Moderne ingenieurs denken synthetisch PZC Schedelreconstructie a la Armani LYJaiHklCHsJ Nederlands of Engels 27 Vernieuwend onderzoek woensdag 24 maart 2004 RIEKS HOLTKAMP .De ben buitengewoon geïnspi- «rd geraakt door deze rec- torsbaan", zegt prof. dr. Rutger nn Santen, rector-magnificus ian de TU/e en als hoogleraar iatalyse verbonden aan de Fa- .tlteit Scheikunde. „Er zijn in- sressante ontwikkelingen op ja gebied van onderwijs en soderzoek, waarvoor heel veel sbeuren moet." D#vernieuwing van onderwijs ni onderzoek een nieuwe im puls moet krijgen, is ook de ge achte van het ministerie van Onderwijs en de Koninklijke Academie van Wetenschappen. Daartoe is de functie van Aca demiehoogleraar in het leven geroepen, die onder meer door Van Santen vervuld gaat wor den. „In deze periode van vijf jaar krijg ik een goede kans om bij te dragen aan de onderwijs vernieuwing en aan de onder- zoeksprofilering." „Daarnaast zijn er nog nieuwe initiatieven die we in samen spraak met de andere techni sche universiteiten in Neder land ontwikkelen. Ik zie voor mezelf een duidelijk rol in de ze vernieuwingsprocessen, maar die moeten op een gege ven moment wel ingevuld wor den met iets. Dat kan onder zoek zijn, maar ook onderwijs vernieuwing." Wil vernieuwing van onderwijs en onderzoek op de lange ter mijn aan de TU echter werke lijk gestalte krijgen, dan zal er ook op de middelbare school het een en ander moeten ver anderen, meent Van Santen. „Een ingenieur is iemand die goed kan denken in systemen, die dingen kan maken, die ver- In bijna vijftig jaar heeft de TU/e een grote naam opgebouwd op het gebied van katalyse- onderzoek, niet in de laatste plaats door de inspanningen van Rutger van Santen, die net als zijn voorgangers kan bogen op ruime ervaring bij Shell. Met name de afgelopen tien jaar is er een grote verschuiving opgetreden in het katalyse-onderzoek. „We kunnen inmiddels voorspellen met welke stof de katalyse lukt en met welke stof niet en onder welke condi ties." „Maar het spannende is nu dat je van te voren met je technologische kennis het materiaal in een bepaalde toestand moet maken om die gewenste reactie te laten plaatsvinden. Het nieuwe zou zijn dat je het materiaal zichzelf laat vormen; dat je dus een systeem maakt dat zichzelf aanpast aan de omstandigheden. In feite naar analogie van natuurlijke processen die met enzymen en immuunsystemen in het menselijk lichaam plaatsvinden of vergelijkbaar met autonome molecuulvorming die zich diep op de oceaanbodem afspeelt. Een groot ge deelte van ons onderzoek is er nu op gericht om een relatie te leggen tussen die levenloze wereld en de levende wereld en om de kennis van de levende wereld te gebruiken om nieu we katalytische systemen te ontwikkelen." Het gaat erom dat we die kennis gebruiken om 'adaptieve' systemen te ontwikkelen waar door we niet van te voren alles hoeven te bedenken, maar waarbij het systeem zelf bedenkt hoe het atomen en molecuelen moet dirigeren om een bepaalde reactie te laten plaatsvin den. Een zelforganiserend systeem dat ongeveer functioneert zoals nu onze (lichaams)celle- tjes. En dat is hartstikke spannend." schillende componenten met elkaar kan verbinden, die over de bestaande disciplines als werktuigbouwkunde, schei kunde of elektrotechniek heen een ontwerp kan maken. Maar deze manier van synthetisch denken komt nauwelijks voor in de manier waarop op het vwo over natuur- en scheikun de wordt gesproken." „Dat is nog sterk analytisch ge richt. nog in de taal van de ne gentiende eeuw, en niet in de taal van de kinderen van nu. Die krijgen op de computer de hele wereld tot hun beschik king via allerlei data en infor matie. Maar die kinderen moet geleerd worden hoe ze die data kunnen verwerken in dingen die nu iets betekenen voor techniek en maatschappij. Het gaat in feite om het probleem oplossend vermogen toege spitst op de vraagstukken van onze eigen tijd. Daar aan kin deren onderwijs over te geven is een grote opdracht." Om die nieuwe zienswijze op scholen ingang te doen vinden heeft de TU met Fontys Hoge scholen een overeeenkomst ge sloten om een geheel nieuwe lerarenopleiding voor de exac te vakken op te zetten. „Van onze kant zijn wij verantwoor delijk voor de technische en wetenschappelijke vorming, terwijl Fontys verantwoordelijk wordt voor de onderwijskundi ge en didactische kant." „Het idee van deze opleiding - voor wiskunde zijn we daar al vrij ver in - is dat we daarmee leraren gaan opleiden die in het hart kunnen staan van de onderwijsvernieuwing, maar die ook inhoudelijk de kans krijgen om de vemiewing ge stalte te geven op de scholen. We zijn nu met een wiskunde- pilot bezig om dit voor te berei den. maar we willen het ook gaan doen voor natuur- en scheikunde en dat vervolgens als één natuurwetenschappelij ke opleiding gaan aanbieden." Op de universiteit wil Van San ten de studenten meer keuze mogelijkheden bieden. Tegelij kertijd zal het onderwijs ge plaatst worden in de interes sante vraaggebieden van nu. zoals biomedische technologie en design. Ook vindt Van San ten het belangrijk dat er in het universitair onderwijs wordt afgestapt van het denken in de traditionele disciplines. „We willen de Eindhovense student een sterk eigen profiel geven. Visie, probleemoplos send vermogen en onderne merschap zijn daarin de kern woorden. Mensen met visie be grijpen welke problemen er zijn in de maatschappij. Zij be grijpen welke belangrijke tech nische ontwikkelingen nodig zijn om dat soort problemen op te lossen. Dat is academi sche vorming, die over de gren zen van scheikunde, natuur- Prof. dr. Rutger van Santen bij de e-Mu, de 'emotierobot', een ont werp van Christoph Bartneck van Industrial Design van de TU/e. Foto René Manders kunde of elektronica heen gaat. Zij leren die vertaalslag te maken naar hun discipline, maar vanuit het probleem zelf, dus vanuit de breedte." Op basis van ontwerpgestuurd onderwijs zullen studenten op hun latere beroepspraktijk worden voorbereid. De input van deeltijdhoogleraren die ook een functie bekleden in de internationale industrie, is heel belangrijk voor een vroege oriëntatie op de professionele carrière. Ook komen studenten al vroeg in contact met een af nemer. meestal iemand uit de industrie die een bepaald pro bleem bij de faculteit heeft neergelegd. „In dit ontwerpge- stuurde onderwijs wordt de kennis die ze vanuit hun disci pline opdoen verder verbreed. Biomedische technologie is daar al heel ver mee, maar ook werktuigbouw en scheikunde zijn ermee bezig. Ook worden studenten in de gelegenheid gesteld om niet alleen cursus sen te volgen op het gebied van ondernemerschap, maar ook wanneer ze op basis van hun onderzoek geïnteresseerd zijn om een eigen bedrijf te starten kunnen we dat faciliteren." Fossielen Om de huidige veranderingen van het klimaat beter te kunnen begrijpen is het van belang om soortgelijke veranderingen uit het verleden te bestuderen. De hoogvlakte van Bogota in de Colombiaanse Andes leent zich hier uitermate goed voor. Gele gen nabij verscheidene kritische vegetatiezones, worden kli maatsveranderingen weerspiegeld in verschuivingen van deze zones, en dat heeft een impact op de biogeo-chemie van de omgeving. De hoogvlakte was eens de locatie van een groot meer. Amoud Boom bestudeerde voor zijn promotieonderzoek moleculaire plantfossielen afkomstig uit oude sedimenten van het meer. Onderzoek aan moleculair stabiele koolstofisotopen laten een nog niet eerder opgemerkte dynamiek van tropische grassen zien. Deze dy namiek bleek veroor- zaakt te zijn door het klimaat. Rijst Om de rijstoogst bij niet-optimale omstan digheden te verbeteren, kunnen rijstveredelaars het best rassen maken die onafhankelijk van de mate van bemesting goed presteren. Als de rijst echter in een zoute omgeving moet groeien, moeten zij daarvoor specifiek aangepaste rassen ont wikkelen. Dit ontdekte de Gambiaanse onderzoeker Baboucarr Manneh tijdens zijn NWO-promotie-onderzoek. Manneh on derzocht de variatie in de opbrengst van rijst en de mogelijk heden om deze voor uiteenlopende milieu-omstandigheden met veredeling te verhogen. Wat de bemesting betreft kan de veredeling zich het best richten op breed aangepaste rassen die onafhankelijk van de bemesting goed presteren. Voor de teelt op verzilte bodems echter zijn rassen nodig met een ge netische aanleg die ze geschikt maakt voor deze specifieke omstandigheden. Landschappen Aan het einde van de zestiende eeuw werd landschapschilder kunst een ware mode in Italië. Als verklaring wordt veelal ver wezen naar de aanwezigheid van Noord-Europese schilders in Italië. Onderzoekers veronderstellen dat het thema een uiting is van een nieuwe, moderne blik op de wereld. Promovendus Arnold Witte toetste deze veronderstelling door bestudering van een Italiaanse koper van de schilderijen; de Romeinse kardinaal Famese. Hij bracht rond 1600 een collec tie landschapschilderijen bijeen. Op grond van de bijzondere positie van de opdrachtgever, de thema's van de schilderijen en hun plaats in Famese's huis. stelt Witte dat de schilderijen niet om esthetische redenen werden verzameld. Ze vormden een religieus en devotioneel parcours in de woning van de kar dinaal. Witte concludeert dat de populariteit van de landschap schilderkunst in het zestiende-eeuwse Italië geen uiting was van een moderne blik op de wereld, maar van religieuze ver nieuwing. Ze was het gevolg van nieuwe devotionele metho den die de natuur voorstelden als het Boek van de Schepping en een middel om tot God te komen. Ijstijd Analyses van kernen uit de Pleistocene ijskappen op Antarctica en Groenland lijken er op te wijzen dat aardse temperatuur stijgingen veel meer samenhangen met een toenemende con centratie van methaan (CH4) in de atmosfeer, dan met een toe name van het gehalte aan koolzuurgas (C02). Volgens prof. A.J. van Loon (geologie), bestaan er aanwijzingen dat gashydraten (een soort ijsachtige verbindingen van methaan en watermole culen) een belangrijke rol hebben gespeeld in de toename van de atmosferische methaanconcentratie. De hydraten zijn af komstig uit permafrostgebieden of - vooral - de zeebodem. De gashydraten winnen terrein in de verklaring van snelle (al thans op geologische tijdschaal) stijgingen van atmosferische methaanconcentraties en een daarmee samenhangende op warming van de aardse atmosfeer. Een toename van het met- haangehalte in de atmosfeer kan ook worden veroorzaakt door een uitbreiding van de oppervlakte van zogeheten 'wetlands' (de moerassige gebieden met ondiep water en onregelmatige drogere stukken land). Door BERT MEIJER J)oyou ever wonder how polar fish survive when their body fluids should, by all logic, freeze", vraagt de docent biologie in zijn les of college. Nature who always thinks of everything, has provided them with antifreeze glycoproteins, biomolecules that lower the freezing temperature of the body fluids", ver volgt hij. Dit of iets dergelijks zullen de studenten binnenkort te horen krijgen in hun colleges. Ongemerkt en bijna zonder discussie wordt het Engels als meest favoriete taal voor het onderwijs naar voren geschoven. Steeds grotere de len van het hoger onderwijs zullen in het Engels gegeven worden. Er zijn zelfs al middelbare scholen die de lessen zo wel in de Nederlandse als in de Engelse taal aanbieden. Waarom doen ze dit? Twee redenen lig gen hieraan ten grondslag. Ten eerste kunnen buitenlandse studenten op deze wijze gemakkelijker in Nederland ko men studeren. Ten tweede is er een ster ke wens om internationaal een geweldig figuur te slaan als onze scholieren en studenten zich in het buitenland presen teren. Op zich zijn dit twee valide rede nen, maar wat zijn de gevolgen van deze daad voor de diepgang van de feitelijke kennisoverdracht? Ik ben bang dat dit punt amper heeft mee gespeeld in de be sluitvorming. Want als dit wel was ge beurd, dan had men zich wellicht nog drie keer bedacht. De scholieren en stu denten zullen inderdaad in het buiten land een goed figuur slaan met hun bo vengemiddeld gevoel voor de Engelse taal. maar helaas niet met hun diep gaande kennis. !*eem het volgende voorbeeld. Neder- •ands is je moedertaal, je hebt aanleg voorde natuurwetenschappen en mole culaire biologie lijkt je een prachtig vak gebied. Je weet er nog heel weinig van e«gaat daarom naar een universiteit. Voordat je de basis werkelijk beheerst worden de colleges in het Engels gege ven. Je hebt er moeite mee; je vindt niet voor niets het abstracte zo leuk. Maar je medestudenten hebben gelukkig dezelf de problemen. Je angst het niet te kunnen volgen, vloeit helemaal weg als blijkt dat de do cent de Engelse taal amper machtig is. Je kunt het goed volgen, maar van de origi nele leeropdracht blijft weinig over. Elke inhoudelijke moeilijkheid verdwijnt in de gebrekkige talenkennis van student en docent. Voor buitenlandse studenten geldt hetzelfde, want ook zij zijn de En gelse taal zelden machtig. Het probleem is het volgende. We probe ren weer eens meerdere doelen tegelijk te realiseren om de magische synergie te verkrijgen. Maar het zal niet de eerste keer zijn, dat we van beiden het slecht ste krijgen. Mijn remedie is duidelijk. Zorg dat alle studenten de Engelse taal machtig worden middels bekende les methoden. Leer de diepgaande kennis in de Nederlandse taal, dan kun je al je energie gebruiken om je de moeilijke materie eigen te maken. En iedereen die zegt datje een inhoudelijk moeilijke dis cussie net zo goed volgt in je eigen taal als in een vreemde taal, liegt of kent een perfecte beheersing van de vreemde taal. Hopelijk komen vele onderwijsdeskun digen snel tot inkeer. Beter ten halve ge keerd, dan ten hele gedwaald. Universi teiten zorg voor het beste onderwijs in je eigen taal. Als je uitgestudeerd bent en wetenschap gaat doen, is het over schakelen naar het Engels vroeg genoeg. Doen we dit niet, zal ik goede studenten, die werkelijk in de inhoud van een vak gebied geïnteresseerd zijn, adviseren om hun studie in het buitenland te doen. En zo breken we ons prachtige onderwijs steeds verder af. Door RON BUITENHUIS Om een patiënt na een ongeval of hersenoperatie hetzelfde aangezicht terug te geven, heb je maatwerk nodig. Mechani sche ontwerpers van de Univer siteit Maastricht en (plastische) chirurgen van het academisch ziekenhuis spelen het als eer sten en enigen in Nederland klaar. Het eindresultaat is oneerbie dig gezegd niet meer dan een 'dekseltje' van titanium. Wel een dekseltje dat om te begin nen haarfijn past in de schedel- wond en ook nog eens exact de vorm heeft van het hoofd van de patiënt. Zo nauwkeurig, dat je na verloop van tijd niet eens meer ziet dat iemand een zwaar schedelletsel of hersen operatie heeft gehad. Dat was twintig jaar geleden anders. Mensen die na een on geval of een zware operatie een gapend gat in hun schedel had den, moesten maar hopen dat hun chirurg als kind goed was in kleien en boetseren. Met botcement - vergelijkbaar met de klei waarin je moet happen voor een nieuw kunstgebit - werd het schedelgat dichtge maakt. Letterlijk met knip- en buigwerk. Het gat was uitein delijk dicht, maar het aange zicht en de schedelvorm van de patiënt waren meestal totaal veranderd. Tien jaar geleden kwam een techniek waarbij van de sche del een CT-scan werd gemaakt. Met behulp van die datagege- vens werd vervolgens van kunststof een namaakschedel gemaakt. Op dat namaakmodel werd het gat wederom hand matig met was en klei gedicht. 3-D scanmodel van een gehavende sche del (links), waarvoor een precies passend titanium dekseltje (rechts) gefreesd is. Boven- en onderkant van de schedel zijn weggelaten om com putergeheugen te sparen. Illustraties: IDEE Maastricht Van het 'dekseltje' dat zo ont stond. werd een stempel ge maakt. die vervolgens naar een gespecialiseerd bedrijf werd ge stuurd dat een titaniumplaat in de vorm van de stempel perste. Een proces dat vele weken duurde. Probleem was dat het dekseltje wel paste maar niet zonder na den. waardoor je toch allerlei oneffenheden bleef zien. Het dekseltje was en bleef per slot van rekening het resultaat van een soort boetseerwerk. Een procédé overigens, dat vandaag de dag nog in nagenoeg alle Nederlandse en Europese zie kenhuizen wordt toegepast. Behalve in Maastricht. Daar heeft intensieve samenwerking tussen de chirurgen van het AZM en technici van de univer siteitsafdeling IDEE (Instru ment Development Enginee ring Evaluation) geleid tot een Rapid Implant Facility. In enkele dagen tijd kunnen van titanium schedeldekseltjes worden gemaakt (maar ook an dere botdelen zoals kaken en ruggenwervels). die wèl naad loos passen. Na een CT-scan van de schedel worden op de computer de we ke delen (huid en vel) wegge poetst. zodat je virtueel alleen het echte schedelbot over houdt. Met geavanceerde CAD- software wordt op het beeld scherm een dekseltje voor het schedelgat ontworpen, precies in de vorm van de schedel. Ver volgens wordt het dekseltje op een computerscherm virtueel en drie-dimensionaal bewerkt totdat het naadloos in het sche delgat past. als een dekseltje op een suikerpotje. Dus compleet met een uitgespaarde rand aan de binnenzijde „Met de computergegevens wordt vervolgens een vijfassige freesmachine geprogram meerd. die met speciaal gehar de boortjes het gewenste dek seltje uit een massief blok tita nium freest", zegt technisch projectleider Paul Laeven. „Pre cies in de vorm en de dikte van het virtuele 3-D model in het CAD-programma. Als een chi rurg bij een hersenoperatie vooraf precies aangeeft waar en hoe hij een gat in de schedel gaat maken, kan het latere dekseltje bij wijze van spreken al gemaakt worden voordat de patiënt op de operatietafel ligt." „Kunststof heupen en polsen kun je inmiddels in alle vor men en maten bestellen", zegt plastisch chirurg René van der Hulst. „Dat zijn als het ware confectiepakken. Wat wij no dig hebben zijn implantaten die tailor-made zijn. Zeg maar de Armani's onder de pakken. Waarheidsgetrouwe schedel vormen, kaken en jukbenen, zodat de patiënt na de operatie geen ander aangezicht heeft. Dit is een enorme vooruitgang in de plastische chirurgie, waarvoor grote belangstelling bestaat bij de collega's in de rest van Nederland en Europa. Het geïntegreerde proces dat wij hebben, vind je in hooguit vijf, zes andere medische cen tra in de wereld." De betrokken technici en medi ci kijken al weer vooruit. „We onderzoeken momenteel of we in plaats van titanium, ook bot- vervangend materiaal (een spe ciale soort kalk/keramiek) drie dimensionaal kunnen frezen", zegt mond-, kaak- en gezicht chirurg Jules Poukens. „Omdat botvervangend materiaal po reus is. kan het lichaam zelf op de plaats van de wond of de breuk nieuw botweefsel aan maken. Het botvervangend ma teriaal breekt na zes tot twaalf maanden af en dan groeit de schedel, het jukbeen of de nek- wervel onder bepaalde omstan digheden weer zelf aaneen. De ze techniek zou binnen één tot twee jaar toepasbaar kunnen zijn." gij is een van de speciaal door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangestelde Academiehoogleraren die de tomende jaren het onderzoek en onderwijs in de technische- en natuur wetenschappelijke vakken moet helpen vernieuwen. Een spannende en interessante opdracht, vindt TU/e rector-magnificus Rutger van Santen, die bovendien de universiteit ver overstijgt.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2004 | | pagina 27