Rouwen
rond
de rails
Het goede doel blijft altijd een beetje gokken
PZC
25
Monument slachtoffers
spoorwegongevallen
zaterdag 27 maart 2004
van Harmeien had er ook al eens over
gesproken. Later kwam ik in contact
met een paar andere nabestaanden
van Harmeien, en slachtoffers die het
overleefd hebben."
De starre houding van de NS ver
dween toen het bedrijf aan Kamer
beek en haar lotgenoten vroeg om
meer namen van initiatiefnemers te
melden. „We schreven terug dat wij
spraken namens meer dan negentig do
den. Toen was de juiste snaar geraakt.
Ik moet eerlijk zeggen dat de NS nu
kosten noch moeite spaart om er een
nationaal monument met alure van te
maken."
Het staal kwam speciaal uit Zweden
en werd bij een bedrijf in Tiel vervaar
digd. De kunstenaar die het monu
ment ontwierp, is de Leidenaar Anton
Brous. De bekende communicatie-goe
roe Anne van der Meiden schreef er
een pakkende tekst bij. Zo wordt op
16 april in het park voor het oude
hoofdkantoor van de NS - De Inktpot
geheten - het landelijk spoorweg-
slachtoffersmonument onthuld.
Een nagedachtenis aan iedereen die
op of bij een spoorlijn in Nederland
om het leven kwam. Van treinrampen
tot zelfdodingen, van treinkapers tot
werkongevallen met NS-personeel.
Kamerbeek: „Want het bleek de afge
lopen jaren toch ook een blinde vlek
binnen de NS te zijn. Er is nu hele
maal geen gedenkteken of iets derge
lijks voor NS'ers die tijdens hun werk
het leven lieten."
Hoeveel mensen in de vaderlandse
spoorweggeschiedenis de dood in of
onder een trein vonden, valt niet te
achterhalen. Alle ongevallen, aanrij
dingen en zelfmoorden bij elkaar opge
teld zullen het er sinds 1839 - het be-
foto ANP
gin van de spoorwegen in Nederland -
zeker een paar duizend zijn.
Voor Elly Kamerbeek betekent de ont
hulling dat er - zoals zij het noemt -
iets wordt rechtgetrokken. „Ik ervaar
nu een soort uitgestelde rouw, kan er
eindelijk een punt achter zetten. Het
positieve gebaar dat eindelijk van de
NS is gekomen, is ook belangrijk. Iede
re dag zie ik bij ons in Rhenen aan het
oorlogsmonument op de Grebbeberg
hoe belangrijk het is, dat nabestaan
den iets tastbaars hebben om naar toe
te komen."
Drempel
Treinangst kent Elly niet, al heeft het
nog altijd iets beklemmends als ze in
stapt. De spoorsplitsing Harmeien op
het traject Utrecht - Gouda passeren?
„Dat is nog altijd heel moeilijk."
Over een echte drempel stapte ze twee
jaar geleden, toen ze voor het eerst de
weilanden in Harmeien doorstruinde
om de plek van de ramp vanuit dat om
gevingsperspectief te aanschouwen.
„Het transformatiehuisje van toen
staat er nu nog", zoals 'de boom die
alles zag' in dje Bijlmermeer, die als
stille getuige een symboolstatus bij
een onheilsplek kreeg.
De afgelopen maanden is ze er weer
twee keer geweest, onder andere om
een tv-documentaire te maken over
haar vader en haar strijd voor een na
tionaal spoorwegongevallen monu
ment. „We waren naar de plek gelo
pen en stonden langs de baan, toen in
de weidse stilte ineens de wissel om
klapte. Zat m'n hart even in de keel.
Het is goed om er te zijn geweest. Het
helpt te verwerken, net als het monu
ment nu."
Bernardo van Hal
De ramp bij Harmeien; vierennegentig treinreizigers vonden de dood.
treinen automatisch flink afremt als
ze per abuis door oranje rijden en hele
maal stilzet als onverhoopt een rood
sein wordt gepasseerd.
Wat Harmeien de afgelopen vier de
cennia echter nog niet heeft opgele
verd, is een herdenkingsmonument.
Iets wat Elly Kamerbeek dermate
dwars heeft gezeten, dat ze in 2001 is
begonnen om 'iets' van de grond te
krijgen.
„De nazorg was in die tijd bij de ramp
heel anders dan nu. Gelukkig wordt
er nu goed omgekeken naar slachtof
fers en nabestaanden. Wij hadden
geen geld om met het hele gezin naar
de nationale herdenking - een paar da
dag geen wrok. „Toen ik drie jaar gele
den over een monument voor 'Harme
ien' begon, leek het haar zonde van de
tijd. 'Laat het rusten, de NS heeft
toch niks geleerd', zei moeder."
Het gemis aan een blijvende herinne
ring aan de ramp is blijven knagen bij
Elly. „Het was de tijd van de Zeeuwse
watersnood-herdenking, Enschede,
Volendam. Dan denk je op enig mo
ment: en mijn ramp dan?" Dus nam ze
contact op met de NS, maar daar ving
ze in eerste instantie bot. Waarna ze
de publiciteit zocht.
„Toen bleek dat ik niet de enige was
die een herinneringsmonument wilde.
Met name een aantal oudere inwoners
beek toe. Zeker als vader niet rond
half twee in Middelhamis is. Dat is
zo'n beetje het tijdstip dat hij er zou
moeten zijn. Pas om half zes komt er
een eerste bericht, wel direct met uit
sluitsel: op slag gedood.
Chaotisch
Kenmerkend voor de ramp is de chao
tische hulpverlening die volgt. „Wij
wisten eerst niet waar vader was. We
weten nog steeds niet waar hij bijvoor
beeld zat in de trein", zegt de nu bijna
62-jarige Elly. Gevolgd door een troo
strijke gedachte: „Dankzij Harmeien
hebben we tegenwoordig in Neder
land een Rampen Identificatie Team."
Evenals een beveiligingssysteem, dat
gen na de ramp - in Utrecht te reizen.
Dat geld kwam er ook niet van de NS
of overheid. Nimmer kwam van de NS
een vraag in de trant van 'Hoe gaat
het nu met u?' Nooit was er zorg of be
geleiding. De schade-afwikkeling
daarna was passend in die tijd: kil en
zakelijk", herinnert de Rhenense zich.
„Het tekort dat moeder - toen 49, nu
91 jaar - in de rest van haar leven op
het weduwepensioen zou hebben,
werd berekend - indexering naar infla
tie bestond nog niet - en terstond uit
betaald. Verder niet zeuren, wees blij
dat de NS nog iets voor je doet. Tja,
letsel-advocaten waren er toen nog
niet...".
Elly's moeder koestert vandaag de
Elly Kamerbeek: „Een monument helpt te verwerken." foto Cord Otting/GPD
Het rouwproces van Elly Ka
merbeek krijgt ruim 42 jaar
na 'de klap bij Harmeien', een
voltooiing. De Rhenense knokte
de afgelopen drie jaar voor een
Nationaal Monument Spoorweg
slachtoffers. Volgende maand
wordt het onthuld.
Het was voor Elly Kamerbeek
haar eerste werkdag op de admi
nistratie bij een nieuwe baas: De
Utrechtse Jaarbeurs. Ze zal deze bij
zondere januaridag in 1962 nooit ver
geten, om een dramatische reden:
haar vader komt die dag om bij de
grootste treincatastrofe uit de Neder
landse geschiedenis.
Gevraagd naar het precieze tijdstip
van de treinramp op maandag 8 janua
ri 1962, loopt Elly even de kamer uit
om een klein kistje te pakken. Daarin
zit een polshorloge, waarvan de wij
zers stil staan op negen minuten voor
half tien. „Deze droeg mijn vader tij
dens de ramp. Door de klap is het hor
loge precies op dat moment stil blij
ven staan." Het glas van het uurwerk
vertoont ook wat opvallende krassen,
net als de portemonnee die tussen de
wrakstukken werd gevonden. Haar va
der heeft Elly nooit meer gezien. „Vol
gens de huisarts maar goed ook: hij
was onherkenbaar verminkt."
Oranje sein
Het nieuwe jaar is net begonnen.Op
perwachtmeester Kamerbeek staat op
het punt bevorderd te worden tot adju
dant bij de Rijkspolitie, met daaraan
verbonden een overplaatsing van Mid
delhamis naar het Utrechtse Jut-
phaas. Het gezin zal daar eind januari
heen verhuizen, maar Elly - het
oudste kind - wordt al op 8 januari bij
haar nieuwe werkgever in Utrecht ver
wacht.
Daarom logeert de dan negentienjari
ge gedurende die maand bij haar
grootouders in Amersfoort. Het week
end ervoor wordt ze weggebracht
door haar vader naar Amersfoort. Op
maandag pakt Elly al vroeg de trein
naar Utrecht, haar vader gaat een uur
tje later richting Rotterdam, Helle-
voetssluis en Middelharnis. Hij zal er
nooit komen.
De machinist van de sneltrein
Leeuwarden-Rotterdam ziet in dichte
mist bij Harmeien een oranje sein
over het hoofd, stormt daarom met
125 kilometer per uur op een rood
sein af, gooit op het laatste moment
alles op de rem maar ramt toch nog
met 107 kilometer per uur de stop
trein Rotterdam-Gouda-Amsterdam,
die net het spoor kruist. Vierennegen
tig treinreizigers (onder wie de 57-jari-
ge P. J. Sturm uit Goes) vinden de
dood. Tot op de dag van vandaag ver
uit het grootste spoorwegongeval in
Nederland ooit.
Elly Kamerbeek wordt onderwijl rond
geleid op haar nieuwe kantoor. Na
half tien hoort ze veel, heel veel sire
nes van ambulances en brandweerwa
gens vanuit hartje Utrecht west
waarts trekken. „Je had toen zo'n
soort lichtkrant bij De Jaarbeurs.
Daar stond rond half elf op: 'spoor
wegongeval bij Woerden'. Toen dacht
ik voor het eerst: daar zou mijn vader
wel eens in kunnen zitten."
In een tijdperk dat mobiele telefonie
meer dan futuristisch klinkt, neemt
de ongerustheid bij het gezin Kamer
■■i
derzoek door de Volkskrant. De directeur
van het Leger des Heils heeft een jaarsala
ris van 26.000 euro. De directeur van Hart
stichting ontvangt 170.000 euro en dezelfde
functie bij de Kankerbestrijding is goed
voor een jaarinkomen van 130.000 euro.
De gemiddelde inkomens zijn bij verschil
lende goede doelen ook niet mals, zo blijkt
uit het onderzoek. Bij SOS Kinderdorpen is
het gemiddelde salaris 55.000 euro per jaar
en bij het Wereld Natuur Fonds verdien je
zo'n 54.000 euro per jaar. De Hartstichting
is goed voor een gemiddeld salaris van iets
meer dan 53.000 euro. Natuurlijk ook even
het salaris van directeur Kroon van Mother
hood opgevraagd. Die blijkt net zoveel te
verdienen als de andere personeelsleden:
1100 euro netto per maand, maar dan wel
voor een parttime baan.
Het valt op dat steeds meer goede doelen
moeite doen om aan de gever uit te leggen
wat er met hun centjes nu precies gebeurt.
De donateurs worden steeds kritischer en
gaan steeds meer wagen stellen. Het ver
trouwen in de goede doelen daalt. Ook re
den voor het CBF krachtiger van zich te la
ten horen. „Wij zijn onze criteria aan het
aanscherpen", zegt Clerkx.
„We weten nu niet of projecten echt succes
vol zijn of mislukken. Vanaf dit jaar moet
ook dat worden aangetoond. Dit betekent
ook dat er meer eisen aan de beheersing
van de eigen organisatie en de besteding
van de middelen worden gesteld. Vanaf me
dio 2005 zullen alle instellingen op deze wij
ze door het CBF worden getoetst. Wij wil
len vooral het kaf van het koren blijven
scheiden."
Michiel Snik en Jan Vriend
Tia de voordeur of de telefoon wagen ze
V je aandacht. Uitgestoken handen, vra-
Neogen, gevoelige argumenten. Zielige
eieren in arme landen helpen. Een kleine
sdrage is genoeg. Of dat geld goed terecht-
to&t, is de waag.
fetuurlijk komt het goed terecht. Kijk ens
^ardie arme kindjes die honger hebben.
Ofdie dieren die mishandeld worden.
Schandalig toch dat wij niet een klein beet-
Fvanonze rijkdom afgeven om het elders
^beetje beter te laten worden. Wie reist
^geschonken euro achterna om te kijken
(bet wel echt goed wordt besteed? Vrijwel
fiöDand.
lijst van door het Centraal Bureau
'^verwerving goedgekeurde instellin-
diisweer gegroeid. Op de website van het
-öF zijn al 178 organisaties terug te vin
kje komt er de vreemdste, maar altijd
êikende namen tegen. Allemaal even be-
touwbaar, zegt Flore Clerkx van het CBF.
-^veel cent van iedere euro die in de col-
j-debus verdwijnt daadwerkelijk bij het
oprende kindje, het belangrijke onder
af de bedreigde dieren terechtkomt,
-Jfteen beetje gokken.
- i. gehoord van de Stichting Bloedlink?
helpt bij preventie en risicobeheersing
^erfelijke hart- en vaatziekten. Of van
^enting Ontmoeting? Die biedt 'op basis
christelijke naastenliefde, professione-
aan dak- en thuislozen, uitgaande
de behoefte en mogelijkheden van de
.-"li Wings of Hope? De activiteiten
LZe orSanisatie bestaan uit het ver-
«en van praktische en posttraumati-
1 ac hulp aan kinderen, oorlogsgetroffe
nen, in voormalig Joegoslavië en elders in
de wereld.
Surfend over de website van het CBF gaat
een wereld open van veel geld en grote orga
nisaties. Een van de grote spelers is Plan
Nederland (voorheen Foster Parents Plan).
Particulieren schenken hieraan via hun
adoptieplan jaarlijks 74 miljoen euro. De
Kankerstichting krijgt op die manier jaar
lijks 58 miljoen euro in het laatje. Het Rode
Kruis is goed voor 33 miljoen euro. Cordaid
haalt een miljoen minder op. Deze stichting
is een samenwerking van Memisa, Mensen
in Nood en Vastenactie.
Hoeveel van al die miljoenen komt bij het
beoogde doel terecht? „Dat moet blijken uit
de jaarverslagen, maar die zijn op dit punt
niet altijd even transparant", geeft Clerkx
toe. Dus moet de donateur toch een beetje
gissen ondank het CBF-keurmerk? „Dat
ook weer niet. Want de verslagen moeten
wel volgens onze criteria worden opgesteld.
We controleren het ook. De verantwoorde
lijkheid de cijfers inzichtelijk te maken ligt
in eerste instantie bij de goede doelen zelf."
Voordeel van het CBF-keurmerk is ook dat
je dan gemakkelijker subsidie krijgt. Orga
nisaties die niet over dit keurmerk beschik
ken hoeven niet op financiële steun van de
overheid te rekenen.
Duur
Motherhood is een stichting die kinderen in
nood helpt en hulpgoederen naar alle uit
hoeken van de wereld brengt. Een officieel
keurmerk van het CBF dat het allemaal
goed zit met de gedoneerde euro's kan de
stichting niet laten zien.
„Dat keurmerk wil ik ook helemaal niet",
zegt Nicolien de Kroon, oprichtster van
Motherhood. „Zo'n keurmerk is duur en
wat zegt het nou? De organisaties laten zich
keuren doör een bureau dat ze zelf financie
ren. Daar zet ik vraagtekens bij. Heb je wel
eens die jaarverslagen gezien van die instel
lingen die het keurmerk hebben? Kijk eens
naar het Rode Kruis. Die organisatie is ab
soluut niet transparant, maar heeft wel het
foto Harmen de Jong/GPD
keurmerk. Zo'n jaarverslag zegt ook niet al
les, want van accountants kun je ook niet
altijd op aan. Dat is al vaker bewezen."
Organisaties met het CBF-Keurmerk mo
gen maximaal 25 procent van de inkomsten
steken in wervingskosten. Een belachelijk
hoog percentage, vindt De Kroon. „Wat er
niet bij staat is, wat er nu daadwerkelijk
bij het goede doel terechtkomt. Je mag blij
zijn als er van iedere euro 35 cent in het
land terechtkomt waar het voor bedoeld is.
Dan begint daar vaak opnieuw het verde
len van het geld. Zo blijft er ook veel hulp
van grote organisaties liggen in loodsen in
bijvoorbeeld Teheran zonder dat de bevol
king er iets van ziet."
Motherhood doet het beter, vindt ze zelf.
„Van iedere euro die wij inzamelen, gaat
slechts 3,1 procent naar ons papier, onze te
lefoon en ons salaris. Nee hoor, voor mij
geen keurmerk. Op onze website kan ieder
een precies zien waar wat naar toe gaat.
Tot op de cent. Of dat dan wel betrouwbaar
is? Ik verzin dat allemaal niet hoor! Ieder
een mag hier alles komen inzien. Dan krij
gen ze de telefoonnummers erbij om de re
keningen te controleren. Bovendien, alles
ligt bij de Kamer van Koophandel en de be
lasting controleert ons ook."
Keurmerk
Volgens CBF-woordvoerder Clerkx be
weert het CBF niet dat de organisaties die
het keurmerk niet hebben, automatisch on
betrouwbaar zijn. „Het is ook geen verplich
ting, maar als Motherhood het zo groot aan
pakt en zulk goed werkt levert, kunnen ze
zich ook wel door ons laten keuren. Wij heb
ben heldere criteria. Wij zijn totaal onaf
hankelijk. En dan weet iedereen dat het
ook goed zit."
De grote vraag blijft dus, ondanks het
CBF-keurmerk, hoeveel er aan de strijk
stok blijft hangen. Wat verdient bijvoor
beeld de directeur van het goede doel? Ver
schillende instellingen zeggen daar niets
over. Zo houden het Rode Kruis, Unicef en
de Zonnebloem dat geheim, zo bleek uit on-