Alweer een twijfelachtige oorlog voor de Amerikanen
Het Firdosplein is nog
steeds van niemand
Irak, een jaar
na de invasie
zaterdag 20 maart 2004 27
UTordt Irak een nieuw Vietnam voor
'V het Amerikaanse volk? Een jaar na
«invasie van Irak groeien in de VS de re-
tovesover de preventieve oorlog van Ge-
•^Bush Maar de president krijgt voorlo-
tï het voordeel van de twijfel.
meer dingen veranderen, hoe meer ze
1de blijven, verzucht David Maraniss.
«fleur van het Vietnam -epos Ze mar-
het zonlicht in, beschrijft de dag
oktober 1967 waarop studenten van de
"ersiteit van Wisconsin voor het eerst
i slaags raakten over Vietnam,
«as dezelfde dag waarop 61 Black
omkwamen in de Long Nguyen Se-
«®e, en president Johnson zijn oor-
vroeg hoe Amerika ooit moest win-
Vietnam.
dingen veranderen, hoe meer ze
de blijven. In het theaterzaaltje in
buitenwijk van Washington waar Mara-
spreekt, gaan de gedachten onmiddel-
Irak Natuurlijk zijn er grote ver
bissen de twee oorlogen, maar de
Ben zijn evident.
Qu worden jonge Amerikaanse solda-
®igezonden naar een gebied waarvan
cultuur niet kennen, waar ze de taal
niet spreken en waar ze zich nimmer veilig
kunnen voelen. Ze zijn verwikkeld in een
missie waarvan doel en uitkomst niet hel
der zijn. Aan het thuisfront neemt de steun
van het publiek af en nemen de vragen over
de rechtvaardiging van de militaire actie
toe. Opnieuw wordt Washington beticht
van leugenachtigheid over de aanleiding.
Wordt Irak een nieuw Vietnam voor het
Amerikaanse volk? Steven Clemons, van de
New America Foundation, een progressieve
denktank in Washington, ziet het gevoel
groeien dat de VS in een moeras verzeild
zijn geraakt „Het beeld van Irak dat de ge
middelde Amerikaan in zijn hoofd heeft, is
nog steeds onduidelijk." De ergste angst
over Irak is sinds november - toen het aan
tal dode Amerikaanse soldaten piekte -
weer wat afgenomen. „De trend gaat echter
langzaam maar duidelijk in de richting van
een Vietnam-achtige scepsis", zegt Cle
mons.
Ondermijnd
Dat er nog steeds geen voorraden chemi
sche en biologische wapens gevonden zijn
in Irak - de belangrijkste rechtvaardiging
voor de invasie - heeft de geloofwaardig
heid en integriteit van president Bush on
dermijnd. Maar ook dat proces gaat heel
langzaam, zegt Clemons. Volgens peilingen
vindt een meerderheid van de Amerikanen
de oorlog gerechtvaardigd ook als er geen
wapens gevonden worden. De meeste Ame
rikanen geven president Bush bovendien
het voordeel van de twijfel, geloven dat
veel informatie van de inlichtingendiensten
erop wees dat Saddam wat te verbergen
had en wnjven Bush het feilen van de gehei
me diensten niet aan.
Nu het vernietigen van Saddams bedreigen
de arsenaal is weggevallen als succesfactor,
moet Amerika erin slagen orde, stabiliteit
en democratie te brengen in Irak om de mis
sie te laten slagen. Dat is niet alleen een
veel moeilijkere, maar vooral een abstracte
re taak. Want wat is de defimtie van succes
in Irak?
„Wat mensen willen voelen is dat de presi
dent een helder idee heeft wat we daar aan
het doen zijn. Dat is op dit moment het
zwakke punt, net als in Vietnam", zegt Kar-
lyn Bowman. Zij onderzoekt voor het con
servatieve American Enterprise Institute
de publieke opinie in de VS. „Mensen wis
ten van Vietnam niet wat het eindpunt was.
Nu begrijpen we allemaal dat terrorisme
een bedreiging voor onze veiligheid is. Wat
Irak gaat opleveren is een stuk vager."
Het is nog onduidelijk hoeveel baat de VS
op lange termijn zullen hebben bij de oor
log en wederopbouw van Irak, die voorna
melijk op hun kosten en met hun mensen
worden uitgevoerd. Lukt het wel om een
land waarin de religieuze en etnische ver
schillen zo groot zijn, tot een democrati
sche eenheid en bevriende natie te smeden?
Zal het terrorisme af- of toenemen? Bow
man: „Het Amerikaanse volk ziet Irak nog
steeds als een gevaarlijke onstabiele plek.
Ze denken dat het misschien de goede kant
op gaat, maar erg behaaglijk voelen ze zich
daar nog niet bij."
Volgens diverse opiniepeilingen is er grote
verdeeldheid in de VS over de vraag of de
baten van Irak wel tegen de kosten opwe
gen. Afhankelijk van de peiling vindt meer
dan de helft - soms ongeveer de helft - van
wel, de rest niet. De stemming is partijdig
gekleurd, vooral onder Democraten is er
meer aversie tegen de oorlog.
Er mag onbehagen zijn over Irak, Bowman
denkt dat Irak nog geen grote irritatiefac
tor is voor het Amerikaanse publiek. De
stap om Irak binnen te vallen wordt door
een meerderheid nog steeds gezien als een
terechte beslissing, zo blijkt uit opinieon
derzoek. Presidenten in de VS krijgen be
hoorlijk wat speelruimte van het publiek,
aldus Bowman, en Amerikanen hebben
sinds de terreuraanvallen op 11 september
vertrouwen in het veiligheidsbeleid van
Bush.
Kopzorgen
De tegenstand die het eigenzinnige optre
den van Bush inzake Irak in de rest van de
wereld heeft opgeleverd - zelfs in landen
die tot de coalitie behoren zoals Nederland
- bezorgt vooral linkse Amerikanen kopzor
gen, zegt Clemons. „Er heerst hier een sterk
gevoel dat Amerika de moeilijke keuzes
maakt voor de wereld, bloed vergiet voor
internationale veiligheid en daarvoor door
velen in de wereld niet wordt gewaar
deerd." Amerikanen zijn er verdrietig over
dat ze niet meer steun hebben gekregen,
maar het idee is dat dat erbij hoort als je de
supermacht bent, meent ook Bowman.
De internationale kritiek is voor Amerika
nen echter geen reden om zich van de we
reld af te keren of huiverig te zijn als zich
een nieuwe veiligheidskwestie aandien,
zegt ze
Het zit in de Amerikaanse cultuur om voor
al naar de toekomst te kijken. Wat iedereen
zich moet realiseren is dat Amerikanen op
merkelijk geduldig zijn, aldus de onderzoek
ster die alle opiniepeilingen over Irak en an
dere oorlogen heeft bestudeerd. „Het ge
duld is met oneindig, maar Amerikanen wil
len de situatie in Irak nog wat meer tijd ge
ven. We moeten kunnen afmaken waaraan
we begonnen zijn: orde en democratie
brengen in Irak."
De Vietnam-oorlog wordt nu algemeen als
een mislukking gezien, maar het duurde vol
gens opiniepeiler Gallup drie jaar - van
1965 tot 1968 - voor de interventie in Viet
nam door een meerderheid van de Ameri
kaanse bevolking een dwaling werd ge
noemd De oorlog in Vietnam leeft tot op de
dag van vandaag omdat hij deel uitmaakt
van de persoonlijke histone van zoveel
Amerikanen.
Over Irak is veel meer ambivalentie en veel
minder soul searching. Als journalist David
Maraniss in dat theaterzaaltje in McLean
zijn gehoor echter herinnert aan de lessen
van Vietnam, dan is de weerklank duide
lijk. „Als je de harten en geesten van de
mensen niet weet te winnen dan verlies je,
als je de waarheid geweld aandoet dan ver
lies je."
Ans Bouw mans
Sjiieten mogen weer uitbundig hun geloof belijden in Irak. Vlaggen en portretten van ayatollahs vlie
gen de deur uit. Verkoper Halim doet in zijn winkeltje goede zaken
De oorlog is voorbij,
maar Irak is nog verre
van vredig. Precies een jaar
na de invasie blijken talloze
Irakezen ontevreden over
het leven in hun door ter
reur geteisterde land. De
Amerikanen worden gehaat
en de door hen samengestel
de 25 leden tellende rege
ring gewantrouwd. „Vroe
ger hadden we hier één dief.
Nu hebben we er 25." In de
theehuizen van Bagdad
klonk deze week gejuich
toen bekend werd dat Span
je deze zomer zijn troepen
zal terugtrekken. „Nu de
Amerikanen nog."
Op de beroemde sokkel van het omvergetrokken beeld van Saddam, staat nu een ander beeld.
Wessel Penning
men Iraakse verdedigingslinies.
In de Verenigde Staten ligt mi
nister van defensie Donald
Rumsfeld onder vuur.
Dan opeens is de oorlog voorbij.
Op zondag 6 april wordt Basra
ingenomen en op dinsdag 8
april staan de Amerikanen voor
Bagdad. Op 9 april rijden ze met
hun tanks vrijwel ongehinderd
over de doorgaande wegen het
centrum van Bagdad in. Ze stop
ten verderop een heerlijke mid
dagmaaltijd naar binnen te wer
ken.
Buurtbewoner Rafaad toevallig
ook. „De soep zat gelijk in mijn
gezicht", weet hij nog. Boven
dien had de ontploffing alle rui
ten tot in de verre omtrek kapot
geblazen Rafaad zag ter plekke
de hel op aarde. „Armen, benen,
hoofden. Toen de ambulance
broeders kwamen, konden ze al
leen maar rapen."
Groot is het wantrouwen ten op
zichte van de Amerikanen, maar
dat moet niet worden verward
met een verlangen naar Sad
dam, zegt Aws, een bedachtza
me student uit Mansur. „Zeker
zeventig procent van de Irake
zen is blij dat die man weg is. Ik
schat dat maar twintig procent
wil dat de Amerikanen nog even
blijven. Ik wil dat ze blijven. We
hebben hier wat stabiliteit no
dig. Zo slecht is het leven nu
ook weer niet."
Aws is een roepende in de woes
tijn. Wie vandaag Irakezen op
de man af vraagt of het slechter
kan, hoort ze beslist 'nee' zeg
gen. Ze willen, zeggen ze, een le
ven zonder bomaanslagen. Over
al wijzen vingers naar de Ameri
kanen die, vinden de mensen, al
te pontificaal aanwezig zijn en
zo terroristen uit verre landen
uitdagen om in Irak hun slag te
slaan
Er wordt geklaagd dat mooie
parken tot Amerikaanse bases
zijn omgebouwd en dat de solda
ten niet de indruk wekken zich
erg betrokken te voelen met het
wel en wee van de bevolking. In
sommige theehuizen ging deze
week licht gejuich op toen de
nieuwe Spaanse regering be
sloot haar troepen terug te ha
len uit Irak. „Nu de Amerika
nen nog", hoorde je Irakezen
zeggen.
Mopperen op Amerikanen, die
het land onveilig hebben ge
maakt. Mopperen op de rege
ringsraad, die het land uiteen
drijft en op een kwade dag nog
eens een burgeroorlog op gang
zal helpen. Mopperen over Koer
den die te veel eisen. Mopperen
over sjiieten die denken dat ze
Allah zelf zijn. Mopperen over
soennieten die praatjes voor
tien hebben. Mopperen over
stroomstoringen en watertekor
ten. Mopperen. De Irakees die
nooit in vrijheid spreken kon,
doet het nu graag en vaak.
Dus zindert Bagdad van het cy
nisme. Over de 25 leden tellende
regeringsraad. „Vroeger hadden
we één dief, Saddam. Nu heb
ben we er vijfentwintig." Over
Saddam „Hij zwaaide altijd op
een aparte manier. Met zijn
handpalm opzij. Als een scheer
mes! Kon ie je keel afsnijden."
Lachen, gieren, brullen in
oud-Bagdad, in de ijzerwinkel
van de Koerd Sherwan. Met
vriend Mohammed is Sherwan
eens even lekker aan het schel
den op de Amerikanen en zwart
gallig aan het doen over de onge
wisse toekomst van Irak en over
de nieuwe politici die net als
Saddam er alleen zitten om hun
eigen zakken te vullen en die
verdraaide Amerikanen helpen
om het land leeg te plunderen.
Sigaretje erbij, kopje zoete thee.
Een vraag. Noem eens een land
waarop het nieuwe Irak moet lij
ken? „Koeweit!" roept Moham
med. Koeweit? Dat land is zo
wat de 51ste staat van Amerika?
„Dan worden wij de 52ste
staat," roept Mohammed.
Bulderend gelach in de ijzerwin
kel.
Ander onderwerp: Saddam.
Zijn beeltenis is uit het straat
beeld verdwenen. Zijn portret
ten verminkt, van zijn beelden
resten nog slechts de sokkels.
Hij is voorgoed ipeg Kwam hij
in deze soukh weieens op be
zoek? „Oh ja!" grijnst Sherwan.
„En dan juichten we hem na
tuurlijk toe. Want anders zou-
den zijn mannen later komen
om je kop eraf te hakken." Mo
hammed: „Dus zongen we: Be-
roh beldam nefdite ja Saddam
Saddam, we willen bloed en ziel
voor je geven." Oude tijden her
leven in hartje Bagdad. Want
Sherwan en Mohammed doen
het in koor nog eens luidkeels
voor. „Beroh beldam nefdite ja
Saddam Ze zingen het drie
keer.
Mohammed daarna, opeens se
rieus. „Je moet natuurlijk nooit
je bloed en ziel aan één man ge
ven, maar aan ons hele volk!"
haf zich onsterfelijk met bericht
geving over grote Amerikaanse
verliezen en speculeert de we
reld over een gruwelijke slag om
Bagdad, dat weieens het 'Sta
lingrad van Mesopotamie' zou
kunnen worden. Er verschijnen
artikelen over op handen zijnde
chemische aanvallen, over man
tegen man gevechten tegen on
verslaanbare Irakezen, over zelf
moordacties en over niet te ne-
foto's Wessel Penning/GPD
pen op het Firdosplein. Roepen
er wat straatjongens bij en trek
ken - bij wijze van staatsgreep -
met z'n allen het enorme beeld
van Saddam Hussein om. Het ta
fereel is live te zien op de inter
nationale televisiezenders. De
Irakezen uit de omliggende wijk
Karada durven op dat moment
nog niet massaal de straat op,
maar op de balkons van de flats
wordt al feestgevierd.
Het Palestine Hotel in Bag
dad is een hotel uit een
Vietnamfilm. Een staatshotel,
een prachtig voorbeeld van ver
gane glorie. Een hotel waar het
personeel een corrupte indruk
maakt en waar het wemelt van
de Amerikaanse journalisten. In
dit hotel lopen Jan en alleman
met wapens in en uit. Hier dwa
len Filipijnense bewakers met
zware karabijnen door de gan
gen en tref je in de lift met woes
tijnzand bedekte soldaten.
Boven het hotel cirkelen Ameri
kaanse legerhelikopters, die
soms op een tiental meters voor
je hotelraam opduiken. De
(hooggeplaatste) Amerikanen
die in dit hotel verblijven - de
vijfde verdieping is uitsluitend
voor Amerikanen - worden iede
re ochtend opgehaald door
tanks, die dan met denderend
geweld het hotelplein over
scheuren.
Palestine wordt tegenwoordig
ommuurd en bewaakt door
wachttorens, tanks en een leger
tje militairen, die ook het aanpa
lende park langs de Tigris heb
ben afgesloten. Een litteken, ver
oorzaakt door een granaat
scherf, bewijst dat de bewaking
niet waterdicht is. Een maand
geleden werd de
ping van het hotel door zes ra
ketten geraakt, afgevuurd vanaf
een ezelkar. In het Palestine Ho
tel, kortom, is duidelijk merk
baar dat de Iraakse vredestijd
nog lang niet is aangebroken.
Eerste klap
Op 20 maart 2003 begon deze
oorlog, door de Amerikanen 'de
bevrijding van Irak' genoemd.
De eerste klap, een raketaanval
op de wijk bij het Rasheedvlieg
veld, raakte veel, behalve Sad
dam. In de daaropvolgende da
gen hadden de geallieerde troe
pen meer succes. De grensplaats
Safwan, in het zuiden, werd
door de Amerikanen overdon
derd. Op naar Bagdad! De Brit
ten wilden naar Basra, de twee
de stad van het land en begon
nen een aanval op de zuidelijke
stadjes Umm Qasr en Al Faw.
De informatie over het verloop
van de strijd bleek zeer onbe
trouwbaar. Er kwamen verha
len over de val van Umm Qasr,
over een sjiïtische opstand in
Basra en over Irakezen die blij
moedig de bevrijders verwel
komden. Wanneer na een dikke
week Basra nog steeds niet ge
vallen is en de Amerikanen bij
Nasirijah en Najaf op flinke te
genstand stuitten, kantelt de we
reldopinie.
In die dagen maakt de Iraakse
minister van Informatie al-Sa-
Het Firdosplein is inmiddels we
reldberoemd, maar zo oogt het
niet. Het plein mocht onder Sad
dam al niet worden betreden en
die gewoonte geven de inwoners
van Bagdad niet op. Het plein
stinkt naar vies fonteinwater en
verpietert onder onkruid en af
val.
Op de sokkel van Saddam is het
afgelopen jaar een 'beeld van de
vrijheid' gezet, dat vervolgens is
beplakt met portretfoto's van
ayatollah's. Aan de zuilen rond
om het plein hebben sjiieten
wat opwekkende spandoeken ge
hangen. Het plein is nog steeds
van niemand. „Een plein voor
honden," schampert Kamal Ma
hdi.
Op de historische woensdag van
9 april 2003 liep Kamal met een
witte vlag door zijn stad. De val
van het beeld maakte hem in
tens gelukkig. „Dat was het ein
de van de dictator. Bijna alle Ira
kezen waren blij. Tot die dag
voelden we iets heel zwaars op
Dat 'iets',
veel zwaarder dan een stand
beeld, was opeens weg. Een op
luchting", zegt Kamal.
Of het beeldspektakel echt was
of geregisseerd, vindt Kamal
niet interessant. Hij weet nog
dat hij schrok toen een van de
soldaten een Amerikaanse vlag
tevoorschijn haalde. „Ik dacht:
zijn zij nu hier de baas?"
In de weken erna was de lobby
van het Palestine Hotel het do
mein van groepen oververmoei
de mariniers, die het hotel nog
weken op stelten zetten en
drank en vrouwen hun kamers
probeerden op te slepen
Stukken stad lagen die dagen in
puin. Een jaar later is te zien
dat veel van de zo bekritiseerde
precisiebombardementen wél
zijn gelukt. De ministeries, de
paleizen van Saddam, de com
municatiecentra en de kantoren
van geheime dienst en politie
zijn verwoest, maar voor het ove
rige is Bagdad relatief onbescha
digd uit de strijd gekomen.
Minder precies waren de bom
menwerpers in de elitewijk
Mansur. Heilig overtuigd van de
aanwezigheid van Saddam al
daar, gooiden de Amerikanen
een flinke bom op een huizen
blok. De bom trof slechts gezin
nen, 28 doden, onder wie veel
kinderen. En Saddam? Die zat
volgens buurtbewoners op het
moment suprème een paar stra-