Jurrien weet nu feilloos
de dwarsligger te vinden
Cadeautjes voor
alle Kikker-fans
GEBOEKT
woensdag 24 maart 2004
illustraties Max Veldhuijs, uit Dit is Kikker
Van half apnl tot half mei is het in Zee
land weer Maand van de Vrijheid. In de
aanloop naar deze evenementenreeks
(met onder meer het Festival Cultureel
Gekleurd, Bevrijdingsdag en de uitrei
king van de Four Freedoms Awards) pu
bliceert de PZC op deze plek een korte
serie over jongeren en vrijheid. Vandaag
deel 1: Saten Bezzi. Ze moest vluchten
uit Libanon en woont nu in Terneuzen.
Saten Bezzi (13) is niet compleet.
Hoewel ze gelukkig is in Neder
land, veel vriendinnen heeft en op
een leuke school zit, voelt ze een
leegte in haar hart. Ze heeft maar
één wens: Haar ouders weer terug
zien.
Saten is geboren in Libanon. Het land
wat door de ligging en het klimaat
zo mooi zou kunnen zijn. maar een verra
derlijke sfeer uitademt. Broers of zussen
heeft Saten niet en nu moet ze zelfs haar
ouders missen. Ze woont in Terneuzen,
waar haar opa en oma haar hebben opge
vangen. Zij zorgen weliswaar goed voor
haar, maar het verlangen naar haar
ouders blijft altijd bestaan. Het gevoel
van gemis is altijd aanwezig, nooit op de
achtergrond.
Saten was elf toen ze voet op Nederland
se bodem zette. Wat voor die tijd alle
maal gebeurde, daar denkt ze liever niet
aan. Dat is vaag, of ze heeft het simpel
weg verdrongen. Ze weet dat ze Libanon
moest verlaten vanwege de oorlogssitua
tie die te bedreigend werd. maar verder
weet ze er niets van. In twee woorden
kan ze samenvatten wat haar herinnerin
gen zijn aan haar geboorteland: „Niet
leuk." En dan zwijgt ze. Het is niet zo
dat ze de Nederlandse taal niet machtig
genoeg is om haar gevoelens onder woor
den te brengen, maar er is gewoon niet
meer wat ze kan, of wil vertellen. De stil
te kan ieder voor zichzelf opvullen.
Reis
Voor ze naar Nederland kwam, heeft ze
nog een tussenstop gemaakt in een ander
land, maar waar dat was en hoelang ze
daar is gebleven, het is niet in haar herin
nering blijven hangen. Ze weet alleen dat
ze enige tijd alleen is geweest in Libanon,
dat haar ouders weg waren en dat ze sa
men met 'iemand' de reis naar Europa is
begonnen. De reis naar vrijheid.
Helaas ervaart ze haar in Nederland ver
worven vrijheid maar gedeeltelijk. Een
Saten Bezzi: „De mensen zijn hier heel aardig, ik vind het leuk op school, met m'n vriendinnen praat ik veel en ga ik ook wel
winkelen. Maar ja..." foto Camile Schelstraete
verblijfsvergunning heeft ze (nog) niet.
maar dat is de minste van haar zorgen.
„De mensen zijn hier heel aardig, ik vind
het leuk op school, met m'n vriendinnen
praat ik veel en ga ik ook wel winkelen.
Maar ja..." Er valt een pijnlijke stilte. Op
de vraag of ze haar ouders mist, spuwen
haar zo sprekende donkere ogen vuur.
„Ja! Natuurlijk!Ze mist haar ouders ver
schrikkelijk. Ze heeft ze nu al enkele ja
ren niet meer gezien, niet meer gesproken
en niet meer gehoord. Het is voor haar on
mogelijk om ze op te zoeken, simpelweg
omdat ze niet weet waar ze zijn. „Mijn va
der zit.in Israël, denk ik. Hij is daarheen
gebracht, hij zit in ieder geval gevangen."
Waarom hij vast zit en wie daar verant
woordelijk voor is, weet ze niet. Over het
lot van haar moeder is nog veel minder
bekend. Saten heeft geen idee waar ze
kan zijn. Elk land, elke stad, elk dorp ter
wereld is een optie. En de gedachte is on
draaglijk, maar zijn ze nog wel in leven...
De kleine, ietwat verlegen Saten, met
haar lange donkere haar wat in golven
op haar rug hangt, hoeft die onzekerheid
niet alleen te dragen. Ze kan altijd bij
haar vriendinnen, docenten, grootouders
en haar voogd terecht. Haar opa, oma en
haar voogd helpen haar ook zoeken naar
haar ouders, maar tot nu toe vruchteloos.
Voor haar vriendinnen en docenten, die
Saten zo graag willen helpen, rest niets
anders dan een luisterend oor bieden en
troosten. Maar Saten zal de zoektocht
nooit opgeven. De dag dat ze haar ouders
vindt, zal de dag zijn dat ze echt vrij is.
En ondertussen houdt de gedachte dat er
gens op de wereld twee mensen zijn die
net zoveel aan haar denken als zij aan
hen, haar op de been.
Somewhere out there
beneath the pale moonlight
Someone's th inking of me and loving me
tonight
Somewhere out there
someone's saying a prayer
That we'll find one another
in that big somewhere out there
And even though I know how very far
apart we are
It helps to think we might be wishing on
the same bright star
And when the night wind starts to sing a
lonesome lullaby
It helps to think we're sleeping under
neath the same big sky
Somewhere out there if love can see us
through
Then we'll be together somewhere out
there
Out where dreams come true
Sheila van Doorsselaer
Op een leeg vel papier een
lijn zetten, dat kan ieder
een. Er een verhaal mee begin
nen en het tot een goed einde
brengen is iets anders. Daar is
talent voor nodig. En ervaring.
En techniek. En dan moet je ook
nog weten wat je wilt vertellen.
„U bent eigenlijk een schrijven-
aar", zei eens een jongetje tegen
Max Velthuijs (1923) van wie je
ongetwijfeld de prentenboeken
kent die hij over Kikker schreef
en tekende. De 'vader' van dat
groene figuurtje in
die foeilelijke
rood-wit gestreepte
zwembroek wist als
kleuter al dat hij la-
ter tekenaar wilde
worden. Zijn krab
bels van alles en nog
wat en de uit
schoolatlassen van zijn oudere
zusjes precies nagetekende pla
ten en kaarten waren bijzonder
genoeg om ooms en tantes er een
kleinigheid voor te vragen. Ook
op school maakte hij indruk met
zijn tekeningen die hij dan met
klasgenoten ruilde voor rolletjes
drop.
School was aan Max niet be
steed. In Ik bof dat ik een kikker
ben van Joke Linders kun je le
zen dat hij razend populair was
bij zijn medeleerlingen, maar le
raren waren zo ontevreden dal
ze in 1937 zijn ouders aanraad
den hem van school te halen. Na
een blauwe maandag in een fa
briek en wat rottige baantjes
hier en daar mocht hij in 1942
naar de Middelbare School voor
Beeldende Kunsten en Kunstnij
verheid van Arnhem. Hij leerde
er stempels maken, naar model
tekenen, een stilleven opzetten,
met olieverf schilderen, affiches
ontwerpen en meer dat hem nog
goed van pas zou komen toen hij
de kost moest verdienen als
ontwerper, reclameteke
naar en maker van anima-
tiefilmpjes.-P^ntenboek-
kunstenaar wejd hij pas
jaren later.
In 1962 verscheen 'Vers
jes die wij nooit vergeten'
met tekeningen bij oude
rijmpjes als 'Slaap, kind
je slaap' en 'Twee em
mertjes water ha
len'. Het illustre
ren van die 37 ge
dichtjes was leuk
genoeg geweest
om meteen daar
na met veel
plezier
aan 'A is
een aap
je' te be
ginnen.
Een Zwit
serse uit
gever vond
de prenten
in het abc- boekje
zo mooi dat hij
Max vroeg een
boek van hem
te illustreren. Die was
niet erg ondersteboven van het
verhaaltje en dacht dat hij het
zelf stukken beter kon. Om het
geluk een handje te helpen
schoof hij zogenaamd per onge
luk tussen de gevraagde tekenin
gen een heel andere tekening.
Alsof hij zich ervoor schaamde
vertelde hij dat het om een ver
haal over een jongen en een vis
ging. 'Maak dat maar', zei de uit
gever toen. Na "De jongen en de
vis' (1972) volgden tot op de dag
van vandaag nog tiental
len prentenboeken
met tekeningen
bij zijn eigen
verhalen.
Het bekendst
zijn natuurlijk de boeken over
Kikker met wie we voor het
eerst konden kennismaken in
'Klein-Mannetje heeft geen
huis'. Kikker was toen in 1983
nog gewoon een kikker: De vol
gende dag kwam hij een kikker
tegen. „Goede morgen
Klein-Mannetje! Ik weet een
mooi huisje voor je." En de kik
ker nam hem mee naar een lege
jampot.' In 1989 verscheen dan
het eerste van de twaalf kikker
boeken. 'Kikker is verliefd' be
leefde een tijdje geleden met de
twee andere Kik
ker-klassiekers
'Kikker en het vo
geltje' en 'Kikker
en een heel bijzon
dere dag' een her
druk in Dit is Kik
ker. Het in een
fraaie linnen band
gestoken boek verscheen ter ge
legenheid van Max Velthuijs'
tachtigste verjaardag, maar is
eerder een cadeautje voor alle
Kikker-fans overal op de we
reld. Die zullen misschien nog
liever Het huis van kikker heb
ben. Dit bijna vierkante flap-uit
en speelboek meet opengevou
wen en omgeklapt 50 cm x 26
cm en is dan een ruimtelijke
weergave van het
huis van
Kikker zo
als we dat
uit de prenten
boeken kennen. De
degelijke uitvoe
ring, het miniboekje
met een nieuw verhaaltje
en de tientallen opzetfiguren be
loven uren fantasievol speelge-
not.
Mensen met verstand van kinde
ren en prentenboeken vragen
zich weieens af wat toch de re
den kan zijn van de wereldwijde
populariteit van Max
Velthuijs' prenten
boeken. In de
onlangs
versche
nen Ency
clopedie
van de
jeugdlitera
tuurmet informa
tie over alle belang
rijke kinderboe
kenauteurs van
toen en nu uit
binnen-en
buitenland
staat de simpel
ste verklaring
voor het myste
rie: 'Hij schrijft
zijn verhalen
eerst in het Duits
of Engels, wat
hem tot eenvoud
dwingt.'
Jan Smeekens
Joke Linders: Ik bof dat ik een
kikker hen. Leven en werk van
Max Velthuijs. Leopold; 232
pag.; €25,00.
Max Velthuijs: Dit is Kikker. Le
opold; 93 pag.; €19,95.
Jan van Coillie e.a.: Encyclope
die van de jeugdliteratuur. De
Fontein; met ruim 300 afbeeldin
gen (portretfoto's, omslagen en
boekillustraties); 382 pag.;
€49,50.
Over Max Velthuijs is in het Kin
derboekenmuseum (Letterkun
dig Museum in Den Haag) tot 1
augustus 2004 een tentoonstel
ling ingericht.
Viscaal, Koudijzer, Bos
kamp. Op sportpark de Bra
kelier in Gent overbekende voet
balnamen. 'Ollanders', die ooit
het blauwwitte shirt van AA
Gent om de schouders droegen.
Jurrien Dam (13) zou misschien
in de nabije toekomst wel eens
aan dat rijtje toegevoegd kun
nen worden.
Vier jaar terug werd deze talent
volle 'voetbalbloem' weggeplukt
van de Temeuzense voetbalvel
den. „Was in het begin best wen
nen. Kon m'n medespelers niet
eens verstaan. Moest ik m'n 'ka
bas' onder de bank steken. Wist
ik veel wat ze bedoelden." Na
vier jaar weet Jurrien intussen
feilloos de dwarsligger te vin
den, z'n maillots aan te trekken
en schieten vanaf de baklijn is
geen enkel probleem meer. Hij
voelt zich als een vis in het wa
ter bij AA Gent. Wat wil je ook.
„Alles is tot in de puntjes gere-
geld
Vier keer in de week pendelt Jur
rien - met opa en oma als privé-
chauffeur - tussen Terneuzen en
Gent. In de sporttas z'n pas
poort, want een identiteitsbe
wijs is verplicht in België. Het
'buitenland' stelt zo z'n eigen ei
sen, weet Jurrien inmiddels.
De trainingen zijn zeer profes
sioneel. Vanaf het omkleden tot
aan het douchen staat discipline
voorop. „Luisteren naar de trai
ner en de opdrachten zo goed
mogelijk uitvoeren", zegt Jur
rien. „We hebben aparte trai
ners voor de techniek- en de
looptraining. Eén keer per week
krijgen we een individuele trai
ning. Mankeer je wat, dan staat
de hele medische staf voor je
klaar. Van dokter tot fysiothera
peut." Kortom, bij AA Gent is
het voetballeven van een
jeugdspeler in goede handen.
Het liefst speelt Jurrien met
nummer '10' om de schouders.
„Lekker op het middenveld het
spelletje 'lezen' en het spel ver
delen", lacht hij. „Aanvallende
middenvelder, dan heb je veel
balcontact en groei je in de wed
strijd." De linkspoot werkt kei
hard om ook met rechts een pass
te kunnen geven. „Tweebenige
spelers zijn zeldzaam, dus als
het lukt om ook met rechts een
pass over veertig meter te ge
ven, dan ben je een completere
voetballer", stelt hij nuchter
vast.
De topografie van België heeft
voor hem geen geheimen meer.
Charleroi, Lommei, Luik, Genk
overal in België heeft hij al een
wedstrijd gespeeld. „Won in
2002 met m'n team de Belgische
beker. Lachen hoor, was ik de
eerste Nederlander, die met de
Belgische beker in m'n handen
stond." In datzelfde jaar speelde
hij een jeugdtoernooi bij het En-
DHR. BuTfAEMER is NOG N i ET JARIG
Jurrien Dam voetbalt sinds vier jaar bij AA Gent: „Ik kon m'n me
despelers in het begin niet eens verstaan." foto Ronald den Dekker
gelse Arsenal. „Geweldige erva
ring, speelde onder andere tegen
Fulham."
Begin april vertrekt hij met AA
Gent voor een trainingstage van
een week naar Spanje. „Weekje
extra paasvakantie. Nou ja va
kantie. Het wordt daar keihard
werken, maar dat heb ik er
graag voor over."
Vertrouwen
Z'n toekomst ziet hij met ver
trouwen tegemoet. „Heb zojuist
gehoord van het hoofd jeugdop
leiding van de club, dat ze zeer
tevreden zijn en dat ik mag blij
ven."
En als het niet lukt als voetbal
ler? „Dan wil ik graag sportle
raar worden of sportjournalist."
Voor hem op tafel ligt z'n lijf
blad, de Voetbal International.
Stel hem een sportvraag en als
een ware John Frederikstadt
spuit het antwoord uit z'n
mond. Uitslagen, standen, fei
ten hoe klein ook, hij weet ze
feilloos op te noemen.
Op één vraag blijft hij het ant
woord schuldig: Wanneer
speelt Jurrien Dam z'n eerste
wedstrijd in Oranje? Z'n stekel
tjes gaan iets rechter staan en
z'n ogen twinkelen nog helder
der. Hij haalt z'n schouders op.
„Weet het niet", klinkt het be
scheiden. De scouts van Ajax,
PSV en Feijenoord zijn bij deze
getipt: Bij AA Gent staat een
voetbalbloem in de knop, die
tot grote bloei kan gaan ko
men.
Hans Segboer