee Eindhovense jon
gens Ahmed el Bakiouli en Khalid el
Hassnaoui, die twee jaar geleden naar
Kashmir reisden en daar werden dood
geschoten, staat volgens de inlichtin
Eén terrorist kan veel slachtoffers maken. foto Karim Sahib/AFP
gendienst AIVD vast, dat ze geronseld
waren voor de heilige oorlog. Van de
twee Amsterdamse scholieren Mo en
Khalid die ruim een jaar geleden naar
Tjetsjenië vertrokken om hun moslim
broeders te hulp te schieten, maar
voortijdig werden opgepakt, is dat
nooit aangetoond.
Deskundigen vinden de vraag wan
neer iemand van een moslim-extre
mist een terrorist wordt, moeilijk te
beantwoorden. Arabist Berger. „Het
zijn persoonlijke verhalen."
De actiebereidheid komt voor een deel
voort uit het zoeken naar spanning
dat bij de leeftijd hoort, denkt islamo
loog Van Bruinessen. De jongeren wil
len een 'daad van betekenis' stellen.
Bijvoorbeeld omdat ze zich afgewezen
voelen. Veel moslims verklaren zich
niet meer erg thuis te voelen in Neder
land.
Niet geaccepteerd
Geestelijk verzorger en auteur Ali Ed-
daoudi zegt: „Ik voel me al jaren niet
geaccepteerd als moslim. Het maakt
niet uit wat ik zeg of schrijf, het veran
dert niet. Ook niet als ik de straat op
ga om te protesteren tegen de aansla
gen in Madrid. Denkt u dat die onzin-
ën en in boeken. Iemand die zich gaat
verdiepen in de islam kan er bijna niet
omheen. Zij wijzen de Westerse samen
leving af en zoeken daarvoor bewijzen
in de Koran,"
Door gebeurtenissen als in Frankrijk
waar hoofddoeken uit het openbare
leven worden geweerd, krijgen mos
lims het gevoel dat de islam overal on
der vuur ligt. Het veelvuldig kijken
naar Arabische zenders, die zeer anti-
Amerika en anti- Israël zijn, draagt
daartoe ook bij
Desondanks is het aantal moslims dat
radicaliseert vooralsnog klein. Het
percentage dat jihadstrijder wordt of
bommen gaat leggen is nog kleiner.
Helaas is dat niet erg geruststellend:
één terrorist kan veel slachtoffers ma
ken.
Toch is het niet de islam als zodanig
waarvoor we bang moeten zijn, zegt
islamoloog Van Bruinessen. De aan Al
Qaeda gelieerde groepen zijn volgens
hem vooral politieke- en geen religieu
ze organisaties. Om een aanslag te
rechtvaardigen wijken zij juist af van
de standaard interpretaties van de is
lam. Zelfmoord vindt bijvoorbeeld
geen basis in de islam. Toch verklaren
radicalen dat de 'martelaarsdood'
nige hoofddoeken-discussie dan voor
bij is?"
Na 11 september zijn veel Nederland
se moslims zich pas bewust geworden
van hun islamitische achtergrond.
Veel jongeren zijn zich gaan verdie
pen in de islam en stuitten op het puri
teinse 'wahabisme', afkomstig uit Sa-
oedi-Arabië. Deze stroming is volgens
arabist Maurice Blessing aan een op
mars bezig. „Ook in Nederland."
Het is een vorm van politieke islam
waarvan de Al Qaeda strijders zich be
dienen. De wahabisten doen veel aan
propaganda, zegt arabist Maurice
Blessing. „Op internet, in de moskee-
Terroristische groepen zijn volgens de Algemene Inlichtingen en Veiligheids
dienst (AIVD) steeds vaker in staat autonoom te opereren en in kleine groe
pen aanslagen te plegen. Ook verschuift de aandacht van de terroristen van
streng beveiligde (militaire) doelen, de 'hard targets' (zoals Schiphol) naar 'soft
targets'.
Die laatste zijn minder beveiligde plaatsen waar bij voorkeur veel mensen bij
elkaar zijn. De aanslagen op de treinen in Madrid hebben laten zien hoe desas
treus dat kan zijn.
Het is de vraag hoe hoog Nederland staat op de lijst van de islamitische terroris
ten. Volgens experts nog niet zo hoog als de Verenigde Staten, Polen of Enge
land. Experts sluiten echter niet uit dat Nederland stijgt op die lijst door de goe
de banden die de regering Balkenende onderhoudt met president Bush.
De AIVD waarschuwt ieder jaar opnieuw in haar jaarverslagen voor islamiti
sche terrorisme. Tot nu toe blijft het activisme in Nederland beperkt tot het ver
lenen van hand en spandiensten, aldus de AIVD. Handlangers bieden bijvoor
beeld onderdak aan buitenlandse terroristen of leveren valse documenten. Vol
gens de dienst zijn er enkele honderden mensen actief in dit soort netwerken.
De bloedige ontbinding van Joegoslavië
begon vijftien jaar geleden in Kosovo,
'«n Slobodan Milosevic daar in een ge-
Mhtmakende rede tot een miljoen Serviërs
^Albanezen de oorlog verklaarde. De ont-
unding moet er ook eindigen. Probleem is
Khter dat niemand weet hoe.
kgrens staat op geen enkele kaart, maar
2| bestaat wel. Wie Kosovo binnen wil,
:«ftzijn paspoort tonen en zijn auto laten
«orzoeken. Daarna moet de somma van 41
wo worden betaald voor een verplichte
U-verzekering, want Kosovo is met Irak
«tenige stukje aardkloot dat niet door de
Jtonationale groene kaart wordt gedekt.
Kosovo is geen land, geen staat en geen pro-
^eie. Het is een protectoraat, bestuurd
•oor de Verenigde Naties en beveiligd door
«Navo. Maar bovenal: het is een gebied
joimaar beter gemeden kan worden. Zoals
*rnard Kouchner, zijn eerste VN-baas, on-
^gsopmerkte: „Kosovo is de laatste geva-
;:izone in Europa.
■kt eerste wat de gemotoriseerde reiziger
fpvalt, is hoe lelijk Kosovo eigenlijk is. Het
^dis vlak en rommelig. Bomen zijn gedra
md met plastic zakken, die door de wind
,anaf open vuilnisbelten over de vlakte
'orden geblazen. Dorpen en steden zijn
Jdnig meer dan hoopjes pokdalig beton.
|jl'jaar nadat Kofi Annan er de macht van
Slobodan Milosevic overnam, verkeert Ko-
foineen deplorabele staat. Het bestuur
•oor de Verenigde Naties heeft weinig voor
goed gebracht. Nog steeds is er maar enke-
*uren per dag elektriciteit, zit zestig pro-
van de bevolking zonder werk, blijven
7nlWel alle moorden onopgelost. Kosovo
•>°et het enige gebied ter wereld zijn dat
dfegeen eigen jam maakt. Het moet ook
enige zijn zonder openbaar vervoer.
Om dit lelijke stukje grond voeren twee vol
keren nu al eeuwen strijd. Voor de Serviërs
is Kosovo de bakermat van hun bescha
ving, land van duizend-en-één orthodoxe
kloosters. Voor de Albanezen is Kosovo wat
Palestina voor de Palestijnen is: het land
dat ze sinds mensenheugenis hebben be
woond: hun land.
Toen het Servische leger Kosovo uit werd
gebombardeerd, deze week precies vijf jaar
geleden, dachten de Albanezen dat zij de
strijd hadden gewonnen. Kosovo werd een
protectoraat van de Verenigde Naties,
maar onafhankelijkheid was een kwestie
van tijd.
Teleurstelling
De hoop van toen heeft plaats gemaakt
voor een bittere teleurstelling, die vorige
week overkookte. Boze Albanezen trokken
een spoor van bloed en vernieling door het
gebied. Talloze Serviërs werden gedood,
huizen en kerken vernield. Voor het eerst
werden de bevrijders van destijds op grote
schaal doelwit. In Pee, Pristina en andere
steden staken Albanezen voertuigen van de
VN in brand. In Mitrovica opende een Alba
nese sluipschutter het vuur op Franse Na-
vo-soldaten.
Dardan is een jonge Albanees in Pec, of Pe-
ja zoals Albanezen de stad noemen. Wat hij
de VN vooral verwijt, is incompetentie.
„Met mijn VN-nummerplaat kan ik alleen
naar Macedonië en Montenegro", zegt hij.
„Mijn VN-paspoort wordt maar in een paar
landen erkend."
Als ober is Dardan met zijn maandloon van
200 euro nog goed af, maar een paar bekeu
ringen door de VN-politie en hij is alles
kwijt. „Op het niet dragen van een veilig
heidsriem staat 35 euro, parkeerbonnen kun
nen oplopen tot 75 euro. Dat is evenveel als
Demonstratie van Albanezen voor het VN-hoofdkwartier in Pristina. foto EPA
het gezamenlijke pensioen van mijn bejaar
de ouders."
De lijst van grieven is lang. VN-functiona-
rissen in Kosovo verdienen exorbitante sala
rissen. Ze fnuiken de economie met hoge
douanetarieven. Ze zijn er niet in geslaagd
het handjevol armetierige staatsbedrijven
te privatiseren.
Nu eisen ze ook nog een exemplarische be
handeling van de Serviërs als voorwaarde
voor onafhankelijkheid. „Wat ze eigenlijk
willen, is dat we de Serviërs op straat kus
sen", zegt Jimmy, een andere Albanees.
Miroslav Velickovic wil niet worden gekust,
maar verwacht wel dat hij in wede kan le
ven. In de golf van geweld die vorige week
over Kosovo sloeg, werden zijn restaurant
en zijn huis vernield. Staande in het zwart
geblakerde skelet van zijn eethuis, zegt hij:
„Ik dacht dat ik een redelijke band had met
de Albanezen. In de meute die ons aanviel,
herkende ik mijn buren. Het had weinig ge
scheeld of mijn hele gezin was eraan ge
gaan."
Velickovic was een van de weinige Serviërs,
die nog waren overgebleven in Kosovo Pol-
je, een uitgestrekt dorp juist buiten de
hoofdstad Pristina. Het was in Kosovo Polje
waar de Serviërs in 1389 hun mythische
slag tegen de Turken verloren, en het was
op dezelfde plek waar Slobodan Milosevic
zeshonderd jaar later een menigte van een
miljoen Serviërs voorhield: „Nooit meer zal
iemand jullie slaan."
Die rede markeerde het begin van de ontbin
ding van Joegoslavië. Kort erna ontnam Mi
losevic Kosovo zijn autonomie, waardoor de
macht van Servië in het presidium explosief
toenam en Slovenië en Kroatië zich gedwon
gen zagen uit de federatie te stappen. Een
kwart miljoen levens zou de ontbinding ei
sen.
Velickovic, die 50 is, begrijpt de Albanezen
niet. Destijds, in 1989, woonden er nog
15.000 Serviërs in Kosovo Polje. Dat aantal
was vorige week verschrompeld tot enkele
tientallen, en zelfs dat was kennelijk te veel.
„Waarom moesten ze de paar resterende ge
zinnen verdrijven?" vraagt hij. „Milosevic
zit in Den Haag, Servië heeft een democrati
sche regering, de Albanezen hebben het hier
voor het zeggen. Waarom konden ze ons
niet met rust laten?"
Incident
Vijftig kilometer noordelijker heeft Gercin
Verseli een antwoord op die vraag. Hij ver
loor vorige week twee van zijn kinderen, na
dat die door Serviërs een kolkende, ijskou
de Ibar Rivier in zouden zijn gedreven. Het
was dat incident, op televisie verhaald door
zijn 13-jarige zoontje Fitim, dat als lont in
het kruitvat fungeerde.
„Dit was niet de eerste keer dat wij onder
de Serviërs leden", zegt hij, staande op de
zandweg die als hoofdstraat fungeert in het
dorp Cabra. „Ziet u de huizen hier? Ze zijn
allemaal nieuw. In 1999 staken de Serviërs
alles hier in brand, waarna ze de restanten
met bulldozers platwalsten."
De uitbarsting van geweld vorige week be
vestigde wat gelouterde Balkanologen altijd
al hadden gezegd: de eerste acte van het dra
ma in Joegoslavië begon in Kosovo, en de
laatste moet zich in hetzelfde gebied afspe
len. Kroatië kan niet meer stuk, Bosnië is
een succesverhaal geworden, Macedonië
lijkt gepacificeerd. Kosovo daarentegen is
verworden tot een stukje Midden-Oosten in
het hart van Europa, met de Serviërs in de
rol van de Israëliërs en de Albanezen als Pa
lestijnen.
In Pee slaakt John Clayton, baas van de
OVSE (de Europese organisatie voor samen
werking en veiligheid), een zucht. „Het pro
bleem is dat de status van Kosovo ongewis
is. In Kroatië waren de Serviërs na de oor
log ook niet al te welkom. De Kroaten besef
ten echter dat terugkerende Serviërs geen
bedreiging meer vormden voor hun land, en
de Serviërs wisten dat het Kroatië waar
naar ze terugkeerden, een soeverein land
was."
In Kosovo dromen de Serviërs nog steeds
van de terugkeer van hun leger en politie,
terwijl de Albanese meerderheid juist re
kent op onafhankelijkheid. De internationa
le gemeenschap aarzelt. De Veiligheidsraad
van de VN moet volgend jaar een beslissing
nemen, maar alle opties zijn riskant.
Onafhankelijkheid kan buurland Macedo
nië destabiliseren, en fascistische nationalis
ten in Servië aan de macht brengen. Voort
modderen betekent meer geweld, vooral van
de Albanezen. „Ik ben bang", zegt John
Clayton, „dat we voor Kosovo geen oplos
sing hebben."
Cees van Zweeden